Buitenmuren van natuursteen voegen
Muren voegen is voor iedere Nederlander een bekend karwei. De meeste traditionele huizen in Nederland zijn immers van baksteen en met de hand gevoegd. Men kent de methoden:
– holle voeg
– platvol
– gesneden voeg
Bij een Franse buitenmuur van natuursteen ligt het toch een beetje anders. De voegen zijn immers onregelmatig, soms erg onregelmatig.
Er bestaan twee methoden om natuurstenen muren te voegen:
– alles dichtspuiten en na drogen de stenen reinigen en afborstelen (afbeelding 1), of
– alle voegen een voor een met de hand voegen (afbeelding 2)
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Welke methode men toepast en hoeveel steen men bij de methode volgens afbeelding 1 wil laten zien is een kwestie van smaak en ook van de plaatselijke gewoonte.
Hieronder het stap-voor-stap verslag van het voegen van onze achtergevel van ca. 115 m² in de zomer van 2003 en wel volgens de handmethode.
1. Offerte en calculaties
Wij hadden onze aannemer om een devis voor het hele karwei gevraagd. Dat was onbetaalbaar. Toen vroegen wij hem om een specificatie per onderdeel. Hieruit bleek:
– hij rekende de steiger langs de hele achtergevel niet omdat die er voor het dakwerk en de regengoot toch stond,
– zijn materiaalkosten waren onbeduidend,
– de hoofdmoot waren de manuren (ca. 1/4 voor het kaal maken en 3/4 voor het voegen).
Toen hebben wij besloten het kaal maken door zijn mensen te laten doen en het voegen zelf ter hand te nemen. Gelukkig was de aannemer het ermee eens.
Even nog de getallen uit de offerte van de aannemer:
– afbikken: € 15,50 per m² HT
– stralen met hogedrukspuit: € 21,00 per m² HT
– voegen: € 54,00 per m² HT
Hierbij kwamen de kosten voor de steiger, die er voor de dakrenovatie al stond: € 4,70 per m² HT per week. Dus in totaal iets van bijna € 100 per m² HT (HT = hors taxe = vóór belasting)
2. Kaal maken (dégrader)
2.1 Bij ons zat de oude pleisterlaag niet erg vast en was door weersinvloeden of plantengroei al voor een deel van de muur gevallen (afbeelding 3).
Afbeelding 3
Lekkende dakgoten en hun valpijpen hadden ook hun steentje bijgedragen (afbeelding 4).
afbeelding 4
Daarom moesten nu alleen de restanten van oude crépi van de stenen (bij ons zandsteen en grès) verwijderd worden. Het ging om 70-80% van het hele muuroppervlak.
Overal waar het om kalkmortel (crépi de chaux) gaat, is het afbikken met hamer en beitel
goed te doen (afbeelding 5).
Afbeelding 5
Nieuwere reparaties van cementmortel/beton vragen om een bijzondere aanpak. Bij het verwijderen van cementreparaties met een pneumatische of elektropneumatische hamer (Bosch-hamer, Hilti of Kango) worden de stenen al te snel beschadigd. Ik slijp dan eerst met de haakse slijptol in het midden van de voeg een gleuf, en liefst zo diep mogelijk. Dat neemt de spanning van de voeg weg. Als ik dan met hamer en beitel of de elektropneumatische hamer werk, kan het materiaal in deze gleuf uitwijken. Maar ook hiermee moet men voorzichtig zijn, en als regel geldt: Hoe zachter de steen hoe voorzichtiger: bij graniet kan men gerust met een pneumatische hamer werken, maar bij zandsteen zou ik dit niet doen.
