Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Dit soort campingstekkers, hoewel solide uitgevoerd, is meestal bedoeld voor een maximum stroom van 16 ampère. Dus wanneer je een keer dat aggregaat zou moeten gebruiken de grote stroomverbruikers – chauffe-eau, verwarming, wasmachine – beter maar niet gebruiken. Alleen voor verlichting, ijskast, vrieskist en belangrijker nog dan water en brood voor de versterking van de inwendige mens en lucht om te ademen: de telecom infrastructuur in de lucht houden. Ze zijn er ook in een 32 ampère uitvoering, maar dan zul je ook een wat dikkere kabel moeten gebruiken dan de reguliere 1,5 mm² en 2,5 mm². Maar goed, zo’n standaard generator zal niet veel meer vermogen leveren dan 2 à 3 kW, dus die camping stekker is in dit geval een keurige oplossing.
Another summary of an unfolding drama.
Los van het gegeven dat die ergonomische signaalfunctie door de vrolijke kleurstelling met die symbooltjes me wel aanspreekt, dit nog los van het feit dat we hier met een echte draaischakelaar te maken hebben (nostalgie), toch nog iets over het te schakelen vermogen waar Jos terecht de aandacht voor vraagt.
In monophasé levert de EDF tegenwoordig niet meer dan 12 kVa aan puissance souscrite. En dat is 60 ampère nominaal. Omdat de Disjoncteur de Branchement (DB) zonder morren toch zeker 15 procent meer aan ampères laat passeren alvorens af te slaan zit je dan al op een (theoretisch) maximum van 69 ampère. Dus een 15 kVa aansluiting is eigenlijk net een brug te ver met zijn nominale stroombegrenzing op 75 ampère wanneer je het helemaal volgens de regeltjes zou willen aanleggen. In de praktijk zul je slechts zeer zelden te maken krijgen met dit soort maximale belasting scenario’s, dus het val allemaal wel mee. Ik kan me niet herinneren dat er bij ons de afgelopen 14 jaar ooit is ingegrepen door de DB.
Willem, toen ik de foto zag van die Hager schakelaar was mijn eerste reactie: en waar is de tussenliggende nul-stand, zoals die op de SDMO draaischakelaars zo duidelijk aanwezig is? Even verder lezen in jouw link bracht het antwoord: Permet de commuter deux sources différentes, avec point milieu “off”.
Keurige oplossing wanneer je die makkelijk kwijt kan in je groepenkast. Wel duidelijk aangeven dat het niet zomaar een schakelaar is. Bij de SDMO types zie je meteen al dat het iets speciaals is, een rode schakelaar, gevaarlijk, afblijven. Voor een argeloze derde ziet deze Hager-grijze schakelaar er precies zo uit als alle andere modules in de groepenkast, de checklist van Jos er meteen maar in de buurt ophangen.
Toch nog even terug naar de Britten zelf en een artikel van de inmiddels overleden redacteur Hugo Young uit 1999 waarvoor The Guardian vanochtend een aparte plaats inruimde. De titel zegt genoeg: ‘The Eurosceptics’ Little England is a claustrophobic timewarp’ – why I’m glad to be a European.
Willem, niet helemaal onverwacht werkte een link uit die eerdere discussie naar de Franse regels, in dit geval een in 2004 door de UTE gepubliceerde Guide pratique, niet meer. In paragraaf 4.2 Ré-alimentation d’installations fixes het een en ander over het aansluiten in een bestaande huisinstallatie. Hoewel voor de grotere professionele installaties uiteraard heel wat meer regels van toepassing zijn, is het in verband met ventilatie en brandgevaar misschien toch aardig eens te kijken naar de diverse tekeningen die in dit overzicht zijn opgenomen.
Willem, in het archief dat door Wannox keurig op poten is gezet kom je over dit onderwerp meer dan één discussie tegen. Jos kan je er meer over vertellen en in afwachting van zijn opmerkingen kun je je al warmlopen via deze link. En ook in Frankrijk is dat toegestaan, maar dan wel zorgen dat je in ieder geval een inverseur de source installeert.
