Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
In het blad Les Echos van hedenochtend een verhaal met als titel: Electricité : EDF lance une offre d’autoconsommation.
Die speciale stenen, briques refractaires, staan gestapeld in zo’n accumulateur, met aan de onderkant warmtewerende blokken, vroeger van asbest. Naar de zijkanten toe wordt de boel ook geïsoleerd om zoveel mogelijk warmte gevangen te houden in de behuizing. Pas wanneer je besluit, of de thermostaat dat laat doen, dat er verwarmd moet gaan worden gaat een ventilatortje de opgeslagen warmte de kamer inblazen.
Wanneer er asbest in die oude accumulateurs is verwerkt is het niet zozeer de vraag met welk ander materiaal je dat kunt vervangen, maar de vraag of je vanwege mogelijke gezondheidsrisico’s de boel maar beter gesloten moet houden, niet aankomen. In Duitsland en ook het oosten van Frankrijk zijn vanaf de vijftiger jaren enorme hoeveelheden van dit type verwarming geïnstalleerd. Met nu de vraag: zit er asbest in, en zo ja, hoe krijg ik dat veilig de deur uit. Deze Duitse informatie is voor zover ik weet het meest volledige algemene overzicht. Exactere gegevens zijn soms nog te achterhalen bij de fabrikanten van vroeger, maar velen daarvan hebben de poorten al jaren geleden gesloten. lastig.
En nu we dan toch bij de Oosterburen zijn, wat de inwendige temperatuur betreft zeggen ze dit: “Der Speicherkern kann Temperaturen von bis zu 650 °C erreichen.”
Mijn advies: beschouw die oude accumulateurs als afgeschreven en orienteer je op een andere vorm van verwarmen, of nieuwere types elektrische verwarming.
Die oude 220 diesel motor uit de jaren 60/70 met een eenvoudige mechanische in-lijn injectiepomp van Bosch en traditionele verstuivers was inderdaad meer van het type alleseter. De invoering van de nieuwe EN-590 dieselbrandstof – zonder zwavel – in combinatie met geavanceerde injectiepomp technieken maakt de boel wel wat kritischer. Niet alleen voor motorvoertuigen, maar ook voor de binnenscheepvaart. Die sector krijgt steeds meer milieueisen opgelegd. Lastige is alleen dat de gemiddelde levensduur van een binnenvaartschip zo’n dertig jaar of meer is, dus even iets aanpassen lukt niet zo maar. Vanuit die hoek werd ik dan ook geattendeerd op dat “bacterie” probleem in brandstofvoorraadtanks. Een vrachtwagen is na een jaar of tien afgeschreven en wordt dan vervangen door zijn opvolger met meteen een high-tech motorblok aan boord. Al jarenlang levendige discussies in milieu- en scheepvaartkringen, dus ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er meer aan de hand is dan alleen maar verkooppraat.
Penny wise pound foolish: waarom zou je om een paar tientjes te besparen een risico nemen met je dieselmotor en brandstofsysteem?
Wanneer het “oliestook” mazout is hebben vorige week alleen de boeren een tijdelijke ontheffing gekregen om vanwege de brandstofschaarste deze van een rood kleurtje voorziene diesel als brandstof te gebruiken voor hun rollend materieel. Dat rode kleurtje is zelfs weken later nog aantoonbaar in de brandstoftank van een dieselvoertuig indien een controlerend ambtenaar daar een meetstok in zou steken.
Had dat ooit een keer aan de hand in Zeeeland toen er een R4’tje voorbij kwam rijden met iemand uit het raam hangend met een soort stationswachters bordje met “stop” er op. Ik dacht: dat zijn bierliefhebbers van de een of andere camping hier in de buurt, jolige bui zeker, doorrijden. Had ik niet moeten doen, het waren nogal gewichtig doende lieden van de douane. Maar ze konden mijn nu en dan wat rokende 220 diesel niet betrappen op het gebruik van verboden brandstof na hun meetstok peilingen, ze lieten me ongaarne gaan, wel moest ik beloven dat ik de volgende keer onmiddellijk zou stoppen indien het bevoegd gezag daar om zou verzoeken. Wegrijdend dacht ik nog: zou een fraai scenario zijn geweest voor een sketch met John Cleese in een hoofdrol, een variatie op de dead parrot act.
Stevige boete ligt dan in het nabije verschiet. Technisch gezien zijn er ook risico’s.
