Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Wanneer je ook nog gewoon aangesloten wil blijven op het stroomnet bestonden er er twee standaard varianten: alles terugleveren of gedeeltelijk zelf gebruiken en het overschot terugleveren. Voor beide is een goedkeuring nodig door de Consuel. De E(R)DF stelt het niet op prijs wanneer er zomaar een niet gekeurde externe stroomleverancier aan het net wordt gekoppeld.
Wanneer je niet aangesloten kunt worden of wilt zijn op het stroomnet is er de optie van volledige autonomie. Zie deze voorbeelden voor een site isolé. In feite sluit je de elektrische installatie dan aan op een variant van een noodstroom aggregaat, maar dan permanent. De enige combinatie mogelijkheid zou nog zijn om dan een inverseur de source te gebruiken, de standaard oplossing bij installaties die bij een stroomonderbreking het huisnet overschakelen naar de eigen stroomvoorziening. Of het een, of het ander. Tenzij je helemaal voor een integrale autonome laagspanningsvariant zou gaan.
Iets nieuws is een derde variant: een actie die de EDF / ENEDIS (voorheen ERDF) juni vorig jaar is gestart met een nieuwe autoconsommation variant. Inderdaad alles zelf gebruiken, niets terugleveren. Hier in de omgeving ken ik nog geen mensen die ervaring hebben opgedaan met de nieuwe, vereenvoudigde procedure die daarvoor is opgesteld door ENEDIS, de netwerkbeheerder.
Staatsruif: tot 2012 was het bijna een staatsgeheim waar de jaarlijkse 400 miljoen euro steun voor de Franse pers naar toe ging. Pas met een Décret van 13 april 2012 kwamen de cijfers boven water. LeMonde stond toen bovenaan en behoort nog steeds bij de kopgroep van het peleton. De laatste cijfers. En waren het niet twee journalisten van deze kwaliteitskrant die maandenlang bijna op schoot zaten bij Hollande om confidenties op te mogen tekenen? “Un président ne devrait pas dire ça“. Dus die onafhankelijkheid van de Franse pers, ik weet het niet. Wie laat zich voor wiens karretje spannen, welke speler op dit toneel van een Grieks drama krijgt wat van wie achter de coulissen ingefluisterd, in ruil voor welk schouderklopje, in ruil voor toekomstige promotie, ik weet het niet.
Staatsruif continued, integriteit & omstreken. Voor iemand die zoveel bewondering heeft voor De Gaulle is het jammer dat Fillon niet heeft kunnen breken met de gewoontes die de politieke klasse in Frankrijk klaarblijkelijk normaal is gaan vinden, een ruimhartig gebruik van onkostenvergoedingen. Toen De Gaulle, pas president en de nieuwe bewoner van het Élysée, voor de eerste keer de EDF facture daar onder ogen kreeg schrok hij, wel erg veel geld. Schoon schip werd er gemaakt: allerlei onduidelijke lieden die ooit onder vorige presidenten een (ere)functie hadden gekregen bleken nog steeds gebruikers te zijn van allerlei kantoorruimtes. U kunt vertrekken. Dat is dan zeg maar de reorganisatiebezem door de stal. Integriteit: hij stond er op dat zijn privévertrekken in het Ëlysée werden aangesloten op een afzonderlijke elektriciteitsmeter, rekening door hem persoonlijk te betalen. Ook zag hij af van een apart presidentieel salaris: “Mes revenus comme général de l’armée française sont largement suffisants” .
@ Hari Seldon: back in time, Milton Friedman?
Een ander geluid: inmiddels wordt Bouygues verweten dat ze niet bepaald helder zijn met hun criteria om éligible te zijn. Nexinpact had daar een week geleden al een bericht over zag ik zojuist. Velen hebben te horen gekregen: computer says no, désolé.
Binnengekomen mededelingen, nu van de generatie die met Apple producten is opgegroeid: een test van de 4G box op de website van macgeneration.
