Donkere wolken boven ontwikkeling zonnestroom
Organisaties die werken in de jonge industrie van de zonne-energie hebben de alarmklok geluid. De aanvankelijke gulheid van de Franse overheid bij het bevorderen van de stroomopwekking door particulieren via zonnepanelen, maakt plaats voor terughoudendheid. Wegens het succes van de fotovoltaïsche stroomopwekking die voor een deel kan worden teruggeleverd aan het openbare elektriciteitsnet, moest de overheid een voorlopig halt toeroepen aan de verlening van vergunningen voor de aanleg van nieuwe installaties.
Die mooie tarieven worden voor een deel opgebracht door de particuliere stroomverbruikers die heffingen op de EDF-nota betalen voor duurzame investeringen. Ook de installatie van vaak ondeugdelijke uit China afkomstige panelen, was aanleiding om de zaak nog eens goed te bekijken. De vorige reging van Premier Fillon heeft zich gebonden aan het plan om de capaciteit voor de opwekking van fotovoltaïsche stroom te verdrievoudigen. Daar is niets van terecht gekomen. Maar hij kondigde daarbij wel aan dat het tarief voor de teruglevering van stroom met 20% zal dalen. Dat is wel gebeurd. De aantrekkelijkheid om te investeren in de panelen zal door de langere terugverdientijd fors afnemen.
Opwekken zonne-energie op een laag pitje
In het eerste kwartaal van dit jaar is minder dan 100 megawatt via zonne-energie opgewekte elektriciteit aan het Franse netwerk toegevoegd. Dat is zeven keer minder dan een jaar geleden. Van het plan om in 2020 voor 20.000 megawatt aan fotovoltaïsche energiewinning te hebben is tot nu toe slechts 2500 MW geïnstalleerd. De markt is vrijwel volledig ingestort.
Overheden hebben geen bestellingen meer geplaatst voor het installeren van fotovoltaïsche centrales. Wegens de sterk gedaalde prijs die opwekkers van zonnestroom nog ontvangen voor hun geleverde elektriciteit zijn plannen om kleinere installaties van minder dan 100 kilowatt crêtes voor de helft niet uitgevoerd. Het gaat hier om zonnecellen op daken van opslagloodsen en schuren van landbouwbedrijven. De vorige regering heeft moeten besluiten tot een uitstel van de verlening van de vergunningen omdat de animo voor het bouwen van installaties de overheid te veel geld begon te kosten. Het onduidelijke beleid heeft bovendien geleid tot terughoudendheid bij de bank om kredieten te verstrekken. Bovendien zijn er administratieve obstakels gerezen doordat de procedures om een vergunning te krijgen zeer zijn verzwaard. De Franse leveranciers van zonnecellen ondervinden ernstige concurrentie van de panelen die uit China komen. Toch menen de professionals dat er nog toekomst is voor de zonne-industrie in Frankrijk. De markt is inmiddels gesaneerd en de nieuwe toetreders zijn beter voorbereid en leerden van de fouten van de starters in deze branche. De eigen industrie claimt concurrerend te kunnen leveren tegen een prijs van 10 tot 11 centimes per kilowattuur voor de grote installaties op de grond in de meest zonnige gebieden. Het opwekken van stroom via steenkool kost 7 centimes, via gas is dat 8 centimes en via de toekomstige kerncentrale van de nieuwe generatie zal de prijs tussen de 6 en 9 centimes liggen. Maar de kosten bij een installatie op woonhuizen blijven hoog, tussen de 25 en 30 centimes per kWu.