@ Onno Fokkens: verschillende nationale regels inzake de aansluiting van elektrische apparaten? Tegen de achtergrond van wat de Low Voltage Directive sinds zijn ontstaan aan handelsbelemmeringen uit de wereld heeft geholpen lijkt me dit niet iets dat de Europese Commissie verweten kan worden. Bovendien: de meeste EU lidstaten hebben zich grotendeels bekeerd tot de van oorsprong Duitse Schuko standaard, dat de Britten en Fransen vasthouden aan hun eigen stekkers en stopcontacten is een ander verhaal.
@ Neeltje, de EU een moloch die nergens toe dient? Food for thought, deze speech uit 1946.
Alleen de ouderwetse mechanische en oersolide draaischijfmeters zijn bereid terug te draaien. Vandaar dat de EDF een dergelijke aanvrage alleen goedkeurt wanneer ondermeer aan deze voorwaarde is voldaan: “sous réserve que le compteur soit électronique“. Want die draait niet terug.
Iedere Franse regering, links of rechts, weet maar al te goed dat de Franse staat eigenaar is van bijna 85% van de EDF aandelen. Eén van de wonderen van de Franse privatisering. En zeg nou zelf: je gaat toch niet met jezelf concurreren wanneer je de kaarten zozeer hebt ingezet op de nucleaire centrales, goed voor 77% van de elektriciteitsproductie in Frankrijk en van belang voor de export van “high-tech” kennis en investeringen in het buitenland.
Iets makkelijker leesvoer dan de Franse regeltjes: 26 jaar lang elektra baas in eigen huis.
Iets lastiger voor de Franse regelgevers: een heldere definitie geven van wat “autoconsommation totale” nu precies is. Iets anders dus dan in het hierboven genoemde voorbeeld:
Pour mémoire, en autoconsommation totale, le bâtiment est équipé d’une installation de production raccordée au réseau, mais sans compteur de production. La majorité de l’énergie produite est consommée sur place. Le surplus éventuel est injecté gratuitement sur le réseau.
Je zou de vereenvoudiging van de regels per april dit jaar dus ook kunnen duiden als een methode van de EDF om makkelijker aan gratis elektriciteit te komen. Maar uiteraard doen we dit alleen om het leven van de cher client aangenamer te maken. Meeliftend op deze klantgerichtheid kunnen we de komende maanden weer een hoop telefoontjes verwachten van andere dienstverleners die onder de paraplu van de nieuwe regeling allerlei door de EDF goedgekeurd materiaal aan ons willen slijten. Dat wordt dan na ondertekening een accord gagnant-gagnant, maar voor wie.
Wanneer je later terug wilt gaan leveren – tegen betaling – en je dus een contract moet afsluiten met de EDF ontkom je niet aan een strenge keuring door de Consuel. Nu komen de meeste zonnepanelen van een beperkt aantal fabrieken, maar wanneer er ergens niet het keurmerkje “NF” op een sticker staat weet ik nog niet wat ze doen, zou ik nog eens moeten nalezen in wat reacties van mensen die spullen ui Nederland, Duitsland of het VK hebben meegenomen. Je kunt uiteraard alles zelf aanleggen maar daarbij moet je heel precies te werk gaan volgens de voorschriften. Ergens een labeltje vergeten en zo’n Consuel controleur kan al moeilijk gaan doen.
De bureaucratische hordes van het invullen van formulieren kun je zelf nemen, maar leuk is anders. Een Franse electricien zou dat hele traject je natuurlijk uit handen kunnen nemen. Alleen zijn ze nog wel eens huiverig wanneer ze voor werk van anderen met niet door hen geleverde spullen een keuring zouden moeten aanvragen. Op deze Franse website – helaas behoorlijk wat leeswerk – staat praktisch alle informatie die je nodig hebt. Pas overigens op met lieden die schermen met de kreet dat ze partenaire van de EDF zijn: het is helaas vaak niet meer dan een verkooptruc van lieden die je uiteindelik (meer dan) de hoofdprijs laten betalen voor hun diensten. Al meer dan tien jaar publiceert de Franse consumentenorganisatie UFC-QueChoisir minder vrolijk stemmende verhalen over wat er mis is in deze branche. Of worden er weer eens kamervragen aan de minister gesteld in de Assemblée nationale.
