Dakgoten, valpijpen, waterafvoer

 

DAKGOTEN,  VALPIJPEN,  WATERAFVOER

Als het dak slecht is zijn de dakgoten en hun valpijpen meestal ook aan vervanging toe. Of de oude zwakke dakgoot heeft het misschien net nog gedaan, maar gaat bij het demonteren stuk. Dan is vernieuwing nodig.

Ik beperk me hier tot zinken dakgoten. Natuurlijk zijn er alternatieven. Kunststof is goedkoper en door een leek makkelijk in elkaar te steken en te lijmen, maar kunststof gaat niet zo lang mee als zink en ik vind het niet passen bij een traditioneel huis. Koper is duurder maar gaat langer mee dan zink; het is eigenlijk alleen voor monumentenpanden nodig, of daar waar de kosten voor de steiger exorbitant hoog zijn (denk aan kerken en kastelen). Het verschil in prijs tussen koper en zink is overigens in Frankrijk niet zo groot als in Nederland. Er bestonden ook goten van verzinkt staal, maar dit roest bij iedere beschadiging en wordt niet meer toegepast.

Foto

De gebruikelijkste vorm van dakgoot is de kraalgoot (links boven). De basisvorm is halfrond, met aan de buitenkant een dikke gerolde kraal die voor de stevigheid zorgt; de binnenkant kan omgezet zijn.
In bepaalde Franse regio’s zijn ook andere gootvormen gebruikelijk, bijvoorbeeld rechthoekige.
Les gouttières Nantaises (links en rechts onder) hebben een slabbe die onder de dakpannen ligt; het model rechtsonder wordt vooral bij leien daken gebruikt.

De in Nederland vaak voorkomende houten bakgoot met loden of zinken bekleding ben ik in Frankrijk nog niet tegengekomen.

1.  Ontwerp en dimensionering

De dwarsdoorsnede van de dakgoot moet aan het horizontaal geprojecteerde oppervlak van het dak aangepast zijn, van een groot dak komt immers meer water. Voor de bepaling van het geprojecteerde dakoppervlak, de ‘footprint’ van het dak, zie afb. 1 (L = lengte, D = diepte van het dakvlak). Als een oude dakgoot vervangen wordt is het verstandig weer dezelfde maat te nemen. De maat van een dakgoot wordt overigens als uitslag of omtrek aangegeven, le développement of le développé.

Foto

afb. 06.6 – 1 Het horizontaal geprojecteerde dakoppervlak (blauw) van het rechter dakvlak is = D x L -> the horizontal projection (blue) of the right roof area is = D * L
Het is logisch dat men met het horizontaal geprojecteerde dakoppervlak moet rekenen, want dat is het vlak dat regen opvangt. Het is niet de hoogte van het dak of de in het schuine gemeten maat zoals men vaak in eerste instantie denkt.
Oppervlak F = D x L
Voor de bepaling van de maat van de dakgoot ben ik deze HWA-website tegen gekomen (HWA=Hemel Water Afvoer), maar algemeen voldoen ook de in de volgende tabel aangegeven waarden.

Foto

Omdat een dakgoot met een afschot van 0,3 à 0,5% gelegd moet worden (dat is 3 à 5 mm per strekkende meter) moet met dit hoogteverschil rekening gehouden worden, en bij erg lange goten is de toepassing van alleen maar één afvoer daarom ook niet mogelijk. Men kan afvoeren rechts of links aan het einde plaatsen, of aan beide einden, of in het midden. Dit heeft invloed op de verdeling van de helling en het totale hoogteverschil, zie afb. 2 (de helling is in deze tekening overdreven om het principe duidelijk te maken).

Foto

afb. 06.6 – 2  Voorbeeld (1): één afvoer, veel hoogteverschil, (2): twee afvoeren aan de uiteinden, hoogteverschil dus gehalveerd, (3): één afvoer in het midden, hoogteverschil ook gehalveerd -> (1) with one downpipe, all height difference on the right, (2) with two downpipes the height differnce is halved, (3) also half the height difference

