Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
9 maart 2015 om 21:22 In reactie op: orange naar sosh, nu livebox play, en telefoon werkt niet meer #187538
1) Al uitgeprobeerd met een andere telefoon, al was het maar een gewone ouderwetse téléphone fixe (zonder draaischijf uiteraard)? 2) In het verleden had Orange een lijstje met compatibele internet telefoons, nu is er een wat algemenere helppagina op de assistance website. 3) Beocom: onlangs nog bekeken of ik handsets die bij een ISDN basisset hoorden zou kunnen gebruiken in een analoge (POTS) opstelling. Dat zou in principe moeten kunnen, maar vergde een software update die slechts op afspraak door erkende dealers eventueel zou kunnen worden uitgevoerd. Dat was me de moeite niet waard. Ik ga er gemakshalve maar van uit dat deze Beocom set dezelfde is als in de vorige Livebox opstellingen en dan is het uiteraard merkwaardig dat deze combinatie het nu niet meer zou doen. Maar Beocom is en blijft natuurlijk geen “main-stream” merk en wie weet zit daar nu misschien een software probleempje.
Wannox, wat die télérupteurs silencieux betreft: opvallend dat net zoals in de politiek ook op het niveau van het ontwerpen van eenvoudige elektronica de simpele what/if analyse achterwege blijft. Met dat soort vragen maak je je niet populair, en zij die voor de Godin Elektra werken twijfelen niet aan haar almacht: er is altijd stroom. De bewoners van het Franse platteland weten wel beter, al sinds een eeuw.
Vloeken in de kerk: indertijd het gebruiken van buizen in een getransistoriseerde schakeling: een eindtrap met EL 34’s in korte golf zenders voor de scheepvaart, die legden niet het loodje wanneer zout zeewater bij storm even een verbinding tussen scheepshuid en antenne improviseerde. Discrete transistoren in een schakeling waar verder alleen ic’s worden gebruikt, ouderwets. Maar in het geval van de stille télérupteurs zou een “best of both worlds” benadering misschien kunnen helpen. Je zou als front-end een miniatuur bistabiel relais kunnen gebruiken, en het zwaardere schakelwerk over kunnen laten aan elektronika, gooi er voor de veiligheid ook maar een optocoupler in en een triacje als vervanging van de normaal wat zware en dus meteen ook wat lawaai producerende schakelcontacten van de mechanische télérupteur. Zo’n miniatuur printrelais laat alleen met een heel bescheiden klikje, oor er vlakbij houden, weten dat hij z’n werk doet. Dus in een groepenkast verdwijnt dat geheel, gemaskeerd door een deurtje en de multimedia experience waar iedere woning naar toe wordt omgebouwd dankzij nog meer HD televisie en streaming audio, video, you name it.
Wannox, wat doen we? Patentje aanvragen dan maar?
Terwijl in Nederland de gewone burger weer doorgaat met waar hij of zij mee bezig was, en en passant, bijna schouderophalend kennis neemt van een deal tussen het Openbaar Ministerie en een crimineel voor waarschijn 4,7 miljoen euro, worden de citoyens et citoyennes door een collectieve angst bevangen: weldra is het 8 maart! Zal de gendarmerie straks voor de deur staan om te controleren of ik wel een brandmelder heb geïnstalleerd? Que Choisir herinnert hen nogmaals met klem aan het naderen van deze historische datum.
Over die télérupteurs silencieux ben ik na enig zoeken toch hetzelfde probleem tegengekomen, lees deze wat heen en weer pingpongende discussie maar even door op de Cyberbricoleur. Oplossing: installeer een ouderwetse mechanische uitvoering met een simpel bistabiel relais.
Eind 2008 stond dit over de boven- en ondergrenzen van de netspanning vermeld:
– 230 V entre un fil phase et un fil neutre ou tension monophasée.
Conformément aux dispositions réglementaires, les tensions au point de livraison BT sont comprises entre 207 et 244 volts en monophasé et entre 358 et 423 volts en triphasé.Met dat in het achterhoofd dacht ik misschien nog een case te hebben, maar de normen zijn inmiddels veranderd, uit de algemene voorwaarden van de EDF en de ERDF:
” La tension nominale est de 230 V en courant monophasé et de 400 V en courant triphasé.