Okay, kort en krachtig dan: geen enkele netwerkbeheerder in Europa stelt het op prijs wanneer particulieren zomaar zonder nadere toestemming of keuring stroom gaan injecteren op het réseau électrique. Wanneer je iets wilt verdienen aan de stroom die je produceert heeft de Franse overheid een stevige hoeveelheid bureaucratische stappen verzonnen, waarom makkelijk als het ook moeilijk kan. Wanneer je de zelf opgewekte stroom alleen voor eigen consumptie gebruikt dan gelden er sinds april wat minder strenge regels. Onder die vorm van autoconsommation wordt verstaan:
Constitué d’un (ou de plusieurs) module(s) photovoltaïque(s) et du (ou des) onduleur(s) associé(s), ce système :
– est de puissance globale généralement inférieure à 1 500 Wc ;
– est raccordé au réseau public de distribution mais ne faisant pas l’objet d’un contrat d’achat de l’énergie produite ;
– ne comporte pas de dispositif de stockage par batteries.
De volledig onafhankelijke stroomopwekking, zonder enige koppeling met het stroomnet, valt onder het kopje site isolé. In bergachtige gebieden vaak een uitkomst. Of op het dak van een paar gîtes op eigen terrein. Al dan niet met een omvormer naar 230 volt, of als 12 volt laagspannings installatie uitgevoerd, ideaal voor LED verlichting. Baas in eigen huis.
Over investeringen, betrouwbaarheid en verminderende opbrengst gesproken: in Nederland heeft Vincent Dekker in Trouw onlangs verslag gedaan van zijn ervaringen. In Frankrijk vind ik het wat lastiger om iemand te vinden die met zoveel common sense schrijft over zijn ervaringen. Uit de VS deze conferentiebijdrage van al weer een paar jaar geleden over wat je kunt tegenkomen aan (productie)factoren die de levensduur van een zonnepaneel installatie kunnen beïnvloeden. En een zorgvuldige montage helpt natuurlijk ook.
@ Neeltje
Nothing wrong, maar op het prijzenfront is er de afgelopen jaren het een en ander veranderd. De eerste lichtingen profiteerden inderdaad van exceptioneel hoge tarieven per kWh, maar daarna zijn de inkoopprijzen geleidelijk omlaag gegaan. Omdat het aantal (subsidie)aanvragen op een gegeven moment helemaal de spuigaten uit liep bedacht de Franse staat dat je op langere termijn toch tegen enorme financieringsproblemen zou gaan oplopen. Totale subsidiestop en herbezinning, een moratorium. Een korte samenvatting in dit artikeltje in le Parisien waarvan de link gelukkig nog werkt. De huidige EDF inkooptarieven zijn aanzienlijk lager. Voor hen met oude rechten verandert er conform de Franse tradities uiteraard niets, maar de nieuwkomers gaan van start volgens de nieuwe spelregels. Enige voordeel: de kosten voor een zonnepaneel installatie zijn aanzienlijk lager dan een jaar of zeven geleden. Tenminste, wanneer je naar de prijsontwikkelingen op de wereldmarkt kijkt of in Duitsland of Nederland. In Frankrijk betaal je nog steeds de hoofdprijs voor de hardware, tot twee à driemaal zoveel. Het wonder van de Europese markt zullen we maar zeggen, die ondanks open grenzen en het vrije verkeer van goederen, belangrijk onderdeel van de interne markt, nog steeds tot opvallende verschillen tussen de EU lidstaten onderling blijkt te kunnen leiden.
@ Sol: de E(R)DF regels zijn sinds een aantal maanden versoepeld, lees dit artikeltje op de website van Promotelec voor meer details.
Willem, misschien kom je in Nederland uit, waar ook Fransen gaan shoppen voor onderdelen voor hun Citroën DS. In deze link wordt een bedrijf genoemd waar je misschien terecht kunt.
In het blad Les Echos van hedenochtend een verhaal met als titel: Electricité : EDF lance une offre d’autoconsommation.
Die speciale stenen, briques refractaires, staan gestapeld in zo’n accumulateur, met aan de onderkant warmtewerende blokken, vroeger van asbest. Naar de zijkanten toe wordt de boel ook geïsoleerd om zoveel mogelijk warmte gevangen te houden in de behuizing. Pas wanneer je besluit, of de thermostaat dat laat doen, dat er verwarmd moet gaan worden gaat een ventilatortje de opgeslagen warmte de kamer inblazen.