De ins en outs van de autoconsommation laten zich niet in een paar alinea’s samenvatten, daarom deze link naar een wat uitgebreider verhaal. Probleem blijft natuurlijk de opslag van je energie. Aan accu’s hangt een prijskaartje, zeker wanneer je voldoende capaciteit wilt hebben om langer dan een paar uur wat licht te hebben. Wil je ook een wasmachine laten draaien dan heb je er heel wat van nodig plus een stevige omvormer.
Scheiding tussen het reguliere ERDF stroomnet en het eigen autonome circuit is niet iets om te licht over te denken. En zeker geen stekkers met 230 volt onder vingerbereik ergens in een stopcontact steken ook al is het een speciale autonome groep. Bovendien is misschien niet iedereen in huis op de hoogte van het feit dat er op die twee pennetjes prik kan staan of dat de eigen energiecentrale slechts op één speciaal daarvoor geselecteerd stopcontact mag worden aangesloten.
De bureaucratische hordeloop die de ERDF en regelgevers in de loop der jaren verzonnen hebben is voor wat betreft de autoconsommation sinds kort iets versoepeld, aldus dit artikel op de website van Promotelec.
Jeroen, nog uitdagender: een gecombineerd project met een voorname uitstraling.
De nieuwe eigenaar heeft een jaar de tijd om de boel op orde te krijgen lees ik op deze website. Bij een wel aanwezige en functionerende fosse volgens de oude normen aangelegd willen de autoriteiten nog wel eens wat souplesse vertonen. Maar geheel afwezig: hoe goed je relaties ook zijn met de burgemeester en andere vertegenwoordigers van het bevoegd gezag, dan zit er niets anders op dan een fosse volgens de huidige normen aan te laten leggen. En dat is niet goedkoop: zie ter oriëntatie deze info en ook elders op het internet is veel documentatie te vinden.
Is het de makelaar van de verkopende partij die zo luchtig doet over die onvindbare fosse? Dat zou die nonchalante toonzetting kunnen verklaren….. Zoals Jako al heeft gezegd: stevig punt van maken en meenemen in je onderhandelingen. En zeggen dat wat je te melden hebt allemaal in Franse wetten staat, dat je het niet ter plekke verzint en je er van uitgaat dat zeker makelaars op de hoogte zullen zijn van de diverse diagnostics.
Voor een ligne residence secondaire zijn altijd abonnementskosten verschuldigd wanneer die geactiveerd is. Wanneer die “suspendu “is niet, alleen betaal je voor die handeling van de-activeren een extra bedragje van ongeveer vijf euro.
Vertrouw niet al te veel op wat medewerkers in de Orange shops je vertellen, hun technische kennis is vaak flinterdun en zelfs van hun eigen abonnementen weten ze niet altijd alles. Voorbeeld: al jaren vangen velen bot bij het aanvragen van zo’n lijn voor hun tweede huis in Frankrijk omdat deze abonnementsvorm niet voor buitenlanders zou gelden, alleen voor personen met een residence primaire en dito telefoonlijn in Frankrijk. Terwijl in hun voorwaarden expliciet staat opgenomen dat dit wel kan, mits je kunt bewijzen dat je daadwerkelijk daar staat ingeschreven. Vrienden van ons overkwam dat twee jaar geleden nog in de Orange winkel in Nevers waar ze na dit verzoek bijna met hoongelach de winkel uit werden gekeken. Een Nederlander die tot een paar jaar geleden afdelingshoofd was bij Orange, de service écoute clients, kon daar zelfs vanuit Parijs soms niets aan veranderen. Zijn advies was: bel gewoon de Engelstalige helpdesk van Orange en dan komt het wel goed.
Wat de techniek betreft: diezelfde kennissen, en diverse Britten bij ons in de omgeving, hebben het hele jaar door een keurige internet verbinding, ook al is hun vaste lijn misschien maar een paar maanden per jaar in de lucht. Ik vermoed dat betrokken Orange medewerker denkt dat er fysiek ergens in de telefooncentrale een kabeltje moet worden losgekoppeld. Niets is minder waar: in de moderne telefooncentrales kunnen ze dat allemaal via een centrale computer doen, er hoeft geen monteur op pad te worden gestuurd. Er wordt dus softwarematig iets veranderd, maar hardwarematig blijven de twee koperdraadjes gewoon een vaste verbinding vormen tussen de abonnee en de telefooncentrale. Tot op dit moment blijft de internet verbinding gewoon intact, dat zal technisch wel wat ingewikkelder zijn om die synchroon aan/uit te zetten. Om daar apart een monteur z’n rondjes voor te moeten laten gaan rijden langs de diverse telefooncentrales zal aan man-uren en autokilometers waarschijnlijk veel meer kosten dan het “verlies” van het in stand houden van zo’n internetverbinding vermoed ik. Bovendien: de traditionele telefoonlijn gaat er met een paar jaar toch helemaal uit, dus waarom zouden ze nu nog moeilijk moeten gaan doen, achterhoede gevecht.