Voorbeeld:
Als het maximale hoogteverschil bij een huis in verband met ramen en de esthetiek 3 cm is, dan is de maximale lengte tot een afvoer ca.7,5m (3 cm is 0,4% van 7,5 m). Tussen twee afvoeren volgens voorbeeld (2) in afb. 06.6 – 2 kan de afstand dan 15 m zijn, als het hoogste punt ongeveer in het midden tussen deze afvoerpunten ligt. Ook met oplossing (3) kan men 15m lengte realiseren.
Strikt genomen hangt de afvoercapaciteit van een dakgoot behalve van de développé ook van helling en lengte van de goot zelf af, maar dat is geavanceerde hydraulica en hogere wiskunde en bij huizen van normale afmetingen onbelangrijk. Ik zou het alleen op een maximale lengte van 12m tot de afvoer houden.
De in oudere publicaties vaak genoemde afschotmaten van rond de 1% zijn bij correcte plaatsing van de dakgoot niet nodig.Let op: 
De valpijpen (les descentes) moeten in Frankrijk bij nieuwbouw tot het riool apart gelegd worden, omdat men eraan denkt vroeger of later overal gescheiden riolen voor hemelwater en vervuild huishoudelijk afvalwater aan te leggen. Misschien is dat bij een renovatie ook aan te raden, informeer bij de gemeente.

 

 2.  Het materiaal            
Geen enkele loodgieter zou nog zelf goten maken (zoals men dit vroeger deed: op de zet- en kraalbank), ook de vaklui werken – behalve dan bij heel speciale goten – met geprefabriceerd materiaal van de vakhandel. Goten zijn in stan-daardlengtes van twee en vier meter leverbaar, soms ook in andere lengtes. De Franse vaktermen voor de meest gebruikelijke hulpstukken zijn:

 

3.  Het gereedschap

Zinken goten worden met tinsoldeer (zacht) gesoldeerd, brasure tendre. De nodige gereedschappen en verbruiksmaterialen zijn:
De soldeerbout moet vrij zwaar en gasverwarmd zijn. Een elektrische doet het niet, ook niet de zwaarste van 1000W. De eigenlijke soldeerbout, het koperen blok dus, is verkrijgbaar in diverse vormen en gewichten. Voor een zinken goot is ca. 500 g nodig. Verder zijn schragen aan te bevelen, liefst vier van dezelfde hoogte, omdat men de goten daarop het beste aan elkaar kan solderen en dan compleet op het dak kan brengen. Of een steiger nodig is hangt van de situatie ter plaatse af. Voor een goed bereikbaar recht-toe-recht-aan dak hebt u vaak geen steiger nodig, die kan zelfs een beetje lastig zijn. In dit geval neemt men twee ladders met elk een werkstoel, zo’n inhangbaar of uitklapbaar plateau waarop men steigerplanken kan leggen, zie afbeelding 3. Lange (uitschuif)ladders zijn tegen redelijke tarieven te huur. Een derde ladder vergemakkelijkt het werk. Maar, nogmaals, het hangt van de situatie ter plaatse af, en velen voelen zich veiliger op een steiger dan op een ladder. Een moderne lichtgewicht steiger is te zien op afbeelding 4. Ook te huur.

Foto

afb. 06.6 – 3
Let op:
De ‘Steiger’ die op afb. 3 te zien is
​is door de arbeidsinspectie voor professionals niet meer toegestaan!

Foto

afb. 06.6 – 4

 

4.   Het solderen
​De zinken goten worden op maat gemaakt en compleet met eind- en aansluitstukken op de grond of de schragen aan elkaar gelegd. De lengtes van de goot hebben een overlap van 15-20 mm nodig. Als men het uiteinde van een goot met de hand ietsje in elkaar drukt en de kraal een beetje open buigt (en conisch stuk hout erin drukken), kan men de volgende lengte er makkelijk in schuiven. Let hierbij op de stroomrichting! De stroomafwaarts gelegen goot moet steeds onder zijn voorganger liggen.
Wie het solderen van zink niet beheerst kan dit beter aan de vakman overlaten. Ik heb in mijn archief een stuk van vier A4tjes over het solderen van dakgoten.

Picture

Foto

afb. 06.6 – 5

 


5.   Het plaatsen van de beugels, het inhangen van de goot
Op de voet van ieder chevron (spoor) komt een opnamebeugel. De uiteinden van de sporen moeten verticaal afgezaagd zijn en alle in een lijn liggen; soms worden de beugels op een hiervoor geplaatste plank gezet die evenwijdig met de panlatten ligt. Plaats de eerste en de laatste beugel en let daarbij op het afschot, afbeelding 5. Zet alle andere beugels dan langs een touwtje dat je tussen deze beugels spant. Breng de kant en klaar gesoldeerde goot op het dak en leg hem in de beugels. Twee man kunnen een goot van 10 m makkelijk hanteren, zie afbeelding 6. Sommige klussers zetten de goot aan een lat vast om deze voor het hanteren te verstevigen, maar dat is meestal niet nodig.