Wanneer er asbest in die oude accumulateurs is verwerkt is het niet zozeer de vraag met welk ander materiaal je dat kunt vervangen, maar de vraag of je vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s de boel maar beter gesloten moet houden, niet aankomen. In Duitsland en ook het oosten van Frankrijk zijn vanaf de vijftiger jaren enorme hoeveelheden van dit type verwarming geïnstalleerd. Met nu de vraag: zit er asbest in, en zo ja, hoe krijg ik dat veilig de deur uit. Deze Duitse informatie is voor zover ik weet het meest volledige algemene overzicht. Exactere gegevens zijn soms nog te achterhalen bij de fabrikanten van vroeger, maar velen daarvan hebben de poorten al jaren geleden gesloten. lastig.
En nu we dan toch bij de Oosterburen zijn, wat de inwendige temperatuur betreft zeggen ze dit: “Der Speicherkern kann Temperaturen von bis zu 650 °C erreichen.”
Mijn advies: beschouw die oude accumulateurs als afgeschreven en orienteer je op een andere vorm van verwarmen, of nieuwere types elektrische verwarming.
Die oude 220 diesel motor uit de jaren 60/70 met een eenvoudige mechanische in-lijn injectiepomp van Bosch en traditionele verstuivers was inderdaad meer van het type alleseter. De invoering van de nieuwe EN-590 dieselbrandstof – zonder zwavel – in combinatie met geavanceerde injectiepomp technieken maakt de boel wel wat kritischer. Niet alleen voor motorvoertuigen, maar ook voor de binnenscheepvaart. Die sector krijgt steeds meer milieueisen opgelegd. Lastige is alleen dat de gemiddelde levensduur van een binnenvaartschip zo’n dertig jaar of meer is, dus even iets aanpassen lukt niet zo maar. Vanuit die hoek werd ik dan ook geattendeerd op dat “bacterie” probleem in brandstofvoorraadtanks. Een vrachtwagen is na een jaar of tien afgeschreven en wordt dan vervangen door zijn opvolger met meteen een high-tech motorblok aan boord. Al jarenlang levendige discussies in milieu- en scheepvaartkringen, dus ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er meer aan de hand is dan alleen maar verkooppraat.
Penny wise pound foolish: waarom zou je om een paar tientjes te besparen een risico nemen met je dieselmotor en brandstofsysteem?
Wanneer het “oliestook” mazout is hebben vorige week alleen de boeren een tijdelijke ontheffing gekregen om vanwege de brandstofschaarste deze van een rood kleurtje voorziene diesel als brandstof te gebruiken voor hun rollend materieel. Dat rode kleurtje is zelfs weken later nog aantoonbaar in de brandstoftank van een dieselvoertuig indien een controlerend ambtenaar daar een meetstok in zou steken.
Had dat ooit een keer aan de hand in Zeeeland toen er een R4’tje voorbij kwam rijden met iemand uit het raam hangend met een soort stationswachters bordje met “stop” er op. Ik dacht: dat zijn bierliefhebbers van de een of andere camping hier in de buurt, jolige bui zeker, doorrijden. Had ik niet moeten doen, het waren nogal gewichtig doende lieden van de douane. Maar ze konden mijn nu en dan wat rokende 220 diesel niet betrappen op het gebruik van verboden brandstof na hun meetstok peilingen, ze lieten me ongaarne gaan, wel moest ik beloven dat ik de volgende keer onmiddellijk zou stoppen indien het bevoegd gezag daar om zou verzoeken. Wegrijdend dacht ik nog: zou een fraai scenario zijn geweest voor een sketch met John Cleese in een hoofdrol, een variatie op de dead parrot act.
Stevige boete ligt dan in het nabije verschiet. Technisch gezien zijn er ook risico’s.
De ins en outs van de autoconsommation laten zich niet in een paar alinea’s samenvatten, daarom deze link naar een wat uitgebreider verhaal. Probleem blijft natuurlijk de opslag van je energie. Aan accu’s hangt een prijskaartje, zeker wanneer je voldoende capaciteit wilt hebben om langer dan een paar uur wat licht te hebben. Wil je ook een wasmachine laten draaien dan heb je er heel wat van nodig plus een stevige omvormer.