Tiecas, dat maakt het er inderdaad niet gemakkelijker op wanneer je met een woordenboek of translategoogle technische teksten moet vertalen. Veel eigen jargon en begrippen die je niet meteen in de NEN 1010 elektranormen tegenkomt. In het kader van de bewegwijzering, veel meer kan ik niet doen, een paar aandachtspunten.
1/ Een bouwaansluiting is tijdelijk en daar wordt sinds een aantal jaren scherp op gehandhaafd. Wanneer je nu al bijna je termijn er op hebt zitten zorg er dan voor dat die verlengd wordt wanneer je nu zou denken: dat valt nog te bezien of ik met vlag en wimpel de Franse leketra finish haal. Met de zoekmachine op dit forum krijg je met termen als “bouwaansluiting” en “provisoire” gegarandeerd wat ervaringen te zien van ondermeer Jos en Ratatouille.
2/ Franse tekst maar ook veel foto’s en tekeningen in dit verslag van een Franse electricien onder het motto: spieken bij de Franse buren. Hij heeft er ook een paar tekeningen (schéma unifilaire) van de elektrische installatie bij staan die je moet aanleveren. In de groepenkast moet je verder een vrije ruimte van 20% aanhouden i.v.m. mogelijke toekomstige uitbreidingen.
3/ Apart onderdeel van de elektrische installatie vormt een bedraad communicatienetwerk. Verplicht onderdeel en voorwerp van verbazing voor andere nationaliteiten, uit Europa, uit de VS of waar ook vandaan. Ooit aan boord gekomen van de Franse normen toen eind jaren ’90 bedrade netwerken nog “king of the hill” waren en draadloze netwerken nog in de kinderschoenen stonden. Al jaren wordt hier een dik vraagteken bij gezet maar intussen zijn er zoveel fabrikanten en installateurs die er een leuke boterham aan verdienen dat het nog maar de vraag of dit gaat verdwijnen uit de NF C 15-100 normen. Een technische uitleg valt met verwijzingen naar de relevante passages in de Franse regels terug te vinden op de website van Hager (pagina’s 34 t/m 37).
4/ Wat je puissance souscrite betreft: in monophasé is 12 kVa (60 ampère) het zwaarste dat je nu kunt krijgen, daarboven wordt het triphasé. Bij 15 kVa krijg je in totaal 75 ampère binnen (3*25 A) en bij 18 kVa is dat 90 ampère (3*30 A). Met een aansluiting die gedimensioneerd is op zo’n compteur/disjoncteur de branchement van drie maal 30 ampère moet je de belasting die je opvoert zonder problemen aankunnen. Nog even wat anders, ik trap hier misschien een open deur mee in, maar ik kon je opmerkingen over een 9 kVa aansluiting niet helemaal thuisbrengen. Want bij 9 kVa krijg je in totaal 45 ampère binnen en dat zou in een driefase omgeving een wel erg magere 15 ampère per fase opleveren, garantie voor zeer veel ongemak in de dagelijkse praktijk omdat de hoofdschakelaar telkens afslaat.
En met die laatste opmerking is de cirkel rond, ben ik weer terug bij de aftrap die Fun op dit speelveld gaf: tri of mono, that’s the question.
…..en tot slot nog de handleiding voor het invullen van dat attestation formulier van de Consuel. Op pagina 23 van het Consuel jaarverslag over 2014 zie je keurig geïnventariseerd wat de meest voorkomende gebreken zijn die bij een controle aan het licht komen en meestal een herkeuring noodzakelijk maken (extra kosten!).
Tiecas, het is niet de ERDF die alles komt controleren, maar een speciaal daarvoor in het leven geroepen organisatie, Consuel geheten. Pas wanneer de installatie is goedgekeurd met een zg. attestation volgt de definitieve aansluiting op het stroomnet van de ERDF (netbeheerder) en kan de EDF (producent) gaan leveren. Op dit forum, ook in het oud archief, valt heel wat aan praktijkervaringen terug te vinden. Heel kort: de installatie moet volledig voldoen aan de NFC 15-100 normen. Op dit ogenblik kun je nog kiezen of je het wilt laten keuren volgens de oude normen, van kracht tot 27 november 2015, of volgens de jongste versie daarvan, het zg. Amendement 5. Van belang is de datum waarop de bouwvergunning is afgegeven, zie ook hier.
