Bron: http://klussen-in-frankrijk.eu/
Deze nuttige woordenlijst werd met kennis van zaken en zeer veel ervaring op het gebied van onderhoud en renovatie samengesteld door Christian von Klösterlein. Christian is tevens de schrijver en samensteller van de bovengenoemde website; klussen-in-frankrijk.eu.
Met deze woordenlijst is geprobeerd de meest voorkomende gereedschaps- en materiaaltermen en begrippen die men bij het (ver)bouwproces tegen kan komen op een rij te zetten. Op het eerste gezicht misschien lang, maar toch verre van volledig. In ieder geval beter dan wat vertaalmachines op internet ons soms voorschotelen.
Nog beter is het om, wanneer ze er weer eens liggen, folders en de guides bricolage uit de bouwmarkten mee te nemen als naslagwerk. Dan is vergissen nauwelijks meer mogelijk.
Met dank aan Rob van der Meulen voor zijn talrijke inputs. Ook de headerfoto is van hem.
A
aanhangwagen la remorque
aankleven adhérer
aanleg van installation de
aanleggen bâtir, construire, établir, poser
aannemer l’entrepreneur
aanrecht plan de travail (ook: l’évier)
aansluitmof manchon de jonction
aansluiting (elektra) raccordement, branchement
aansluitkabel le câble de raccordement
aansluitstrip la barrette de connexions
aantrekken attirer
aanvoer (gas, water) adduction
aanvoerbuis tube adducteur, tube d’alimentation, tube d’arrivée
aanvraag demande
aanzagen entamer avec la scie
aanzicht (tekening) vue
aarding la mise à la terre
aardlekschakelaar l’interrupteur différentiel
accessoires appendiculés
accu batterie, accumulateur
accuboormachine perceuse sans fil
acculader le chargeur de batterie
afbakenen (terrein) piqueter
afbakenen (weg) tracer
afbraamschijf disque à ébarber
afbreken (huis) démolir
afbijtmiddel décapant
afdichten étancher, boucher, calfeutrer, colmater
afhakken (met beitel) couper au burin, tailler au ciseau
afkoelen refroidir
afkrabben gratter, racler
aflevering livraison
aflopen (helling) descendre
afrastering clôture
afronden arrondir
afschermbuis tuyau de protection
afschermkap capot de protection
afschuinhoek angle de chanfrein
afsluiter (water) clapet, vanne, papillon, robinet-soupape
afsluiter (elektriciteit) interrupteur
afstand hart op hart l’entraxe, distance de centre à centre, écartement d’axe en axe
aftapkraan le robinet, le purgeur
aftappen (olie) purger, saigner, vider
aftekenen tracer
afvalscheiding le tri sélectif des déchets
afvalstortplaats décharge, déchetterie
afvijlen enlever à la lime
afwerken finir
afwerking finition, second oeuvre
afzuigkap hotte
ambacht métier, profession
ambachtsman artisan
antenneversterker amplificateur d’antenne
anti-roest middel agent anti-rouille
arbeider ouvrier
artikelencode code de produit
asbest amiante
automaat automat (zekering= disjoncteur)
B
badgeiser le chauffe-bain
badkamer la salle de bains
badkuip la baignoire
bahcosleutel clef à molette (ook: clé molette)
bajonetfitting douille à baïonnette
bak la cuve, le réservoir
balk la poutre (traverse / longitudinale – in de breedte / lengte)
balkeinde bout de poutre
bandschuurmachine la ponceuse à bande
bankschroef l’étau
batterij la pile
behang le papier peint
beitel (voor steen) ciseaux of: chasse of: pointerolles
beitel (hout) ciseau à bois
beits la lasure
betimmeren lambrisser
beton (gewapend ~) le béton armé
betonmolen la bétonnière
betonijzer le fer à béton
beugelslot (fiets) l’antivol U
beugelslotje le cadenas
beugelzaag scie à bûche, scie tubulaire
blikschaar la cisaille tôle
bliksemafleider le paratonnerre (op het dak)
bliksembeveiliging le parafoudre (in de groepenkast, tegen overspanningen)
boor foret cylindrique (pour métaux ou béton)
boor voor hout mèche cylindrique 3 pointes , mèche spirale, mèche plate
