Tax d’habitation

Op 24 februari 2017 maakt Emmanuel Macron als kandidaat voor het Elysée zijn plannen bekend voor het laten vervallen van de woonbelasting voor 80% van de Franse inwoners in 2020. Een belofte die de koopkracht moet vergroten en eind eind september 2017 moet worden gepresenteerd met het oog op de uitvoering in het daarop volgend jaar. De lokale overheden vrezen voor tekorten, want deze belasting is een lokale belasting die de lokale overheden ten goede komt. Macron belooft echter dat ze zullen worden gecompenseerd door de staat.

juli 2017, door Hanjo

Wie betaalt wel en wie niet? En hoe?

De woonbelasting is een lokale belasting verschuldigd door een belastingplichtige die op 1 januari van het jaar een woning bewoont, als huurder of eigenaar, als een eerste of tweede woning. Dit in tegenstelling tot de belasting op onroerend goed (de taxe foncière) die alleen de eigenaar verschuldigd is.

Ieder jaar worden 30 miljoen aanslagen voor deze belasting uitgegeven. Sommige hebben alleen betrekking op de gemeentelijke belastingen op een tweede woningen (meer dan 3,3 miljoen in Frankrijk) en een deel van de bevolking is niet-belastbaar.

Volgens de DGFiP, de Franse belastingdienst betaalden 4,9 miljoen huishoudens[1] in 2016 geen taxe d’habitation, ofwel omdat ze een volledige vrijstelling hadden, ofwel omdat ze een uitkering hadden die tot belastingvrijstelling leidde. Zo zijn personen die de solidariteitsuitkering voor ouderen (Aspa,het voormalig minimumpensioen) hadden of een aanvullende invaliditeitsuitkering (ASI). Bij anderen leidde een bescheiden inkomen tot vrijstelling.

De gemiddelde taxe d’habitation bedroeg € 662 per huishouden in 2016. Alleen rekening houdend met de feitelijk belastbare huizen was het gemiddelde € 783.

Wie gaat in aanmerking komen. Wat zijn de vrijstellingsdrempels?

Vanaf het begin meldde Emmanuel Macron dat 4 op de 5 Fransen ging profiteren van de vrijstelling op de taxe d’habitation. “We stellen alle Franse midden- en arbeidersklassen vrij” zei hij in zijn verkiezingsprogramma. Maar minister Gérald Darmanin sprak over “meer dan driekwart” van de belastinghuishoudens en niet over 80%. Alleen de rijkste huishoudens blijven deze gemeentelijke belasting betalen.

Toch zal de drempel voor vrijstelling niet uniform zijn. Ze zal afhangen van de samenstelling van het belastinghuishouden:
- eenpersoons huishoudens met een referentie-inkomen (RFR) van minder dan € 20.000 per jaar;
- een kinderloos echtpaar met een RFR van minder dan € 40.000 per jaar;
- een stel met twee kinderen met een RFR van minder dan € 60.000 per jaar.

Natuurlijk staat er iets tegenover deze korting. De sociale lasten zullen omhoog gaan, wat vooral de gepensioneerden zullen voelen. De gemeentes zullen een deel van de extra CSGen CRDS gaan ontvangen.

Tijdschema voor de uitvoering van de hervorming, 2018-2020

Vanaf het begin verklaarde Emmanuel Macron dat de uitvoering in fasen en in drie jaar zal worden uitgevoerd.

Nu lijkt de regering voorstander van een geleidelijke vermindering in plaats van een geleidelijke toename van het aantal vrijgestelde huishoudens.

Vrijstelling voor hoofdverblijfplaats en niet voor een tweede huis

De hervorming is gericht op de midden- en arbeidersklasse. De afschaffing van de belasting is dan ook uitsluitend bedoeld voor een eerste woning. Een eigenaar van een vakantie-appartement in een badplaats betaalt in 2020 nog de volle prijs voor de taxe d’habitation, zelfs als hij voor zijn hoofdverblijfplaats is vrijgesteld

Het volgende artikel in deze rubriek: Weer stijgingen in taxe foncière

Toevoegingen redactieteam:

Zie ook: Tax d’Habitation

Bronvermelding: dit artikel is dankbaar  overgenomen uit de website www.allesfrans.com

©2024 Communities Abroad  |  infofrankrijk.com

DISCLAIMER

Login

Forgot your details?