Wie kan die attestation aanvragen? Zowel de professionele installateur als een particulier. De electriciens worden steekproefsgewijs gecontroleerd, de particuliere aanvragers krijgen altijd bezoek van een Consuel inspecteur. Waar die op let? Een kort overzichtje van een Franse electricien om je een indruk te geven. Misschien dat naast het lezen van ervaringen op dit forum deze korte inleiding tot de Franse elektranormen je nog zou kunnen helpen om van te voren te controleren of alles volledig conform de Franse elektraregels is aangelegd. Wat de draaddiktes betreft zie ondermeer deze tabel voor een chute de tension van maximaal 2%. Zou je elders in het huis nog een tableau divisionnaire hebben geïnstalleerd, dan moet je als vuistregel uitgaan van een maximale spanningsval van 1%, een halvering van de afstanden dus. In het laatste Amendement 5 staan ter verduidelijking deze twee tabellen opgenomen: voor de branchement long en wanneer de meter/DB vlakbij de groepenkast zijn gemonteerd, in de GTL zelf.
Harold, zo’n ligne secondaire moet je minimaal één keer per jaar voor een periode van minimaal een maand in de lucht hebben. Dat kost je voor die maand dus de reguliere abonnementskosten (€ 17,96) plus nog een bedragje van ongeveer 5 euro voor het “suspendre“. Je krijgt de daarop volgende maanden nog steeds een keurige rekening, maar die staat dan op € 0,00. En tenzij Orange daar een eind aan zou maken, kun je dan het hele jaar door internetten met zo’n découverte abonnement of ook tijdelijk buiten gebruik stellen. Alweer het begrip “suspension“, niet te verwarren met “resilier” (opzeggen). Aanvankelijk moest dat wel, maar naderhand zijn de interne regels wat versoepeld.
De berichten daarover op de verschillende forums spreken elkaar soms tegen, maar wanneer ik de eigen adviseurs van Orange mag geloven zou dat wel degelijk mogelijk moeten zijn. Lees deze discussie uit 2014 er maar op na, op een forum van Orange zelf. Maar niets is veranderlijker dan de aanbiedingen en de voorwaarden van telecom providers. De kruik gaat zo lang te water tot ze breekt: wanneer Orange zou denken dat dit te weinig oplevert, dat het een vorm van oneigenlijk gebruik is, verliesgevend is of dat ze op een andere manier meer aan de client denken te kunnen verdienen dan is één pennestreek genoeg om de abonnementsvoorwaarden te wijzigen.
Maar het blijft de moeite van het proberen waard.
Food for thought zouden de Engelsen zeggen, wat hoopgevende en minder hoopgevende ervaringen met het tijdelijk stopzetten van zo’n Orange découverte internet abonnement. Het feit dat veel Engelstaligen de Franse taal niet echt beheersen verklaart sommige communicatieproblemen voor een deel denk ik, maar niet alle.
Telefoneren, brieven schrijven, emails versturen blijkt in de praktijk in Frankrijk niet garant te staan voor een adequate reactie van de kant van het betrokken bedrijf, groot of klein. Maar wanneer je bij Orange zaken via je espace client regelt gaat het bijna altijd goed. Lastig is alleen de Franse gewoonte om de lay-out van websites telkens te blijven veranderen, op te leuken met nog meer aanbiedingen, zodat je door de bomen het bos niet meer ziet. Visuele multitasking: zoals Fransen in staat zijn in vergaderingen waar iedereen tegelijk met elkaar in discussie is over verschillende onderwerpen toch telkens weer naadloos te kunnen aansluiten bij andere lopende gesprekken, zo zijn ze ook beter bestand dan wij wat lineair, sequentieel logisch denkende Nordics tegen die overdaad aan website informatie.
Het blijft altijd een wat delicate operatie waar ook de Franse internautes niet altijd helemaal gerust op zijn. Op de website van bijvoorbeeld degrouptest kun je keurig een stappenplan bekijken voor het veranderen van A naar B of de rest van het internet service provider alfabet hier in Frankrijk.
Over hoe dat in de praktijk uitpakt, lokale omstandigheden, verschillen de meningen. Moeilijk om daar iets generaliserends over te zeggen. Behalve dan te verwijzen naar beschikbaar onderzoek, maar dat zijn altijd gemiddeldes dus de kans blijft bestaan dat je daar buiten valt.
Tijdelijk stopzetten van internet is al jarenlang een dankbaar onderwerp voor discussie. Voor zover mij bekend had/heeft alleen Orange met z’n découverte abonnement een mogelijkheid om min of meer het gemak van een ligne fixe maison secondaire te benaderen. De telefoonlijn kun je dan tot zes keer per jaar even in een winterslaapstand (suspendre) zetten en betaal je geen abonnementskosten.