ERDF maintient la tension de fourniture au point de livraison à l’intérieur d’une plage de variation fixée par décret : entre 207 V et 253 V en courant monophasé, et entre 360 V et 440 V en courant triphasé. ”Een paar jaar geleden dacht ik nog: o.k., renforcement du réseau, uitstekend. Nu kijk ik daar iets anders tegen aan. Om te voorkomen dat er mensen aan het eind van de lijn te weinig spanning krijgen kan de ERDF natuurlijk een zwaardere transformator installeren (minder verliezen) en tegelijkertijd op die trafo een paar wikkelingen hoger aftappen zodat je een iets hogere spanning je netwerk instuurt. Wanneer de oude te dunne bedrading (koper is duur) niet wordt vervangen voorkom je weliswaar dat tijdens spitsuur de spanning te veel omlaag gaat, maar de keerzijde van de medaille is dat er gemiddeld een wat hogere spanning bij de abonnee binnenkomt.
Per hotelschakeling die 1 lichtpunt bedient (kan uiteraard meer dan 1 lamp zijn) heb je een eigen telerupteur nodig. En die zou je in theorie met een oneindig aantal boutons poussoirs kunnen bedienen, maar dan loop je tegen de limiet van je budget op. In dat geval valt te overwegen de bank in Frankfurt te vragen om nog wat geld bij te drukken……Kijk ook even naar deze langzamerhand klassieke link.
Rata, waarom? Omdat de ene nationale markt klaarblijkelijk meer kan dragen dan de andere. Ooit – dat stadium zijn ze inmiddels hopelijk voorbij – verbaasden ambtenaren van de Europese Commissie zich ook over prijsverschillen in de elektrahoek.
In een beschikking uit 2001 over het voornemen van de firma Schneider om Legrand over te nemen stond daar ook het een en ander over vermeld. Uit een wat ouder topic op het (Wannox) forum de volgende passage: “……Ook de Brusselse ambtenaren hebben zich verbaasd over prijsverschillen. In artikel (273) lezen we: “Uit deze twee overzichten is duidelijk dat de prijs van eenzelfde referentienummer van een voorgemonteerd kokersysteem sterk uiteenloopt van de ene EER-lidstaat tot de andere. Te constateren is immers dat de prijs van eenzelfde nummer tussen twee naburige lidstaten meer dan [50-100] % uiteen kan lopen….”. Ik denk dat ik aanvankelijk iets te optimistisch ben geweest over de impact van het in principe vrije handelsverkeer voor artikelen die onder de laagspanningsrichtlijn vallen.”
Altijd leuk die consumentengidsachtige testerij. Hoewel: in een ver verleden aarzelde ik bij de aanschaf van een spiegelreflex camera: zou het de Nikkormat Ftn moeten worden, of de Asahi Pentax? Een uitgebreide test in de Consumentengids deed me met 51 procent stemmen voor, en 49 tegen, kiezen voor de Asahi. Bij het eerste fotorolletje, hoog op een brug tussen Zweden en Noorwegen, hoorde ik iets merkwaardigs bij het maken van foto. En toen deed hij het niet meer. Dat was nog in de tijd van vóór Ctrl/Alt/Del, reset knoppen of software updates. Sluitermechanisme kapot constateerde de enige dealer in het geboorteland van Eric de Noorman, in Oslo. Sindsdien lees ik dit soort tests vanuit een wat ander perspectief, nl. de vraag: wie test de testers? Bij gebrek aan een duidelijk antwoord op die wat vermoeiende vraag wijk ik dan graag uit naar Duitse testinstituten.
Terug naar de rookmelders: zoals de test van Que Choisir laat zien is de aankoop wederom een loterij. Ook een test van een paar jaar geleden bij onze oosterburen laat zien dat de duurdere rookmelders niet altijd de betere zijn. Er is er eentje bij van € 10 die met “gut” wordt gewaardeerd, en de duurste van € 58 krijgt de oneervolle vermelding: “mangelhaft”. De Stiftung Warentest aan het woord. Wat je je dan wel afvraagt: zijn er nu vier, vijf fabrieken die honderden verschillende merknamen plakken op wat er van de lopende band rolt, of zijn er werkelijk zoveel verschillende kleinere en grotere fabriekjes die hun waar per container naar Europa verschepen?
