De ongelijkheid van de Franse taal
Idée reçue: in de Franse République staan mannen en vrouwen op gelijke voet.
De ‘Déclaration des droits de l’homme et du citoyen’ van 1789 was duidelijk niet die van de mens maar die van de blanke man. De vrouwen en de slaven van de koloniën waren niet bij het feest uitgenodigd. Olympe de Gouges, féministe de la première heure, trachtte toen wel een ‘Déclaration des droits de la femme et de la citoyenne’ door te duwen, maar verloor daardoor haar fiere kop. En het duurde meer dan 150 jaar vóór dat de Française naar de stembus mocht (1945), een eigen carnet de chèque kon aanvragen (1965) of vrijelijk mocht scheiden (1975). Zelfs in Frankrijk anno 2014 – waar iedereen gelijk hoort te zijn – zijn de Messieurs gelijker dan de dames, die nog ruim een kwart minder verdienen en dubbel zo hard aan het huishoudelijke karretje trekken. De parité is dus nog ver te zoeken. Hulde dus – en passant – aan de ‘Hollandais’ die onlangs net zoveel vrouwen als mannen voor zijn regering koos: là, enfin, ‘un homme sur deux est une femme’!
Het blijft dus duidelijk dat er voor de MLF* en haar opvolgers nog voldoende pain sur la planche is: ontzettend veel te doen. Daarom is het kenmerkend dat één van de laatste overwinningen van de féministes het afschaffen van het hokje ‘Mademoiselle’ op officiële formulieren is. Velen onder de militants zullen zich weliswaar aanvragen of dat werkelijk een prioriteit was, en menige liefhebber van de galanterie het administratief schappen van het charmante woordje betreuren – het mag nog en privé gebruikt worden J – maar wat kenmerkend is, is dat het naar een essentiële waarheid wijst: onze cultureel aangeboren sexisme wordt in de Franse taal bespiegeld en daardoor versterkt.
Neem bijvoorbeeld ‘la secrétaire du directeur’: elke Fransman of Française ziet meteen voor zijn geestesoog een blonde secretaresse verschijnen, die haar patron – un capitaine de l’industrie – volgt. Maar de spiegelzin – le secrétaire de la directrice – roept een heel ander beeld: de directrice van een (basis)school, zittend aan haar schrijftafel. ‘Mon maître’ duidt zonder twijfel naar een meester, maar bij ‘ma maîtresse’ is twijfel wel op zijn plaats. En zulke veelzeggende situaties zijn er in onze mooie taal in overvloed; niets verbazends eigenlijk als men denkt dat het woord ‘puta’ – ‘de vrouw’ in het Latijns – is in de loop der eeuwen een heel andere concept gaan bekleden, of eigenlijk twee: die van de prostituée (la putain) maar vooral die van de verwerpelijke, immorele en verleidende vrouw (la pute).
Wie mijn propos overdreven acht, mag bij de volgende lijst even stil staan – vrij crue maar verhelderend:
- Un gars: c’est un jeune homme
- Une garce: c’est une pute
- Un courtisan: c’est un proche du roi
- Une courtisane: c’est une pute
- Un masseur: c’est un kiné
- Une masseuse: c’est une pute
- Un coureur: c’est un joggeur
- Une coureuse: c’est une pute
- Un rouleur: c’est un cycliste
- Une roulure: c’est une pute
- Un professionnel: c’est un sportif de haut niveau
- Une professionnelle: c’est une pute
- Un entraîneur: c’est un homme qui entraîne une équipe sportive
- Une entraîneuse: c’est une pute
- Un homme à femmes: c’est un séducteur
- Une femme à hommes: c’est une pute
- Un homme public : c’est un homme connu
- Une femme publique : c’est une pute
- Un homme facile: c’est un homme agréable à vivre
- Une femme facile: c’est une pute
- Un homme qui fait le trottoir: c’est un paveur
- Une femme qui fait le trottoir: c’est une pute
- Un péripatéticien: c’est un élève d’Aristote
- Une péripatéticienne: c’est une pute
Wat wilt u met een taal waar honderd vrouwen en één man nog als ‘ils’ aangeduid worden? In het Nederlands gebruikt men zij, en in het Hongaars is er zelfs geen enkel verschil in de aanduiding: geen ‘hij’ of ‘zij’… Voor wie erover nadenkt is het kristalhelder: onze moedertaal draagt onze verleden en beïnvloedt ons heden. Wat kunnen wij eraan doen? Een taal (trachten te) reformeren is geen pretje, en kan een grote verwarring veroorzaken. En na de discriminatie tegen vrouwen uitgebaand te hebben, zouden wij nog aan die tegen de linkshandige** moeten beginnen, enzovoort… Beter lijkt het me om bewust van de eigen taalgebruik te worden, en zo zijn woorden goed weten te kiezen. Uiteindelijk, le dictionnaire propose, mais l’homme (la femme!) dispose…
‘L’art de s’exprimer’ blijft immers de kern van ‘l’art de vivre’.
Sylvain Lelarge
* MLF: ‘Mouvement de Libération des Femmes’, créé en 1968
** een paar voorbeelden: maladroit = onhandig / gauche = onhandig / avoir deux mains gauches = niets gedaan krijgen / sinistre = komt van het Latijns voor gauche