Meertaligheid staat in de schijnwerpers en dat is logisch want meertaligheid is de toekomst. In deze tijd van globalisering groeit het aantal internationale gezinnen en worden kinderen steeds vaker meertalig opgevoed. Meertalig opgroeien is een mooi cadeau voor kinderen. Ze zijn flexibel, switchen moeiteloos van de ene naar de andere taal en bouwen een enorme woordenschat en een groot referentiekader op. Een meertalige opvoeding heeft bovendien een positieve invloed op hun cognitieve ontwikkeling. Meertalig opvoeden gaat echter niet vanzelf en meertalige gezinnen stuiten vaak op dezelfde moeilijkheden en vragen. Wanneer moet ik ermee beginnen; is het niet verwarrend; krijgt hij geen achterstand; leert hij straks niet twee talen half; ik vind het zo lastig consequent te blijven. Zomaar een greep uit de vragen van ouders. Naast plezier en uitdaging vergt meertalig opvoeden namelijk ook vastberadenheid en doorzettingsvermogen.
Om de meertalige opvoeding zo natuurlijk mogelijk te laten verlopen is het belangrijk om te begrijpen hoe een meertalig kind in elkaar zit en functioneert. Niet altijd wordt een meertalig kind goed begrepen in een omgeving waar eentaligheid de norm is. Vanuit de heersende eentalige opvattingen, richtlijnen en verwachtingspatronen blijkt hij nog altijd moeilijk definieerbaar. Onze eigen achterhaalde eentalige benadering moet op de schop. De vraag, of meertaligheid een voor- of een nadeel is, zou er bijvoorbeeld niet langer toe moeten doen in een samenleving waar natuurlijke meertaligheid een feit is. Het is interessanter om ons af te vragen in welk opzicht meertalige kinderen anders functioneren dan eentalige kinderen.
De leeftijd waarop je een taal leert, bepaalt welke hersenstructuren hiervoor gebruikt worden. Bij kinderen die vanaf hun geboorte of zeer jonge leeftijd met meer dan één taal opgroeien, ontwikkelen zich meerdere taalsystemen (één per taal) in het brein, die gebruik maken van dezelfde Broca subgebieden. De talen worden afzonderlijk aangestuurd en gecontroleerd door de verschillende functies in de hersenen. Meertaligen doorlopen de verschillende taalontwikkelingsfasen gelijktijdig in elke taal en in ongeveer hetzelfde tempo als eentaligen. We spreken dan ook van meertalige eerste taalverwerving. Kinderen die simultaan meertalig opgroeien hebben dus meerdere moedertalen (zelf kies ik liever voor de term basistalen) en niet één moedertaal zoals eentaligen.
Het continue switchen tussen de talen en het onderdrukken van de ene taal ten behoeve van de andere, zorgt voor een flexibel brein dat probleemoplossend te werk gaat. Een meertalige gebruikt hiervoor al zijn (talen)kennis. Kent hij een woordje niet in de ene taal, dan is het mogelijk dat hij dat oplost door een woord uit de andere taal te lenen. Een verrassend en correct vervoegd ‘Ik heb pijn in mijn hart’, vanaf de achterbank van de auto kan dan het resultaat zijn. Fout? Het is maar net hoe u het bekijkt. Een kind zoekt oplossingen. Even nonchalant de zin met het correcte woord herhalen terwijl je je kind een spuugzakje geeft en het is opgelost. Want als u Frans spreekt had u wel begrepen dat hij de Nederlandse term misselijk voor mal au coeur niet kende.