Om even die opmerking van Jos op te pakken: die (Nederlandse) smartphone of gewone mobiele telefoon kan ook nog op een andere manier worden ingezet: als verkenner. In la France profonde is het bereik van providers als Orange, SFR, Bouygues en Free niet bij voorbaat verzekerd. Zit je in een buitengebied dan ontvang je als het tegenzit alleen maar in 2-G, en zelfs dat vergt soms nog wat zoekwerk. Email en een beetje surfen mogelijk, meer zit er dan echt niet in. Iemand anders een paar honderd meter verderop en iets hoger kan een fraai en stabiel 3-G signaal binnen krijgen. Dus eerst testen alvorens een clé-usb van provider x, y of z te kopen omdat het zo’n leuke aanbieding is. Een indicatie valt al op deze website te krijgen, wie staat waar met welke zendmasten, postcode invoeren rechtsboven onder géolocalisation.
Verder: wanneer je voor je werk grote databestanden heen en weer moet fietsen tussen Frankrijk en Nederland dan loop je al snel tegen de data limiet op van dit soort internet-only abonnementen. In dat geval zou je nog de mogelijkheid kunnen verkennen om toch een vaste telefoon te nemen en het abonnement daags na plaatsing om te zetten in het type “ligne résidence secondaire” en kijken of er een redelijke adsl verbinding gerealiseerd zou kunnen worden. Dat type telefoonabonnement kun je tot zes keer per jaar in winterslaap brengen (suspension) en dan betaal je niets. Met adsl ben je in elk geval van die data limieten af. Wat er mogelijk is valt of na te vragen bij de buren, of eenvoudig te checken met een telefoonnummer van iemand in de buurt. Maar dan het hokje: “Je désire obtenir un contact personnalisé avec un expert en adsl” toch maar open laten….. Dat kan op een website als bijvoorbeeld dslvalley. Hoe verder van de telefooncentrale, des te minder snelheid, en na een kilometer of zes lukt het meestal niet meer. Zo’n adsl abonnement komt er dan nog bij, vroeger kon dat niet makkelijk (tijdelijk) worden opgezegd, de afgelopen jaren had Orange een formule waarbij je dat aardig kunt benaderen.
Liever zou ik het weekend beginnen met een sprookje inclusief happy ending. Of in dit geval een duidelijke bewegwijzering naar mogelijke oplossingen. De realiteit roept me denk ik tot de orde. Le Parisien besluit het bericht over de clauses abusives van de energieleveranciers met een stevige uitsmijter: “Près de 50% des Français disent avoir régulièrement une mauvaise surprise en découvrant le montant de la facture, sans avoir les moyens de le vérifier, et un quart éprouve des difficultés pour la payer, selon un sondage Ifop-Qinergy publié à l’automne 2014.”
Ik wist natuurlijk al langer dat er nu en dan problemen waren, en dat daarom de Franse consumentenorganisaties uiteindelijk maar naar de rechter zijn gegaan. Vriendelijk of indringend praten met de grote energie jongens leverde niets op. De Britten zouden zeggen: you might as well talk to a brick wall. Een van de vele berichten van Que Choisir hierover.
De helft van je klanten ontevreden, dat is geen geringe prestatie. Het google visnet zojuist uitgeworpen en het is meteen vol: 60mlns de consommateurs – droit-et-finances – les arnaques – le-veil-normand – la-voix-du-nord (compteur die te weinig zou hebben gemeten). Iets over de Franse elektrische installatie uitleggen is hierbij vergeleken kinderspel.
