De meeste vloeren die u in een traditioneel Frans huis zult tegenkomen zijn balkenvloeren met planken erop.
U vindt hier voorstellen voor het repareren, herstellen, verbeteren en vervangen van deze vloeren.
U kunt de volgende hoofdstukken hier aanklikken:
1. Eén vloerplank vervangen
2. Verende vloeren
3. Nieuwe vloer leggen
4. Doorgezakte vloeren
5. Balken repareren
6. Opdekvloeren
7. Krakende vloeren
8. Betegelen van een oude plankenvloer
OPDEKVLOEREN
Ik wil hierbij opmerken dat een tweede balklaag (meer een balkjeslaag) die haaks op de bestaande ligt wel het gewicht ervan verhoogt maar niet de stijfheid. Als de vloer dus vóór de renovatie al verend is dan wordt dat door de massa van de oplegvloer alleen maar erger. Als men dit effect wil vermijden dan moet men de nieuwe chevrons op de bestaande balken leggen (dus in dezelfde richting als deze) en de twee stevig met elkaar verbinden; dit wordt onder punt 2 beschreven..1. Opdekvloer haaks op de balken
Men bepaalt het hoogste punt van de balklaag; zie hiervoor 08.1.4, afbeelding 2. Dan legt men de eerste en de laatste balk van de opdekvloer op 10 – 15cm afstand van de muur en stelt beiden met behulp van klossen horizontaal. Voor ik deze balken vastzet controleer ik met een metselkoord (of een rechte balk) of met deze positionering van de twee balken ook voldoende ruimte voor de hoogste balk beschikbaar is, als dit niet een van de uiterste balken is. Dan pas zet ik deze vast met houtdraadbouten/-schroeven van bijv. 8x150mm.
Alle andere balkjes worden dan tussen die twee eindbalken gelegd en aanhand van metselkoordjes uitgeklost. Ik kies de afstand tussen de balkjes zo als voor de beoogde vloer nodig is:
- Bij MDF- of OSB-platen van 18mm 40-45 cm
- Bij vloerplanken (du parquet) 21mm 46-52 cm
- Bij vloerplanken van 23mm 51-57 cm
(basis: HOH-afstand 22 à 25 maal de plaat- of plankdikte)
U hebt het boven al gelezen: als de vloer zwak is dan kan men de ‘balkjes’ beter in de lengterichting bovenop de draagbalken leggen en goed met deze verbinden, waarmee het geheel (iets) stijver wordt. Als het om een zo gering mogelijke verhoging gaat legt men het nieuwe balkje op de bestaande balk en klost alleen daar uit waar deze niet op de doorgezakte oude balk opligt. Als men meer hoogte wil creëren dan legt men overal hoge klosjes, er ontstaat dan een soort vakwerkligger.
3. Problemen met hoogteverschil
Door de opdekvloer komt de loopvloer hoger te liggen. Als men alle vloeren van een verdieping op dezelfde hoogte legt heeft men tenminste op de verdieping zelf geen probleem. Maar hoe zit het bij de trap? Door de opdekvloer komt er een lage traptrede bij of de laatste wordt hoger – en dat is onaangenaam want het kan tot struikelen leiden. Dit gevaar bestaat volgens mijn observaties zodra een trede meer dan 10 of 15mm hoger is dan de andere.
Ik ken hiervoor drie oplossingen:
- de vloer rond de laatste traptrede gewoon op de oude hoogte laten liggen,
- de opdekvloer precies één traptrede hoog maken,
- op de trap een hoogteverloop aanbrengen.
Met de oplossing ‘vloer rond de laatste traptrede gewoon op de oude hoogte laten liggen’ creëert u als het ware een additionele minder hoge traptrede. Niet leuk, het loopt niet echt lekker – maar dit is tenminste niet gevaarlijk, het is geen struikelblok. Afb. 7 is een animatie van dit voorstel.
Wanneer u de opdekvloer ongeveer een traptrede hoog maakt heeft u dezelfde situatie als in afb. 7, maar nu met een volle trede extra. Dit betekent dat u, afhankelijk van de aanwezige trap, 17 à 19cm moet opbouwen, want dit is de normale hoogte van een traptrede in woonhuizen. Dit is erg hoog, want een opdekvloer is zelden hoger dan 10 of 12cm. Rekent u eens mee:
De oude vloer bestond uit planken van 28mm. Als uw opdekvloer uit 100mm hoge balkjes en 21mm dikke planken bestaat, en u hebt die in de buurt van de trap 40mm uitgeklost, dan zit u 100+21+40-28=133mm hoger dan voorheen. Niet erg handig, als dat bij een trap met 17cm-treden aan moet sluiten!
Dan de derde oplossing.
Wanneer u de laatste traptreden geleidelijk iets meer ophoogt, iedere trede ca. 15mm hoger dan de voorgaande, dan zal niemand daar last van hebben. Laten we als voorbeeld weer een oude vloer met planken van 28mm nemen, maar nu met een iets minder hoge opdekvloer.
Verondersteld de oude vloer bestond weer uit planken van 28mm. Als uw opdekvloer uit 75mm hoge balkjes en 21mm dikke planken bestaat, en u hebt die bij de trap 20mm uitgeklost, dan zit u 75+21+20-28=88mm hoger dan voorheen. Dit kunt u, als u een hoogteverschil van rond 15mm per trede aan wilt houden, over 6 treden compenseren, met gemiddeld 14,7mm per trede oftewel 4 treden met 15 en 2 met 14mm hoogteverschil. Dit is in afb. 8 voor een hoogte-verschil van ca.60mm geïllustreerd, dat over vier traptreden gecompenseerd wordt. Let ook op de voorgestelde oplossing voor de trapneuzen.