Foto

afb. 06.6 – 6

Vouw de lippen van de gootdragers met de hand om de kraalrand. Deze dienen niet te vast te zitten omdat de goot uit moet kunnen zetten. Met uitzetting dient men rekening te houden, maar dit is bij kraalgoten in beugels meestal geen groot probleem.Onze plombier heeft het zo gedaan:
Alleen de ophanging bij de aansluiting van de valpijp is vast, alles andere schuivend. Omdat het over een totale lengte van rond de 12 m gaat, schuift dat behoorlijk, en bij warm weer hoor je de goot kraken.Ook als er meerdere valpijpen zijn is geen expansiestuk nodig, als men de aansluitingen van de valpijpen zo maakt dat deze bij uitzetting mee kunnen gaan (geen probleem als de valpijpen met twee bochten aangesloten zijn die een S-aansluiting tussen goot en verticale pijp vormen zoals in afb. 10).

6.  Valpijpen
De aansluitingen van de valpijpen worden meestal niet gesoldeerd. De uitloop van de goot heeft aan de onderkant een gat met hals, geprefabriceerd of ter plaatse gemaakt; daaronder zet men dan de naissance waarvan de felsrand 1 in de kraal geplaatst en de lappen 2 en 3 om de goot geslagen worden zie afb. 7, 8 en 9.

Foto

afb. 06.6 – 7 Gat voor afvoer, handmatig gemaakt

Foto

afb. 06.6 – 8 De afvoer, la naissance

Foto

afb. 06.6 – 9a Plaatsing van de naissance – maar, anders dan deze afbeeldung suggereert, eerst de felsrand in de kraal!

Foto

afb. 06.6 – 9b Felsrand in de kraal, dan de lippen aan de achterkant om de goot slaan

Dan gaat men met twee 45° -bochten en desnoods een stuk rechte pijp ertussen naar de plaats op de muur waar de valpijp moet komen, en dan plaatst men de valpijp. Valpijpen hebben één conisch verjongd einde en worden gewoon in elkaar gestoken. Draai de naad van de valpijp tegen de muur! De valpijpen worden met muurbeugels vastgezet. Het gewicht van de valpijpen wordt opgenomen door ringen, die op de pijp gesoldeerd zijn en op deze beugels steunen.

Foto

afb. 06.6 – 10 Twee 45° bochten, tussenpijp, valpijp tegen muur

Picture

afb. 06.6 – 11 Moderne zinken valpijp met een gietijzeren dauphin


​Les dauphins

Voor het onderste stuk van de valpijp neemt men graag, vooral aan de straatkant, een dauphin.
​Dit is een gietijzeren stuk pijp van 1,0 à 1,5m lengte, dat beter bestand is tegen mogelijke beschadigingen door voertuigen.
Moderne dauphins zijn gewoon cilindrisch en slank, afb. 11 en 12, maar er bestaan ook leuke 18e eeuwse dauphins, vaak met phantasievolle waterspugers, afb.13.

Picture

afb. 06.6 – 12 Nog een dauphin bij een zinken valpijp

Picture

afb. 06.6 -13 Klassieke dauphin met waterspuger

 

7.   Reparaties van bestaande dakgoten en andere problemen
De reparatie van een gat in een oude dakgoot is bijzonder moeilijk, omdat het materiaal rond het gat meestal behoorlijk verteerd is waardoor het tin bij het solderen niet pakt. Ook oude en nieuwe goten aan elkaar solderen lukt daarom meestal niet. Als dit soort overgang niet te voorkomen is zou ik een verbinding met een expansiestuk (schuifstuk) of een afdichting met permanent-elastische kneedmassa of zelfklevend plastic-reparatiemateriaal toepassen. Er bestaat reparatiefolie die koud plakt en ook materiaal dat zoals een bitumineuze dakbedekking warm moet worden aangebracht. Dit is ook voor gaten een oplossing, zij het een tijdelijke.

Wanneer goten en valpijpen vernieuwd worden is het een goed idee ook naar de afvoer (putjes en pijpen) te kijken.

  • Zijn de putjes lekvrij en werken zij nog als slibvanger?
  • Een lekkende put tegen de gevel kan tot een vochtige muur leiden.
  • Zijn de pijpen van de put naar het riool vrij, of zijn zij misschien verstopt door bladeren etc.?
    Ik heb ook (betonnen) afvoerpijpen gezien waar wortels in gegroeid waren.