Je kunt dat découverte instap internet abonnement zonder al te veel bureaucratische hordes op elk gewenst moment opzeggen, je zit er dus niet voor een vaste kontraktsperiode aan vast. Wanneer je een modem van Orange bijgeleverd krijgt wordt het wat lastiger: dat moet je dan terugsturen. En de volgende keer weer aanvragen. Veel geregel dus, en dat kost tijd. Onder druk van de concurrentie heeft Orange de aanvankelijk vrij ruimhartige abonnementsvoorwaarden een tijdje geleden moeten aanpassen. Kortom: een aparte abonnementsvorm is er niet, misschien dat zo’n découverte abonnement nog steeds de mogelijkheid biedt voor de handige gebruiker die zich verdiept in de abonnementsvoorwaarden om het als tijdelijke internet verbinding te gebruiken. Maar dan is het wel verstandig daar je eigen modem voor mee te nemen en in de set-up een paar instellingen aan te passen om compatibel te zijn met het adsl-protocol dat Orange gebruikt. Maar het werkt alleen voor internet: wanneer je ook een “vaste” telefoon via internet zou willen hebben dan heb je de eigen modems nodig van de Franse providers.
Maar de enige vraag die ik tegenwoordig nog hoor stellen is: wat is de wifi toegangscode hier. Voor smartphonebezitters is de ligne fixe inmiddels iets uit de tijd der Neanderthalers.Voor hen die van grensverkenningen houden, tot hoe ver kan ik gaan, is m.i. de low-cost optie: in ieder geval zo’n ligne secondaire (want die twee telefoondraadjes heb je nodig). Je voldoet aan de verplichting dat je minstens één maal per jaar die lijn activeert. Kosten net iets onder de 20 euro. En daarna schakel je de internet verbinding in wanneer nodig. Want ik heb in de praktijk gemerkt dat ook bij een ligne secondaire suspendu de internet verbinding nog keurig blijft werken. Bij anderen, want helaas zit ik met elf kilometer koperdraad tussen ons huis en de telefooncentrale te ver weg voor voor een adsl aansluiting.
Succes met de overstap. Vergt slechts een paar eenvoudige ingrepen in de groepenkast. Wanneer die er nog niet zouden zijn zou ik zeggen: laat meteen twee of meer aardlekschakelaars (van 30 mA) plaatsen. Daar ontbreekt het nog wel eens aan in elektrische installaties van wat oudere datum. Een voorbeeld van een groepenkast ingericht volgens de nieuwste versie van de Franse elektranormen werd door de voorlichtingsorganisatie Promotelec opgenomen in een brochure over die laatste zg. “Amendement 5” wijzigingen. Die overigens alleen van toepassing zijn op compleet nieuwe elektrische installaties, een bestaande hoeft vanuit wetgevings optiek alleen te voldoen aan de eisen die van kracht waren tijdens de aanleg en waar (ooit) de controlerende organisatie Consuel een goedkeurende attestation aan verleende. Maar het vergroten van de veiligheid in een bestaande installatie is in ieders belang, van bewoners, gasten en bezoekers.
Voor andere lezers die zich misschien nog afvragen: wat te doen, monophasé of triphasé, deze link naar een gelijksoortige discussie op een Brits forum, inclusief wat verwijzingen naar technische achtergronden. Want dit soort vragen kwam ook op dit forum in het verleden al vaker aan bod en zal met voorspelbare regelmaat terug blijven keren op allerlei forums, inclusief die voor de Fransen zelf.
Begrijpen doe ik jullie electricien wel. Omdat in de praktijk de wat lichtere abonnementen (puissance souscrite) wanneer ze in triphasé worden geleverd wel eens voor problemen zorgen. Omdat de hoofdschakelaar – disjoncteur de branchement – het binnenkomende vermogen keurig verdeelt over de drie fases betekent dat tegelijkertijd dat je per fase niet al te veel ampères tot je beschikking hebt. Zou je triphasé in 9kVa binnenkrijgen, dan heb je per fase slechsts 15 ampère tot je beschikking, iets minder nog dan een gewone Nederlandse zekering of automaat. Wanneer je de grote stroomverbruikers – wasmachine, vaatwasser, elektrische boiler, elektrische verwarming of koffiezetapparaat niet zorgvuldig verdeelt vanuit de groepenkast over die drie fases loop je het risico dat wanneer slechts één van die fases iets overbelast wordt de hoofdschakelaar het hele huis zonder stroom zet. Lastig. Zou je datzelfde vermogen van 9 kVa in monophasé je huis binnen krijgen, dan reageert de hoofdschakelaar pas geïrriteerd boven de 45 ampère. Dan moet je wel heel veel zware stroomverbruikes tegelijkertijd aan hebben staan om dat voor elkaar te krijgen.