(29.06.13)
Geld verdienen met het zelf opwekken van elektriciteit met behulp van zonnecellen. Frankrijk heeft het nu ook ontdekt. Zowel overheid als bedrijven hebben zich massaal gestort op de promotie van deze vorm van energie opwekken: fiscale tegemoetkomingen en interessante reclame van de installateurs. Daarnaast de EDF, die de stroom (nog) tegen een hoge prijs terugkoopt bij levering aan het net door particulieren, boeren en andere ondernemers. Volgens het grote milieu-actieplan Grenelle, moet Frankrijk vanaf 2011 beginnen met het opzetten van solaire centrales in elk van de regio’s. De capaciteit van fotovoltaïsch opgewekte elektriciteit moet dan 23 keer zo groot zijn geworden in 2020. De uitbundigheid is groot, bij de eigenaren van woningen en bij de handelsmensen, die gouden bergen beloven. Toch beginnen de eerste uitingen van kritiek op de jubelstemming al door te klinken. Installatiebedrijven en handelaren richten zich in hun publiciteitscampagnes vooral tot een specifieke doelgroep: de gepensioneerden. Deze Franse, van hun rust genietende retraités, niet zelden levend van een bescheiden pensioentje, zouden een centje kunnen bijverdienen met het opwekken van stroom via fotovoltaïsche cellen op het dak van hun woning. Maar is het allemaal wel zo zonnig?
De meest ideale situatie: je woont in het zuiden van Frankrijk, de installateur kent zijn vak, de belastingteruggave kan geheel worden genoten, het dak van je huis staat naar het zuiden gericht en heeft de juiste hellingshoek. Het lijkt interessant te worden, te meer daar de materiaalprijzen zijn gedaald en de staat een hoog tarief betaalt van 58 centimes per kilowatt/uur voor een installatie die in het dak is geïntegreerd met een vermogen van 3 kWc – kilowatt crête. In het zuiden waar de zon vaak en veel schijnt, is het dus jackpot. De terugverdientijd van de investeringen, de aansluitkosten, de hogere verzekering zou bij dit alles zeven jaar zijn. En de huiseigenaar weet zich verzekerd van een regelmatige bijverdienste.
Maar, pas op. Tussen de papieren beloften en de werkelijkheid gaapt een diepe afgrond. De voorgespiegelde inkomsten kunnen ontaarden in financiële ellende, zoals blijkt uit de talrijke conflicten die de consumentenbond Que Choisir gevraagd is op te lossen. Zo zijn de nieuwe eigenaren van panelen al verplicht de maandelijkse krediettermijnen te betalen, terwijl de installatie nog niet is aangesloten op het netwerk of dat er technische problemen. Ook komt het voor dat op geld beluste handige jongens hun bedrijfje al weer failliet moesten laten gaan, terwijl de aanleg nog niet afgerond is. Niet zelden komt het voor dat de panelen wel werken, maar dat het dak is gaan lekken. Een beloofd eldorado kan ontaarden in een ware nachtmerrie.
Een van de grootste vergissingen die men kan maken is het tekenen van een contract ter plekke: op een woonmarkt, een energie-salon of bij iemand die langs de deur komt. Zulke belangrijke zaken onderneem je op eigen initiatief, het gaat om belangrijke investeringen en er moet goed over worden nagedacht. Het is zaak om het dossier goed op orde te krijgen, de degelijkheid en deugdelijkheid van het de onderneming te onderzoeken, de garanties te kennen en voldoende kredietwaardig te zijn om de aflossingen van de leningen te kunnen doen, ook al wordt er nog geen stroom geleverd.
