Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Jos, het is nog wat te vroeg op de ochtend om nu al een fles wijn open te trekken, maar wanneer je dit discours uit september 1969 nog eens terugleest zul je er zelfs op een stralende zonnige dag na 45 jaar vooruitgang – de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van wetten – niet vrolijk van worden.
28 januari 2015 om 17:51 In reactie op: Auto inschrijven met voorlegging buitenlands keuringsattest #191936@ Jos: je wordt steeds kernachtiger in je betoog. Op gevaar af te zeer de nuance te zoeken kunnen mogelijkerwijze geschrokken lezers nog even tot rust komen in de veilige, stabiele, onveranderlijke omgeving van oud archief. Of op zoek gaan naar de tekst van de intreerede bij de VU van Jan Struiksma met als titel: “Deregulering met behoud van ellende”. Diep in m’n geheugen teruggaand, voor de vuist weg, was de conclusie: ambtelijke organisaties doen slechts node afstand van eenmaal verworven bevoegdheden. En wanneer de wetgever daar een aantal van schrapt duurt het lang voordat die uit de werkwijze zijn verdwenen. Zo niet via in eigen beheer opgestelde aanwijzingen voor de praktijk via een achterdeur weer aan boord komen. Is de zichtlijn vanaf de straat van een dakkapel misschien een centimeter te hoog? Met die laser meetapparatuur van tegenwoordig kun je immers tot op de millimeter toezien op het juist naleven van regels.
De algemene vraag hoeveel ruimte er nog overblijft voor de “auto construction” blijft interessant en blijkt niet zo makkelijk eenduidig te beantwoorden zoals uit bovenstaande discussie blijkt. De architecten op hun beurt zullen zich ongetwijfeld afvragen hoeveel ruimte ze moeten afstaan aan de nieuwe hoge priesters van het milieubewustzijn, de thermiciens.
De specifieke vraag van Marit: “Iemand al meegemaakt dat het huis niet aan de eisen voldeed?” nog gepoogd van een antwoord te voorzien. Zoeken op internet, niet op grond van eigen ervaringen. Lastig. Ik had de ijdele hoop dat er nog iets aan geaggregeerde gegevens te vinden zou zijn. Te vergelijken met wat de Consuel in zijn jaarverslagen meldt over wat er bij hun keuringen van elektrische installaties allemaal niet in orde blijkt te zijn. Weigeringsgronden voor het niet meteen de eerste keer verlenen van de attestation. In hun rapport over 2013 staat dat op pagina 21/23 keurig op een rij. Voor een centrale organisatie als de Consuel zijn dit soort gegevens makkelijk te verzamelen en in een jaarverslag samen te vatten. Voor de RT2012 regelgeving zou je zelf het veld in moeten gaan om inzicht te krijgen in wat er op gemeentelijk niveau op problemen stuit bij het indienen van de bouwaanvrage, en bij oplevering. Veel verder dan al dan niet onderbouwde ervaringen, meningen en opvattingen uit de diverse branche organisaties ben ik echter niet gekomen. En daar kom je de inmiddels bekende klacht over de grote complexiteit van deze wetgeving tegen. En rond dat thema van de certificering plak ik deze tekst uit de Quooker discussie er nog maar even in: “La norme n’impose pas formellement l’utilisation de produits certifiés. Pourtant, en pratique, cela revient pratiquement au même.”
Nog specifieker: ik kwam bij mijn omzwervingen nog dit tegen over het wind/luchtdicht maken van menuiseries extérieures. Misschien nog bruikbaar voor een Nederlandse timmerman, al was het alleen maar voor de terminologie. En wat dat op maat maken van die vensters betreft: ook al kun je met eigen fabricage stevig besparen op het houtwerk, die dubbele beglazing zal meestal vanwege niet standaard afmetingen dan toch weer special made worden, dus duur. Vraag die dan ter beantwoording overblijft: kan zo’n gespecialiseerde fabrikant als Lapeyre door zijn schaalgrootte dat soort zaken wellicht voor een nauwelijks hogere totaalprijs leveren, met ook nog een labeltje eraan als smeermiddel voor de raderen van de Franse bureaucratie?