2.2 Reinigen met hogedrukspuit.
Met de kleine spuiten (Kärcher of zo) van 1,6 à 2,5 kW die je kunt huren, duurt het dagen. Onze vaklui kwamen met een 25kW-spuit en reinigden ca. 100 m² in een dag. Zij hebben de voegen 3 à 5 cm diep schoon gemaakt, maar op sommige plaatsen kwamen zij door het hele buitenblad heen. Het bleek dat onze muur (tenminste het buitenblad) met leem gemetseld en met kalkspecie afgevoegd was. Bij onze zachte steen gebruikten de vaklui alleen water. Volgens hen wordt bij hardere steen (graniet) en/of cementhoudende voegmortel met een water/zand-mengsel gewerkt. Gaat sneller. Waterdruk, toevoegingen en de richting van de straal moeten in ieder geval goed op de stenen en hun voegen afgestemd zijn. Bij te veel spuitenergie haalt men alles uit de voegen en er kunnen stenen uit de muur vallen. De luiken (gesloten om ramen en kozijnen te beschermen) moet je proberen niet met de spuitstraal te raken als je niet wilt dat ze ook meteen ontlakt worden. Wij hebben de te verven luiken wél mee laten reinigen. Afplakken zou een andere optie geweest zijn.
3. Voegen (jointoyer)
3.1 De voegmortel
Natuursteen moet met kalkmortel gevoegd worden wegens de zachtheid en de vochtregulerende werking. 2,5 à 3 delen zand op een deel chaux blanche, de witte kalk. Het is belangrijk deze volumeverhoudingen voor ieder mengsel steeds weer af te meten om een egaal beeld te verkrijgen (hoewel iets variatie of schakering bij een natuursteenmuur echt niet storend is, sommigen vinden dit zelfs bijzonder charmant). Neem bijvoorbeeld een conservenblik of schoteltje om cement en zand af te meten. Minder zand en meer kalk is niet aan te bevelen omdat dit ‘vette’ mengsel te sterk krimpt, brede voegen gaan tijdens het uitharden weer open.
Het soort zand bepaalt de kleur. Wij hebben voor ‘Sable Tille’ (uit het dal van het riviertje ‘Tille’) gekozen omdat die in de streek gebruikelijk is, bij de bouwstofhandel in de juiste korrelmaat 0-2 mm verkrijgbaar is en qua kleur goed bij onze stenen past. Andere soorten zand verderop in de regio heten ‘Loire’ of ‘Saône’, je kunt raden waarom.
Onze mengverhouding was precies 3 op 1. De vaklui ontraadden pigmenten omdat die door hun intensieve kleur in heel kleine hoeveelheden gebruikt moeten worden en daarom moeilijk reproduceerbaar te doseren zijn. Zij laten dit, als het geval zich voordoet, steeds in grote hoeveelheden door de leverancier doen.
Vaak is het raadzaam eerst enkele proeven te maken om de juiste kleur te kiezen. Hiervoor bestaat een eenvoudige proeftechniek (zie punt 5.4 van dit verhaal).
3.2 Het mengen
Nooit meer mortel aanmaken dan je in 1 à 1,5 uur kunt verwerken. Bij mij was dat ca.10 liter, zes blikjes zand en twee blikjes kalk, bij erg warm weer minder wegens de snelle uitharding. Goed mengen tot een egale kleur ontstaat. Met erg weinig water aanmaken. Voor deze kleine hoeveelheden loont de betonmolen niet en een garde in de boormachine is door het dikke mengsel niet toepasbaar. Maar als je met een hele ploeg werkt, zeg tien mensen die elk 10 liter per uur wegwerken, dan kan de betonmolen lonend zijn.
3.3 Het voegen
Vóór de muur ter bescherming van terras, borders en planten, folie of hardboard leggen. Vanuit een steiger van boven naar beenden werken. Ik heb hiervoor een kleine aluminium rolsteiger aangeschaft, 0,6 x 2,2 m, 4,5 m hoog, aanbieding bij een DHZ-winkel. Deze is op afbeelding 4 te zien. De muur iets nat maken (plantenspuit). Eerst de horizontale voegen vullen en dan de verticale (bij baksteen spreekt men over zetvoegen en stootvoegen). Gereedschappen: taloche, truelle, fer à joints (specieplank, troffel, voegspijker/-spijkers). Bij de onregelmatige voegen van grof behouwen natuursteen zijn voegspijkers van verschillende lengten (50-200 mm) en breedtes (5, 12 en 18 mm) aan te raden. Je kunt ook een sterke plastic zak als speciespuit gebruiken, net zo als de banketbakker zijn slagroomspuit gebruikt. In een diepvrieszak, boodschappentas van de supermarkt of vuilniszak een hoek afknippen, specie erin, en dichtdraaien zodat de specie eruit geperst wordt, de voeg in. Als de zak leeg is gewoon een nieuwe gebruiken.