Niet onverstandig is het ook om verschillende offertes aan te vragen en deze met elkaar te vergelijken. Uitkijken is het met de snelle praters die een financieringsplan voorspiegelen dat ‘niets kost’, zodat het verstandig heet om nu wel direct te tekenen. Het enige doel hierbij is te voorkomen dat je nog bij andere bedrijven te rade gaat. Oppassen geblazen is het ook met de grote namen. Het zijn regionaal en zelfs landelijke opererende bedrijven met veel vestigingen, die verzot zijn op het afsluiten van contracten. Veel van die eendagsvliegen, belust op het zoete geld, stoppen er ook snel weer mee. Sommigen vallen al onder het nieuwe etiket ‘éco-délinquants’. De markt is in feite pas een jaar of twee op gang gekomen, maar de eerste faillissementen zijn al uitgesproken. De zich marktleider noemende Ideosun is er al mee gestopt. Andere ondernemingen hebben winstgevende zaken gedaan zonder zich al te veel te bekommeren om de afgeleverde kwaliteit of het goed functioneren van de installatie. Slecht voorbeeld is hier BSP waarover de consumentenorganisatie veel klachten ontvangen. Que Choisir in Nice heeft zelfs de justitie erbij gehaald. Nogal wat vestigingen blijken te worden gerund door franchisenemers, bij wie in een faillissement meestal niets meer te halen valt. De risico’s kunnen veel kleiner zijn als men in zee gaat met de dochterondernemingen van de reuzen als ERDF voor EDF, Energie voor GDF-Suez. Over het algemeen zijn de offertes van deze bedrijven hoger.
Een werkelijke professioneel is te herkennen aan een uitleg die niet gepaard gaat met de meest wonderbaarlijke beloften, zoals de overdrijving van de productie. Hespul, de pioniersorganisatie op het gebied van zonne-elektriciteit, constateert dat ondernemingen veel te hoge schattingen geven van de verwachte productie. Een installatie in de regio van Lyon zou een productie hebben tot 1500 kWh/kWc, terwijl de werkelijkheid ligt tussen 1000 et 1100 kWh/kWc.
Ook productiegaranties blijken in de praktijk niet haalbaar, omdat het vaststellen van gebreken gepaard gaat met het demonteren van de panelen, die vervolgens naar een laboratorium moeten worden gebracht. In de praktijk zegt zo’n productiegarantie niets. Een ter zake kundige installateur is aan zijn optreden te herkennen. Hij kijkt naar de ligging van het huis, de vorm van het dak, bekijkt de omgeving naar mogelijke schaduwvorming, onderzoekt waar de kabels precies moeten komen, waar de omvormer en de twee nieuwe meters een plaats zullen krijgen, levert een gedetailleerde offerte, legt uit hoe de administratieve procedure verloopt. In het beste geval neemt hij die laatste zorg van de mogelijke klant op zich.
Het devis moet wel een beetje kloppen met de gangbare prijzen. Zo schommelt de aanleg van een in het dak geïntegreerde installatie van 3kWc tussen de € 15.000 en € 20.000. Een prijs van € 18.000 wordt hier door de deskundigen als standaard beschouwd. Maar er zijn al offertes gezien van € 25.000 tot € 28.000. Om geen verwarring te krijgen en prijzen onderling te kunnen vergelijken moet de professioneel zich uitdrukken in watt of kilowatt crête installé. Praten in vierkante meter zegt niets, het rendement van een vierkante meter hangt af van het type van de gebruikte modules.
Of het allemaal zal lukken en bovendien onder de meest gunstige omstandigheden, hangt af van de zekerheid van de belastingteruggave en van de vraag of het dak de meest ideale ligging kent: pal op het zuid, een helling van 30 à 40 graden en geen dreiging van schaduw door groeiende bomen. Dan is er nog de vraag of de financiële middelen toereiken zijn. Rekenen op de toekomstige opbrengsten uit de verkoop aan de EDF om de maandelijks eindjes aan elkaar te knopen, is zeer riskant. Er zijn nog tal van onzekerheden en zonder zekerheid over dat alles, dreigt een toekomstige schuldenlast. Wie een lening afsluit en direct zal aflossen, komt in de problemen als de levering aan de EDF nog niet is geregeld. Dat aansluiten kan soms een jaar duren. Sommige kredietverleners willen wel wachten met het vragen van de terugbetalingen totdat daadwerkelijk stroom wordt geleverd, maar hun lening kent dan wel een hogere prijs.