Over het bestrijden van onwetendheid en het gegoochel met onderzoeksresultaten gesproken. Over het werkzame deel Glyfosaat in Roundup zijn inmiddels al stapels rapporten verschenen en zijn voor- en tegenstanders al lang in een heftige pennenstrijd verwikkeld. Zij die behoren tot de bloedgroep “het valt allemaal reuze mee” beroepen zich soms op de resultaten van zg. LD-50 onderzoek. Deze keer niet zoekend in Oud-Archief, maar een passage uit een van de eerste Google treffers citerend:
” Deze opvatting is dan gebaseerd op LD-50 onderzoek bij proefdieren; onderzoek waarbij bepaald wordt bij welke hoeveelheid van een stof de helft van de proefdieren sterft. De gevonden giftigheidswaarde wordt met name in reclamefolders (zoals [3] – red]) vergeleken met die van keukenzout of andere stoffen in ons voedsel. De LD-50 waarde geeft echter alleen aan bij welke hoeveelheid 50 procent van de proefdieren (binnen de gestelde proefduur) sterft. Dieren waarvan organen worden aangetast, of die bijvoorbeeld verlamd of blind worden, hebben geen enkele invloed op de gevonden LD-50 waarde, evenals chronische vergiftigingsverschijnselen, die nog lang na de proef kunnen optreden.”
Bij deze de oproep: vrijwilligers gevraagd, wie meldt zich aan als proefmens?
Wim, mocht je nog meer willen meten: spiek eens in een door de CSTB uitgevoerd onderzoek naar wat de isolation mince nu werkelijk voorstelt, ooit voorwerp van heftige discussies tussen gelovigen en wat meer empirisch ingestelde lieden. Er past vast nog wel meer meetapparatuur in je huis, kijk maar naar wat de onderzoekers allemaal hebben geïnstalleerd in hun twee testopstellingen. Ook op het oude forum – nog dank voor je reddingswerkzaamheden daarvoor met je digitale Sint Bernard hond uit de Alpen daar bij Genève – een paar keer aanleiding om van mening te verschillen.
Jouw grafiekje doet me denken aan huiswerk dat ik nog geparkeerd heb. Sinds de ERDF bij ons in de buurt nieuwe transformatoren heeft geïnstalleerd (renforcement du réseau) komt er nu en dan meer dan 245 volt uit het stopcontact. Dit tot verdriet van een voedingstrafo voor een Asus laptop die samen met diverse lampen zijn verblijf op aarde aanzienlijk ingekort zag. Tijd voor een longitudinale studie, hoewel een 24-uurs grafiekje ook een aardige indruk kan geven. Maar dat is dan niet de campagne en bout de ligne, maar het zich meestal braaf gedragende Liander netwerk in Amsterdam.
Rob
Zo’n koopcontract en daaraan verbonden eigendomsrechten vervalt niet automatisch wanneer er door één van de ondertekenaars bepaalde onderhouds- en exploitatieverplichtingen niet worden nagekomen. Onteigening gaat niet zo maar. Je zit hier midden in een typisch Frans probleem, dat van de indivision. Daar heeft de wetgever al meer dan eens over nagedacht. Misschien deze toelichting eens lezen totdat een echte jurist zich hier meldt. Ook het Franse notariaat heeft zich de vingers blauw geschreven en getypt om het allemaal in begrijpelijke taal op papier of op de website te krijgen. Mijn gezond verstand redenering zou zijn: partijen A en B laten het onroerend goed door een onafhankelijke instantie waarderen om geen oeverloos gesteggel te krijgen over de reëele marktwaarde wanneer het om de uitkoopsom gaat. Sinds 2008 zijn de prijzen stevig naar beneden.
@ Jos
Van een architect kreeg ik een toelichting op de RT 2012 normen toegestuurd die bij de inleiding meteen al aangeeft wat de beperking is van de huidige wetgeving:
« Peu importe la manière de construire si la consommation finale du bâtiment ne dépasse pas un certain niveau. Pour que cette loi soit respectée, chaque maison sera contrôlée lors de dépôt de permis de construire et à l’achèvement des travaux. »
Even los van de gecompliceerde regels: gaan we voor weggooi huizen of niet. Neem je het zorgvuldig omgaan met bouwmaterialen en de energie die gebruikt is bij de vervaardiging daarvan ook nog mee in je ecologische meetlint of mik je alleen op wat je per jaar aan energieverbruik kunt meten om het binnen aangenaam warm of koel te kunnen houden. Maar wanneer je de ecologische footprint – zo heet dat toch tegenwoordig? – breder definieert, dan stijgen de bouwkosten. En dan wordt het nog moeilijker om de branche weer uit de malaise te krijgen.