Om mijn eerdere opmerking te herhalen: het is maatwerk tussen dimmer en ledlamp. Wanneer je ledlamp van het eenvoudigste type is (“mains dropper circuit”), zie dit schema en de eerdere link van Timo Breumelhof (een GU 10 type overigens), dan heb je met sommige dimmers best een kans op succes. De als dimbaar geadverteerden hebben vaak een wat andere regelelektronica om de leds aan te sturen, en dat kan het combineren met dimmers lastiger maken. Zowel Jako als o.g. kunnen zonder jouw dimbare bedlampje gedemonteerd te hebben en je pas verworven ledlamp onderworpen te hebben aan een destructief onderzoek daar op afstand pogen iets zinnigs over te zeggen, maar veel verder dan een “best guess” gaat dat niet. Period.
Inderdaad moesten we er maar geen inleiding van maken over het verschil tussen “leading edge” en “trailing edge” dimmers, de fase aansnijding. Voor de vuist weg: de standaard dimmers willen graag een belasting zien van minimaal 20 à 30 watt. Wanneer je ouderwetse gloeilampen hebt is dat geen probleem. Met leds die veel minder verbruiken krijg je zo’n dimmer niet gestart of krijg je knipperlicht effecten. In de praktijk blijkt ook de installatiebranche de subtiliteiten van de match tussen dimmer en type/merk ledlamp te onderschatten. Dan komen ze terug met een doos vol dimmers en via trial-and-error is het dan op een gegeven moment: bingo! Of krijgen ze op grotere projecten plotseling te maken met storingen en veel uitval van verlichting. En daarmee kun je stevig in de rode cijfers komen aan het eind van het jaar. Dus wanneer de professionals nu en dan de mist in gaan en op zoek moeten naar antwoorden, dan is het voor de gewone particuliere consument ook oppassen. Een oplossing af fabrikant, verlichting plus bijbehorende dimmer is dan nog het verstandigste voor je portemonnee. Tot nu toe nog zelden aangetroffen bij de bricomarchés en zeker niet in de bekende weekaanbiedingen.
Dat Elsevier artikel, want niet digitaal opgeslagen en traceerbaar, moet nog even op zich laten wachten. Wel een ereplaats voor mijn eerste led, toen alleen nog in rood verkrijgbaar Het bonnetje heb ik niet meer…..
En het antwoord is: een wel doordachte marketing strategie van een niet nader te noemen concern in het zuiden van Nederland. Na een aantal mislukte pogingen om energiezuinige lampen op de markt te brengen, eigenlijk miniatuur neonlamp technologie, mijn spaarlampen gingen toen al verrassend snel kapot ondanks de beloofde veel langere levensduur, is er buitengewoon handig ingespeeld op groene politieke sentimenten. Eerst ging Nederland overstag en met dat breekijzer kwamen ze makkelijk de voordeur van de EU in Brussel binnen. Een goed gedocumenteerd artikel heeft indertijd in Elsevier gestaan, heb het ergens bewaard, maar waar.
Het dimmen van led lampen blijft een probleem. Aan boord van zo’n 230 volt ledlamp zit het een en ander aan elektronica om te zorgen dat de aangeboden wisselstroom wordt omgezet in gelijkstroom. Er mag niet meer dan een paar volt gelijkspanning over één zo’n led chip staan bij een stroomsterkte van bijv. 10 mA. Daar zijn technisch gezien verschillende oplossingen voor en ook dimmers zijn er in vele soorten en maten. Het is dus steeds zoeken naar de juiste match. Ook voor de 12 volts ledlampjes is dat het geval. Voor de dames en heren die weten hoe een soldeerbout of een oscilloscoop er uitziet deze link nog maar eens te voorschijn gehaald over het maatwerk dat nodig is om de juiste elektronische transformator te kiezen. En dan hebben we het nog niet eens over het dimmen.
Met de levensduur van de ledchips zelf, indien van een A merk, zit het wel goed. Mijn eerste led, signaallampje voor een versterker, kocht ik na lang aarzelen in 1969 voor dacht ik veertien gulden en 80 cent. Merk Monsanto of Texas Instruments. Doet het nog steeds. De componenten in de benodigde regelelektronica voor de huidige generatie 230 volt ledlampen vormen de zwakste schakel denk ik. Kwestie van ontwerp, kwaliteit van de onderdelen en zorgvuldigheid tijdens het fabricageproces.