Maar wanneer jullie daar nu geen last van hebben zou ik zeggen: laat de boel de boel. Bovendien is het maar de vraag of de ERDF voldoende capaciteit – lees: voldoende dikke kabels – heeft om dit mogelijk te maken. Ze zullen meestal eerst moeten bekijken of het op het platteland vaak wat verouderde stroomnet dat wel aan kan: want dat betekent aan hun kant dat er dan over één van hun driefase kabels meer stroom geleverd moet worden. Bij te dunne bekabeling levert dat soms een te grote spanningsval op, en lopen ze het risico niet te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen m.b.t. boven- en ondergrenzen voor de aangeleverde spanning bij de client. Soms moet er ook een dikkere kabel naar je huis worden aangelegd, allemaal niet gratis.
…maar vergt wel wanneer je daar bij de wasmachine een stukje uit de waterleiding zou halen twee extra raccords van waarschijnlijk 12 mm naar 3/8″, waarmee de prijs toch al snel weer een tientje hoger uitkomt.
Pierro, de link die ik er eigenlijk nog aan toe had moeten voegen is deze naar waterdruk en debiet problemen om het verhaal compleet te krijgen. Dat T-stuk is overigens van 3/4 naar 3/4, de standaard wasmachine aansluiting. De waterslagdemper heeft een schroefdraad van een 1/2 “. Het handigste is om eerst die demper op het T-stuk te bevestigen met wat teflon tape op de schroefdraad, en dan simpelweg op je wasmachinekraan vastdraaien. De zwarte pakking op de overzichtsfoto moet natuurlijk aan de kraankant komen te zitten. Een kind kan de was doen, wees uw eigen loodgieter zonder voorrij- en uurtarief.
Pierro, ze zijn in Frankrijk ook verkrijgbaar, maar gemiddeld de helft duurder dan in Nederland waar ze compleet tegen de 40 euro doen, even zoeken dus op internet naar een geschikt adres bij jou in de buurt in Frankrijk. Gemonteerd ziet het er zo uit. En nu nog de naam: amortisseur de coups de bélier. Vergeet ook het T-stukje niet: raccord T pour Flexofit S (de 1/2 ” uitvoering). De verpakking laat Nederlandse, Duitse, Engelse en Franse teksten zien, dus het is een standaard oplossing
Het verschijnsel van waterslag wordt overigens aanzienlijk verergerd wanneer je waterdruk te hoog is, d.w.z. boven de 3 Bar. En dat komt nog al eens voor in Frankrijk. Dan doe je er verstandig aan een regulateur de pression te monteren. Spaart je leidingen, je kranen en de magneetventielen in wasmachines en vaatwassers, die anders na een paar jaar soms al de geest geven. De aanschaf van zo’n drukregelaar, iets van 45 euro, kan je dus een hoop kosten besparen.
Wimb,
Het is op dit moment een voorintekening, en alleen de eerste 4000 krijgen het voor die lagere prijs. Levering pas in juni van dit jaar. De volgende tekst in de eerdere aankondiging van Promotelec is interessant:
L’Officiel de l’Électricité pour les bâtiments d’habitation neufs, sera disponible en juin (*), au prix de 47,50 euros TTC.
Remplissez le formulaire en ligne pour réserver votre ouvrage.
Promotelec vous recontactera à l’approche de la sortie de l’ouvrage pour concrétiser votre commande.* sous réserve de parution de textes réglementaires en attente.
Mijn inschatting is dat ze in Parijs nog steeds aan het bakkeleien zijn over de vraag of de verplichting om een bedraad communicatienetwerk aan te leggen eigenlijk wel thuishoort in primair op elektrische veiligheid gerichte normen. Bij de aankondiging twee jaar geleden van de grote “simplification” operatie in bouwkundig normenland kreeg je indruk dat de Franse elektra wetgeving ontdaan zou gaan worden van overbodige franje. In de op 27 november vorig jaar van kracht geworden Amendement 5 regels staat het communicatienetwerk er nog steeds in, nu ondergebracht in een apart hoofdstuk (Titre 11).