Over de buitenschil isolatie. Er is in het Franse taalgebied veel te vinden (bij de CSTB) maar dit verhaal in de Frankfurter van een paar jaar geleden vond ik ook wel aardig. Over Altbausanierung. Het spanningsveld van bouwbeleid met nog een beetje eerbied voor de esthetiek van bestaande gebouwen en de Europese eco doelstellingen helder voor het voetlicht gebracht.
Het bijten van de hand die je voedt is wellicht niet de meest verstandige overlevingsstrategie voor de Franse pers. Om over na te denken: Avant un décret d’avril 2012, il était impossible pour le public de connaître la répartition de l’enveloppe de quelque 400 millions d’euros versée chaque année aux titres de presse. Voor de bron verwijs ik naar een krant die dat maar al te goed weet: Lemonde.
Wie biedt minder? La Nièvre est le moins peuplé des départements bourguignons et un territoire à faible densité de population avec 32 habitants au km². En wat dat Duitse woord Lebensraum betreft: dat heeft in het interbellum toch wel een heel nare bijklank (Secret Protocol) gekregen, hoe neutraal het ooit van origine misschien is geweest. Misschien dan maar een meervoudige understatement: Perhaps I’m mistaken about this, but the Dutch seem to be rather fond of the not very densely populated French countryside. I stand to be corrected.
Vlak nadat ik op de verzendknop had gedrukt kreeg ik al corrigerend commentaar van iemand die me al decennia met wisselend succes op juridisch terrein poogt bij te scholen: dat Cour de cassation toetst niet inhoudelijk, maar kijkt alleen of het recht correct is toegepast door lagere rechtsprekende instanties. En als hoogste rechtsorgaan is daarmee dan het laatste woord gesproken. Een uitspraak waar je dus moeilijk om heen kan. Terug van weggeweest, je moet toch iets doen op zo’n regenachtige zondagmiddag, nog even opgezocht: “…Elle est appelée, pour l’essentiel, non à trancher le fond, mais à dire si, en fonction des faits qui ont été souverainement appréciés dans les décisions qui lui sont déférées, les règles de droit ont été correctement appliquées…”
Waar ze in de bouw niet goed van worden is schieten op een “moving target”: telkens veranderende regels. Ik interpreteer die tekst als een pleidooi voor wat meer rust en stabiliteit in de tent. De discussie over wat meer voorspelbaarheid rond fiscale regels, van belang wanneer je (buitenlandse) investeerders wilt aantrekken is nog ingewikkelder, want zeker in Frankrijk politiek uiterst gevoelig. Je verzeilt dan al snel in ideologie die het wint van pragmatisch marktdenken. Hoort allemaal bij de choc de simplification.
Ik poog nog een uitweg te vinden. Het gaat hier om de interpretatie van wetgeving door de uitspraak van een Cour de cassation. Rechtersrecht dus. Wanneer de overheid dit een niet bedoelde interpretatie zou vinden van wat ze ooit voor ogen hadden bij de totstandkoming van de relevante wetgeving dan zou er in Parijs natuurlijk iemand op het idee kunnen komen om de wetgeving aan te passen. Om een brand op privé terrein veroorzaakt door een lekkende benzinetank van een grasmaaier gelijk te stellen met een accident de la circulation gaat mijn lekenverstand te boven, daar moet je voor hebben doorgeleerd.
Aan het slot van Marietta’s link staat te lezen:
Il est donc prudent de vérifier si certains matériels (tondeuses autoportées, voitures, scooters, motos, etc.) qui ne sont pas ou plus appelés à circuler sur la voie publique et que l’on détient chez soi sont bien couverts par une assurance au titre de la responsabilité civile.