boorhamer le perforateur-burineur
boormachine la perceuse
bout le boulon
boutenschaar le coupe boulon
bouwaansluiting branchement provisoire + coffret de chantier (électricité)
bouwlamp projecteur de chantier
bouwvergunning le permis de construire
bovenschaaf la défonceuse (idem voor bovenfrees)
brandbaar inflammable
breekhamer (Kango) le marteau-piqueur, le piqueur, brise béton
breekijzer pince à décoffrer
buigijzer (loodgieter) pince à cintrer cuivre
buis (elektra) gaine, conduit
C
cement le ciment
cementmenger le malaxeur, le mélangeur
cementmolen la bétonnière
centrale verwarming le chauffage central
chemisch anker le scellement chimique
cirkelzaag la scie circulaire
combinatietang la pince universelle
compressor le compresseur
cv-ketel la chaudière
D
dak(-constructie) le toit, la toiture, la charpente
dakbalk la solive
dakdekker le couvreur
dakgoot la gouttière, l’égout
dakhelling la pente
dakkapel la lucarne
daklei l’ardoise
dakpan, hol la tuile canal
dakpan la tuile
dakspoor le chevron
dakvorst (vorstbalk) l’arête, la panne faîtière
dakspant driehoekig la ferme
daktuin le jardin suspendu, le jardin terrasse
daling grondwaterpeil l’abaissement de la nappe souterraine
damp la vapeur
dauwpunt le point de rosée, le point de condensation
decoupeerzaag la scie sauteuse
deksteen la dalle de couverture, la pierre de couronnement
deur (schuur~) la porte, porte de service
deurbel le bouton de sonnerie
deurbeslag la ferrure de porte
deurdorpel le dormant de cloisonnage
deurknop la poignée
deurkozijn châssis de porte
deurlijst le chambranle de la porte
deuropener l’ouvre-porte
deurpaneel le panneau de porte
deurslot la serrure de la porte
dichten étancher, remplir, boucher un trou
diep profond(e)
dikte l’épaisseur
dimmer (licht) le variateur (de lumière)
dompelpomp pompe à immersion, pompe plongeur
doorbuiging la flexion, le fléchissement
doorslijpschijf meule de tronçonnage, meule à tronçonner
doorsnede le coupe, la section
doorsnijden couper en deux, trancher
doorspoelen rincer
doorsteken percer (een gat maken)
doorsteken (buis) déboucher
dopsleutel set le coffret de douilles
doorslijpschijf disque à tronçonner
dorpel le seuil, le passe de porte
douchebak le bac à douche
draagmuur le mur porteur
draad (elektra) le fil
draadspanner le tendeur de fil
draadeinde tige filetée, axe fileté, arbre fileté
draadstriptang la pince à dénuder
draaibank le tour
draaistroomnet le réseau triphasé
drevel la chasse-clou
driehoek le triangle
driehoekschuurmachine la ponceuse delta
drogen sécher
druk la pression
drukregelaar régulateur de pression
drukregelaar groupe de sécurité (chauffe-eau)
drukknop le bouton-pressoir
drijfriem la courroie de commande
drijfriem (auto) courroie de transmission
drijver le flotteur
dubbelglas le double vitrage
dubbelpolig bipolaire (électricité)
dubbelwandig à double paroi
dubbelzijdige tape adhésif double face
ducttape le ruban multi-usages, ruban adhésif
duim (maat) pouce
duimstok la mesure pliante
dwarsbalk le poutre transversale, la solive, la traverse
dwarslaag la couche transversale
E
eencilindermotor le moteur monocylindrique
eenpolig (elektra) unipolaire
eetkamer la salle à manger
elektriciteitsmeter le compteur
eigendom la propriété
eiken le chêne
eindresultaat le résultat final
elastiekje l’anneau de caoutchouc, l’élastique
elektricien l’électricien
emmer le seau
Engelse sleutel la clé à molette
enkelfase monophasé
epoxyhars la résine époxyde
etsen attaquer à l’acide
evenwicht l’équilibre, la balance
F
filter le filtre
flens la bride
fitting (schroef) la douille à visser
fitting (bajonet) la douille à baïonnette
fonteintje la lave-mains, la vasque
frees (gereedschap) la fraise
frequentie la fréquence
