TEGELZETTEN
Het vroeger gebruikelijke sorteren van tegels op maten is niet meer nodig sinds de tegels automatisch en maatvast geproduceerd worden. Ook het zetten in een cementbed is niet meer gebruikelijk, tegels worden sinds meer dan 30 jaar gelijmd. Maar opletten: bij het lijmen bepaalt de ondergrond de kwaliteit van het tegelwerk! Het is dus niet verkeerd veel aandacht aan een goed afgereid en effen ondergrond te besteden. Watervaste (groene) gipskartonplaten zijn ideaal om met de lijmmethode te betegelen.
Gereedschappen
Even nog iets over de benodigde gereedschappen. Behalve de voor het plaatsen nodige gereedschappen (troffel, lijmkam, tegelkruisjes, rubberen hamer) zijn ook gereedschappen voor het op maat maken van de tegels nodig. Men kan goed werken met alleen
– een tegelsnijder
– een diamantzaag (tafelmodel)
– een of twee tegelboren
De diamantzaag is voor alle onregelmatige uitsparingen nodig. Zowel bij de tegelsnijder als de zaagtafel is een goede haakse geleider van groot belang.
Bij tegelboren zijn een van ca.15mm voor elektrische leidingen en een van ca.25mm voor waterkranen handig, en een kleinere van bijv.6mm voor schroefgaten.
Zie ook hieronder punt 8 Hulpmiddelen en trucs. Tegelsnijden is overigens niet echt snijden, het is meer krassen en breken.Daarom heeft de tegelsnijder op afb.1 ook een snijwiel en een breekarm.
De ouderwetse hand-tegelsnijder (afb.2) is volgens mijn ervaring zo slecht nog niet, men kan er prima mee werken zolang de snede maar parallel met de tegelrand is. Het werkblad van de tegelzaag op afb.3 kan men kantelen, en u ziet ook het hulpstuk voor 45°-sneden.
De kleine boren (afb.4a) die voor tegelpluggen bedoeld zijn gebruikt men steeds met uitgeschakelde klopstand, en het liefst nadat men een stuk plakband op de tegel geplakt en met een centerpunt een startgat geslagen heeft, afb.5. Voor de grotere boren/gatenzagen (afb.4b) boort men ook eerst een pilootgat in dat men de pilootboor (op afb. 4b niet te zien) zet. Maar veel beter is het deze grote gaten vóór het plaatsen van de tegels te boren; men gebruikt hiervoor een boorstandaard of de in 23.5 beschreven hulpvorrichting.
Ik zou de maat van de tegels aan de grootte van de ruimte aanpassen, dus geen te grote tegelmaat in een kleine ruimte toepassen, of hooguit op de vloer. De ouderwetse regel is dat op ieder muurvlak tenminste 12 tegels naast elkaar moeten zitten en op een vloer tenminste 8.
Men kan als regel hanteren:
- op muren tegeldiagonale ongeveer 1/10 of 1/12 van de diagonale van de te betegelen muur
- op de vloer tegeldiagonale ongeveer 1/8 of 1/10 van de diagonale van het te betegelen vertrek
Natuurlijk is dat alles afhankelijk van de persoonlijke smaak; ik heb ook kleine badkamers met erg grote tegels gezien die ik helemaal niet lelijk vond ;-).
2. Gesneden tegels vermijd ik zo veel mogelijk
Mijn basisprincipe bij het tegelen is steeds: gesneden tegels vermijden en daar, waar die nodig zijn, deze op de minst opvallende plaats leggen. In een aantal handleidingen heb ik het advies gevonden: leg eerst de tegels droog (à blanc) in de ruimte om de beste indeling te bepalen. Dan kunt u bepalen waar tegels gesneden moeten worden. Natuurlijk moet u ook met de beoogde voegbreedte rekening houden. De beslissende maat is steeds tegel+voeg, bij een tegel van 20x20cm en een voegbreedte van 3mm dus 203x203mm.
Als een muur of vloer de breedte van 17½ tegel heeft zou ik niet 17 hele en een halve tegel leggen maar beter 16 hele tegels en rechts en links elk een tegel van ¾ breedte. Nog erger is het als men op 17¼ tegel of zoiets uitkomt. Verder is het bij vloerbetegeling goed aan de voornaamste zichtwand met een rij hele tegels te beginnen.
Wie computer-tekenprogramma’s beheerst kan een raster op basis van een tegel plus een voeg maken en dit op de plattegrond of de tekening van het muurvlak leggen. Dit was overigens 1983 mijn eerste toepassing van AutoCad.
In het vervolg beschrijf ik mijn oplossingen voor een aantal problemen die ik tegengekomen ben.
3. Vloer in een niet-haaks vertrek
In oude Franse huizen staan de muren vaak niet haaks op elkaar (in Nederlandse grachtenhuizen overigens ook niet). Met haakse tegelzetting aan een muur beginnen leidt dan onherroepelijk tot scheef gesneden tegels aan een of meer van de andere muren. Beter is het dan de vloer van dit vertrek diagonaal te betegelen, zie afb.6.