Misschien dat het verstandig is eerst contact op te nemen, Marietta heeft dat al eerder gezegd, met de verzekeraar waar je de opstal etc verzekering hebt ondergebracht: dat zijn vaak totaal pakketten, met ook diverse WA-achtige onderdelen. Of klamp ik me nu tevergeefs aan een lekke reddingsboei vast?
Versoepeling in zicht schreef ik, maar per wanneer? Goed, de bedrijven die hun geld verdienen met het aanleggen van glasvezelleidingen in de nieuwbouw sputteren tegen. Toch staat deze maatregel, één van de vele in de choc de simplification operatie van de Franse regering nog steeds in de planning opgenomen met als ingangsdatum 15 juni 2015. Je weet natuurlijk nooit of er ergens een minister slappe knieën krijgt, maar dit is nog steeds de officiële toelichting van regeringswege:
La norme NFC 15-100 relative aux installations électriques des bâtiments d’habitation neufs sera revue.
L’objectif est de :
– limiter le champ d’application aux éléments relatifs à la sécurité des utilisateurs et permettant le bon fonctionnement des installations en fonction des équipements minimums d’usage nécessaires et des politiques publiques définies par l’Etat ;
– rendre volontaire les autres éléments ;
– stabiliser les exigences dans la durée (3 à 5 ans) ;
– améliorer la lisibilité du texte en créant notamment une partie spécifique aux logements ;
– adapter les exigences d’équipements électriques aux besoins courants des occupants.La mesure devrait entrer en vigueur en juin 2015.
Dernière mise à jour : 28/10/2014En mochten ze daar in Parijs op weg naar morgen nog naar een simpel compromis zoeken: wanneer we nu eens één telecom verplichting lieten staan, bijv. om drie lege gaines van 25 mm aan te leggen naar drie hoofdvertrekken vanaf de groepenkast? Kost heel weinig, en kunnen de bouwondernemers en kopers / bewoners onderling uitmaken of ze die meteen al, of later willen vullen met koperdraad (ethernet kabel) of wie weet glasvezel. Marktwerking, laat de aanbieders van snel internet maar met werkende en betaalbare oplossingen komen om de internautes over de streep te trekken. Dan zullen de glasvezelboeren en internetproviders harder hun best moeten doen dan nu met de comfortabele steun van wetgeving in de rug.
Oh ja, die RJ45 plug mag ook wel blijven, die wat prehistorische France Télécom T-stekker voor telefoonaansluitingen mag naar het museum. Of u houdt hem gewoon, uit eerbied voor het Franse patrimoine en om uw huis een authentiek karakter te geven.
Timo, ik heb een keer de volgende tekst genoteerd die ik op een plomberie website tegenkwam, need I say more:
“La norme n’impose pas formellement l’utilisation de produits certifiés. Pourtant, en pratique, cela revient pratiquement au même.”
Christian, Timo heeft met zijn opmerking dat er een verschil is tussen een vestiging ergens hebben en naar een land exporteren denk ik al de vinger op een wellicht gevoelige exportplek gelegd. Ook al heb je een importeur ergens, dat betekent nog niet automatisch dat je producten in dat land daarmee gecertificeerd zijn. Ook de CSTB, een gezaghebbende organisatie in Frankrijk met uiterst degelijke studies, adviezen en ook certificatie bevoegdheden, zit helemaal op het anti-brandwonden spoor: L’anti-brûlure, une priorité pour les certifications “robinetterie”. Zou het kunnen zijn dat de Franse NF normen alleen maar op maximale water temperatuur zijn toegesneden, en dat daarom ondanks de kinderveiligheid van het Quooker systeem het nergens in de rigide regels in te passen valt? Je bent natuurlijk meteen van alle risico’s af wanneer je het de Fransen zou verbieden ooit in de keuken vaste- dan wel vloeibare stoffen te verhitten tot boven de 50 graden…..
