- Wat te doen in januari • Wat te doen in februari • Wat te doen in maart • Wat te doen in april
- Wat te doen in mei • Wat te doen in juni • Wat te doen in juli • Wat te doen in augustus
- Wat te doen in september • Wat te doen in oktober • Wat te doen in november
- Wat te doen in december
Als er druiven in de tuin groeien, de tafeldruiven, dan mogen de trossen worden uitgedund, ‘krenten’ heette dat in Nederland. Met de hand of een klein schaartjes wordt het teveel aan kleine druifjes weggehaald. Ook het blad boven de groeiende trossen mogen weg.
Aan onderhoudswerken keren terug: het dieven van de tomaten, het weghalen van de top van de aubergines boven de tweede etage vruchten en het afknijpen van de nieuwe stengels aan de voet, het onder controle houden van de snel groeiende komkommers en augurken en het preventief behandelen van deze gewassen met een combinatie van kopersulftaat en zwavel (bouillie bordelaise en soufre). Geen leuk werk, maar bij warm weer en regen onvermijdelijk om de meeldauw (mildiou) en het wit (oïdium) voor te zijn. Ziekten en parasieten zijn in deze maand de belangrijkste vijanden van de warmoezenier. Houdt bijvoorbeeld het koolwitje (piéride) in de gaten en zijn eitjes. Er komen veel rupsen uit die de kool geheel kunnen opvreten. Sterk geurende gewassen in de nabijheid zoals munt kunnen de vlinders afhouden van het leggen van de eitjes. Meer afdoende is het om de zaak goed in de gaten te houden en de eitjes dan wel rupsen met de hand weg te halen.
Een overvloed aan uitlopers van de aardbeiden is niet goed. Alleen de beste die het dichtst bij de moederplant laten staan en in de herfst uitplanten. Voor zover het al niet op natuurlijke manier is gebeurd, het loof van uien en knoflook moet worden geknakt om de ontwikkeling van ui en knoflookbol te bevorderen. In Nederland zeiden we: het loof kan worden gestreken. In Frankrijk spreekt men van: nouer le feuillage.
Sproeien doen we ’s avonds. Niet elke dag een beetje, maar om de paar dagen flink. Gewassen die het een tijdje zonder kunnen zijn de uien en de knoflook en de aardappelen en de asperges. Veel water vragen de tomaten in het begin van de groei en de courgettes, de sla en de aubergines en niet te vergeten de meloenen. Als de laatste vrucht hebben gezet is water geven niet meer zo nodig; dat geldt ook voor de tomaten. Niet sproeien op het blad maar zonder broes aan de voet. Veel narigheid kan al worden voorkomen als bij het sproeien van de gewassen niet de bladeren worden bevochtigd maar alleen de grond. Een druppelinstallatie is het meest ideaal. Sla en kool kunnen wel een douche over hun bladeren velen. De doordragende frambozen (remontants) die vruchten geven in juni/juli en september/oktober moeten na elke periode worden gesnoeid. Dat betekent dat uitgebloeide of niet geoogste frambozen moeten worden weggenomen. Takken die niet hebben geproduceerd mogen tot kort boven de grond worden afgeknipt. En die spontane uitlopers soms ver van de struik moeten weg. In het algemeen: frambozen wortelen ondiep en hebben daarom veel water nodig in deze warme tijden. De zwarte bes (cassissier) krijgt een licht snoeibeurt waarbij alleen het oude hout worden weggenomen.
Tipje nog: bij het opruimen van de tuinbonen en de erwten en peulen is het verstandig de afgestorven planten af te knippen en niet uit de grond te trekken. Deze peulvruchten hebben het vermogen om via de wortelbolletjes stikstof te binden. Het is dus goed om die stikstof in de bodem te laten.
De kolen beginnen nu flink te groeien; tot aan de vorstperiode kunnen ze nog flink wat mest gebruiken. Voor wie bloemkolen (chou-fleur) heeft staan: de bloemknop die men zal eten blijft mooi wit als enkele bladeren geknakt worden en over de groeiende ‘kool’ worden gelegd. Men zegt dat bloemkool het lekkerst is als hij op de dag van de oogst wordt genuttig. De tomaten willen beter rijpen als geleidelijk aan steeds meer loof wordt weggehaald. Onderaan beginnen natuurlijk. De groene tomaten die moeilijk rijpen kunnen ook worden geplukt en binnenshuis verder rood worden. Bijven ze groen dan zijn de vruchten goed te verwerken tot chutney. Ook onrijpe andere vruchten zoals peren kunnen binnenshuis beter rijpen, vooral als in de schaal nog een rijpe banaan wordt gelegd. Andijvie (chicorée of scarole) kan een mooi wit en mals hart krijgen als de plant wat donkerte ontvangt door bijvoorbeeld een omgekeerd bloempot op de plant te plaatsen of deze op te binden met een stukje touw. Liefhebbers van rabarber die beschikken over grote planten kunnen deze nu scheuren en elders uitplanten.
Deze maand is ook geschikt om de grond die al zoveel heeft gegeven, weer te laten herstellen door de gift van compost of onverteerd tuinafval. Humus, het door micro-organisme omgezette afval, is bijzonder belangrijk voor de voedelopname door de planten van volgend voorjaar. Zandgronden met veel humus houden beter het water vast en zware kleigronden op hun beurt worden gemakkelijker bewerkbaar door de toevoeging van humus. Zure gronden zijn ook gebaat met het geven van dolomiet, een natuurlijk kalkhoudend product. Andere natuurproducten die rijk zijn aan sporenelementen en kali (potasse) zijn achtereenvolgens basalt en patentkali. In de betere Franse tuincentra zijn deze verbeteraars te koop.
Zaaien en planten
Enthousiastelingen kunnen nog snijsla zaaien en op die manier nog vrij lang profiteren van het bezit aan verse sla. En sommigen in het warme gebieden denken nu al voorzichtig aan het leggen van de tuinbonen. Als het allemaal goed is gegaan is er inmiddels het nodige geoogst en kunnen op de vrijkomende stukken grond weer nieuwe gewassen gaan gedijen. Het is bijvoorbeeld tijd om de winterprei te zaaien. Een geul maken met losse aarde, de voor nat maken en dan licht zaaien. Niet te veel grond op het zaad, wederom nat maken en vooral nat houden totdat de prei opkomt. Als de prei over een week of zes de dikte van een potlood heeft kan zij worden verplant. Het is verstandig om de bonen niet allemaal tegelijk te leggen. Zo om de vier weken een rijtje en er zijn altijd verse, jonge haricots in de tuin. Na opkomst licht aanaarden. Nu kan ook Chinese kool worden gezaaid (chou de Chine), alsmede de andijvie, de zomerspinazie (épinards), de venkel (fenouil), de verschillende soorten sla alsook de veldsla (mâche).
Deze maand is het de goede tijd om vaste moestuinplanten te scheuren en de delen elders uit te planten. Deze eenvoudige wijze van vermeerderen kan gebeuren met de artisjok, de rabarber en de bieslook. Het is nu ook de goede tijd om de plantjes aan de uitlopers (stolons) van de aarbeienplanten weg te halen of elders uit te planten. Gebruik voor de vermeerdering de uitlopers die het dichtst bij de moederplant staan.
Stekken
Deze maand kan men al weer beginnen met het stekken van de bessenstruiken. Een gezonde loot van dit jaar van zijn bladeren ontdoen, afknippen tot circa 30 centimeter en gewoon in de grond stoppen. Bij droog weer het beginnende stammetje wel nat houden. In het voorjaar is er weer een nieuwe bessenstruik gewonnen.