frontmuur la façade
functioneren fonctionner, marcher
fundatiebalk la poutre de fondation
fundatiediepte la profondeur de fondation
fundatiemuurwerk la maçonnerie de fondation
fundatiepaal le pilier de fondation
fundatietekening le plan de fondation
fundering fondations
fundering op palen fondation sur pieux
G
gaas le grillage, la toile métallique
gang le couloir, le corridor
gasafvoer l’évacuation du gaz
gasbeton le béton cellulaire
gasdrukregelaar (butaan, propaan) le détendeur
gatentang le pince à trous, of: ~ à perforer, of: ~ à poinçonner
gatenzaag la scie cloche
gasstel la table de cuisson
gazonsproeier arroseur de jardin
geaard mis(e) à la terre
gebarsten éclaté(e), crevassé(e)
gebogen courbé(e)
gebruiksaanwijzing mode d’emploi
gebruiksduur durée d’emploi, durée de fonctionnement
geiser le chauffe eau, la chaudière murale
gehoorbeschermer le casque anti-bruit
gekarteld crénelé(e)
gekruist croisé(e)
geluidshinder nuisance sonore
geluidsisolatie (woningen) l’isolation acoustique, l’insonorisation
gelijkstroom le courant continu
gelijkvloers au rez-de-chaussée, de plain-pied
gereedschapskist la boîte à outils
gevel la façade
gevel, kop- ~ le pignon
gewelf la voûte
gewelfboog l’arc de voûte
gewicht le poids
gietcement ciment de prise
gieten verser
gietijzer la fonte
gipsplaat la plaque de plâtre, le placo, le placoplâtre
glad lisse
glas (in raam of deur) le vitrage
glaswol la laine de verre
gloeidraad le filament à incandescence
gloeilamp l’ampoule
goedkeuren approuver
goot tuyau, canal, conduit, goulotte, gouttière
gootsteen l’évier
gording la panne
grasmaaier la tondeuse à gazon
grendel le verrou
grenen (hout) le pin
greppel le fossé
grind, kiezel le gravier, le gravillon
grind, ‘split’ le gravillon, le concassé
grindtegel, gewassen ~ la dalle en gravier lavé
griptang la pince étau
groef le creux, la rigole, l’ornière
groepenkast le tableau électrique
grondkabel le câble souterrain
grondverf la sous-couche
grondwater l’eau souterraine
groothandel le commerce en gros
gruis le débris, la poudre, la poussière, le grain
H
haaks d’équerre
haard le foyer, la cheminée
haardspecialist l’atrier
halogeenlamp l’ampoule halogène éco
hamer le marteau
handzaag (hout) la scie égoïne, scie menuisier
handpistool (kit) le pistolet pour mastic, pour cartouches
hangkast le placard-penderie
hang- en sluitwerk la serrurerie, la quincaillerie
hardboard panneau en fibre dur
hekwerk la clôture
herenhuis la maison de maître, la maison bourgeoise
HDMI kabel cordon HDMI
hoektroffel la truelle pour angle intérieur / extérieur
hogedrukspuit le nettoyeur haute pression, le Kärcher
hoofdschakelaar (elektra) le disjoncteur de branchement
hotelschakeling (= wisselschakeling) le va-et-vient
houtbeitels les ciseaux à bois
houten hamer le maillet
huishoudtrap l’escabeau, le marchepied
I
impregnering l’imbibition, l’imprégnation, l’injection
inbouw/opbouw encastré / en saillie
inbusbout le boulon à six pans creux
inbussleutel la clé mâle hexagonal
indienen présenter, soumettre, déposer
ineenpersen comprimer
ingenieursbureau cabinet technique, cabinet/bureau d’ingénieurs
ingeschakeld sous tension (electricité)
inhaken agrafer, accrocher
inhoud le continu, le volume, la capacité
inloopdouche douche à l’italienne
inmetseling le scellement, le maçonnage, le murage
inwerking l’action
inzakking l’affaissement, le tassement
isolatie l’isolation
J
jaarbeurs la foire annuelle
juistheidgraad le degré de précision
jutekabel le câble à isolement de jute
K
kabelbreuk rupture de câble
kabelhaspel l’enrouleur de câble électrique
kachel le poêle
kachelspecialist l’atrie
kalk la chaux
kalkmortel le mortier à la chaux
kalkpleister l’enduit à la chaux
kamer la pièce
