Na de aankondiging van de voorgenomen sluiting van de vestiging-Amiens van de Amerikaanse bandenfabriek Goodyear, wees de vakorganisatie CFTD de beschuldigende vinger naar collegabond CGT. De laatste wordt verantwoordelijk gehouden voor het teloor gaan van vele honderden banen. Volgens de archaïsche Franse vabondstraditie bleef deze radicale/communistische CGT (Confédération Générale du Travail) vasthouden aan eenmaal ingenomen standpunten, weigerde te onderhandelen met de leiding van de onderneming, intimideerde redelijk denkende werknemers en wees alle voorstellen om de concurrentiepositie van het bedrijf te verbeteren, van de hand.
Gematigde vakbonden hebben zware kritiek geuit op de opstelling van de CGT die uitsluitend handelt op basis van een starre ideologie en politieke dogma’s. In het geval van Goodyear was duidelijk dat groepen werknemers een gewillig oor hadden voor opvattingen van de directie om de werkgelegenheid te behouden, maar CGT hield rechtstreeks gesprekken tussen bedrijfsleiding en werknemers tegen. Andere bonden wilden ook luisteren naar de voorstellen van Goodyear en de mogelijke overnemende partij Titan.
Binnen het hoofdkantoor van de CGT in Parijs zit men met een probleem. Opvolger Thierry le Paon van de huidige voorman Bernard Thibault durft het niet aan zijn lokale vakbondsbestuurders voor het hoofd te stoten en hun te wijzen op hun onverantwoordelijke optreden. De man heeft geen keus, over enkele dagen moet hij tijdens het vakbondscongres als nieuwe leider worden gekozen. En de basis is de baas, die de besluiten neemt. In Parijs zetelt slechts de organisatie. In Frankrijk vertegenwoordigen de vakbonden 8% van de werknemers. Werkers met een arbeidscontract, uitzendkrachten en staigaires zijn niet vertegenwoordigd door de grote centrale vakorganisaties. In feite komt de vakbondsvertegenwoordiging neer op een percentage van 4 van de werknemers. De laatste beginnen zich steeds meer af te vragen of het nog zinvol is zich bij een bond aan te sluiten. Bij Goodyear zegt een flink aantal van hen schoon genoeg te hebben van de rigide opstelling van enkele van de bonden, die tot geen enkele concessie bereid zijn. Ware dat wel het geval (tijdelijke bevriezing van de lonen, arbeidstijdverkorting e.d.), dan zouden 500 tot 600 banen behouden zijn gebleven.
In het oude denken van de Franse syndicats dienen de markt en de ondernemingen ervoor om zich aan te passen aan de werkgelegenheid. In de moderne maatschappij is het omgekeerde het geval: sociale partners dienen zich aan te passen aan de markt en het bedrijfsleven. De nieuwe regering van Hollande heeft een maand geleden een nogal on-Frans compromis weten te bereiken na decennia van sociale wedijver tussen de sociale partners. Aldus omschreef tenminste Laurence Parisot, presidente van de werkgeversorganisatie Medef het historisch genoemde akkoord. Niet alle vakorganisaties namen deel aan het overleg, maar onderhandelingspartner CFDT noemde het akkoord ambitieus en ‘winnend’ voor werknemers. De militante bonden blijven tegen elke vorm van flexibilisering van de arbeidsmarkt en weigerden ook hier om aan het overleg deel te nemen.