Op het forum van Que Choisir kom ik na eerste lezing alleen de gebruikelijke standaardklachten tegen over de wijze van factureren door de EDF. Ik vermoed dat er nog stevig moet worden doorgespit op dat forum en verder op de Franse kant van het internet om problemen met de compteur in kaart te brengen. Onderschat die jongens en meisjes bij de EDF en ook France Télécom niet: ministers en rechters komen en gaan, hun almacht blijft bestaan. Het nog steeds rijkelijk voorkomen van allerlei clauses abusives in hun contracten ondanks herhaalde aanmaningen om alles wat “contra legem” is te schrappen spreekt boekdelen. En soms moet je er maar een grap van maken in de vorm van een Kerstvertelling. Mocht ik nog wat tegenkomen, ik hou je op de hoogte. Succes.
Wat het lastig maakt is dat de meter eigendom van de EDF is, die je het voorrecht gunt die te mogen gebruiken……Hetgeen iedere claim achteraf op zo’n compteur natuurlijk niet vergemakkelijkt. Een complicerende factor – ik denk maar even hard zonder alle ins en outs te kennen – lijkt me dat er twee lijnen elkaar hebben gekruist: een oude meter met problemen die waarschijnlijk niet vervangen zou zijn indien er geen verzoek zou zijn binnengekomen voor een andere tariefsoort. In dit geval heeft dat ongelukkig uitgepakt temeer daar de melding over het overmatige meetgedrag van de oude compteur pas na diens vertrek is gesignaleerd en doorgegeven. De EDF is in de praktijk geen makkelijke partij om mee te onderhandelen, ook niet voor lokale overheden, laat staan voor particulieren. Ik weet niet om welke bedragen het gaat, of hoeveel psychologisch gewicht het principiële gelijk heeft. Gezien de gang langs de mediateur is er zo te lezen al het nodige geïnvesteerd in tijd en ergernis. Zoals ook in de zakenwereld het geval is zou ik me in uw positie afvragen: wordt het geen tijd om op dit punt m’n verlies dan maar te incasseren, afschrijven, en doorgaan met leukere dingen. De enige suggestie die ik nog zou kunnen doen voor wat betreft de juridische aspecten: eens kijken of leden van de consumentenorganisatie Que Choisir al eens in soortgelijke omstandigheden hebben verkeerd, en wat toen de stappen zijn geweest met ondersteuning van hun juridische adviseurs.
Die bewaarplicht (vijf jaar) geldt voor het bewaren van de factures EDF door de abonnee. In Frankrijk is een complete kerstboom van bewaarregels opgetuigd, zie dit overzicht. Ben nergens iets tegengekomen over een bewaarplicht voor de E(R)DF van verwijderde meters. Het bewijsmateriaal – wanneer het een oude meter was – is inmiddels ergens anoniem in een grote loods opgeslagen of naar de recycling gebracht vrees ik. Een (virtuele) post-mortem op afstand is wat lastig. Heeft de E(R)DF overigens nog aangegeven waarom die meter werd vervangen? Of gebeurde dit op verzoek van de klant zonder voorafgaand technisch onderzoek door de EDF? Even snel rondkijkend op internet valt op hoeveel van dit soort klachten er zijn met als titel: EDF facture trop élevée, facture électricité énorme en ga zo maar door.
Wanneer je een meter niet meer vertrouwt kun je hem laten testen door de ERDF, maar dat kan een dure grap worden indien die meter toch wordt goedgekeurd, rekening klant. Zie de ERDF Catalogue des prestations waar het hele scala aan interventies wordt beschreven, inclusief prijskaartje. Verstandiger is om er dan van te voren naar te laten kijken door een electricien die of met eenvoudige middelen een moment opname maakt van het stroomgebruik of met geavanceerde apparatuur (energy logger) kijkt wat er mogeljk aan de hand is door bijvoorbeeld gedurende een aantal dagen het stroomverbruik te monitoren.
Toevallig kwam dit onderwerp onlangs ter sprake hier op het forum. Lees ook wat er door Promotelec – voorlichtende instantie op elektra gebied – in dit nummer van hun blad “Fil pilote” over wordt gezegd in het artikeltje over canalisations. Volgens de normen mag het niet, maar ik kan me goed voorstellen dat je zo’n muur graag een beetje intact laat. Wanneer de installatie verder voldoet aan een aantal basis veiligheidseisen, aardlekschakelaars, deugdelijke aarding (weerstand van minder dan 100 Ohm), moderne bedrading en op de juiste wijze gezekerd dan ben ik geneigd te zeggen: ik heb ergere dingen gezien hier in Frankrijk. Ik neem aan dat die lampjes op ongeveer 2/3 plafondhoogte worden bevestigd: is er geen mogelijkheid om langs het plafond een enigszins onopvallende stroomvoorziening te verzinnen?