kamer, slaap- la chambre
kantrechtbank la dégauchisseuse
kaphamer le marteau à piquage
kapzaag(verstek) la scie à dos
kas (inbouw) le placard
kast (los) l’armoire, la tablette
keep la rainure, l’entaille, la hachure
keg le coin
kelder la cave, le cellier, le sous-sol
kern le noyau, l’âme
kersenbomenhout le bois de cerisier
ketelsteen le tartre, l’incrustant
ketting la chaîne
kettingzaag la tronçonneuse
keuken la cuisine
kippengaas le treillis de poulailler
kist la caisse, la boîte
kitspuit le pistolet étanchéité
klauwhamer le marteau arrache-clou
klei l’argile
klemschroef le vis de serrage
klep le clapet, le volet
(= deksel) la trappe
van een motor soupape
klepdeksel le couvercle de soupape
klepzitting le siège de soupape
klieven (hout) fendre
klinker (sier- ~) le pavé
klinknagel le rivet
klopboor la perceuse à percussion
knoest (hout) le noeud
kniptang, zijsnijtang la pince coupante
koevoet le pied-de-biche
koelrib l’ailette de refroidissement
koelwater l’eau de refroidissement
kogellager roulement à billes
kogelring l’anneau de roulement
koolborstel le balai à bloc de charbon
kortsluiting le court-circuit
kostenbegroting le devis estimatif
kraan (water) le robinet
krabber le gratteur, la raclette
krik le cric
krik (hydraulisch, potmodel) cric bouteille
krik (hydraulisch, krokodil type) le cric hydraulique rouleur
krik (schaarmodel) le cric à vis
kromtrekken gauchir, fausser, se déjeter, se gondoler, se voiler
kroonsteen le domino
kruipolie le dégrippant
kruiskopschroevendraaier le tournevis philips / pozidriv
kruisschakelaar l’interrupteur inverseur
(elektra, hotelschakeling)
kruissleutel le clé en croix
kruiwagen la brouette
kunststo le synthétique, le résine (artificielle)
kwast, schilders- ~ le pinceau
kwast la brosse
kwitantie la quittance
L
ladder l’échelle
laminaat (-vloer) le revêtement de sol stratifié
lasapparaat le poste à souder
LED lamp l’ampoule LED
lichtschakelaar (aan/uit) l’interrupteur simple
lichtschakelaar (hotel) l’interrupteur va-et-vient
lintzaag la scie à ruban
loodgieter le plombier
loodrecht à plomb
looplamp la baladeuse
luik (raam-) le volet
lijm la colle
lijmkam le couteau pour colle
lijmpistool le pistolet à colle
lijmtang le serre-joint, mâchoire
M
maat la dimension, la mesure, le calibre
maatschets le croquis, le coté
magneet l’aimant
marmer le marbre
max belasting charge maximum
max gewicht le poids maximum
MDF MDF of: médium
meetlint le mètre à ruban, la mesure à ruban
mengkraan le mitigeur
merkteken le repère
merkstreep le trait de repère
messing le laiton, cuivre jaune
messing+ groef à languettes et à rainures
metaalzaag la scie à métaux
meterkast Gaine Technique de Logement / GTL (électricité)
metselaar le maçon
metselen in verband enlier les briques
metselhamer la hachette
metselkuip l’auge, le bac à mortier
metseltroffel la truelle
metselwerk (in gehouwen steen) la maçonnerie (en pierres de taille)
moer l’écrou
mof le manchon
mortel le mortier
muur le mur
muurbekleding le revêtement de mur
muurlamp l’applique
muurpleister l’enduit de mur
muurplug la cheville
muurverf la peinture murale
muurverf (buiten) la peinture façade, la peinture extérieure
N
naad la couture, le joint, la jointure
naaf le moyeu
naald l’aiguille
naaldlager palier à aiguillettes
namaak la contrefaçon
natuursteen la pierre
nevenleiding la dérivation
nietmachine l’agrafeuse
niets te doen hebben être envoyé à la balade
nokgevel (driehoekig) le pignon
nokkenas l’arbre à cames
nokpan la faîtière, la panne faîtière
noodschakelaar le rupteur de secours
notenhout le bois de noyer
nullast le marche à vide, le ralenti
nijptang la pince, la tenaille russe
O
offerte le devis (descriptif)
olie l’huile
omhakken (omzagen ) abattre (en sciant)
omkeren (gereedschapsmachine) renverser la marche
omlijsten encadrer
omvoerleiding la conduite de dérivation
omvormer l’onduleur, convertisseur (panneaux photovoltaiques DC—>AC
onderdeel la pièce détachée, la partie
onderhoud l’entretien
onderstel le châssis
onderzoek l’examen, la recherche, l’analyse
ondeugdelijk impropre au service
ondicht inétanche
ondiep peu profond
ondoordringbaar impénétrable (lumière)
ondoordringbaar imperméable à la chaleur / à l’eau
onkosten frais
ontbreken manquer
ontdoen débarrasser
ontstopveer (afvoer) la gaine déboucheur
ontstopper (van rubber) la ventouse
ontstoringscondensator le condensateur antiparasite
ontvetten dégraisser
ophangdraad le porte-câble
ophanghaak le crochet de suspension
opladen charger
oplosbaar (in een vloeistof) soluble
oplosmiddel le solvant, le dissolvant
oplossen (van een probleem) dissoudre of: résoudre
oplossing (van iets in een vloeistof) solution
oppervlakte la surface
oppompen water épuiser
oppompen band gonfler
opvouwbaar pliable
overbelast surchargé
overhang le saillie, le surplomb
oververhit surchauffé(e)
P
panschop pelle ronde
pikhouweel la pioche
plamuurmes couteau de peintre, ~ à enduire
voor gipsplaat couteau de plaquiste
plakspaan platoir trapèze
popnageltang pince à riveter
prikkeldraad le fil de fer barbelé
puntbektang la pince d’électricien, la pince à long bec
pijpensnijder coupe-tubes
R
raam la fenêtre
raamkozijn huisserie, châssis de fenêtre
raamlijst (stenen ~) l’encadrement de fenêtre
rasp la râpe, la lime mordante
raster le treillis
ratel(dop)sleutel la clé à douille à cliquet (‘cliquet’)
reciprozaag la scie sabre
reinigen nettoyer
rem le frein
riet (dakbedekking) la chaume
ring la rondelle
ringsleutel la clé à oeil
riolering les égouts
riolering, openbare le réseau tout-à-l’égout
rioolbuis le conduit d’égout
rioolveer le déboucheur de canalisation
rollaag la pose de briques sur chant, le linteau
rolmaat la mesure, le mètre, mesure à ruban
rook fumée
rookkanaal le conduit (de fumée)
rubberhamer le maillet
ruwbouw gros oeuvre
S
schaaf le rabot
schaal (bouwtekening) l’échelle
schaar les ciseaux
schietlood le fil à plomb
schoorsteen la cheminée
ook: open haard
schoorsteen (buiten) la souche
schoorsteenpijp le conduit de cheminée
schoorsteenveger le ramoneur
schraag le tréteau
schroef le vis
schroevendraaier le tournevis
schrobzaag (elektrische ~) la scie à guichet, la scie sabre
schuifmaat le pied à coulisse
schuifdeuren les portes coulissantes
schuur la grange, le hangar, la remise
schuurpapier le papier d’émeri, papier de verre
schuurspons (stukadoor) taloche en plastique à éponge
septic tank la fosse septique, la fosse à toutes eaux
slang (tuin-) le tuyau
slot la serrure
opbouwslot la serrure en applique
inbouwslot la serrure à encastrer
sloopvergunning le permis de démolir
slijpmachine (vaste ~) le touret à meuler
slijptol la meuleuse
smeedijzer le fer forgé
smeernippel le point de graissage
smeerolie (bijv. WD 40) l’huile lubrifiante et nettoyante
smeerpomp (pistool type) la pompe à graisse manuelle
smeervet la graisse universelle
soldeerbout le fer à souder
soldeerbrander la lampe à souder
spaarlamp l’ampoule fluo-compacte
spade la bêche
spanjolet la crémone
spanningzoeker le détecteur de tension
spijker le clou
sproeier (gasstel) injecteur gaz (ook wel: gicleur)
sproeier (tuin) lance d’arrosage, pistolet d’arrosage, arroseur rotatif
spijkertrekker le tire-clous
staalborstel la brosse métallique
stanleymes le cutter
steekkar le diable
steeksleutel clé plate, clé à fourche
steek/ringsleutel clé mixte
steenbeitel ciseau à pierre of: ciseau à brique
steiger l’échafaudage
stekker (kontra- ~) la fiche mâle (~ femelle)
stekkerdoos bloc multiprises
stempel (= stut) l’étais
stofmasker le masque respiratoire, ~ anti-poussières, ~ de protection
stopcontact la prise de courant
strekmetaal métal déployé
stucwerk le crépissage, l’enduisage
stofmasker masque respiratoire
straatbezem le balai de cantonnier
stroomgenerator la groupe électrogène
stroomnet le réseau électrique
stijl (van daken bijv.) la pentu
stijl (van deur bijv.) le montant
T
tabel tabelle, tableau, table
voor berekeningen, spreadsheet barème
takel le palan
takelblok la moufle de palan
takelhaak le croc de palan
tandketting la chaîne à dents
tandwiel la roue dentée, la roue d’engrenage, le pignon
tandwielkast la boîte d’engrenage
tandwielsmeer lubrifiant à engrenages
tandwijdte l’écartement des dents
tang la pince
tape (elektra) le ruban adhésif, adhésif isolant électrique
tapkraan le bondon, la cannette
tapmachine (gereedschap) la taraudeuse
tappen (schroefdraad) tarauder
taps conique
tapijttegel dalle de tapis, la moquette en dalle
teer le goudron
tegel (vloer~) le carreau, la dalle
tegel (muur~, wand~) le carreau, la faïence
tegelsnijder coupe-carreaux
tegeltang la pince coupe-carrelage, la pince perroquet
tegelvloer le carrelage, le dallage
tegelzetter le carreleur
tekenpapier le papier à dessin
telefoonaanleg le raccordement téléphonique
telefoonlijn ligne téléphonique
telefoonpaal le poteau téléphonique
temperatuurinstelling le réglage de température
terpentine la térébenthine, le white spirit
testrapport le rapport d’essai
timmerman (dak) le charpentier
timmerman (ramen, deuren ) le menuisier
timmerman (meubelen) l’ébéniste
timmermanshamer le marteau de menuisier
tocht le courant d’air
toegangshek, -deur le portail
toevoerpomp la pompe d’alimentation
toiletpot la cuvette de wc, le serviteur de toilette
touw le cordeau
dik la corde
dun la ficelle
traagheid (thermische ~) inertie thermique
trap l’escalier
trapleer, huishoudtrap l’escabeau
trekschakelaar l’interrupteur à tirage
troffel la truelle
ronde ~, vierkante ~, driehoekige ~ la truelle ronde, ~ carré, ~ triangulaire
tuindeur, openslaande deur la porte-fenêtre
U
U-balk le profilé en U
uitdeuken (carrosserie) débosseler
uitknippen découper
uitlaat l’échappement
uitleg l’explication
uitlopen aboutir à
uitmeten mesurer
uitrekenen calculer
uitschakeling bij overbelasting déclenchement à surcharge
uitstraling le rayonnement
uittrekken (spijkers) retirer
uitvinden inventer
uitzetten
bouwkunde se dilater, jalonner
verlengen étendre
uitzetting
door warmte l’expansion thermique
universeelmeter le multimètre
urenteller le compteur horaire
V
vakkennis la connaissance professionnelle
vakman expert, homme de métier, artisan
vakwerk-huis maison à colombages
vandiktebank la raboteuse pour planches
vastmaken fixer
veer un ressort
veerblad lame de ressort
veerophanging suspension à ressort
veiligheidsbril des lunettes de protection
veiligheidshelm le casque de chantier
verankering l’ancrage, le chaînage
verbinding liaison, assemblage, raccord
verbouwing rénovation, reconstruction
verbruiken consommer
verf la peinture
verfafbrander le décapeur thermique
verfkrabber le grattoir
verfkwast la brosse, le pinceau
verfroller le rouleau à peinture
verfspuit pistolet à peinture
vergrendelstang barrette de verrouillage
verf spuiten la pulvérisation de peinture
verkleuring la décoloration
verlengsnoer la rallonge, le prolongateur
verlichting l’éclairage
verpakkingstape
(bruin) adhésif emballage marron
verstekhaak l’équerre d’onglet
verstekzaag la scie d’encadreur
verstekzaagbak la boîte à onglets
versterken renforcer, consolider
versterking door renforcement par …
verstopping obstruction, blocage, bourrage
vertakking branchement, ramification
vertrek, kamer la pièce