Men is hier aan de muur tegenover de ingang en aan de raamkant (links) met diagonaal gezette hele tegels begonnen en heeft later hiertussen gehalveerde tegels geplaatst; het is overigens niet mijn project, ik heb hier alleen geholpen het legpatroon uit te werken en heb het werk van begin tot einde gevolgd. De onregelmatig gesneden tegels zitten aan de rechter muur en de ingangsmuur, omdat daar later toch meubels komen te staan. Hier moet bijna iedere tegel apart gesneden worden!
In dit voorbeeld staan toevallig de linker muur en de zichtmuur (boven) haaks op elkaar, en de ingangsmuur en de rechter muur ook. Ik ben ook vertrekken tegengekomen waar geen enkele muur haaks op de andere stond!Als het scheeflopen over de hele lengte van de muur niet meer dan 2 of 3cm bedraagt dan kan men dit ook goed onder een dikke plint laten verdwijnen.Rechts, op afb.7, is een diagonaal betegelde vloer te zien die ik op de website van een andere klusser tegenkwam. |
4. Voorzetwanden van gipsplaten?
Dan deze recht zetten! In een nieuw aangelegde badkamer moest ik voorzetwanden van gipsplaat aanbrengen, omdat de bestaande wanden niet geschikt voor het betegelen waren en ik ook leidingen vóór de wand aan wilde brengen, dus geen leidingen inhak-ken; zie ook hoofdstuk 07.1.1 Voorzetwanden van gipsplaten. Ik heb deze voorzetwanden gebruikt om de ruimte haaks te maken.
Ik ben uitgegaan van de ingangswand, onderkant (5) – (6) van afbeelding 8. Ik heb de achterwand (2) parallel hieraan afgetekend; dan heb ik de linkerwand (1) en de rechterwand (3) haaks op deze uitgelijnd.
Hiervoor heb ik de regel van Pythagoras gebruikt:
Bij een rechthoekig driehoek is de verhouding tussen de benen en de hypothenusa 3 : 4 : 5, zie afb. 9. Verder heb ik ervoor gezorgd dat de tegelrijen symmetrisch voor de in-gangsdeur (4) liggen. Hier ligt een tegelnaad midden voor de deur, het had net zo goed een hele tegel kunnen zijn, als het maar symmetrisch ten opzichte van de deur is. Bij mijn project kwam ik links (5) en rechts (6) op redelijk gesneden tegels uit, iets meer dan een halve tegel. Was dat niet zo geweest dan had ik het geprobeerd met een hele tegel midden voor de deur. Langs de achterwand ben ik met een hele tegel begonnen (7) en kwam daardoor aan de ingangswand met gesneden tegels uit (8). Omdat dit tot ongeveer kwadratische tegels in de hoeken bij (5) en (6) leidde vond ik dat passend. |
Bij een badkamer moet men na-tuurlijk ook met de inbouwspullen (badkuip, douchehok) rekening houden. Maar ook hier geldt de regel: zo min mogelijk gesneden tegels in het zicht. In de badkamer op afb.10 heeft men de badkuip gewoon tegen de scheve wand geplaatst. Het resultaat is ronduit lelijk. En dan wil ik het nog niet over de problemen aan de kopse kant van de badkuip hebben (links achter). |
5. Raam- en deuromlijstingen
Als in een te betegelen muur een deur of raam zit komt men vaak voor veel snijwerk te staan. In een aantal gevallen heb ik dit met een beetje smokkelen kunnen voorkomen.
Was ik bij de muur-met-deur van afb. 11 gewoon rechts of links met een hele tegel begonnen dan had ik rond de deuropening, precies in het zicht, veel snijwerk gehad. Zo ben ik rechts en links van de deur met hele tegels begonnen (2) en (5) en heb naar de zijwanden toe gewerkt. Daar kwamen de gesneden tegels bij (1) en (6) terecht. Boven de deur, die net geen 6 tegels breed was, heb ik alleen de tegelrijen (3) en (4) gesneden. Voor de vluchtige betrachter valt het helemaal niet op dat ik hier gesmokkeld heb!
6. Andere trucs
Als men bij een plafond met gesneden tegels zou moeten eindigen kan men vaak ook de hoogte van het plafond aanpassen, als dit een hangend faux plafond is. Of men kan, voor men het plafond plaatst, de tegels gewoon door laten lopen, zie hier mijn badkamer op afb. 12.
Had ik eerst de wandtegels geplaatst en dan pas de plafondrails opgehangen dan was ik helemaal zonder gesneden tegels uitgekomen! Zie hierover ook menupunt 08.3.2 afb.17.
Bij het betegelen van een douchehok (douche à l’italienne, dus geen douchebak) moet ieder onderdeel, ieder materiaal en ieder hulpmiddel met zorg gekozen en aangebracht worden.