En wat was er mis met die oude gloeidraadlamp? Tijdens de donkere wintermaanden het voordeel van extra verwarming. En dat in een tijd dat de gasbel bij Slochteren leeg begint te raken. Te vroeg in de ban gedaan.
Graag zou ik die nieuwe serie – door wie gefabriceerd? – in een test mee laten lopen. In vorige tests hoorden de Aldi-ledlampen niet bij de kop van het peleton, integendeel. In het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toekomst, ik weet het. Niet al te snel generaliseren. Toe, geef ze een kans. Inderdaad, misschien hebben ze deze keer eerst zelf getest alvorens een bod uit te brengen op een paar containers uit de PRC. Maar toch, wanneer je dit leest ga je toch twijfelen aan het inkoopbeleid van deze firma met zijn wortels “outre-Rhin”. En dat mag best in een markteconomie waar je de politiek immers toch ook mag beoordelen op basis van een gezonde dosis democratisch wantrouwen.
Quote uit een testbericht van de Consumentenbond: “De enige Aldi-lamp die we tot nu toe getest hebben maakte het het bontst. Deze lamp kon namelijk niet eens meedoen aan de verlengde levensduurtest, omdat alle exemplaren al gesneuveld waren in onze normale test van 5.000 uur. Niet bepaald wat je verwacht als er ‘25 jaar’ op de verpakking staat.”
Si vous me permettez, Christian, een kleine aanvulling. Zolang de temperatuur in die schuur niet beneden nul komt is dat een prima oplossing. Het lastige van butagas is dat het beneden de nul graden vloeibaar wordt, dus onbruikbaar voor verwarming. Wat ik me ervan kan herinneren – een oude discussie hier op ’t forum – is dat de gasleveranciers aanbevelen de temperatuur niet beneden de vier graden boven nul te laten komen. Propaangas wordt pas beneden de min 44 graden vloeibaar.
Wat de leveranciers daarover te melden hebben komt ongeveer hier op neer. Butagas mag binnen, ventilatie blijft van belang, niet opslaan in een kelder. Propaan moet altijd buiten staan.
Rata, voordat je mij op m’n woord gelooft dat die parafoudre module die nu een oneindige weerstand heeft helemaal goed is, toch nog even de puntjes op de i. Dit soort speciale zenerdiodes kent drie “failure modes”. Of een kortsluiting (beneden de 1 Ohm), of hij ligt open van binnen, of iets er tussen in. Dat 71 Ohm type valt duidelijk in die laatste categorie. Een defecte open Fusadee parafoudre is helaas met de gewone multimeters niet makkelijk te onderscheiden van 100% fitte types. Dan heb je toch een hoogspanningsvoeding nodig of een isolatietester die naast 500 volt ook 1000 volt aan boord heeft als testspanning. Maar in de meerderheid van de schadegevallen ontstaat er een hele of halve kortsluiting.
Rata, levert het woord parafoudre ook niets op? Want dat is in de strikte zin van het woord geen zekering, fusible of disjoncteur. Of heeft Jako met zijn link de enige coulante verzekeringsmaatschappij te pakken?
Department measurement: hier nog een weerstandje van 70 Ohm aan de tand gevoeld. Zowel met een Fluke uit de T-5 serie (gevoed met 2 AA batterijtjes van 1,5 volt) als met een ABB meter (gevoed met standaard 9 volt blok batterij) wordt er slechts 0,037 volt losgelaten op dit meetobject, dus zeer ver onder de interventiedrempel van 800 volt van een gezonde transil diode zoals ingebouwd in een Fusadee parafoudre.
Dit is dus het defecte exemplaar. Dat exemplaar “buiten meetgebied” geleidt dus niet, en dat is ‘m geraden ook bij de 1 of 2 volt die er via je meetpennen op komt te staan. Die is heel, niet weggooien. Het defecte exemplaar ook nog eens meten met de meetpennen andersom, we draaien de plus en min om. Kijken wat er dan gebeurt. En bewaren, want dit is exhibit #1 voor de verzekeringsmaatschappij. Mooi metertje, ook die automatische bereikkeuze is handig. Veel minder kans dat je een verkeerd (te gevoelig) meetbereik kiest.