Het blijft toch een beetje gokken. Neem het dak. Als er een geïntegreerd systeem moet komen, zal er gebroken moeten worden met alle kans de de waterdichtheid van het dak niet meer gegarandeerd is. Je krijgt dan wel 31,6 centimes per kWh, maar het risico op problemen met het dak blijft. In Duitsland is dat probleem omzeild, door ook hoge subsidie te geven op panelen die zonder breekwerk op het dak zijn geplaatst. De plaatsingskosten zijn bovendien veel lager. Frankrijk verkiest te integreren in het dak, duurder en riskanter, maar wel estetischer.
Vragen rijzen bovendien of al die aandacht wel moet uitgaan naar opwekking van elektriciteit door particulieren. Kunnen de fiscale tegemoetkomingen niet veel beter worden gebruikt om huizen te isoleren en oude verwarmingsketels te vervangen? Het is natuurlijk wat zot dat particulieren zich geheel focussen op het nieuwe systeem van de zonnepanelen, terwijl hun huis slecht of niet is geïsoleerd.
1. Voor de aanleg is geen bouwvergunning nodig (permis de construire), maar een eenvoudige déclaration préalable de travaux, op te vragen bij de mairie. Pas bij de verkrijging ervan is het verstandig om akkoord te gaan met een offerte. Niet alle gemeenten staan die panelen toe in historisch gevoelige gebieden.
2. Direct na het verkrijgen van de déclaration is het zaak zo snel mogelijk contact op te nemen met de ERDF over de aansluing. Deze EDF-dochter wordt overstelpt met aanvragen en de behandeling ervan kan enkele maanden vergen. De aansluiting kost € 600 tot € 1000. Andere kosten zijn nog het abonnement op de twee meters, € 62 en circa € 100 voor de onduleur.
3. De garantie décennale (tienjarige garantie) van de installateur is noodzakelijk, dus vraag om een verklaring. Daarin moet staan vermeld dat de zaak waterdicht is afgewerkt en dat de installatie zonder fouten is gedaan. Het label Quali PV boezemt enig vertrouwen in over de verzekering van de installateur, maar zegt niets over zijn vakbekwaamheid.
4. De offerte moet de juiste referenties vermelden van de modules en het aantal ervan, als ook van de onduleur; de modules moeten voldoen aan de normen NF 61 215 of NF 61 646. De offerte geeft verder informatie over de intergratie met het dak, de levering van materiaal zoals schakelkast, kabels, de uiterste datum van levering en de installatie. Ook de kosten van een aansluiting op het net moeten worden aangegeven. De facturen moeten exact aangeven om welk gebruikt materiaal het gaat, zodat de fiscus de belastingteruggave kan verzorgen.
5. Zelfs al lijkt de installateur ter zake kundig, vraag toch referenties over afgeleverde werken elders in de buurt en praat eens met de klanten van deze firma.
6. Als de installatie eenmaal is aangesloten, controleer de meter maandelijks. Storing of een productiedaling worden niet automatisch gemeld.
7. Bij de verkoop van stroom door een particulier is geen belasting verschuldigd als de installatie niet sterker is dan 3 kilowatt crête (ongeveer 25 m² panelen). Boven deze grens moet fiscaal worden gewerkt met het regime van BIC.
Nog enkele nuttige adressen:
De verenigigng Hespul is de aangewezen club voor zonne-energie. De site levert een schat aan informatie. Ook is er nog een forum actief.
Ondernemingen die fotovoltaïsche panelen produceren of plaatsen kennen een nieuw kwaliteitskeurmerk AQPV (Alliance qualité photovoltaïque.) Het door de Franse industrie geleverde keurmerk is goedgekeurd door de ministeries van Industrie en van Milieuzaken. Het label garandeert dat de artikelen van Franse makelij zijn, van hoge kwaliteit en dat de ondernemingen traceerbaar zijn en voor een goede nazorg zorgdragen.