Scheiding tussen het reguliere ERDF stroomnet en het eigen autonome circuit is niet iets om te licht over te denken. En zeker geen stekkers met 230 volt onder vingerbereik ergens in een stopcontact steken ook al is het een speciale autonome groep. Bovendien is misschien niet iedereen in huis op de hoogte van het feit dat er op die twee pennetjes prik kan staan of dat de eigen energiecentrale slechts op één speciaal daarvoor geselecteerd stopcontact mag worden aangesloten.
De bureaucratische hordeloop die de ERDF en regelgevers in de loop der jaren verzonnen hebben is voor wat betreft de autoconsommation sinds kort iets versoepeld, aldus dit artikel op de website van Promotelec.
Jeroen, nog uitdagender: een gecombineerd project met een voorname uitstraling.
De nieuwe eigenaar heeft een jaar de tijd om de boel op orde te krijgen lees ik op deze website. Bij een wel aanwezige en functionerende fosse volgens de oude normen aangelegd willen de autoriteiten nog wel eens wat souplesse vertonen. Maar geheel afwezig: hoe goed je relaties ook zijn met de burgemeester en andere vertegenwoordigers van het bevoegd gezag, dan zit er niets anders op dan een fosse volgens de huidige normen aan te laten leggen. En dat is niet goedkoop: zie ter oriëntatie deze info en ook elders op het internet is veel documentatie te vinden.
Is het de makelaar van de verkopende partij die zo luchtig doet over die onvindbare fosse? Dat zou die nonchalante toonzetting kunnen verklaren….. Zoals Jako al heeft gezegd: stevig punt van maken en meenemen in je onderhandelingen. En zeggen dat wat je te melden hebt allemaal in Franse wetten staat, dat je het niet ter plekke verzint en je er van uitgaat dat zeker makelaars op de hoogte zullen zijn van de diverse diagnostics.
Voor een ligne residence secondaire zijn altijd abonnementskosten verschuldigd wanneer die geactiveerd is. Wanneer die “suspendu “is niet, alleen betaal je voor die handeling van de-activeren een extra bedragje van ongeveer vijf euro.
Vertrouw niet al te veel op wat medewerkers in de Orange shops je vertellen, hun technische kennis is vaak flinterdun en zelfs van hun eigen abonnementen weten ze niet altijd alles. Voorbeeld: al jaren vangen velen bot bij het aanvragen van zo’n lijn voor hun tweede huis in Frankrijk omdat deze abonnementsvorm niet voor buitenlanders zou gelden, alleen voor personen met een residence primaire en dito telefoonlijn in Frankrijk. Terwijl in hun voorwaarden expliciet staat opgenomen dat dit wel kan, mits je kunt bewijzen dat je daadwerkelijk daar staat ingeschreven. Vrienden van ons overkwam dat twee jaar geleden nog in de Orange winkel in Nevers waar ze na dit verzoek bijna met hoongelach de winkel uit werden gekeken. Een Nederlander die tot een paar jaar geleden afdelingshoofd was bij Orange, de service écoute clients, kon daar zelfs vanuit Parijs soms niets aan veranderen. Zijn advies was: bel gewoon de Engelstalige helpdesk van Orange en dan komt het wel goed.
Wat de techniek betreft: diezelfde kennissen, en diverse Britten bij ons in de omgeving, hebben het hele jaar door een keurige internet verbinding, ook al is hun vaste lijn misschien maar een paar maanden per jaar in de lucht. Ik vermoed dat betrokken Orange medewerker denkt dat er fysiek ergens in de telefooncentrale een kabeltje moet worden losgekoppeld. Niets is minder waar: in de moderne telefooncentrales kunnen ze dat allemaal via een centrale computer doen, er hoeft geen monteur op pad te worden gestuurd. Er wordt dus softwarematig iets veranderd, maar hardwarematig blijven de twee koperdraadjes gewoon een vaste verbinding vormen tussen de abonnee en de telefooncentrale. Tot op dit moment blijft de internet verbinding gewoon intact, dat zal technisch wel wat ingewikkelder zijn om die synchroon aan/uit te zetten. Om daar apart een monteur z’n rondjes voor te moeten laten gaan rijden langs de diverse telefooncentrales zal aan man-uren en autokilometers waarschijnlijk veel meer kosten dan het “verlies” van het in stand houden van zo’n internetverbinding vermoed ik. Bovendien: de traditionele telefoonlijn gaat er met een paar jaar toch helemaal uit, dus waarom zouden ze nu nog moeilijk moeten gaan doen, achterhoede gevecht.