Wat ik nog vergeten was te melden. Het aardige van dat Bouygues boxje is dat er ook nog een aparte ethernet poort aanwezig is. Meestal is het wifi bereik van dit soort hotspots wat aan de zwakke kant. In ieder geval vergeleken met wat er op de (internationale) markt verkrijgbaar is aan meer gespecialeerde wifi equipment. Die is niet meer per se nodig omdat de limiet van het aantal aan te sluiten apparaten te snel wordt bereikt. Bij de eerdere versies bleef de teller bij vijf, resp. tien steken. Een paar laptops in de lucht, wat smartphones en dan komen er vrienden op bezoek die bijna als eerste vragen: en wat is de code van je wifi netwerk? Die limiet is nu naar boven verschoven, naar 32 gelijktijdige aansluitingen. Voor bruiloften en partijen niet genoeg, maar goed, dan worden de gasten eigenlijk geacht zich te richten op de reële wereld van het hier en nu, en niet op de virtuele buitenwereld.
Desgewenst kun je dus een externe wifi router aansluiten op dat nieuwe Bouygues boxje. Of een powerline netwerkje via het stopcontact van internetsignaal voorzien. We moeten maar eens kijken wat andere tests die de komende weken ongetwijfeld zullen verschijnen daarover te melden hebben.
Die mogelijkheid voor een externe antenne stelt mij als bewoner van een gebied waar postduiven soms niet eens zo’n gek alternatief lijken wel gerust. Sinds een half jaar eindelijk re-adsl van Orange, maar mocht dat nog een keer weigerachtig worden, dan kan ik deze bouwinstructie alsnog te voorschijn halen.
Ik kwam een eerste test tegen. Niet onaardig: er is ook een ingang voor een externe antenne aanwezig en een ethernet poort voor het geval je een andere wifi router zou willen gebruiken.
Laat het woordenboek maar staan om verdere tijdverspilling te voorkomen: de Franse vertaling van het tegenscript.
Sinds Bloctel is het er bij ons niet minder op geworden. Ooit in een tijd dat je berichten nog via een echte high-tech uitvinding als de fax kon versturen werd er al creatief gesleuteld aan tegenscripts. Voor het geval je een mens van vlees en bloed aan de lijn krijgt is dit nog steeds een aardig voorbeeld. Handig om – na vertaling – naast de telefoon te leggen. Een paar stevige regels tekst in het Duits of Russisch (dank aan de vertaalmachines + uitspraak) doen het ook goed. Een paar krimi series bekijken om de juiste toonhoogte (ondertoon: you’re talking to me?) te vinden. Dan wordt het vaak weer een tijdje rustiger.
Zo te lezen vergoeden de meeste verzekeringsmaatschappijen alleen de gevolgen van een directe blikseminslag en vallen de indirecte “dommages électriques” onder een aanvullende verzekering. Verzekeringsvoorwaarden doorploegen, niet iets voor de zaterdagavond. Ook niet voor de zondagochtend, maar wanneer dan wel?
Nu ik toch de hele dag al achter de pc zit kan dit er ook nog wel bij. Jako sprak het vermoeden uit dat Rata de NF elektraregels niet zou hebben gevolgd. Ik zou zeggen: wie onder u zonder zonde is, werpe de eerste steen. Maar is Rata een zondaar, een overtreder van de NF C 15-100 normen door geen disjoncteur in serie te hebben opgenomen met zijn parafoudre? En is zijn adviseur op afstand (o.g.) als “ground control to major Rata high in the alpine sky” niet de bron van dit wetteloze gedrag? Laat ik m’n pen dopen in een potje Gimborn inkt hier voor me met als opschrift: ” Pour le service diplomatique. ”
1) In het voorwoord van “Locaux d’habtation” schrijven zelfs de dames en heren van Promotelec die zich van zeer nabij mogen koesteren aan het knapperend haardvuur van de Franse elektranormen het volgende. “Le présent mémento, qui ne saurait se substituer aux prescriptions officielles,…..” Voorzichtigheid geboden dus. Kunnen we het schema op de website van Entraidelec zoals door Jako aangereikt dus zondermeer heilig verklaren en beschouwen als een volledige weergave van de Franse normen op het gebied van “lightning busters”?