De ERDF heeft de hele aanvraagprocedure voor het plaatsen en aansluiten van zonnepanelen en andere energie opwekkers – votre installation de production – in een geactualiseerde brochure voor de consument uit de doeken gedaan. Een stappenplan. Ook algemene informatie over zonnepanelen is op een website van EDF te vinden.
Zelf elektriciteit opwekken met je Franse huis
Mede dankzij een groeiend bewustzijn bij de Franse overheid wordt er steeds meer gebruik gemaakt van alternatieve vormen van opwekking van energie en verwarming van water door particuliere huishoudens. Ook fiscaal is het steeds aantrekkelijker geworden om hierin investeringen te doen. In deze bijdrage wordt uitleg gegeven over een onderdeel van de duurzame energie voor particulieren: de netgekoppelde fotovoltaïsche installaties (PV – panneaux photovoltaiques) voor particulieren in Frankrijk. Netgekoppeld wil zeggen dat het niet gaat over de autonome installaties met accu’s en dergelijke, maar over PV-systemen die worden verbonden met het elektriciteitsnet.
Overigens dient men PV-installaties niet te verwarren met zonneboilersystemen die warm water leveren. Bij deze laatste systemen spreekt men over collectoren (die de zonnewarmte invangen), bij PV over panelen (die het zonlicht invangen en omzetten in elektriciteit). De Franse markt voor zonne-energie bij de opwekking van elektriciteit bedraagt nog een schrale 45 megawatt, waarvan bijna de helft op de zonovergoten DOM-eilanden ver van Frankrijk. Zonne-energie voor het verwarmen van water is vorig jaar met 15% gestegen tot een vermogen van 226 MW en beslaat een oppervlakte van 323.000 m² aan collectoren.
Zonnige toekomst voor de industrie Ondanks de economische teruggang ziet de Franse industrie voor de opwekking van elektriciteit door zonne-energie er zonnig uit. Men verwacht dit jaar vele nieuwe arbeidsplaatsen te kunnen scheppen. De sector zit te springen om technici en verkopers om de markt, die met 100% kan groeien, te kunnen bedienen. Volgens de onderneming Soler kan de terugverdientijd van een investering dankzij de mooie terugleverprijs door de EDF en de belastingfaciliteiten van de overheid inmiddels worden teruggebracht tot zeven à 10 jaar. Volgens de milieuplannen van de overheid moet in 2020 het opgesteld vermogen van fotovoltaïsche stroom zijn opgevoerd tot 5,4 gigawatt. |
Wat is een PV-systeem?
Een PV-systeem bestaat uit zonnepanelen die onder invloed van zonlicht gelijkstroom opwekken van 12 of 24 volt. Deze stroom wordt in de omvormer (onduleur) omgezet in 220-230 Volt wisselstroom zoals dat in een gewoon huisnet ook bestaat. De kabel die van de omvormer afkomt, moet via een aparte elektriciteitsgroep worden verbonden met de meter in de meterkast. Door de hoge terugleververgoeding in Frankrijk wordt in de meeste gevallen alle opgewekte stroom teruggeleverd aan het net (EDF) en wordt een tweede meter (compteur de revente) geplaatst die de uitgaande stroom meet (zie afbeelding 1).
De EDF staat ook toe dat de zonnestroom wordt afgegeven aan het bestaande huisnet, waarbij de zonnestroom eerst zelf wordt geconsumeerd en alleen bij overproductie teruggaat in het net via de bestaande meter. De grootte van een PV-systeem wordt uitgedrukt in Wattpeak (Wp). In het Frans noemt met dit Wattcrête (Wc). Als het PV-systeem bestaat uit bijvoorbeeld 18 panelen van 165 Wc dan heeft het systeem dus een totaal peakvermogen van bijna 3000 Wc of 3 kWc.
