DE DAKPANMODELLEN:
TUILES CANAL
TUILES PLATES
TUILES MÉCANIQUES
Tuiles plates – platte pannen, hoekig of afgerond
Tuiles mécaniques – pannen die met profielen in elkaar grijpenTuiles mécaniques bestaan sinds het midden van de 19e eeuw. Het grote voordeel is de geringere overdekking, iets van 30 à 50% in plaats van 120 à 150% zoals bij platte pannen nodig. Dat leverde een flinke gewichtsbesparing op, en er waren veel minder panlatten nodig, een op de 34 à 38cm en niet om de 12 of 15cm
Bij tuiles canal en tuiles plates bestaan maar weinig modellen, het aantal modellen van tuiles mécaniques is niet meer te tellen, in bepaalde regio’s heeft bijna ieder dorp een eigen model. En er bestaan ook tuiles mécaniques die de tra-ditionele tuiles canal en tuiles plates nabootsen.
Bij de keuze van een (andere) dakbedekking dient men op de toelaatbare hellingshoeken en vooral het gewicht te letten!
Dakbedekkingen met tuiles canal en tuiles plates zijn veel zwaarder dan die met moderne tuiles mécaniques en kunnen daarom niet zonder meer op een bestaand dak toegepast worden. Let ook op de juiste hellingshoek !
Voorgeschreven hellingshoek en gewicht van de pannenmodellen
Model pannen helling Gewicht [kg/m2]
Tuiles canal max 33° 90
Tuiles plates min 35° 60
Moderne tuiles mécaniques * 30-55° 30
Stenen platen (des lauzes) 30-40° 150
* soms ook als tuiles à cannelures/rainures bekend
1. Tuiles canal
Eerst een aantal afbeeldingen:
Gelegd worden de tuiles canal of op drie- of vijfhoekige sporen die vrij dicht bij elkaar moeten liggen of op een dak-beschot (des voliges), of op brede panlatten, des liteaux.
Deze pannen zijn ongeveer kwartrond, hebben een tapse vorm en oorspronkelijk geen ‘neus’ voor het ophangen op de onderconstructie. Bij renovaties kunnen deze tuiles volgens de traditionele methode hol-bol of met een kunststof-onderblad gelegd worden.
1.1 De traditionele methode
Tuiles canal werden traditioneel op balken met een speciaal profiel gelegd, ongeveer vijfhoekig met het ‘dak’ naar boven, of vierkante balken met afgeschuinde bovenkanten, dus ongelijkmatige zeshoeken. Deze balken (liteaux) lopen in dezelfde richting als sporen, in de vallijn, dus van nok naar goot, en hebben een hart-op-hart afstand van 1,1 tot 1,25 maal de smalste breedte van de tuiles. De eerste rij tuiles wordt met de holling naar boven tussen de balkjes gelegd (canal of tuiles de courant), de tweede met de bolling naar boven (chapeau of tuiles de couvert). Bij de eerste (holle) laag worden, van onderaan beginnend, de tuiles met de smalle kant naar beneden wijzend gelegd. De tweede (bolle) laag wordt, weer van onder beginnend, met de smalle kant naar de nok wijzend gelegd.Afb. 6 en 7 laten de vijfhoek-latten zien, afb. 8 de driehoekige chevrons.
Voor het vastzetten van tuiles canal geldt:
- In het grote vlak worden zowel de canals als de chapeaux niet vastgezet.
- Noklaag en de zijkanten van het dak worden met mortel vastgezet, soms ook de onderrand.
- Voor de nok worden ook tuiles canal gebruikt, en deze worden beslist met een ruim mortelbed vastgezet.
In sommige streken worden op de kroon van de muur (aan de voet van het dak) eerst een paar rijen tuiles canal plat en iets uitstekend geplaatst om een soort negge te vormen, vooral als er geen dakgoten geplaatst worden. Zie afb.9.
