Hout
De wat ouderwetse, maar goedkope brandstoffen hout (du bois) en kolen (du charbon) worden nog veel gebruikt in bosrijke gebieden of (wat kolen betreft) in mijnstreken. Mede dankzij subsidieregelingen en de verbeterde verbrandingstechnieken komt het stoken met hout steeds meer in zwang. Hout kan in de goed geïsoleerde nieuwbouwhuizen goedkoper zijn (soms zelfs € 400 per jaar) en is minder belastend voor het milieu, twaalf keer minder CO2-uitstoot dan olie.
In ruim 7 miljoen Franse huishoudens is hout dé brandstof om het gehele huis te verwarmen of ten minste de (woon)keuken. In 2020 zou hout in zelfs 9 miljoen huizen worden gebruikt voor de verwaiming. Een grote houthaard in de keuken kan ook worden gebruikt als bron voor een ingenieus centraleverwarmingssysteem, dat door een deskundige moet worden geplaatst en waar je uit veiligheidsoverwegingen echt mee moet leren omgaan. Daarnaast zijn de nieuwe kachels, gesloten haarden (inserts) of zelfs cv-ketels in gebruik die voor zeer hoge rendementen zorgen. De kosten zijn drie keer lager dan de dure verwarming met elektriciteit, ooit erg gepropageerd wegens de goedkoper elektriciteit uit de kerncentrales. Een gemiddeld gezin heeft 20 à 30 m³ hout per jaar nodig als het dient om de woning te verwarmen. De kwaliteit van moderne houtkachels is de laatste jaren sterk verbeterd: completere verbranding en minder belasting voor het milieu. Er zijn kachels die branden op de gewone trek van de schoorsteen en haarden die werken met ‘geforceerde’ luchttoevoer. Er zijn systemen van brandstoftoevoer in de vorm van houtsnippers of -korrels ( de ‘pellets’ of officieel granulés de bois).
Als de houtkachel of de ingebouwde open haard voortdurend brandt, is het raadzaam er een warmwatervoorziening aan te laten koppelen, zodat ‘overtollige’ warmte niet verloren gaat. De Fransen zijn vooral inventief in het toepassen van gesloten haardsystemen met leidingen en ventilatiesystemen om de warmte naar andere vertrekken te brengen, en in het gebruik van ingebouwde open haarden (inserts). Deze afgesloten houthaarden zijn aanzienlijk rendabeler dan gewone open haarden, waar 80% van de verbrandingswarmte romantisch, maar nutteloos door de schoorsteen verdwijnt.
Hout is overal in Frankrijk redelijk goedkoop te verkrijgen, dat in stères (een slordig gestapelde kuub, zeg 450 kilo, of soms ook in tonnes (tussen de 1,25 en 1,5 m³) of brasses (1,60 bij 1,60 bij 1 m.) wordt thuisbezorgd op lengtes van 100, 50 en (minder vaak) 30 centimeter, corresponderend met het formaat van het stooktoestel.
Op de site: www.bois-de-chauffage.net treft u de actuele die gelden in uw regio tarieven aan.
Een stère kan bestaan uit houtblokken van 1 m³ (dus 1 x 1 x 1 m.), maar bij houtblokken van 50 cm is een stère 0,8 m³ en bij hout op 33 cm. gezaagd is een stère 0,7 m³ (al naar gelang de regio). Je zou in deze maatvoering dezelfde hoeveelheid haardhout krijgen, doordat er bij kleine stammetjes minder legen ruimten zijn. In veel gebieden gelden 4 stères als een corde, in sommge andere gaan er weer 3 stères in een corde. Hoe korter gezaagd, hoe duurder; zelf gehaald is voordeliger dan laten bezorgen. Kijk in de kleine advertenties van de lokale bladen onder Chauffage.
De Fransen blijven nog steeds actief met de toepassing van hout en er zijn nog steeds ontwikkelingen gaande bij het gebruik van gewone kachels en de zogenaamde allesbranders. Een lijst van professionelen in de buurt die kunnen adviseren en installeren is op te vragen bij het Comité Interprofessionel pour la promotion du chauffage au bois, 39/41, rue Louis Blanc – Courbevoie, 92038 Paris-La Défense CEDEX. Tel. 01 47 17 61 64. De overheid stimuleert dergelijke aanschaffingen, die fiscaal aantrekkelijk worden bejegend. Zo kan 15% belastingteruggave worden gekregen bij de aanschaf van een installatie voor houtverwarming (niet de open haard) en zelfs 23% als een bestaande houtinstallatie wordt vervangen door een nieuw zuinig model. Eenmalig is een subsidie mogelijk van € 1350 tot € 3000 afhankelijk van het inkomen (de actie j’éco-rénove, j’économise), subsidie van de Ademe voor huizen die langer dan 15 jaar in bezit zijn en mogelijk nog subsidies van lokale overheden, zoals gemeente en departement. De btw is laag bij investeringen in houtverwarming.
Olie
Op het platteland is, naast stoken op hout, het gebruik van huisbrandolie (fuel domestique, fioul, mazout) heel algemeen. De nieuwe ketels verbranden zeer economisch (het rendement kan boven de 90% uitkomen) en zorgen ook voor een lagere belasting van het milieu. Het verbruik is bij een goed geïsoleerd huis alleszins redelijk. In een huis van 100 m² moet 1500 liter per jaar genoeg zijn. Het wordt wat meer als de cv-ketel ook de waterboiler stookt.
Op de site www.fioulmarket.fr treft u de actuele die gelden in uw regio tarieven aan.
De kosten variëren echter nogal door de schommelingen in de olieprijs. Het loont de moeite om de ‘wintervoorraad’ in het goedkopere zomerseizoen in te slaan, maar de grillige olieprijzen hebben dit vrijwel onmogelijk gemaakt. De leveranciers gaan soms heel ver in hun dienstverlening. Zo kunnen zij het gemiddelde gebruik meten en op eigen initiatief langskomen om de tank bij te vullen. Er bestaat zelfs meetapparatuur op afstand. Het met de buren gezamenlijk inkopen van olie wordt wel gedaan, maar levert in de praktijk niet altijd veel voordelen op. De opslagtanks kunnen ondergronds of bovengronds (binnen of buiten) zijn. Bij nieuwbouw en restauraties wordt steeds meer gebruik gemaakt van kunststoftanks (tot 2500 liter), die binnen worden geplaatst in een goed geventileerde ruimte zonder ramen.
Ketels voor de (centrale) verwarming moeten jaarlijks een onderhoudsbeurt krijgen door een professioneel bedrijf. De – aloude – verplichting geldt voor eigenaren en huurders van huizen waarin zo’n chaudièrestaat. Het onderhoud houdt een inspectie in, een schoonmaakbeurt en een goede afregeling. Ook moet de onderhoudsman informatie verstrekken over een goed gebruik van de ketel en adviseren over verbeteringen of zonodig vervanging van de installatie. Anders dan bij de technische onderzoeken bij de verkoop van een huis (de ‘diagnostics), behoeft de keurder niet onafhankelijk te zijn van een onderneming. Dus de man, die jaarlijks de onderhoudsbeurt komt geven – meestal iemand van een bedrijf dat de ketel heeft geleverd – mag ook de officiële keuring uitvoeren. Een werknemer van een bedrijf dat bijvoorbeeld termieten bestrijdt, mag dergelijke diagnoses niet stellen. Dat moet gebeuren door gespecialiseerde, erkende onderzoeksbedrijven.
Wie niet voldoet aan de verplichting om ketel jaarlijks te laten keuren, is niet strafbaar. Bij problemen zullen de verzekeraars daarentegen heel moeilijk gaan doen.
Fransen steeds bezorgder over hoge stookkosten
In vier van de tien Franse huishoudens zal de verwarming in de komende winter lager worden afgesteld. In acht van de tien gezinnen heersen zorgen over de almaar stijgende energiekosten, zo blijkt uit de jaarlijkse barometer Energie-Info, gepubliceerd door de nationale ombudsman voor energie.
(31.10.12)
Premie bij aankoop cv-olieketel
De premie bij de aankoop van een nieuwe olieketel (chaudière au fioul) bedraagt € 350. De slooppremie (prime à la casse) geldt voor particulieren die hun ketel van meer dan 15 jaar oud vervangen door een condensatieketel op huisbrandolie, over het algemeen ruim 30% zuiniger dan de oude ketels.
In Frankrijk zijn nog circa een miljoen van deze oude ketels in gebruik. De regeling wordt uitgevoerd door de leveranciers van olie en de fabrikanten, maar niet alle ondernemingen nemen deel aan deze door de overheid opgelegde operatie, waarbij de deelnemende partijen verplicht zijn op straffe van zware boetes hun quota te halen. Een distributeur Ecofioul in de nabije omgeving bij wie van de premie kan worden geprofiteerd is te vinden op de website van deze organisatie. Wie aan een nieuwe cv-ketel toe is, zal ook moeten kijken naar de mogelijkheden van ketels op aardgas (niet op het platteland beschikbaar) of houtgestookte ketels. Bij de aanschaf daarvan worden geen premies uitgekeerd, maar de kosten op lange termijn kunnen lager zijn. Cv-ketels op olie zijn duur en kosten tussen de € 4000 en € 6000.
Alternatieve energie en subsidies/belastingvoordelen
In vergelijking met veel andere Europese landen loopt Frankrijk erg achter bij het ontwikkelen en toepassen van zonnewarmte ten behoeve van de warmwatervoorziening in de huishoudens of voor de opwekking van elektriciteit door middel van zonlicht.