De volgende afbeelding is van de bouwmarkt Hornbach .
De volgorde van de werkzaamheden op afb. 13 is:
- Dispersieprimer: voorstrijkmiddel. Dit zorgt bij vochtabsoberende ondergronden voor betere hechting van de tegellijm.
- Kimband: wapeningsband voor waterdichte hoekverbindingen tussen wand en vloer, en ook wanden onderling. Heet in het Frans bande d’etanchéité. Aangebracht met afdichtingspasta, bijv. Eurocoat. Dit ook op de wand rond de waterleidingen plaatsen, zie afb.14!
- Tegellijm*: universele, blijvend elastische vochtbestendige wandtegellijm
- Vloertegellijm*: waterdichte flexibele tegellijm
- Voegcement: waterdicht en flexibel
- Siliconenkit: duurzaam elastische afdichting waar wanden en/of floer elkaar raken, hier geel getekend voor de duidelijkheid, maar u neemt natuurlik die kitkleur die bij uw tegels past!
* soms worden er speciale wandtegellijmen en vloertegellijmen aangeboden, maar meestal is één soort lijm voldoende, als het maar een permanent-elastische kwaliteit is.
Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is de naden tussen wand en vloer of tussen twee haaks op elkaar staande wanden permanent elastisch af te kitten. Vooral wanden uit verschillende bouwmaterialen hebben nu eens verschillende uitzettingscoëfficiënten. Stelt u zich bijvoorbeeld voor dat uw nieuwe badkamer in uw oud Frans huis aan de ene kant door de oorspronkelijke natuurstenen muur gevormd wordt, en aan de andere kant hebt u een licht binnenmuurtje van beton cellulaire of gipsblokken geplaatst. Natuurlijk vertonen die een afwijkend zettingsgedrag en hebben ook andere uitzettingscoëfficiënten – scheuren in de tegelnaden of de tegels zelf zijn dus voorgeprogrammeerd. Daarom zou ik deze naden steeds elastisch afkitten.
Hier ter illustratie twee foto’s van moderne badkamers in oude huizen.
De badkamerhoek op afb.15 is elastisch afgekit; alleen had dit een beetje netter kunnen gebeuren, en ik had zeker een kitkleur gekozen die beter bij de cementvoegen past – of een lichtere voegkleur, ik vind namelijk te veel contrast tussen tegel- en voegkleur sowieso niet leuk. Maar anderen mogen hierover een andere opvatting hebben.
Op afb. 16 is een voorbeeldig afgekitte hoekvoeg te zien.
Op afb.17 ziet u een voorbeeld van hetgeen er gebeuren kan als men te nonchalant is met hoekaansluitingen.
Algemeen wordt een afschot van 0,8 à 1% geadviseerd. Ik zou beslist 1,0% afschot kiezen, dan hebt u ook met de onvermijdelijke kleine onnauwkeurigheden zeker overal tenminste 0,8%. Bij mijn waterpas die 60cm lang is plak ik dan aan een kant een stukje hout eronder dat 600×1,0/100=6mm dik is.
Zo als op afb. 18 moet het niet, geen afschot naar het putje toe. Ik vraag me trouwens af waarom men het tegelpatroon niet zo gekozen heeft dat de putdeksel precies in het tegelpatroon ligt; van de linker rij tegels een strook van 1/3 tegel afsnijden, en de putdeksel zou precies de plaats van een tegel innemen.
Afb. 19 is het beste voorbeeld dat ik ooit gezien heb, alle tegels (op het strookje rechts en vooronder na) diagonaal gesneden zodat van alle wanden een duidelijke afschot naar het putje bestaat – werk van een vakman. Dit was in een mediterraan land waar een eeuwenoude betegelingstraditie bestaat.
In het voorbeeld van afb.20 heeft men het snijden op de vier tegels rond het afvoerputje beperkt, maar alles loopt keurig af, men heeft een beetje met de voegbreedtes van de kleinere (!) vloertegels gespeeld.
Eenvoudiger is het als men een afvoergoot (‘EasyDrain’) plaatst. Hierbij kan men de betegeling van een of twee kanten naar de goot toe af laten lopen, afb. 21 en 22.
Bij de douche op afb.21 loopt het afschot van twee kanten met 0,8% naar de goot toe, gele pijlen. Hiervoor moesten de donkere tegels bij de gele lijntjes gesneden worden.
Bij de douche van afb.22, die in een niche geplaatst is, bestaat alleen een afschot van achter naar voren; de rest van de badkamervloer is plat. Het afschot is hier met 0,5 à 0,6% eigenlijk te gering; 0,8 à 1,0% is te prefereren.
8. Hulpmiddelen en trucs voor het tegelen
Voor het nivelleren van (grote) vloer- en wandtegels bestaat een praktisch hulpmiddel:
Levelling clips met keggen, bijvoorbeeld van het merk fix plus.
9. Het leggen van tomettes
Système D heeft hierover een aantal instructies paraat.