Timo, een persbericht van Quooker uit 2009 meldt het volgende:
“Quooker zit met een omzetgroei van 15% (tov 2008) stevig in de lift. Terwijl de keukenbranche een tegenovergestelde werking laat zien en ca. 30 % minder heeft omgezet in 2009. Sinds 2004 is het Nederlandse bedrijf Quooker actief op de Internationale markt. Zowel in België, Duitsland, Engeland, Noorwegen als in Denemarken. In 2009 is de export verder uitgebreid naar Zweden, Zwitserland en Frankrijk.”Maar wanneer je nu op la une van hun website kijkt ziet de kaart van Europa er toch iets anders uit. Er zijn niet veel landen die op hun (officiële) export kaart voorkomen, Frankrijk staat daar niet bij.
Ik zou maar eens even bellen, niet met Apeldoorn, maar met Ridderkerk, om te zien wat de ontbrekende stukken informatie in deze legpuzzel zijn.
Het zou ook zomaar kunnen zijn dat “le risque de brûlures” zo zwaar wordt aangezet in regelgeving dat er geen NF goedkeuring mogelijk is. Het uitbannen van ieder risico voor de burger is immers een geliefde sport bij regelgevers. Zie bijvoorbeeld wat er op de Grenelle Environment 2012 over eau chaude allemaal werd verteld (pagina’s 20/21/22). Doet me denken aan steeds weer terugkerende discussies op allerlei forums of een mitigeur meteen bij de chauffe-eau moet worden geplaatst of niet. Zolang ik in allerlei bricomarchés bij het stellen van die vraag wordt aangekeken met een blik: waar heeft die ’t over, zolang ga ik er maar vanuit dat zo er al harde Parijse regelgeving is, het enige tijd duurt voordat die overal in Frankrijk is geland. Kortom: naar het sporadisch voorkomen van de Quooker in het Franse keukenlandschap kan ik alleen maar gissen.
Maxandr, wanneer je dan toch bezig gaat zou ik meteen maar de stofzuiger en een luchtdruk spuit loslaten op alles wat daar een jaar of zes stof heeft staan happen. Met name een thermische beveiliging kan door gebrek aan ventilatie er iets te warmpjes bij komen te zitten en laat dat dan weten door in werking te treden wanneer de zaag wat werk moet verzetten.
Naar aanleiding van die defecte condensator, ik dwaal iets af, misschien hoort het thuis in een nieuw draadje over veel gemaakte (bezuinigings)fouten door fabrikanten, nog even dit. Alle elektronische onderdelen hebben uiteraard een eindige levensduur. Het is alleen jammer wanneer er af productielijn te goedkope onderdelen worden gebruikt. Dat is nog wel eens het geval bij zogenaamde electrolytische condensatoren: op sommige cruciale plekken in een schakeling kun je beter de wat professionele exemplaren gebruiken, bestand tegen hogere temperaturen en stromen, voorzien van een LL (Long Life) indicatie. Dat gold in de jaren 40 / 50 al voor apparatuur met buizen, en tegenwoordig nog steeds. Een fraaie en vrij jonge 48-inch flatscreen tv van een eerbiedwaardig merk liet het langzamerhand afweten, startte steeds trager op, en toen helemaal niet meer. De vakhandel zou gezegd hebben: koopt u maar een nieuwe, repareren is te duur. In dit geval – montage in omgekeerde volgorde van demontage – met vier nieuwe condensatoren opgelost voor een kleine 20 euro. Twee van de boosdoeners hadden een wat bolle bovenkant, teken van leven zou je zeggen, maar in dit geval van een naderend einde. Ter illustratie deze samenvatting: 1, 2, 3, 4, en 5.
.
De prijs die ik op die Nederlandse onderdelen website zag staan voor een eenvoudige condensator vond ik wat overdreven. Voor minder kan het ook, zie bijvoorbeeld hier, en dit is een opsporingsfoto van de verdachte. Nog goedkoper: ergens een oude wasmachine opsporen en zo’n condensator eruit slopen, sorry, recyclen. De Franse naam: condensateur de démarrage, Conrad en vele anderen hebben die gewoon op voorraad. Alleen even letten op de afmetingen en de manier van aansluiten.