Toch had mijn dochter het gevoel dat haar Franse vriendinnetjes meer Franse woorden kennen dan zij, haar Nederlandse neefje meer Nederlandse woordjes en haar jongere Italiaanse neefjes, meer Italiaanse woordjes. Hoe stel je je kind in dergelijke situatie gerust? Als ouder kun je wel zeggen hoe fantastisch het is dat zij juist alle drie de talen spreekt, maar dat argument voldoet niet altijd. Dan moet je met iets concreets komen, een rekensommetje bijvoorbeeld. De woordenschat van een meertalig kind is namelijk een optelsom. Een zesjarig eentalig kind kent passief ongeveer 4500 woorden. Een zesjarig tweetalig kind zal er misschien 3500 in de schooltaal kennen, maar kent er ook nog eens zo’n 2500 in de thuistaal. Een totaal dus van 6000 woorden! Dankzij hun verschillende talen hebben meertalige kinderen een grotere algemene woordschat, maar per taal is hun woordenschat meestal kleiner. Dit wordt nogal eens verward met een kleinere kennis en dat is een grote misvatting Het feit dat een kind een woord niet in de schooltaal kent, wil nog niet zeggen dat de kennis achter het woord niet aanwezig is. Kennis komt via de verschillende talen binnen en wordt opgeslagen in een niet-talige kennisbasis in het brein. Als een kind in de thuistaal heeft geleerd hoe een rups een vlinder wordt, weet hij dat ook op school. Soms mist hij echter het label (woord) in een betreffende taal op zijn kennis, maar dat leert hij gelukkig in een handomdraai. Daarom is het belangrijk dat ouders hun kinderen een zo breed mogelijke woordenschat aanbieden, door veel voor te lezen bijvoorbeeld.
Veel ouders vrezen toch dat hun kind straks alle talen een beetje kan spreken, maar geen enkele correct. Het feit dat meertalige kinderen hun talen soms door elkaar heen gebruiken, zien ze vervolgens als een bevestiging van deze angst. Ik wil u direct geruststellen. In de eerste plaats kunnen meertalige kinderen vanaf een jaar of twee onderscheid maken tussen hun talen en in de tweede plaats gebruiken ze hun talen niet zomaar door elkaar heen. Het mixen van de talen is dus geen teken van onbekwaamheid of luiheid zoals velen denken, maar juist een teken van bekwaamheid. Zij weten precies wanneer ze hun talen wel kunnen mixen, namelijk als ze met een ander meertalig persoon spreken, en wanneer ze hun talen niet kunnen mixen, als ze met een eentalig persoon in gesprek zijn. Als u niet overtuigd bent, probeert u dan de volgende test eens uit. Laat uw kind praten met iemand die uitsluitend uw taal spreekt, uw moeder bijvoorbeeld. U zult zien dat uw kind maar in één taal met oma spreekt omdat hij heel goed weet dat oma de andere talen niet verstaat. Om de meertalige taalverwerving zo vlot en correct mogelijk te laten verlopen, is het voor ouders wel verstandig om ieder hun eigen taal te spreken en niet te gaan mixen.
Voor zowel een- als meertalige kinderen geldt dat ze hun taal of talen nodig hebben voor kennisoverdracht en voor communicatie met de wereld om zich heen. Een eentalig kind heeft daarvoor één taal nodig en een meertalig kind heeft daarvoor meerdere talen nodig. Een buitenstaander kan daar niet zomaar aan tornen. In geen geval neemt de ene taal plaats weg bij de andere en het brein raakt ook niet vol, zoals men weleens vreest. Het is juist zo dat een goede beheersing van de ene taal, een goede beheersing van de andere taal bevordert en, andersom, dat een zwakke beheersing van de ene taal, ook een zwakke beheersing van de andere taal betekent.
Wilt u meer weten over meertalig opvoeden? Het boek Meertalig opvoeden. Uw kind zal u dankbaar zijn, beantwoordt al uw vragen over meertalig opvoeden en geeft tips, biedt tegenwicht aan de wildgroei van verkeerde goedbedoelde adviezen en laat u een kijkje nemen in de wetenschappelijke onderzoeksresultaten op het gebied van meertaligheid.
Wilt u nader kennismaken met het meertalige kind? In Het meertalige kind, een eerste kennismaking worden alle componenten van het meertalige kind in beschouwing genomen. Zonder taboe beschrijft dit boek de realiteit van alledag waar het meertalige kind thuis, op de voorschoolse opvang, op school en bij de logopedist mee te maken krijgt en doet gerichte aanbevelingen.
Meer informatie?
www.marinellaorioni.com – @MarinellaOrioni – facebook.com/meertaligopvoeden