1.2 Modernere tuiles canal
Er bestaan moderne onderpannen met een nokje, les tuiles de courant à tenons, ook genoemd à talons, en bij-passende dekpannen. De tuiles de courant à tenons worden op panlatten gelegd, en de tuiles de couvert, die dezelfde buitenafmetingen hebben maar geen nok, worden door haken van roestvrij staal hieraan opgehangen.
Informatie over de diverse types tuiles canal zie hier bij Imerys.
Er bestaan ook moderne tuiles canal met voetjes die op een bestaand dakbeschot gelegd kunnen worden.
Hier wordt één laag (oude) tuiles op speciale golfplaten gelegd, die op de onderconstructie geschroefd worden. Bekend is de plaat van Eternit. Het resultaat is een éénlaags tuile-de-canal dak, eigenlijk nep. Dit dak is door de genoemde plaat waterdicht en ook dicht tegen stuifsneeuw. Het voordeel van deze werkwijze is dat men oude niet-perfecte tuiles kan gebruiken, want die hoeven niet waterdicht te zijn, hiervoor zorgt de golfplaat. Het originele uiterlijk wordt dus enigszins bewaard.
Merknamen zijn Soutuile Natura van Eternit en Tegolit Plus van Edilfibro.
Details over de verwerkingsmethode en de te gebruiken materialen zijn te vinden op:
www.eternit.fr en www.edilfibro.it
of andere websites van deze leveranciers. Zie bijv. hier die van Eternit. De platen zijn in de gebruikelijke rode en bruine tinten leverbaar.
Eternit en andere fibercement-producten zijn overigens al jaren asbestvrij!
Soms worden op deze golfplaten ook echt twee lagen tuiles canal gelegd, afb. 11 (hier gecementeerd).
Er bestaan ook tuiles pseudo canal, zie afb. 12 en 12a, die met een profiel in elkaar haken en die op normale horizontale pan-latten gelegd worden, netzo als tuiles mécaniques. Handelsnaam: tuiles romanes. |
1.4 Meer info
Ik kan over les tuiles canal uit eigen ervaring niet meer zeggen, omdat ik deze daken wél bekeken maar nog niet onder handen gehad heb – bij ons in de Bourgogne zijn andere pannen (tuiles plates, tuiles mécaniques) en daarmee andere onderconstructies gebruikelijk – u kent zeker de bonte Bourgondische daken, bijv. die van het Hotel Dieu in Beaune.
Maar iemand uit een andere streek vulde aan:
Zoveel streken zoveel bouwwijzen, hetgeen ook opgaat voor het leggen van dakpannen. In onze streek, de Charente/ Dordogne worden de tuiles de canal zo gelegd:
Het dak wordt dichtgetimmerd met 2 cm dikke planken (bij woonhuizen tegen elkaar maar bij stallen en schuren met een duim tussenruimte), waarna de pannen er los op worden gelegd. Eerst worden de canals los gelegd, waarbij restanten van gebroken pannen gebruikt worden om ze stabiel te leggen. Hiervan bestaat tegenwoordig een moderne versie die men ‘canal met voetjes’ zou kunnen noemen. De chapeau’s worden vervolgens los op de canals gelegd. Alleen de dakrand en nok worden afgemetseld.
Men kan ook de onderste en bovenste rij pannen (of alle pannen) met draadhaken (des crochets) vastzetten, zie deze website van IMERYS.
Voor het leggen van tuiles canal ben ik de volgende tips tegengekomen:
- De daken mogen beslist niet te steil zijn, hellingen tussen de 20 en 33 graad zijn gebruikelijk; anders glijden de pannen eraf.
- Houd de juiste afstand tussen de rijen canals; liggen deze te dicht dan kunnen dode bladeren niet van het dak afspoelen, en opgestuwd water kan dan naar binnen lekken.
- Alle niet vastgemetselde canals en chapeaux kunnen bij breuk of lekkage eenvoudig vervangen worden, maar alleen van buiten!