Om erachter te komen of een PV-systeem financieel interessant kan zijn, is het logisch om eerst te kijken naar het technische rendement, dat wil zeggen hoe men de zonnepanelen kan plaatsen om zoveel mogelijk zonlicht in te vangen. Kijk dan vooral naar de richting en de hellingshoek van het dak of andere ondergrond (gevel, op de grond, zonwering etc.). Optimaal is een dak gericht op het zuiden met een hellingshoek van 36°. Zie verder de tekening afbeelding 2.
Voorts is het van belang dat de zonnepanelen het hele jaar door, dus bijvoorbeeld ook in de winter met een relatief laag staande zon, onbeschaduwd blijven. Let dus op bomen, omstaande gebouwen, schoorstenen etc. Bedenk daarbij dat de cellen in een zonnepaneel en de zonnepanelen als geheel in een keten aan elkaar zijn gekoppeld in strings. Indien een deel van één paneel is beschaduwd, zal de gehele string een flink lagere opbrengst geven. Uiteraard is de opbrengst ook afhankelijk van de gemiddelde jaarlijkse zoninstraling. Het zal niet verbazen dat een zonnepaneel in het zuiden van Frankrijk gunstiger is dan in het noorden. Zie afbeelding 3.
Naast de overweging om de investering voor het behoud van het milieu te doen, kan men zich afvragen of de PV-installatie financieel interessant is. Vooral door het actieve beleid van de Franse overheid sinds 2006 kan daar in de meeste gevallen bevestigend op worden geantwoord. Er bestaat een aantal zeer interessante financiële regelingen, te weten de crédit d’impôt (alleen voor particulieren), de terugleververgoeding van het EDF en mogelijk aanvullende aanschafsubsidies van regio’s en soms departementen en in een enkel geval een gemeente. Doordat deze subsidies voor een groot deel stapelbaar zijn, kan het in een zeer gunstig geval voorkomen, met name wanneer er een flinke regionale subsidie is, dat men in het zuiden van Frankrijk het systeem al binnen 4 jaar heeft terugverdiend. Maar dan moet alles wel meezitten. De EDF koopt de opgewekte stroom voor € 0,3195 per kWh (prijspeil maart 2013).
Als er geen enkele subsidie van toepassing is kan men uiteraard nog steeds een PV-systeem installeren en aan het net koppelen, in dit geval voor eigen gebruik. Je hebt dan dus vermeden kosten doordat je deze stroom niet meer hoeft te kopen. Gelet op de stroomprijzen in Frankrijk is er dan sprake van een terugverdientijd van meer dan 30 jaar, niet zo rendabel dus.
Particulieren behoeven geen bouwvergunning aan te vragen bij het plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen voor de opwekking van elektriciteit als de maximumproductie beneden de 3 kilowatt blijft en de panelen niet meer dan 1,80 boven de grond steken. Een simpele vergunning (déclaration préalable) is nodig als de panelen worden geplaatst in een gevoelig gebied. Nadere informatie op de site van Ademe.
Enkele regio’s bieden een aanschafsubsidie op netgekoppelde zonnestroomsystemen voor zowel particulieren als bedrijven. Per regio gelden andere voorwaarden. De subsidie is soms gekoppeld aan de systeemgrootte (in Wp), soms wordt een percentage van het totale aanschafbedrag uitgekeerd, soms wordt een andere berekening gehanteerd. In de meeste gevallen hoeft men niet permanent ter plekke te wonen, dus ook tweede huizen kunnen voor een subisidie in aanmerking komen. Belastingaftrek voor installaties op tweede huizen is niet mogelijk.
De looptijden en de voorwaarden van de diverse subsidieregelingen veranderen voortdurend. Zie voor een overzicht over mogelijke subsidie in de eigen regio de internetsite. Het is aan te bevelen om altijd even contact op te nemen met de regionale overheidsinstantie Ademe. De subsidie verloopt meestal via dit orgaan en daar is men dus op de hoogte van de laatste stand van zaken en de voorwaarden. Meer informatie is nog te vinden op de site van Hespul en op die van de EDF.