Als je zelf spullen koopt om dergelijke installaties aan te leggen, zullen deze moeten zijn voorzien van het keurmerk CSTBat om in aanmerking te komen voor belastingvermindering. Bovendien moet de installatie (collector, panelen, wateropslag, leidingen) zijn aangelegd door een bedrijf dat is aangesloten bij Charte Qualisol. Naast een belastingteruggave van de aanschaf- en installatiekosten geldt meestal ook nog het lage BTW-tarief van 7%. De fiscale tegemoetkoming geldt alleen voor de materiaalkosten, dus niet voor het arbeidsloon bij de installatie. De uitgaven die voor de belastingmeevaller zorgen, zijn beperkt tot € 16.000 voor een koppel (plus € 400 voor het eerste, € 500 voor het tweede en € 600 voor de volgende kinderen extra.)
Belastingvoordelen voor investeringen in eigen huis weer verminderd
Nadat via de kaasschaafmethode in 2011 de belastingvoordelen voor energiebesparende investeringen in het eigen huis al met 10% waren verlaagd, zijn in 2012 wederom de voordelen worden teruggebracht. Het systeem van deze belastingteruggaven onder de naam ‘crédit d’impôt développement durable’ heeft wegens zijn succes de Franse staat veel geld gekost. Daarom zijn de fiscale tegemoetkomingen nog eens met 10% naar beneden gegaan. Het zwaarst getroffen zijn de investeringen in zonnecellen voor de opwekking van elektriciteit. Bij de start van deze crédit d’impôt was het belastingvoordeel 50%, in september 2010 werd het 25% en in 2011 is het nog 22%. In 2012 is het percentage verder tot 15 gezakt.
Er vallen niet alleen dalingen te constateren. De aanschaf van energiezuinig gasgestookte ketels wordt beloond met een belastingteruggave van 25% en grote herstelwerkzaamheden die gepaard gaat met gelijktijdig uitgevoerde milieu-investeringen profiteren van een crédit d’impôt dat 10 procentpunten hoger is dan voor de afzonderlijke investeringen. Bijvoorbeeld: als men een condenstatieketel voor de centrale verwarming aanschaft, is de teruggave 11%, het plaatsen van ramen met dubbel glas komt ook in aanmerking voor 11% voordeel en de isolatie van muren voor 19%. Als deze zaken in één keer worden aangepakt, worden de crédits d’impots respectievelijk 21%, 21% en 29%. De plafonds van de investeringen om in aanmerking te komen voor de fiscale voordelen blijven ongewijzigd: € 8000 voor een alleenstaande en € 16.000 voor een koppel, vermeerderd nog met € 400 per inwonend kind. Het systeem geldt alleen voor de hoofdbewoning.
Koppels met een een gezamenlijk inkomen dat lager is dan € 30.000 per jaar kunnen een deel van de werkzaamheden die in aanmerking komen voor het belastingvoordeel, financieren met een renteloze lening. Zelfs is het weer mogelijk om te profiteren van beide voordelen: én belastingteruggave én renteloze lening. Deze ‘cumul’ is voor 2012 weer ingevoerd.
Enkele voorbeelden van de nieuwe percentages:
- Condensatieketel 11%
- Houtketel 19%
- Isolatie ramen, luiken en deuren 11%
- Isolatie muren of dak 19%
- Installatie om energie te produceren uit duurzame bron 40%
- Installatie fotovoltaïsche panelen 15%
- Warmtepompen 19%
- Geothermische warmtepompen 32%
- Installatie opvangen regenwater 19%
Nadere informatie over subsidies is nog te krijgen bij Ademe, Qualisol en Anah (Agence nationale pour l’amélioration de l’habitat – werkend voor particuliere huiseigenaren die het huis zelf bewonen of verhuren). Naast deze instellingen gaan ook steeds meer departementen en regio’s over tot het subsidiëren van milieu- en energievriendelijke warmteopwekking. Je moet de plaatselijke kranten goed in de gaten houden.
De via zonnestraling opgewekte elektriciteit bedraagt in Frankrijk nog maar weinig. De Franse overheid heeft daarom enige jaren geleden besloten een belastingteruggave in te voeren op de investering van zonnecellen aan woningen. Bovendien kan de opgewekte elektriciteit worden teruggeleverd aan de EDF tegen een aantrekkelijk, maar in de loop der tijd steeds verlaagd tarief. Het stelsel is aan eigen succes bijna ten onder gegaan. Zonnecellen zetten licht om in elektriciteit. Zonnecollectoren gebruiken de zonnewarmte voor het opwarmen van huishoudelijk water. De terugverdientijd ligt, afhankelijk van tal van factoren, tussen 9 en 25 jaar bij een investering van € 20.000 voor 25 m² zonnecellen.