Niet te brede voegen heb ik in één keer gevuld. Bij brede en diepe voegen is het beter eerst een ‘walletje’ als houvast in te zetten en na half uitharden ervan de voeg vol te maken. Bij erg brede voegen beslist eerst een passende steen/steensplinter inmetselen!
3.5 Voegvorm: hol, bol, plat.
Bij natuursteen zou ik nooit proberen holle (verdiepte) of bolle (gesneden of geknipte) voegen te maken, dit lukt alleen bij baksteen of andere regelmatig gevormde stenen goed. Bij natuursteen vind ik ‘platvol-en-uitborstelen’ de betere methode. De truc zit hem in het uitvegen van de voegen. Met een harde borstel (schrobborstel of wortelborstel) de nét niet uitgeharde specie borstelen. Hierdoor worden de voegen goed gevuld, er ontstaat een iets rustieke structuur en een enigszins holle voeg. Een iets fijner effect wordt door uitvegen met een spons of keukendoekje bereikt. Met een beetje oefening wist ik hoe lang ik moest wachten met het borstelen van de voeg. Te vroeg: je borstelt te veel weg en verdeelt voegspecie over de stenen. Te laat: geen effect meer omdat de voeg al te hard is. Dit is sterk weersafhankelijk, in de hete zomer 2003 kon ik soms niet langer dan 15 minuten wachten.
Zie voor het resultaat de afbeeldingen 6, 7 en 8.
Afbeelding 6
Afbeelding 7
Afbeelding 8
4. Alternatieven
Ik wil niemand tegenhouden ook natuursteen van gesneden voegen te voorzien, maar voor mij lijkt dat te veel op spataders en het kost ontzettend veel tijd en moeite.
Andere voegmaterialen en mengverhoudingen zijn ook mogelijk, maar dan beter eerst op een paar voegen uitproberen. Met grijze kalk is bijna geen leuke lichte pastelachtige kleur mogelijk. Een vriend van mij zweert bij het voegen met de vingers (maar dan wél rubberhandschoenen dragen!).
En dan bestaat ook de bovengenoemde methode de hele muur met specie in te spuiten en de stenen weer vrij te wassen en/of te borstelen. Dit geeft een heel ander effect en is alleen met specie uit een drukvat mogelijk. Deze units en de bijpassende compressor kan men huren. Twee voorbeelden van het effect zijn op afbeeldingen 1 en 9 te zien.
Een buurman heeft zijn voegen een beetje dieper uitgeborsteld en dan met de vingers aangedrukt, afbeelding 10.
Afbeelding 9
Afbeelding 10
5. Andere opmerkingen
5.1 Natuurstenen muren zijn vaak bij het inpassen van een nieuw raam, bij een pijpdoorvoer of zoiets met bakstenen of zelfs ‘parpaings’ en ‘blocs agglomérés’ gerepareerd. Bij kleinere reparaties kun je die door passende of passend gehakte natuurstenen vervangen, maar bij grotere vlakken, bijvoorbeeld de gemetselde borstwering onder een raam, is te overwegen die te (laten) pleisteren. Het effect kan bij een goed gekozen combinatie van pleister- en natuursteenvlakken heel leuk zijn, maar dit is natuurlijk afhankelijk van de situatie ter plaatse en dew smaak. Zie afbeeldingen 8 en 11. Hier is overigens de voegkleur bijzonder licht gekozen.