Het lot van veel links: dat ze niet meer werken. Een paar verhalen van monsieur Engelleben heb ik weer teruggevonden op zijn vernieuwde website. Een leuk verhaal over het bouwen van een tuinmuur en nog een verhaal over kalk, het verschil tussen chaux hyraulique et chaux aérienne.
ThijsMarijt heeft ons uitgenodigd om mee te denken, ik waag het erop om even tegen te denken. Wanneer ik hoor dat er stenen in overvloed zijn en dat er een nieuwe hoofdingang moet worden gemaakt tevens iets balkon-achtigs, waarom dat balkon niet naar beneden verplaatst? Niet dat ik hoogtevrees heb, maar zo’n klassieke opstelling met een stenen trap en een terrasje aan de voet daarvan heeft wel wat. Zeker wanneer een dicht kiwi bladerdak voor de nodige schaduw zorgt wanneer het al te warm wordt in de zon. Grote stenen als aanlooproute naar de hoofdingang en daarom heen wat versiering. Samen een terras. Een oratio pro domo, ik weet het, of misschien hou ik wel meer van wat spelen met mortel en stenen dan me vermommen als timmerman.
Dat heel massief maken met stenen was een gebruikelijke methode. Maar op den duur krijg je bij onvoldoende fundering onvermijdelijk (kleine) problemen waar het huis en de nieuwe constructie elkaar ontmoeten. Ook deuren op zekere hoogte hier, op ongeveer anderhalve meter, met natuurstenen trappen er naar toe. Ze hebben ooit 170 jaar geleden twee muurtjes gemetseld, de ruimte daartussen volgestort met “allerhande”: grote stenen, kleine stenen en leem. En daarover heen de traptreden gelegd. Staat stabiel, maar sinds de grote hittegolf van 2003 zie ik dat er zomer’s boven aan de trap een stevige kier is tussen gevel en trap, in de andere seizoenen slechts een paar millimeter. De grondwaterstanden zijn niet meer zo voorspelbaar als voorheen. Die traditionele trap is nog net zichtbaar op deze terrasfoto.
Christian, die bedoelde ik. En wanneer alles gepleisterd zou worden dan verdwijnt ook de boîte de dérivation uit het zicht. Visueel fraai, volgens de normen helaas niet toegestaan want: Les couvercles des boîtes de connexion et d’encastrement doivent toujours rester accessibles. En zou je er een grijze Vmvk kabel in willen vlechten, ook dan geen zegen van de Franse regelgever want: Les câbles ou conducteurs isolés encastrés ou noyés directement sont interdits. Maar vergeleken met een driefase bedrading gehuld in uiterst authentieke katoenen isolatie, geen deugdelijke aarding en geen aardlekschakelaar valt dit soort zonden nog wel mee……En zelfs wanneer je na een uur over koetjes en kalfjes praten, over la chasse en ga zo maar door uiteindelijk voorzichtig de suggestie naar voren brengt dat er wellicht iets verbeterd zou kunnen worden dan krijg je als dank nog een keer je glas volgeschonken. Maar veel indruk maakt dat allemaal niet op de gemiddelde bewoner van la France profonde. Terwijl het wat veiliger maken van een oude elektrische installatie niet meteen de hoofdprijs hoeft te kosten. Een praktijkvoorbeeld.
Frankrijk is geen fiscaal paradijs, maar het patrimoine wordt er toch wel met enige eerbied bejegend. Vandaar dat de Franse wetgeving de SCI (familiale) kent. Dan kunnen kleinkinderen nog spelen in de schaduw van bomen die ooit door hun grootouders zijn geplant. En inderdaad, het werk van vele handen verdampt dan niet zo maar. Hopelijk leggen die kinderen en kleinkinderen eenmaal in Frankrijk aangekomen hun smartphone terzijde en pakken zij hamer, zaag, metselgereedschap en al dat andere bouwvak- en tuingereedschap op dat al eeuwen in staat is geweest om zonder batterij mooie dingen tot stand te brengen.