De ondergrondse afvoerpijpen van afvoerputjes worden meestal in PVC uitgevoerd. Waar boven de pijpen met voertuigen gereden wordt, bijvoorbeeld als deze onder een garage-inrit liggen, is het goed pijp met 3,2mm wanddikte te nemen in plaats van de gewone 2mm, of nog een extra bescherming aan te brengen, bijv. en betonnen buis om de leiding heen of een betonplaat boven de leiding.

 

8. Tout venant – nog een aantal observaties en hints
Beschadigde of slecht gerepareerde dakgoten en valpijpen zijn na lekkende daken (en condensatieproblemen) de meest voorkomende oorzaak van vocht in huis.
Over de gevolgen van slechte of niet gerepareerde dakgoten zie de voorbeelden bij vochtdoorslag onder menupunt 17.3.Bent u ooit een jambon tegengekomen die buiten aan een huis hangt? 
Jambon noemt men, tenminste in het zuiden, de platte opvangtrechters waarin men twee valpijpen van dakgoten kan samenvoeren; officieel heten die des cuvettes de branchement. Deze zijn meestal asymmetrisch; dat maakt plaatsing in een bestaande verticale afvoerpijp makkelijk, afb. 18 en 19, en de andere pijp kan dan daar naar toe gelegd worden.

Foto

afb. 6.6 – 14 Twee valpijpen met een ‘Jambon’

Foto

afb. 6.6 – 15 Jambon, detail van afb.14
Met een jambon is het mogelijk twee valpijpen zonder veel soldeerwerk samen te voeren, zie de afbeeldingen 14 en 15. Heel mooi vind ik het niet, maar er is tenminste geen inwatering in de gevel.

Eens zag ik ook zo’n jambon waarvan ik het nut niet inzag, afb. 16.  Een week later werd het duidelijk: de eigenaar van dit huis heeft de dakgoot van zijn schuur vernieuwd en de afvoer ervan met die van het woonhuis samengevoegd, afb. 17.

Foto

afb. 06.6 – 16

Foto

afb. 06.6 – 18 Een jambon oftewel cuvette de branchement
    De jambon van afb. 18 heeft een ‘mannetjes’ voet en kan dus in een afgezaagde pijp gestoken worden. Solderen niet nodig!
Op afb. 19 is te zien hoe een jambonin een bestaande (koperen) valpijp geplaatst is om een tweede afvoer op te nemen; deze is wel gesoldeerd.

Foto

afb. 06.6 – 17

Foto

afb. 06.6 – 19 Cuvette de branchement, hier een gesoldeerd exemplaar

Dakgootbeschermers

De grootste vijand van dakgoten en hun valpijpen zijn bladeren. Die kunnen de valpijpen verstoppen, vooral als die bochten hebben. 
Als er weinig bladeren zijn, en vooral als men makkelijk bij de dakgoot komt om de bladeren te verwijderen, is het voldoende op de afloop (la naissance) een bladvanger te plaatsen, afb. 20 en 21. Deze bestaan van kunststof, verzinkt ijzer, roestvast staal en ook koper. De vroegere eigenaar van ons (Nederlands) huis had een plastic bladvanger geplaatst, en ik dacht dat ik die gauw moest vervangen, want PVC wordt door blootstelling aan UV-licht broos, maar wonder boven wonder doet deze bladvanger het nu al meer dan twintig jaar.

Foto

afb. 06.6 – 20 Boldraadrooster van roestvast staal

Foto

afb. 06.6 – 21 Bladvanger, ook hier het verzinkte of RVS boldraadmodel

Omdat dicht bij ons Frans huis hoge bomen staan vond ik het doelmatig de dakgoten met roosters tegen vallende bladeren te beschermen. Ook als een dakgoot voor het reinigen moeilijk te bereiken is zou ik dat doen.

Foto

afb. 06.6 – 22 Bladrooster, kunststofnet -> plastic grid to prevent leaves from collecting in the gutter
Ik was eerst bang dat die bladeren tot een complete afdekking van de dakgoot zouden zorgen, maar het is echt zo als door de fabrikant beschreven: 
Zodra de bladeren droog zijn worden zij door de wind weggedragen en het rooster is weer vrij. Ik heb een kunststofnet zoals op afb.22 gebruikt, er bestaan ook (geplastificeerde) metalen roosters.

Foto

afb. 06.6 – 23 Bladrooster van metaal -> metal protection grid

©2022 Communities Abroad  |  infofrankrijk.com

DISCLAIMER

Login

Forgot your details?