Tiecas, dat maakt het er inderdaad niet gemakkelijker op wanneer je met een woordenboek of translategoogle technische teksten moet vertalen. Veel eigen jargon en begrippen die je niet meteen in de NEN 1010 elektranormen tegenkomt. In het kader van de bewegwijzering, veel meer kan ik niet doen, een paar aandachtspunten.
1/ Een bouwaansluiting is tijdelijk en daar wordt sinds een aantal jaren scherp op gehandhaafd. Wanneer je nu al bijna je termijn er op hebt zitten zorg er dan voor dat die verlengd wordt wanneer je nu zou denken: dat valt nog te bezien of ik met vlag en wimpel de Franse leketra finish haal. Met de zoekmachine op dit forum krijg je met termen als “bouwaansluiting” en “provisoire” gegarandeerd wat ervaringen te zien van ondermeer Jos en Ratatouille.
2/ Franse tekst maar ook veel foto’s en tekeningen in dit verslag van een Franse electricien onder het motto: spieken bij de Franse buren. Hij heeft er ook een paar tekeningen (schéma unifilaire) van de elektrische installatie bij staan die je moet aanleveren. In de groepenkast moet je verder een vrije ruimte van 20% aanhouden i.v.m. mogelijke toekomstige uitbreidingen.
3/ Apart onderdeel van de elektrische installatie vormt een bedraad communicatienetwerk. Verplicht onderdeel en voorwerp van verbazing voor andere nationaliteiten, uit Europa, uit de VS of waar ook vandaan. Ooit aan boord gekomen van de Franse normen toen eind jaren ’90 bedrade netwerken nog “king of the hill” waren en draadloze netwerken nog in de kinderschoenen stonden. Al jaren wordt hier een dik vraagteken bij gezet maar intussen zijn er zoveel fabrikanten en installateurs die er een leuke boterham aan verdienen dat het nog maar de vraag of dit gaat verdwijnen uit de NF C 15-100 normen. Een technische uitleg valt met verwijzingen naar de relevante passages in de Franse regels terug te vinden op de website van Hager (pagina’s 34 t/m 37).
4/ Wat je puissance souscrite betreft: in monophasé is 12 kVa (60 ampère) het zwaarste dat je nu kunt krijgen, daarboven wordt het triphasé. Bij 15 kVa krijg je in totaal 75 ampère binnen (3*25 A) en bij 18 kVa is dat 90 ampère (3*30 A). Met een aansluiting die gedimensioneerd is op zo’n compteur/disjoncteur de branchement van drie maal 30 ampère moet je de belasting die je opvoert zonder problemen aankunnen. Nog even wat anders, ik trap hier misschien een open deur mee in, maar ik kon je opmerkingen over een 9 kVa aansluiting niet helemaal thuisbrengen. Want bij 9 kVa krijg je in totaal 45 ampère binnen en dat zou in een driefase omgeving een wel erg magere 15 ampère per fase opleveren, garantie voor zeer veel ongemak in de dagelijkse praktijk omdat de hoofdschakelaar telkens afslaat.
En met die laatste opmerking is de cirkel rond, ben ik weer terug bij de aftrap die Fun op dit speelveld gaf: tri of mono, that’s the question.
…..en tot slot nog de handleiding voor het invullen van dat attestation formulier van de Consuel. Op pagina 23 van het Consuel jaarverslag over 2014 zie je keurig geïnventariseerd wat de meest voorkomende gebreken zijn die bij een controle aan het licht komen en meestal een herkeuring noodzakelijk maken (extra kosten!).