In Frankrijk bestaat de juridische stichtings/ondernemings vorm van de SCI al enige tijd:
Les SCI sont réglementées par les dispositions communes à toutes les sociétés, fixées par les articles 1832 et suivants du code civil, ainsi que par les articles 1845 et suivants.In Nederland is ooit gepleit om iets soortgelijks in ons familie/vermogensrecht op te nemen, de familiestichting. Daar is door fiscalisten het een en ander over afgeschreven dus deze verwijzing naar een kort artikeltje in de NRC lijkt me handiger. Bij het ontbreken van een SCI-achtig model in het Nederlandse recht lijkt me dat het oprichten van een Franse SCI nog steeds de moeite van het verkennen waard is. Een kernachtige samenvatting tot slot:
Il est fréquent de recourir à la création d’une Société Civile Immobilière (SCI) au sein d’une famille afin de faciliter la transmission des biens. En effet, la globalité de l’actif de la société est représentée par les biens immobiliers qui y sont apportés. Les parts entre associés sont alors proportionnelles à leurs apports. Au décès des parents, ce sont alors des parts de sociétés qui sont transmises.
Voortbordurend op het eerste commentaar van Joost Kubbe voor de vuist weg een paar overwegingen. Het Nederlandse perspectief: wanneer het gaat om te voorkomen dat eigen vermogen te zeer zou worden aangetast door hoge kosten voor de eigenbijdrage bij onverhoopte opname in een zorginstelling, dan zijn er een aantal standaard oplossingen. Bij leven schenken aan kinderen (vrijstelling), schenken op papier, testamentaire aanpassingen. Uw Nederlandse notaris kan daar meer over vertellen. Hoe de Nederlandse regelgeving zich de komende jaren verder gaat ontwikkelen weet niemand, dus ieder advies draagt op dit moment het element van schieten op een “moving target” in zich. Of aandelen in een buitenlandse stichting, een SCI, ook zouden kunnen worden meegenomen in de grondslagberekeing door zorginstellingen: ik weet het niet. Voor de Nederlandse fiscus geldt dat je ze wel moet opvoeren in je Box 3, maar dan aan het eind van het aangifte formulier weer kunt aftrekken, want elders belast. Of de gezondheidszorg op zoek naar meer inkomsten deze subtiliteiten zou willen eerbiedigen wanneer ze ooit onverhoopt met de collectezak langskomen: dat valt nog maar te bezien.
Wanneer schenken aan een stichting het tovermiddel zou zijn om aan die hogere eigen bijdrage te ontkomen, dan zou het nu storm moeten lopen bij deze beroepsgroep. Ik heb nog geen nummertjesautomaten zien staan bij de diverse kantoren. Misschien ook wel omdat schenken hoe dan ook betekent schenkingsrecht betalen. En alleen wanneer je aan een algemeen nut beogende instelling schenkt is de fiscus bereid daar van af te zien. Kortom: een fraaie strik om het reeds in eigendom zijnde Franse onroerend goed en dan als gratis cadeau afleveren in het nog lege gebouw van een kersverse Nederlandse stichting, ben bang dat dit niet zo maar gaat.
Wat het niet beantwoorden van vragen door het Franse notariaat betreft. In de eerste plaats zijn er weinig Franse notarissen die de samenloop van Franse met Nederlandse (fiscale) wetgeving in de vingers hebben. Ze hebben hun handen al vol aan het Franse recht. Een jaar of tien geleden kwam het Franse notariaat bijeen voor hun jaarlijkse conferentie. Thema: hoe houden we als beroepsgroep nog zicht op de steeds complexer wordende wet- en regelgeving. Ze kwamer er niet uit en er werd dus een speciale werkgroep ingesteld. En zoals al gezegd: er is al zo verschrikkelijk veel te vinden over de Franse SCI. Maar het blijft maatwerk: wat wil je er precies mee bereiken, en is het daar een dienstig instrument voor. Het Nederlandse notariaat: ik denk dat er maar weinigen zijn die zicht hebben op alle ins en outs van de Franse SCI wetgeving. Er zijn een aantal specialisten, maar die brengen forse uurtarieven in rekening.