De lobby die medio 2014 ontstond om het toch maar vooral te handhaven deed voorkomen alsof Frankrijk zonder die verplichting reddeloos verloren zou zijn in de vaart der digitaliserende en internettende volkeren. Steve Jobs zou daar hoog in de hemel op ons neerkijkend het zijne van denken. Hij was met zijn eerste Apple werkplaats in een garage in Frankrijk al tien keer opgepakt door de autoriteiten vanwege concurrence déloyale: waarom moeten France Télécom en Honeywell Bull braaf belasting betalen en vele duizenden ingenieurs op de loonlijst hebben staan, en denkt zo’n hippie type dat niet te hoeven doen? Outre-Rhin ljkt wat dat betreft wel wat meer op de VS, qua ondernemerschap.
Ik dwaal wat af. Tijd voor de kristallen bol. Mijn gok is dat de verplichting erin blijft staan. Want niet alleen goed voor de digitale opvoeding van de Franse bevolking, maar ook goed voor de toeleverende industrie die de specifieke producten voor dit onderdeel van de groepenkast nergens anders kwijt kan op onze aardbol, behalve dan in het Francophone Afrika. Bovendien is het daarmee verbonden werkgelegenheidsargument gevoelig, zeker in de aanloop naar de presidentsverkiezingen.
En dan nog wat. Voor wie is dit nieuwe dure boek eigenlijk bedoeld? De professionals hebben de normen zelf al op de plank staan, voor de rest van bricolerend Frankrijk lijkt me de website info van Hager, Schneider, Legrand, Entraidelec etc. meer dan toereikend en gratis verkrijgbaar. Met als financiële tussenpositie de elektrabijbel van Thierry Gallauziaux en David Fedullo. Nog niet aangepast aan de laatste herziening van de Franse elektranormen (A5) , maar wanneer je deze zeven pagina’s print en achterin het boek stopt ben je al behoorlijk bij de tijd.
Het mobiele internet houdt ook “outre-Rhin” bezig getuige dit artkeltje in Der Spiegel van heden. Wanneer je een goed bereik hebt kun je inderdaad genieten – indien de ether niet overbevolkt is – van snel internet. En zolang je niet tegen de grenzen oploopt van je data volume.
Cees, asbest zit in de hele reeks van verplichte diagnostics die komen kijken bij de verkoop van een huis. Dit is een samenvatting uit doorgaans redelijk betrouwbare bron, de notarissen zelf. Al die documenten moeten bij de notaris en aspirant koper op tafel komen, want anders……: “pour pouvoir s’exonérer de la garantie des vices cachés“. Zie ook hier, bij de overheid zelf. Voor de elektra weet ik het wel: dient slechts ter informatie van de aspirant koper, dan weet hij of zij wat er aan de hand is, geen plicht voor verkoper om de boel op orde te brengen voorafgaand aan de levering, geen verplichting voor de koper om daarna binnen x maanden de elektrische installatie te hebben gemoderniseerd. Zo te zien gaat dat model ook op voor amiante, maar het lijkt me beter dat exact na te vragen bij de notaris.
Over dat zwembad: lees als achtergrondinformatie deze discussie even, ook al omdat er bij een niet “gedeclareerde” piscine nog een fiscaal staartje aan zou kunnen zitten. Zelfbouwers met garantieplicht aan zichzelf: lijkt me wat lastig om tegen jezelf een kort geding aan te spannen, dus met mogelijke garantieverplichtingen aan derden zal het wel loslopen denk ik. Maar wel melden: u koopt het “as is”. Openheid om daar achteraf geen verwijten over te krijgen: maar ik dacht het ziet er zo mooi uit dus dat zal wel door een professional zijn aangelegd, dus ook garantie.
mvg
Rob
Geen ideeën, maar wel gesurfd naar wat de Franse bouwers hier over te vertellen hebben, nog stevig wat leeswerk voor de boeg….
Het zal u niet verbazen, ik hou het thema even vast. Nieuwsgierig of er al een nieuwe editie zou worden aangekondigd van het standaardwerk “L’installation électrique” zag ik dat de Eyrolles uitgeverij inmiddels een addendum op de website heeft gezet, te gebruiken voor alle boeken die de heren Thierry Gallauziaux en David Fedullo de afgelopen jaren hebben geschreven. Het is gratis en in zeven pagina’s worden de belangrijkste wijzigingen kort en bondig beschreven. Printen en aan uw eigen inmiddels iets gedateerde boeken toevoegen. Daarmee stelt u de aanschaf van de steeds duurder wordende nieuwe generatie boeken in ieder geval weer een paar jaar uit. Tenzij u professional bent, dan zult u voor de moeilijkere klussen toch niet ontkomen aan de volledige tekst van dit Amendement 5.