2) Jako heeft gelijk – hier komt mijn inkt goed van pas – voor wat betreft de dertien in een dozijn parafoudres die over de toonbank gaan, uitgerust met varistors die het zware werk moeten opknappen. Nu hebben die varistors (varistances) helaas een vervelende eigenschap: ze hebben te lijden onder al die overspanningen die ze door zich heen moeten laten gaan richting aarde. Hun inwendige weerstand verandert langzaam maar zeker en ze beginnen continu iets aan stroom door te laten. Daardoor worden ze ook warmer. Dat thermische gedrag valt keurig te meten met een zg. “signalisation fin de vie”. Op een gegeven moment wordt zo’n varistor echt te warm en kan hij maar beter vervangen worden. Bovendien is z’n restfunctie danig verzwakt, er is niet veel voor nodig om hem in de totale “failure mode” te sturen: een bijna kortsluiting. En we proberen uiteraard brandrisico’s te beperken. Op dat terrein hebben varistors overigens geen beste naam. Het is sowieso wat oppassen met dit soort beveiligingen, lees dit verslag voor de aardigheid eens.
3) Om de continuiteit van de stroomvoorziening niet in gevaar te brengen is het dus noodzakelijk om defecte modules zo snel mogelijk te kunnen loskoppelen van de stroomvoorziening. De specifieke normen voor de overspanningsbeveiliging spreken hier over een “déconnecteur”. Klinkt als: disjoncteur, die je dan ook ziet ingetekend in het schema van Entraidelec. Een stap verder op de evolutieladder komen we de modules tegen die autoprotégé zijn. Schakelen (vaak) ook uit bij thermische overbelasting, hebben een signalisation de fin de vie en kunnen eenvoudig van het stroomnet worden losgekoppeld mocht er zich onverhoopt een inwendige kortsluiting hebben voorgedaan. Wie het allemaal zou willen nalezen zou deze patentaanvrage van de firma Hager kunnen doornemen.
4) Dan komen we nu bij de parafoudres die zijn uitgerust met de speciale vermogens zenerdiodes, de transils en tranzorbs om een paar commerciële benamingen te gebruiken. Door de fima Fusadee/ADEE al een paar decennia in een range producten voor industrie en particulier verwerkt. Zouden nu ook de ziekenhuizen, laboratoria, kerncentrales en vliegvelden waar je hun producten tegenkomt net zoals van Rata vermoed wordt “outside the law” leven? Ik denk van niet. Want voor installaties van minder dan 100 kVA en voorzien van een Disjoncteur de Branchement die tevens disjoncteur différentiel is (onze Baco 500 mA DB) geldt dat die functie de rol vervult van deconnecteur. En het simpel uitklappen van die Fusadee module houders, inmiddels rijkelijk met fotomateriaal toegelicht, lijkt me toch ook te leiden tot een déconnexion mogelijkheid. Zie ook pagina 13 van deze brochure.
5) Wat de techniek betreft nog dit. De meeste parafoudres hebben als opschrift Up = 0,8 kV. Dus alles wat boven de 800 volt komt wordt dan zo snel mogelijk naar aarde afgevoerd. Bij die speciale zenerdiodes gaat dat razendsnel, in pico secondes, de varistor oplossingen zijn tot een factor duizend minder snel, in nano secondes. Zou je nu een disjoncteur in serie opnemen met zo’n fusadee module dan voeg je weerstand, zelfinductie en capaciteit toe. Waarmee m.i. de in de praktijk realiseerbare “interventiedrempel” van 800 volt naar boven verschuift, misschien wel met een paar honderd volt. De werking wordt dus minder effectief, het risico bestaat dat een grotere hoeveelheid energie toch aan de elektrische installatie wordt doorgegeven. En je daarmee eerder boven de kritische grens komt van 1500 volt, waarboven je aanzienlijke schade kan verwachten.