Alles nogmaals overwegende: die eerste suggestie van Joost Kubbe is m.i. zo gek nog niet.
Met zoektermen als schenken, SCI en erfrecht komt er zowel op het huidige forum als in oud-archief (Wannox) een stevige hoeveelheid informatie naar boven. Over het schenken bijvoorbeeld deze informatie. Met de veranderingen in het Europese erfrecht per augustus van dit jaar wordt de positie van de langstlevende ook in Frankrijk versterkt. Het risico dat je het huis moet verkopen omdat andere erfgenamen hun aandeel meteen willen verzilveren hoef je dus niet meer af te dekken met een SCI constructie. Over het huidige Franse erfrecht staat al zeer veel op deze website. Meer informatie over het oprichten en het beheer van een SCI: je struikelt bijna over de Franse websites die daar al dan niet tegen betaling je bij willen helpen en zeer veel boeken.
Het laatste schema met de juiste link.
Alleen wanneeer je ergens in een moeilijk bochtig traject een leiding in de muur zou willen wegwerken, dan pas zou ik elektrapijp met bedrading nemen. Ik meen dat Christian daar een keer een foto van heeft laten zien, hoe iemand als in een spoorweg emplacement alle (haakse) bochten van de grote pierres had gevolgd. Daar kom je wanneer je het hebt dichtgepleisterd met geen enkele trekveer meer doorheen, tenzij je het fasegewijs zou aanleggen. Bovendien: het kleuren assortiment is niet erg uitbundig: alleen bruin (rood/zwart) + blauw + geel/groen. En je hebt vanaf je boutons poussoir maar twee draden van 1,5 mm² nodig, één draad te veel dus. Zonde, ook wanneer je die prewired conduits elders gebruikt is het maar de vraag of de afgeknipte stukken nog van pas komen.
Draden los in de buis: de enige eis die de normen stellen is dat er sprake is van een tweevoudige isolatie: de pvc omhulling van de elektradraad zelf + plastic buis is dus voldoende. De “dikke” grijze of zwarte kabels in buis verwerken: kan, maar lastig en hoeft niet. Voornamelijk in een industriële omgeving. Dan krijg je de metro stijl van aanleggen, zie pagina 8 alhier. Meer over canalisations et mode de pose in deze Fil Pilote uitgave van Promotelec. En nog wat aanwijzingen van, nauwelijks een verrassing, David & Thierry. En nog een schema, hoewel ik daar gewoon een disjoncteur van 10 ampère zou hebben ingetekend.
Paul, don’t you worry, je kunt een télérupteur indien je dat zou willen zelfs gebruiken als een enkelvoudige aan/uit schakelaar. Technisch geen enkel probleem, alleen wat aan de dure kant. Die uitleg had ik indertijd nodig als bruggetje van de voor de meeste Nederlanders vertrouwde term hotelschakelaar naar de Franse aanpak. Zie ook dit schema getekend voor de unipolaire uitvoering (in het midden). Je kunt het geloven of niet: de Franse wetgever heeft hiervoor geen nadere regels gesteld.
Rob
Toch handig zo’n oud archief. Elders gaan meters papieren en tera-byte aan digitale dossiers naar shredders die zich ontfermen over allerlei zaken die een paar jaar later opnieuw moeten worden uitgevonden. Hier gelukkig nog onder muisklik bereik, een wat uitgebreidere toelichting.
Dat zijn de voor de nieuwkomers hier soms moeilijk te doorgronden regels van de zg. décompte. Over het algemeen vergen de teksten in de Franse NF C 15-100 wetgeving enige aandacht van de lezer, een cursus begrijpend lezen en Frans ambtelijk taalgebruik zijn niet overbodig, maar in dit geval hoop ik dat bijgaande kopie uit het “grote boek” voor zich spreekt: de regels.