- En wat voor alle pannendaken geldt:
Na het leggen niet meer op het dak lopen, alleen met een loopplank of plat neergelegde ladder betreden (of op z’n vieren kruipend!). - Omdat je van beneden naar boven legt ervoor zorgen dat je bij de nok een ladder hebt staan om er van af te komen 🙂 !
2. Tuiles plates
Deze bestaan eigenlijk alleen in twee vormen: rechthoekig en min of meer afgerond. De afgeronde noemt men tuiles en écailles of, omdat zij daar het meest gebruikt worden, Alsaciennes.
Vanwege de ruime overdekking (ieder spleet tussen twee naast elkaar liggende pannen moet door een erop liggende pan compleet afgedekt worden, zie afb.16) moeten de panlatten voor deze pannen met een vrij geringe afstand gelegd worden. Les tuiles plates werden oorspronkelijk gespijkerd, modernere hebben een nok waarmee zij op de panlatten gelegd worden. Voor les tuiles plates bestaan weinig hulpstukken. Ik ben alleen nokvorsten tegengekomen.
Bij de dakreparatie afb. 19 is te zien hoe dicht de panlatten voor les tuiles plates liggen. Op dit dak ontdek ik overigens vijf verschillende soorten pannen (afb.20):
1. de oude tuiles plates met rechte onderkant. 2. Nieuwere tuiles plates met afgeronde onderkant 3. een ander model, ook met afgeronde onderkant 4. tuiles plates met bijna rechte onderkant 5. weer een ander model met ronde onderkant |
3. Tuiles mécaniques
(dit is de algemeen gebruikelijke aanduiding, officieel heten ze tuiles à emboîtements)
De machinaal gemaakte pannen hebben rondom profielen waardoor elke pan met de buurmannen rechts/links en boven/onder verbonden is. Daarom moeten de panlatten precies op de door de fabrikant voorgeschreven afstand liggen – die kan men ook afmeten als men een aantal pannen in verband legt, zie afb.29 hieronder.
Er bestaan modellen waar iedere rij om een halve panbreedte versprongen is (bijv. op afb. 22, baksteensgewijs) en andere waar pan boven pan ligt (zie de foto 06.4 – 12).
De bovenkant kan de meest uiteenlopende profileringen of versieringen hebben. Bij ieder model tuile mécanique be-staan tal van hulpstukken voor rand en nok, voor ventilatiepijpen en diverse aansluitingen.
En er bestaan ook tuiles mécaniques die de vorm van tuiles canal nabootsen, afb. 26- 28 – men noemt ze vaak pseudocanal.
4. Afstand van de panlatten bij tuiles mécaniques
Tuiles mécaniques liggen alleen goed als de panlatten op de juiste afstand geplaatst zijn. De juiste afstand kan men, als die op de pakbon of in de literatuur van de leverancier niet te vinden is, zo bepalen (afb. 29):
- Leg zes pannen zo op de grond dat hun profielen in elkaar grijpen.
- Schuif de pannen strak tegen elkaar en meet L1, dus over vijf pannen.
- Trek de pannen uit elkaar en meet L2, ook weer over vijf pannen.
- Dan berekent men de juiste afstand d van de panlatten als d = (L1 + L2)/10
Dit is de HoH-afstand van de panlatten, of de afstand van bovenkant lat tot bovenkant lat (of van onderkant tot onder-kant). Met een eenvoudige mal (zie afb.30) kan men dan de latten vastspijkeren.
5.Accessoires voor tuiles mécaniques
Voor ieder model tuiles mécaniques bestaan de nodige hulpstukken, zie bijv. bij Mes Matériaux.
6. Dakplaten
Voor kleine gebouwen (een schuur, een gereedschapshok) kan men ook kunststof dakplaten nemen; deze zijn vaak van gerecycled materiaal.
Men vindt deze onder de namen Easyline, Couverture Bituminée, Onduline.
De toepassing is beschreven in een document van SystèmeD.