Vanavond liet Promotelec een persbericht uitgaan waarin het vertrouwde kleine rode elektra bijbeltje, altijd handig voor doe-het-zelver en vakman, vaarwel wordt gezegd. Adieu le mémento rouge. Daarvoor in de plaats kont nu iets dat wat plechtiger door het leven zal gaan met de naam: L’Officiel de l’électricité. Later dit jaar gaan twee andere boekjes deze nieuwe serie compleet maken. In september: “Installations électriques des bâtiments d’habitation existants” en vervolgens in november: “Installations électriques des bâtiments tertiaires”.
Er is zo te zien, moet het nog bestellen, eindelijk meer duidelijkheid voor wat betreft de puntjes op de i bij deze nieuwe versie van de Franse elektranormen. Duidelijk is ook dat de schappelijke prijs van “Locaux d’habitation“(€ 18,50) tot het verleden behoort, het nieuwe werkje gaat voor € 47,50 over de plank.
Water in de muur zal geleidelijk aan omhoog kruipen en verdampen. Omdat dit soort muren vaak met een mortel van leem/zand en soms een beetje kalk werd opgemetseld zijn er wanneer je dat ene zwakke punt aan de binnenkant hebt opgevuld met een min of meer waterkerende mortel ongetwijfeld andere zwakke punten. Die dan daarna aan de beurt komen om de langzaam opbouwende waterdruk van buiten doorgang te bieden. Een meter diep graven aan de buitenkant zou natuurlijk ook kunnen helpen om dat gat ook aan die kant te dichten. Zou het nog te overwegen zijn om tussen huis en greppel een aantal drainagebuizen aan te brengen om daarmee in elk geval het ergste leed te verzachten door (gedeeltelijke) omleiding van het water? Zie Christian’s site bij dit hoofdstuk.
Iets van de waarheid is ook terug te vinden in een stevige rij boeken en onderzoeken van Franse journalisten, schrijvers, politici, wetenschappers en gewone aardse stervelingen bij wie de gezondverstandskies nog niet is verwijderd. Op videgreniers wordt dit boek uit 1976 nog wel eens aangeboden voor un petit prix. Mocht u Alain Peyrefiitte te dichtbij het “rechtse” gedachtengoed vinden staan, dan heeft de OESO nog een hele reeks meer wetenschappelijke onderzoeken, rapporten, deelstudies en zg. landenexamens liggen. Deze uit 1982 is waarschijnlijk alleen nog in het archief van het OESO gebouw in Parijs, niet meer in de OESO bookshop aanwezig. Kon het zo en dan niet nalaten daar wat passages uit te citeren, vandaar dat u een afbeelding van een wat beduimeld exemplaar te zien kreeg. Altijd wat ongemakkelijk geschuif waarneembaar bij hen die achter het bordje “France” aan de vergadertafel zaten. Maar wanneer je om welke reden dan ook niet wilt erkennen dat er problemen zijn, dan blijft het perspectief op daadwerkelijk handelen ver achter de horizon van de toekomst verborgen.
Oh ja, en wie zei dit ook al weer? In de beginjaren van de EGKS en het Verdrag van Rome. A propos de la politique européenne en de cooperation franco-allemande, « la France doit être le cavalier et l’Allemagne le cheval ». Werkpaarden moeten er zijn. Er is dus meer continuiteit in de politiek dan je soms zou vermoeden.
Ben benieuwd wat ze te melden hebben: klein bedrijfje dat als eerste op deze wereldbol dit alles in één pakket waar zou kunnen maken? Ik ben genoeg romanticus om in Willy Wortel en zijn look-alikes te geloven, maar pas na een lakmoesproefje met common-sense vragen. Informeer voor de aardigheid of er onafhankelijk onderzoek is gedaan, of dat de CSTB hier de een of andere certification aan heeft verleend. Of ze gaan pas weg wanneer het etenstijd is, de klok van twaalf en die van de apéro later op de middag is heilig immers, of misschien iets eerder nadat je ergens een handtekening onder hebt gezet…..
@ Sylvie, oefening baart kunst, je link naar op maat gemaakte glaspanelen verwijst nu naar het begin van deze discussie.
@ Joebar, in de catalogus van Bricodepot worden ze omschreven met de algemene term plancher métallique. Nu acht ik de Franse metaalindustrie zeer wel in staat om zelf iets op de markt te brengen, maar zo op het eerste gezicht zijn het niet de originele Lewis plaatjes. Wellicht Bataafs chauvinisme, maar misschien toch verstandig om precies te weten wat de specificaties van dit mogelijk vervangende/concurrerende product zijn.
-
AuteurBerichten