Het maximaal aantal lichtpunten per circuit d’éclairage is acht, in de praktijk meestal beveiligd met een automaat van 10 ampère. Per lichtpunt maximaal 300 watt, mag ook een kroonluchter zijn met heel veel lampjes, of een serie halogeen spotjes mits in hetzelfde vertrek. Of een “prise commandée“, waar in de praktijk vaak toch weer veel te zware belastingen (elektrisch kacheltje) op worden aangesloten dan waarvoor ze bedoeld zijn. Telt als één verlichtingspunt.
Tel uit je winst, of eerder gezegd je verlies: het drievoudige stopcontact telt voor twee aansluitpunten vanuit je groepenkast gezien. Je kunt dus beter twee dubbele monteren die elk voor één tellen, dat levert een extra stopcontact op. Want die tellen mee in wat er per kamer minimaal aanwezig moet zijn. Anders gezegd: per groep kun je door het vermijden van de enkelvoudige en de drievoudige boîtiers meer stopcontacten kwijt. In oud-archief moet ergens nog een wat uitvoerigere toelichting staan voor het geval dit allemaal wat te cryptisch is.
Wat die combischakelaar betreft een kleine preek van uw zondagochtend elektro dominee. Omdat groepen voor licht en stopcontacten in Frankrijk gescheiden moeten zijn heb je helaas wat meer bedrading nodig dan in Nederland. De fasedraad (1,5 mm²) naar de lichtschakelaar komt van een aparte groep, dus één draad meer dan in Nederland gebruikelijk. In Nederland verboden (één uitzondering slechts): twee groepen door één buis. In LDF toegestaan. En telt twee maal mee: zowel één socle de prise de courant en ook nog als een point d’éclairage.
Elders onlangs ook nog wat vragen beantwoord die nog niet eerder aan bod kwamen op dit forum. Zodra de elektranormen hier – hoop dat het allemaal doorgaat – per 15 juni van dit jaar vereenvoudigd gaan worden misschien nog handig om te verwerken in een versie 3 van de elektra inleiding op deze website.
Nog even een naschrift: naast alle commotie in de Nederlandse pers over alle onduidelijkheden die dit Nederlandse ecolabel formulier omgeven zijn er gelukkig ook wat duidelijkere teksten te vinden. Op de website van Vastgoedpro trof ik onlangs deze nieuwsbrief aan. En ook al is Nederland hekkesluiter in Europa bij het invoeren van dit label, dat lijkt me nog geen excuus om voor de naleving daarvan een volstrekt overtrokken bureaucratisch circus op te gaan tuigen. De telefoon gaat, een inspecteur van de ILT onderwerpt u een half jaar na aankoop van uw nieuwe woning aan een kruisverhoor op afstand: of er werkelijk een definitief ecolabel aan u is overlegd toen u bij het passeren van de leveringsakte wat confuus aan tafel zat in een eerbiedwaardig notariskantoor. Het afluisteren van alle gesprekken daar aan tafel door een aantal van dit soort lieden is daarmee vergeleken nog efficient te noemen.
In Frankrijk alleen bij verkoop. De hedendaagse Nederlandse politiek valt terug op een middeleeuws recept: de aflaatbrief. Het voorlopige oordeel moet nog definitief worden gemaakt wanneer je gaat verkopen. U betaalt daarvoor of krijgt achteraf een hoge boete en daarmee zijn uw zonden vergeven en wordt uw milieubewustzijn dat slechts latent sluimerde ergens diep in de diepste kelder van uw onderontwikkelde geweten plotseling geactiveerd. En dat allemaal met één briefje. Risico van het Nederlandse voorbeeld: dat het de staat zoveel extra inkomsten oplevert en werkgelegenheid schept voor een legertje controleurs dat andere EU lidstaten maar moeilijk de verleiding ervan zullen kunnen weerstaan.
Ter inspiratie nog een paar foto’s, het zwaardere werk. Een schuur in opbouw ergens in de Morvan, tijdens een zomerse wandeltocht. Men vroeg zich zo nu en dan af waar blijft die jongen toch. Toch niet weer bouwtechnische dingen fotograferen? Detail 1 en detail 2.
Vers van de pers: een persberichtje van Promotelec over de vereenvoudingen in de RT2012 regels.
-
AuteurBerichten