6) Department circumstantial evidence: maar Rata schreef toch zelf over die Consuel inspectie:” ….maar de controleur keek wel even naar me”. Lijkt me niet meer dan een normale reactie: slechts zelden kom je zo’n Fusadee systeem bij particulieren tegen, en deze keer nog wel in de eenvoudige elektrakribbe in een berghut, alleen de os en ezel ontbraken.
7) Voor de goede orde: de echte deskundigen zitten bij ENEDIS, de SNCF, Tennet, Prorail en gespecialiseerde bedrijven. Ik ben geen electronenfluisteraar, probeer alleen een journalistiek brugje te slaan naar wat basisprincipes. Want zelfs bij de schema’s in de eenvoudige brochure van parafoudre specialist DEHN moet ik toch even nadenken.
8) Schieten me nog twee dingen te binnen: in de uitvoerige documentatie van Fusadee stond indertijd het advies om je aardingsweerstand beneden de 10 Ohm te houden, en boven de 30 Ohm toch maar contact op te nemen met hun technische dienst. Want hoe lager die weerstand – of moet ik zeggen: impedantie – des te makkelijker wordt het om overspanningen in de valkuil van moeder aarde te laten springen. Iets om in het achterhoofd te houden.
Bliksembeveiliging is ook voor het réseau van de ERDF van groot belang om onze stroomvoorziening te garanderen. Verontrustend is dat iedere maandagochtend heel wat directie vergaderingen van netbeheerders hier in Europa een vast agendapunt hebben: wat is er de afgelopen week weer gestolen aan koperen leidingen.
9) Goed, het reisdoel werd na anderhalve dag al bereikt, ik hoop dat de medereizigers onderweg nog hebben kunnen genieten van het vrij associerende uitzicht.
In de toekomst wordt het “logement” formulier onder punt 3 uitgebreid met de volgende tekst: Ce logement, est-il desservi par un ascenseur ou un télépherique? Maakt het stijgen en dalen voor de jongens/meisjes/dames/heren enqueteurs wat makkelijker en scheelt weer een paar 4WDs.
Uitleg bij de INSEE, zeg maar het Centraal Bureau voor de Statistiek. Interessant beroep: als enqueteur op huisbezoek gaan in één van de Zones Urbaines Sensibles (ZUS). Hoe kom je bij iemand binnen: met politiebegeleiding? Zo die daar al aanwezig zouden zijn en er tijd voor hebben. Lijkt me in ieder geval het traditionele methodologische onderzoeksprobleem van de non-respons op te leveren.
De bezitters van een maison secondaire ontsnappen deze verplichte dans slechts ten dele:
La résidence où vous devez vous faire recenser est votre résidence principale. Si un agent recenseur vous contacte néanmoins dans votre résidence secondaire, ne remplissez que la feuille de logement.
Bron.
Het lijken wel attestation formulieren van de Consuel, niet verkeerd invullen, want dan zwaait er wat!
Rata, zoals in de bekende schroefzekering (smeltveiligheid) van weleer heel fijn zand was meeverpakt in het inwendige om spectaculaire vuurwerk effecten te voorkomen bij het levenseinde van de zekeringdraad, zo zijn die “zenerdiodes” ook keurig verpakt in hun Fusadee behuizing. Zo te zien in iets epoxy-achtigs ingegegoten. Dus aan de buitenkant zul je tussen een defect en nieuw exemplaar geen enkel verschil zien.
Wanneer je een hoogspanningsvoeding zou hebben – de mijne heb ik indertijd verkocht toen er kleine kinderen kwamen – zou je een keurige curve kunnen maken: zien vanaf welk voltage zo’n Fusadee module begint te geleiden. De omgekeerde weg bewandelen is stukken veiliger: met de geringe spanning – hooguit een paar volt- die jouw multimeter in het weerstandsbereik op het te meten object zet zal een nieuwe module geen electron doorlaten, bijna een oneindige weerstand. En defect een bijna perfecte kortsluiting, minder dan één ohm.