De Duitse handleiding stelt iets voor dat je al gedaan hebt: erneut einschalten. De DIY oplossingen die dan resten is testen: is de condensator nog OK (onderdeel 125), draait de motor wel goed indien rechtstreeks aangesloten via bypass (startrelais probleem). Veel digitale multimeters, zelfs de goedkope die je in de brico zaken ziet staan hebben tegenwoordig een bereik voor het doormeten van condensatoren. En weet je zeker dat de spanning op het stopcontact keurig 230 Volt blijft? Een overgangsweerstand in je elektrische installatie kan de spanning vanwege de hoge aanloopstroom van een elektromotor stevig omlaag jagen, dus misschien heeft je Unterspannunsrelais wel gelijk. Op een andere groep aansluiten om die mogelijkheid af, dan wel aan te vinken.
Om het estafette stokje nu dan van Wannox over te nemen, gelijktijdigheid en causaliteit, ook zo’n valkuil. Voor wetenschappers, in strafrechtelijk onderzoek, voor beleidsmakers, voor professionele bouwvakkers en ook voor de bricoleur. De vaatwasser gaf geen teken van leven meer terwijl mijn meter toch zeker meende te weten dat op het stopcontact daar onder het keukenblok spanning stond, keurig 230 volt. Misschien de stekker: nee dus. Dan maar de vaatwasser naar voren trekken en openmaken. In een moment van helderheid besloot ik eerst de stofzuiger voor de zekerheid op dat stopcontact aan te sluiten: deed niets. Dat scheelt, geen snelcursus vaatwasser reparatie, maar wat dan? Er moet dus ergens een stevige overgangsweerstand zitten waar de zeer hoogohmige ingang van de meter geen last van heeft, maar zodra er een stevige stroom wordt getrokken valt de spanning daarover weg. Bleek uiteindelijk een defecte groepsschakelaar in de groepenkast te zijn, zo’n simpel mechanisch geval, ronde witte knop.
Over die hoogohmige multimeters gesproken, die zetten heel wat storingzoekers vaak op het verkeerde been. Zelfde probleem wanneer mensen vertrouwen op het bekende electriciens schroevendraaierje met ingebouwd neon verklikkerlichtje. Ze werken tot na middernacht door om uit te vinden waar een bedradingsfout verscholen is en gaan dan uiteindelijk doodmoe naar bed. Terwijl er helemaal niets aan de hand was. Gewoon een meetfout. Je denkt dat ergens echt stroom op staat. Maar wat je meet is een geïnduceerde spanning: zodra je die meting herhaalt met een meetapparaat met een lage inwendige weerstand – die dus aanzienlijk meer stroom trekt dan een paar micro-ampère – dan is die spanning als bij toverslag verdwenen. Het toverwoord is hier: ghost voltages. Daar zijn fraaie meters voor van de firma Fluke die daar ook wat handige toepassingsgebieden voor beschrijft. Het kan ook eenvoudiger: mijn vader had een klein ijskastlampje, iets van 5 watt, voorzien van twee draden en een paar geïmproviseerde meetpennen. De dienaren van de Arbeidsinspectie, ingefluisterd door Brussel, zouden daar nu meteen een procesverbaal over opstellen en ondergetekende zou door de kinderbescherming terstond uit huis zijn geplaatst, levensgevaarlijk, onverantwoordelijk. En dat terwijl er daar toch ingebonden jaargangen van het blad “Verstandig ouderschap” in de boekenkast stonden. Op de tweede rij, achteraan, dat wel, geen lectuur voor kinderen.
En ik maak juist fouten aan het eind van een dag werken:
“Of je denkt: dit kan ook wel met de stroom er op, is alleen maar een kleinigheid. Deed ik ook een keer, iets jonger nog, lette even niet op, en mijn kniptang maakte kortsluiting. Flits, klap. Op één van de snijvlakken ontbrak toen een stukje metaal. Verdampt, weggesprongen. En het was zo’n mooie tang, toen nog ‘Made in Western-Germany’. Had ook in mijn oog terecht kunnen komen, ik had ook van de ladder af kunnen vallen. Niet doen dus. En omdat de meeste ongelukken gebeuren wanneer je vermoeid raakt (nog éven dit afmaken): stop op tijd. Morgen is er weer een dag.”
En ook overdag, omdat ik denk, al zo vaak gedaan, doe ik wel even, fluitje van een cent. Die twee nieuwe kranen liggen me nu al meer dan een jaar wat verwijtend aan te kijken, wanneer zijn wij nu eindelijk eens aan de beurt. Hoogste tijd om die twee oude moeizaam sluitende wastafelkranen te vervangen. En een half uur later wederom een moment van zelfreflectie, leer ik het nou nooit, measure twice, cut once.