vervangen remplacer
vervangingsmiddel produit de remplacement
verwarming le chauffage
verwarmingsketel la chaudière
verzwakking affaiblissement
vetafscheider le bac dégraisseur, bac à graisse
vetnippel (smeertechniek) la douille de graisse
vierkant carré
vlakschuurmachine la ponceuse vibrante
vleugelmoer l’écrou à oreilles
vlizotrap l’escalier escamotable
vloer (houten vloer) le sol (le plancher)
vloerbedekking (tapijt) la moquette
vloerbedekking (hout) le revêtement de sol
vocht l’humidité
voedingsleiding ligne d’alimentation
voegen jointoyer
voegrubber
(voor tegelvoegen) la raclette en bois et caoutchouc
voegspons l’éponge de carreleur
voegspijker fer à joint, la langue de chat
vonk l’étincelle
voorboren ébaucher
voordeur la porte d’entrée
vorstbalk poutre de faîte
vorstpan la faîtière, la panne faîtière
vuilstortplaats la déchetterie
vuistje (= zware hamer) la massette
vuren (hout) le sapin
vijl la lime
vijzel mortier, cric, vérin
W
waardebepaling détermination de la valeur
waardeschatting estimation de la valeur
wanddikte épaisseur de mur
wand, tussenmuur la cloison, la paroi intérieure
wand, dubbele paroi double
wandkast armoire murale, placard
wandlamp l’applique (murale)
wandplaat plaque mural
wandradiator radiateur mural
wandtegels la faïence murale
wandverlichting l’éclairage murale
wapening (van beton) armature
warmtecapaciteit capacité calorifique, capacité thermique
warmte-isolatie l’isolation thermique
wastafel le lavabo
waterdicht imperméable à l’eau
waterkering, bijv.
loodslab in een muur bande arase, arase étanche, bande hydrofuge
watermeter le compteur d’eau
waterpas le niveau à bulle, le niveau
waterpomp pompe à eau
waterpomptang la pince multiprise (entrepassée)
wc-bril abattant
weegschaal le balance, le bascule, l’appareil de pesage
weekmaker le fondant, le plastifiant
weerbestendigheid résistance aux intempéries
weerstand résistance
weerstandswaarde (elektrisch) valeur ohmique
weggraven déblayer
weghakken abattre, couper
wegroesten détruire par la rouille, ronger par la rouille
werkbank l’établi
werkhandschoenen des gants manutention, gants docker
werking (van een machine) fonctionnement
werkkleding vêtement de travail, bleu de travail
werktekening dessin d’atelier
werktuig outil, machine
wiel la roue
winkelhaak équerre de menuisier
wisselschakelaar le commutateur (of: interrupteur) va et vient
wisselstroom le courant alternatif
witten blanchir à la chaux, badigeonner, chauler
woning l’habitation
woningbouw construction immobilière
woonkamer le séjour, la salle de séjour
workmate l’établi pliant
wrijving friction
wijzigen modifier
IJ
ijking l’étalonnage
ijzerdraad fil de fer
ijzerdraad hek clôture en fil métallique
ijzerwaren quincaillerie
ijzerzaag scie à métaux
Z
zaag
(timmermanszaag) la scie égoïne
zaagblad la lame de scie
zaagbok le chevalet, la chèvre
zaagmachine scie mécanique
zaagsnede trait de scie
zaagtand dente de scie
zaagvijlmachie la machine à affûter les dents de scie
zand le sable
zandschop la pelle
zeef van ijzergaas le tamis en toile métallique
zeep le savon
zekering le fusible
zekeringhouder la porte-fusible
zekeringkast le tableau (la boîte) à fusibles
zoetvijl la lime douce
zolder le grenier, les combles
zonnepaneel panneau solaire photovoltaïque
zuiger le piston
zuigerstang la tige de piston
zuigerveer le ressort de piston
zuignap (zwaar model) ventouse de préhension
zuiveren purifier, épurer
zuurgraad l’acidité
zuurmeter l’acidimètre
zwaaihaak la fausse-équerre
zwakstroom le courant de faible densité
zwavelzuur acide sulfurique
zwengel la manivelle, le bras, le levier, le balancier
zijdeur la porte latérale
zijgevel le façade de côté
zijmuur le mur de coté
https//www.vertalen.nu
