De Franse consumentenorganisatie Que Choisir heeft een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de bureaus die het energielabel moeten vaststellen bij woningen die in de verkoop gaan. Gebleken is dat een huis, dat door verschillende van die diagnosebureaus werd onderzocht, zeer verschillend kan worden geclassificeerd.
Makelaars en particulieren die een huis te koop aanbieden zijn verplicht om het energielabel van het pand bekend te maken. Zo’n keurmerk van A tot G is ook nodig om de hoogte vast te stellen van de nieuwe renteloze lening PTZ+ voor nieuwkomers op de woningmarkt. Sinds 2006 geldt de verplichting om een energiediagnose over te legeen bij de koopakte en sinds 2007 bij een huurcontract. De matige kwaliteit van de diagnosebureaus, vaak ingeschakeld door de makelaars zelf om daarmee extra – verboden – provisie op te strijken, is volgens Que Choisir zorgwekkend. De instelling liet vier huizen door 16 bureaus onderzoeken om de diagnostic de performance énergétique (DPE) te verkrijgen. Twee huizen werden in drie verschillende klassen ondergebracht, een werd in twee klassen ingedeeld en een vierde verkreeg hetzelfde energielabel van deze ‘professionals’. Eén van de onderzochte woningen werd geklasseerd in de klassen C, D of E met een geschat verbruik van 134 kWh tot 244 kWh per vierkante meter per jaar. De factuur varieert dan van € 1000 tot € 1800. Een woning met een indeling in A verbruikt 50 kwh/m²/jaar met een nota van € 250; een indeling met G betekent een verbruik van 450 kWh, € 2250 per jaar. In 2008 werd al eenzelfde onderzoek gedaan met eveneens schrikbarende resultaten. Que Choisir vraagt nu aan de overheid om de DPE betrouwbaarder te maken en de diagnosebureaus aansprakelijk te stellen bij verkeerde rapportages.