Rob
Om nog net voor de eindstreep van dit jaar dit verlichtings onderwerp af te ronden, nog even dit. Dat de Fransen wat zenuwachtig worden wanneer je voor een verlichtingsgroep 2,5 mm² draad zou gebruiken is bekend. In de normen wordt 1,5 mm voorgeschreven. Dat is dan in ieder geval niet voor meer dan één uitleg vatbaar. Opinies over en interpretaties van de regels m.b.t. de te gebruiken disjoncteur in de groepenkast leveren telkens weer vragen op. Maar er staat toch in de normen dat je een circuit d’éclairage met een DJ van 16 ampère moet beveiligen? Nee, dat staat er niet. Er wordt alleen het maximum aangegeven van de te gebruiken beveiliging. Minder dan max mag. In de afgelopen tien jaar is de praktijknorm nu geworden: 10 A voor verlichting en 16 A voor stopcontacten. En de 20 A varianten gebruiken we dan voor circuits spécialisés als een chauffe-eau, wasmachine of oven.
Ook de regel dat er per verlichtingsgroep niet meer dan acht points d’éclairage mogen worden aangesloten brengt sommigen aan het twijfelen. Wat te doen met een kroonluchter, duidelijk meer dan één lamp of een hele serie inbouw spotjes? Dat kan allemaal, mits het verbruik per lichtpunt/schakelaar niet meer bedraagt dan 300 Watt en deze verlichting zich in hetzelfde vertrek bevindt. Met de high-bright led verlichting van tegenwoordig genoeg voor een voetbalveld, zodat ook de F-jes als een zwerm spreeuwen rond de bal het veld over kunnen blijven rennen wanneer de avond valt. Dus aan zo’n disjoncteur van 10 ampère heeft u meer dan genoeg.
Op de website van Entraidelec, die had ik hier nog niet genoemd als handige vindplaats voor veel vragen en antwoorden, staat dit over de algemene verlichtingsregels. En ook iets over de Franse variant op de hotelschakeling (va-et-vient) die met zg. télérupteurs werkt. Die zien er zo uit, en het is een simpel bi-stabiel relais dat met een korte druk op de knop bediend wordt (schema).
Bonnes fêtes de fin d’année,
Rob
25 december 2014 om 16:41 In reactie op: Is PVenergie leverancier a. fr.net -als i. nl.-microentrepereneur? #198303Een invuloefening voor onder de kerstboom: misschien een echo van de Nederlandse BTW discussie waarover Vincent Dekker helderder dan politiek verantwoordelijken of rechters dat doen anderhalf jaar geleden dit schreef? Begin dit jaar heeft minister Kamp de interpretatie ruimte die er belastingtechnisch was iets ingeperkt.
Wat Frankrijk betreft valt alles wat met deze zonnige fiscalité te maken heeft te lezen op de website van Photovoltaïque. Leuker kunnen we het niet maken afgaand op een nogal open geformuleerde vraag.
Rob
Aart, veel van die deskundigheid is in plezierig grote hoeveelheden op het Franse deel van het internet (nog geen slagbomen gezien) terug te vinden. Naast die inleiding door Hager is ook die van Schneider voor een eerste kennismaking met de Franse huiselektriek wel aardig, en bovendien gratis. Voor nog meer leesplezier onder de kerstboom zou op het verlanglijstje voor Père Noël ook nog kunnen worden opgenomen Locaux d’Habitation – slechts € 18,50 – of de klassieker “L’installation électrique comme un pro” – voor € 35,50 – zie deze wervende teksten.
En mochten er verder nog vragen zijn: deze questions/réponses zouden eigenlijk al heel wat gras voor de voeten van beantwoorders weg moeten maaien.
Het feit dat iets demontabel is betekent nog niet dat het daarmee een appareil d’éclairage mobile is. Wel eens geprobeerd zo’n soort kroonluchter op te hangen? In Frankrijk worden die geacht te worden gevoed via een speciale boîte de connexion, DCL geheten. Op de website van Hager een aardige inleiding in de Franse elektranormen, zie pagina 19 voor een toelichting op dit onderdeel van de verlichtingsregels.