Afbeelding 11
5.2 Bij het verwijderen van oude specie en vooral bij het stralen kunnen ingemetselde duimen (gonds) van luiken en buitendeuren losraken. Die moeten dan weer vakkundig ingezet worden; dit is in het stuk toegelicht.
5.3 Gemiddeld kan een leek niet meer dan 1 of 1,5 m² per uur voegen, in het begin nog minder. Maar met een beetje oefening …
5.4 Proeftechniek voor specie
– maak een kleine hoeveelheid van het mengsel aan, gebruik hiervoor bijv. een yoghurtbeker of eierdopje als maateenheid.
– noteer de mengverhouding,
– strijk het dun uit op een stuk spaanplaat of karton,
– droog het met een haardroger.
Dit geeft snel een eerste benadering van het te verwachten resultaat, met nadruk op benadering. Voor een nauwkeurigere beoordeling moet je echt een voeg vullen en langzaam aan de lucht laten drogen. Dit heb ik afgekeken van een voegspecialist die grachtenhuizen renoveerde. Het is wél belangrijk de mengsels op een reproduceerbare manier vast te leggen.
Iemand heeft bijvoorbeeld het volgende recept gehoord:
2 emmers kalk, 5 emmers zand, ¾ conservenblik kleurstof (pigment, leem of speciale zand). Dat is: 20 L kalk, 50 L zand, 750 cm³ kleurstof. Dit deel ik door 100, 50 of 20 om op handzame hoeveelheden uit te komen. Ik doe als voorbeeld een poging door alle hoeveelheden door 50 te delen: 0,4 L kalk, 1 L zand, 15 ccm kleurstof. Dat is een handzame hoeveelheid voor een paar meter proefvoegen. De meeste leken kunnen een mengsel in de voeg, dus met de steenkleur eromheen, beter beoordelen dan op een karton. Daarom is een tweestaps benadering handig: eerst een aantal mengsels op een karton, dan de meest geschikt lijkende in natura.
Informatiebronnen:
Le guide Marabout du bricolage
Websites van leveranciers (kalk, cement, gips), waar ook verwerkingstips te vinden zijn:
www.lafarge.com
www.weber-broutin.fr
www.placoplatre.fr
www.gyproc.be
www.knauf.nl
www.leroymerlin.com – website van bouw- en DHZ-markt LeroyMerlin. Zoekwoord jointoyage. Maar de beschrijving op deze site is meer op baksteen gericht. Als bijzondere opmerking staat hier, dat je vóór het schoonmaken, vooral als er met zand gestraald wordt, de buren moet waarschuwen en hun vragen hun auto’s weg te zetten.
Commentaren en tips van anderen:
Het is ook van belang te weten wat het beleid van de gemeente/regio is. In de jaren zestig moest alles in crépi of crépi gratté, omdat zichtbare steen toen als armoedig doorging. Sinds een aantal jaren wordt pierre apparente erg toegejuicht. Nou hoef je niet altijd te doen wat de buren doen, maar vaak is het wel goed het op zijn minst te weten. Ik heb een hekel aan Anton-Pieck-achtige huizen, kabouterverblijven noemt mijn dochter ze.
Enkele tips:
– doe ideeën op in je omgeving, ga rondrijden, bekijk bij andere huizen het steen- en voegwerk dat je mooi vindt en fotografeer het
– let bij het fotograferen op de zonstand, sommige gevels hebben in de schaduw een heel andere kleur dan in de volle zon
– wees écht zeker van de gewenste kleur, vraag rustig iemand uit je omgeving om advies
– denk bij het opvragen van een devis ook aan eventuele reparaties van steenwerk en aan het vrijkomende afval. Als je dit op eigen terrein kunt gebruiken voor het verharden van een weg of als basis voor een terras zijn de kosten voor afvoer uit te sparen
– bekijk tijdens het uitborstelen regelmatig het resultaat en corrigeer het meteen, of als je het laat doen: geef direct commentaar als het niet goed is. Uitgeharde mortel is niet meer te bewerken.
© Christian von Klösterlein