Tiecas, het is niet de ERDF die alles komt controleren, maar een speciaal daarvoor in het leven geroepen organisatie, Consuel geheten. Pas wanneer de installatie is goedgekeurd met een zg. attestation volgt de definitieve aansluiting op het stroomnet van de ERDF (netbeheerder) en kan de EDF (producent) gaan leveren. Op dit forum, ook in het oud archief, valt heel wat aan praktijkervaringen terug te vinden. Heel kort: de installatie moet volledig voldoen aan de NFC 15-100 normen. Op dit ogenblik kun je nog kiezen of je het wilt laten keuren volgens de oude normen, van kracht tot 27 november 2015, of volgens de jongste versie daarvan, het zg. Amendement 5. Van belang is de datum waarop de bouwvergunning is afgegeven, zie ook hier.
Wie kan die attestation aanvragen? Zowel de professionele installateur als een particulier. De electriciens worden steekproefsgewijs gecontroleerd, de particuliere aanvragers krijgen altijd bezoek van een Consuel inspecteur. Waar die op let? Een kort overzichtje van een Franse electricien om je een indruk te geven. Misschien dat naast het lezen van ervaringen op dit forum deze korte inleiding tot de Franse elektranormen je nog zou kunnen helpen om van te voren te controleren of alles volledig conform de Franse elektraregels is aangelegd. Wat de draaddiktes betreft zie ondermeer deze tabel voor een chute de tension van maximaal 2%. Zou je elders in het huis nog een tableau divisionnaire hebben geïnstalleerd, dan moet je als vuistregel uitgaan van een maximale spanningsval van 1%, een halvering van de afstanden dus. In het laatste Amendement 5 staan ter verduidelijking deze twee tabellen opgenomen: voor de branchement long en wanneer de meter/DB vlakbij de groepenkast zijn gemonteerd, in de GTL zelf.
Harold, zo’n ligne secondaire moet je minimaal één keer per jaar voor een periode van minimaal een maand in de lucht hebben. Dat kost je voor die maand dus de reguliere abonnementskosten (€ 17,96) plus nog een bedragje van ongeveer 5 euro voor het “suspendre“. Je krijgt de daarop volgende maanden nog steeds een keurige rekening, maar die staat dan op € 0,00. En tenzij Orange daar een eind aan zou maken, kun je dan het hele jaar door internetten met zo’n découverte abonnement of ook tijdelijk buiten gebruik stellen. Alweer het begrip “suspension“, niet te verwarren met “resilier” (opzeggen). Aanvankelijk moest dat wel, maar naderhand zijn de interne regels wat versoepeld.
De berichten daarover op de verschillende forums spreken elkaar soms tegen, maar wanneer ik de eigen adviseurs van Orange mag geloven zou dat wel degelijk mogelijk moeten zijn. Lees deze discussie uit 2014 er maar op na, op een forum van Orange zelf. Maar niets is veranderlijker dan de aanbiedingen en de voorwaarden van telecom providers. De kruik gaat zo lang te water tot ze breekt: wanneer Orange zou denken dat dit te weinig oplevert, dat het een vorm van oneigenlijk gebruik is, verliesgevend is of dat ze op een andere manier meer aan de client denken te kunnen verdienen dan is één pennestreek genoeg om de abonnementsvoorwaarden te wijzigen.
Maar het blijft de moeite van het proberen waard.
Food for thought zouden de Engelsen zeggen, wat hoopgevende en minder hoopgevende ervaringen met het tijdelijk stopzetten van zo’n Orange découverte internet abonnement. Het feit dat veel Engelstaligen de Franse taal niet echt beheersen verklaart sommige communicatieproblemen voor een deel denk ik, maar niet alle.
Telefoneren, brieven schrijven, emails versturen blijkt in de praktijk in Frankrijk niet garant te staan voor een adequate reactie van de kant van het betrokken bedrijf, groot of klein. Maar wanneer je bij Orange zaken via je espace client regelt gaat het bijna altijd goed. Lastig is alleen de Franse gewoonte om de lay-out van websites telkens te blijven veranderen, op te leuken met nog meer aanbiedingen, zodat je door de bomen het bos niet meer ziet. Visuele multitasking: zoals Fransen in staat zijn in vergaderingen waar iedereen tegelijk met elkaar in discussie is over verschillende onderwerpen toch telkens weer naadloos te kunnen aansluiten bij andere lopende gesprekken, zo zijn ze ook beter bestand dan wij wat lineair, sequentieel logisch denkende Nordics tegen die overdaad aan website informatie.
-
AuteurBerichten