Harold, back to basics. Volgens de Franse normen dienen groepen voor verlichting en stopcontacten gescheiden te zijn. Uiteraard mag je ” losse” verlichting aansluiten op een stopcontact. Maar zodra het gaat om vaste, ingebouwde verlichtingspunten dienen die via zo’n circuit d’éclairage vanuit de groepenkast te worden gevoed via eigen leidingen en schakelaars, inbouw dan wel opbouw, in gaines of via kabel.
Uitzondering op die regel is de prise commandée: een stopcontact dat aangesloten dient te zijn op zo’n verlichtingsgroep. Maar om de uitleg van Promotelec bij de Franse NFC 15-100 elektranormen te citeren: ” En effet, ces prises de courant commandées sont destinées à l’alimentation d’appareils d’éclairage mobiles et sont considirées commes des points d’éclairage.”
Volgens de regels mag dat dus niet wat je voorstelt. Wanneer je al een EDF aansluiting hebt, en er dus geen technische keuring nodig is door Consuel zal er verder geen haan naar kraaien. Die zijn er trouwens ook steeds minder op het Franse platteland, te veel vossen.
Rob
Hetgeen niet wegneemt, alle normalisatie ten spijt, dat een echte Gallische stekker, laten we hem maar even het “type Montebourg/Mélenchon” noemen, vriendelijk toegesproken, minder vriendelijk toegesproken, zich maar moeilijk laat overtuigen zich toegang te verschaffen tot een Bataafs/Germaans stopcontact. Ook mechanisch geweld biedt hierbij geen soulaas.
Indien dat verboden zou zijn, zou de Europese Commissie terstond een algemeen verbod op de import, handel in, en gebruik van internationale reisstekkers moeten uitvaardigen. Strenge controle op de luchthavens, onmiddellijke inbeslagname, eervolle notering in het zoveelste register van ongehoorzame burgers, in de gaten houden s.v.p. Kortom, het valt wel mee. De Franse elektranormen NF C 15-100 hebben betrekking op de vaste installatie in huis, en voor de rest heeft de zg. Laagspanningsrichtlijn van de Europese Commissie er de afgelopen decennia aan bijgedragen dat allerlei volstrekt onzinninge tolmuren gesloopt zijn. Zie ook de voorbeelden op pagina’ s 28 en 29 van de uitleg bij die richtlijn. De Europese markt voor witgoed en allerlei elektronische apparaten is behoorlijk geliberaliseerd, hoewel het Franse bedrijfsleven en hun beschermheer, de Franse Staat, daar zo nu en dan nog steeds moeite mee lijken te hebben.
Zolang je er maar voor zorgt dat Nederlandse apparatuur met een aardverbinding ook aan de aarde ligt van je Franse stopcontact is er niets aan de hand. En het inderdaad losse apparaten betreft, lampen met een snoerschakelaar of dimmer. Wanneer je je Nederlandse randaarde verlengsnoer echter uitleent aan je Franse buurman heeft die natuurlijk wel een probleem, z’n elektrische heggeschaar met Franse stekker past niet, in dat geval zul je hem ook je eigen Nederlandse heggeschaar er bij moeten leveren.
Rob
Voor de gelukkige bezitters van zo’n speciaal scheerapparaat stopcontact: tot het verschijnen van Amendement 3 op de Franse elektranormen mocht het nog, plaatsing in volume 2 van de badkamer. Daarna niet meer:
Levée de la dérogation permettant l’installation dans volume 2 d’un socle de la prise rasoir alimenté par transformateur de séparation. Montage maintenant interdit.
Niets aan de hand voor hen die vóór 2010 een attestation van Consuel gekregen hebben. Een elektrische installatie in Frankrijk dient te voldoen aan de eisen die van kracht waren bij de keuring. Hoewel de installatiebranche natuurlijk graag jaarlijkse updates verplicht zou willen zien gesteld……Terwijl ze nu vaak al moeilijk benaderbaar zijn. Herinnert u zich deze nog?
Rob
-
AuteurBerichten