Wannox, die Fusadee module houders en equivalenten klap je met één handomdraai 65 graden naar buiten toe, waarmee de kortsluitende zenerdiode modules meteen geïsoleerd zijn van de fase en nul. Je verwijdert ze en ook zonder reserve exemplaren kan je de installatie weer onder stroom zetten, met lege module houders. Maar dan moet je het eerder bij de hand hebben gehad. About the origin of species: toen de parafoudre modules (met varistors) nog als compleet “blokje” integraal op de DIN rail bevestigd werden had je zonder een beveiligende disjoncteur een probleem. Dan moet de groepenkast open. Met de komst van “in situ” vervangbare inhoud is het er al makkelijker op geworden. Die “isolerende” disjoncteur is inderdaad handig. Ook nu nog: wanneer je geen reserve varistor of zenerdiode module bij de hand hebt kun je meteen na het onheil de installatie weer onder stroom zetten, je zet die disjoncteur gewoon uit. Zo wordt het ons door reclamemakers aangeprezen. Maar tijdens een zwaar onweer? Komt er geen tweede bliksemflits? Na zo’n waarschuwing zou ik liever de DB even in de positie op de plaats rust laten. En een glas whisky inschenken om rustig van de schrik te bekomen.
@ Rata:
1) Christian en o.g. hebben jouw ervaringen verwerkt in punt 28 van ons elektraverhaal
2) Rekening naar de ERDF/ENEDIS? Volgens mij zit je daar “ën bout de ligne”. Dat wist je natuurlijk al, maar elektrisch gezien betekent dit ook dat je daar allerlei gekke spanningspieken kunt verwachten. Wij hebben daar ook last van: geen enkele normale ouderwetse gloeilamp houdt het hier lang vol. Om het nog te illustreren met een voorbeeld dat Cees zal aanspreken: die elektrische energie komt jouw kant uit gerend zoals golven tijdens een storm en dan tegen de kademuur huizenhoog uit elkaar spatten. Niets aan te doen. Zeker gezien de afwezigheid van andere bergbewoners in dit seizoen ben jij één van de weinige die nog daadwerkelijk op het stroomnet staat aangesloten dus alles komt jouw kant uit….De firma Tektronix bracht medio de jaren 80 een nieuwe serie oscilloscopen uit, de 2213 en de 2215 (ziet er ongeveer zo uit, de 2225). Geen zware transformator meer aan boord, maar een schakelende voeding. Met name in plattelandsgebieden (Schotland) ging het toen stevig mis: ze kregen ze in grote getale retour. Bij de afdeling meetinstrumenten van Philips in Nijmegen lachten ze in hun vuistje: de Rolls-Royce onder scopes van zijn troon gevallen.@ Cees: fraaie tekeningen van de para-tonnerre in deze uitleg over bliksem- en overspanningsbeveiliging.
edit:
@ Jako: mag ik het vermoeden uitspreken dat de DB met zijn aanspreekstroom van 500 mA al veel eerder zou hebben gereageerd dan de 20 A disjoncteur? En dat ook indien die disjoncteur zou zijn aangebracht de doorsnee elektragebruiker niet meteen een aha Erlebnis zou hebben gekregen, dat is ’t?
18 januari 2017 om 13:36 In reactie op: Wat voor mortel voor reparatie dak met tuiles canal? #201884Ingebed in cement? De neiging bestaat om iedere opgedroogde mortel aan te duiden als “cement”. Maar de verschillen tussen de diverse mortels zijn groot. Cement maakt meer kapot dan je lief is, zeker in de traditionele bouw. Kalkmortels zijn na de Tweede Wereldoorlog wat in het vergeethoekje komen te staan, want werkt veel minder snel dam een mortel op basis van cement. Inmiddels is er een come-back van de kalkmortels. De echte artisans zullen ongetwijfeld nog steeds hun eigen mélanges à la chaux maken, maar de grote fabrikanten als Weber en anderen hebben kant en klare oplossingen.
-
AuteurBerichten