SCHUURDEUREN, DE BEKENDE GROTE DEUREN
VAN SCHUREN EN STALLEN
Bijna alle boerenhuizen hebben of hadden een grote schuurdeur, breed en hoog genoeg om een volgeladen hooiwagen te laten passeren; breedtes van rond de 3m en hoogtes van 3,5m of meer zijn niet ongebruikelijk.
Vaak zijn deze deuren niet meer aanwezig (afb. 1), of zij zijn wegens jarenlang niet-gebruik verwaarloosd. Vooral de onderkant is door optrekkend bodemvocht meestal verrot (afb. 2).
2. Moderniseringen
Helaas zijn veel deuren gemoderniseerd en ‘aan de eisen van deze tijd’ aangepast. Men hoeft er immers geen 3,5m hoog beladen hooiwagens meer in te rijden, daarom is nu een hoogte van 2,2 m voldoende.
Dus heeft men een houten of betonnen dwarsbalk op de juiste hoogte geplaatst, daaronder een moderne garagedeur met kozijn geplaatst en het vak daarboven op een min of meer doelmatige manier opgevuld, zie afb. 6, 7 en 8 en de slideshow, no.7 in dit hoofdstuk.
Maar het kan ook anders, zie afbeelding 9 t/m 11. De eerste eigenaar heeft het bovenveld door een toograam opgevuld, en de tweede, die in de vroegere schuur nu zijn ‘salon’ heeft, heeft een heel aparte oplossing gevonden.
Op afbeelding 9 vervangen een moderne garagedeur en bovenlicht een hoge schuurdeur. Een kozijn is steeds een teken van een restauratie, want de originele deuren sloten rechtstreeks op een sponning in de muur. Hier zie ik ook moderne scharnieren (gonds et pentures).
3. De techniek van oude schuurdeuren – simpel maar geniaal
Wie de schuurdeuren in originele stijl en techniek renoveren wil moet weten hoe deze ooit gemaakt werden. De grote deuren van de boerenschuren in onze streek zijn onmogelijk eruit te tillen, want deze meten tot 1,6×3,8 m (BxH) per vleugel, vantail. Maar ik heb van de timmerman in ons dorp geleerd dat deze deuren ter plekke gemaakt werden (fait sur place): eerst werden de eiken geraamtes (l’ossature) geplaatst en uitgelijnd, en er werd gekeken of deze goed draaiden – dan pas begon men met beplanken; vanwege het gewicht werd hiervoor sapin of populierenhout gebruikt, maar in onze streek beslist geen eiken (ik heb gehoord dat in andere delen van Frankrijk wél met eiken beplanking gewerkt wordt). Nu begrijp ik ook waarom een eigenaar die dacht het extra goed te doen tot zijn spijt zag dat zijn oude schuurdeur met eiken planken na een half jaar begon uit te zakken.
4. Mijn eerste schuurdeur
Na deze beschrijving ging ik bij onze slechtste schuurdeur aan het werk. Dus eerst alle oude planken van de deuren verwijderd (zij zagen er bijna zo erg uit als die op afb.2). Dan heb ik de ossature goed bekeken. De ‘scharnieren’ bestaan uit een ijzeren pin aan de onderkant die in een iets uitgeholde steen draait, en boven draait het rond gemaakte uiteinde van de balk in een ringvormige ijzeren houder, zie afb. 15 en 16. Alles draaide goed en de twee geraamtes lagen precies in een vlak, dus hieraan hoefde ik niets te doen.
Ik wil hier nog even op een gevarenpunt wijzen:
Traditioneel draaiden die deuren boven en onder op houten pinnen (de onderste wel met ijzer bekleed). Maar vooral de benedenste slijt langzaam maar gestaag. En wanneer het tegenzit komt de deur zo laag te hangen (staan) dat de bovenste pin uit z’n lager kan schieten. Dat heeft menige boer in Frankrijk de afgelopen eeuwen het leven gekost: verpletterd onder het gewicht van de eigen staldeur. Hetzelfde kan ook gebeuren als de deur in de buurt van het onderste draaipunt rot is en plotseling naar beneden zakt .
Bij alle schuurdeuren die ik bekeken heb ben ik een opmerkelijk detail tegengekomen: de bovenste pennen staan verder uit elkaar dan de onderste; daardoor hebben de deuren de neiging na het ontgrendelen van zelf open te gaan en in de open stand te blijven staan.
Ik heb voor onze schuurdeur zoveel mogelijk oude planken, die ik van een bij de buren gesloopte schuurdeur kon bemachtigen, op maat gezaagd en op de ossature geplaatst, de rest heb ik met nieuwe planken opgevuld. Ik heb de planken overigens geschroefd, want in de oude eiken balken kon ik haast geen spijker slaan.
Het resultaat is op afb. 13 en 14 te zien. Op afbeelding 14, die de schuurdeur van binnen toont, is ook de typische pendelboomsluiting te zien. Opmerkelijk is dat deze schuurdeur geen diagonalen heeft! Diagonalen zijn wél gebruikelijk bij de zwaardere met eiken beplankte deuren.
Hier nog drie foto’s van een andere schuurdeur, met (gedeeltelijk) ijzeren scharnieren aan de buitenkant. Deze deur draait overigens, zeer ongebruikelijk, naar buiten.
Hieronder foto’s van twee schuurdeuren die met de moderne lames pour volets opgeknapt zijn, de bekende latten met fases rondom en messing-en-groef verbinding, normaal 22×90 of 28x100mm.
5. Mijn tweede schuurdeur
Bij onze andere schuurdeur hadden wij overwogen er een dwarsbalk in te zetten met daarboven een vast raam en eronder een moderne garagedeur, elektrisch bediend. Maar na een aantal fotoanimaties overwogen toch de argumenten voor een historisch uiterlijk, het werden dus weer houten schuurdeuren in volle hoogte.
6. Luchtgaten en ruitjes
De ruitjes in de schuurdeuren zijn een verhaal apart. In onze streek heeft bijna iedere boer een ander motief in zijn schuurdeuren, soms heel eenvoudig, soms fantasievol of bewerkelijk, zie de fotogalerie.
Toch leuk, zo’n beetje lokaalkoloriet.
Fotogalerie van luchtgaten in schuurdeuren, zie deze link onderaan de pagina
voor een slideshow klik op Play> linksboven
7. Fotogalerie
Hieronder foto’s van een aantal verbouwingen van schuuropeningen, waarvan ik sommige minder geslaagd vindt dan anderen., zie deze link onderaan de pagina en
Klik op een van de postzegeltjes of kies links boven PLAY >
Op deze Belgische website heb ik een aantal nuttige adviezen voor het vervangen of moderniseren van een porte de grange gevonden: