De meeste vloeren die u in een traditioneel Frans huis zult tegenkomen zijn balkenvloeren met planken erop.
U vindt hier voorstellen voor het repareren, herstellen, verbeteren en vervangen van deze vloeren.
U kunt de volgende hoofdstukken hier aanklikken:
1. Eén vloerplank vervangen
2. Verende vloeren
3. Nieuwe vloer leggen
4. Doorgezakte vloeren
5. Balken repareren
6. Opdekvloeren
7. Krakende vloeren
8. Betegelen van een oude plankenvloer
EEN DOORGEZAKTE VLOER NIVELLEREN
Doorgezakte of hellende plafondbalken hebben een bepaalde charme, zolang u er alleen vanuit de onderkant tegenaan kijkt. Maar als boven op deze balken de vloer van een bewoonde ruimte ligt kan dat minder charmant zijn. Alles wat op de vloer valt rolt naar een bepaalde plek, tafels en kasten staan te wiebelen of je kan de kastdeuren niet openen. Dan is het tijd de vloer in ieder geval aan de bovenkant weer waterpas te maken.
1. De vloer onderzoeken, een referentielijn aftekenen
Wat kan er mis zijn? De voornaamste oorzaken van niet-waterpas lopende balken zijn:
- Verzakkingen van de muren waarin de balkenkoppen liggen.
- Doorzakken van de balken zelf.
- Soms zijn balken ook ingevolge van beschadigingen of door onoordeelkundige aanpassingen doorgezakt.
U kunt deze fouten alleen dan goed herstellen als aan de bovenkant de vloerplanken verwijderd zijn. Het plafond (of de plafondbekleding) aan de onderkant kan in sommige gevallen blijven zitten. De volgende beschrijvingen gaan ervan uit dat u de balken ‘kaal’ voor u hebt.
Deze lijn kunt u het beste met een laser-waterpas uitzetten. Zie de rode lijn in afb.2. U meet dan hoe ver onder deze lijn de hoogste balkkop ligt en tekent deze maat (a), uitgaande van de referentielijn, voor alle balken van hier uit af, blauwe lijn in afb.2. In deze afbeelding liggen, en dat komt in de praktijk vaak voor, in een muur de koppen van de eerste (1) en de laatste balk (10) op één hoogte.
U hebt afgemeten hoe diep de balken onder de referentielijn liggen. De hoogste balk geeft de hoogtelijn aan waarop alle balken moeten komen liggen. Alle balkenkoppen die hoger moeten komen liggen dient u eerst vrij te maken van de muur. Dit doet u door de specie rond de balk weg te slaan, weg te boren of weg te krabben; soms is het voldoende met een metaalzaagblad langs de zijkanten van de balk te zagen. Dit voorkomt dat u de balk bij het opvijzelen uit de muur los moet rukken en daarbij muur en/of balk beschadigd. En natuurlijk moet u boven de balk de nodige ruimte in de muur maken. Dan vijzelt u de balkkoppen een voor een op.
Hiervoor gebruik ik een hydraulische krik waarop ik een balk met de nodige lengte zet. Als deze krik op een plankenvloer staat leg ik er een balk onder die op ten-minste twee vloerbalken rust. Hydraulische hefcilinders van het type bottle jack of potkrik met een hefvermogen van 5-8 ton en een nuttige slag van 15 à 20cm kosten in bouwmarkten niet meer dan 15 of 20 €; men kan ook bepaalde modellen automobiel-krik gebruiken. Voor het opkrikken van balken zijn normaliter niet meer dan 2 ton hefvermogen nodig.
|
Onder de opgetilde balk legt u dan stukjes lei, steen of tegel, zeker geen hout en beslist geen spaanplaat of MDF. Als u alle balkenkoppen op de gewenste hoogte getild hebt is het goed de ligging van alle balken met rei en waterpas nog eens na te lopen en zo nodig te corrigeren. Dan kunt u alle voegen rond de balken weer in de muur afsmeren. Dit doet u met kalkspecie, want cement-specie sluit waterdicht af en laat de balkkoppen stikken. Grotere gaten vult u op met splijtsteentjes.
Tot nog toe hebt u alleen de balkenkoppen op de juiste hoogte gebracht. Maar de balken zijn meestal ook in zich door-gezakt. Een doorzakking van minder dan 0,5 of 1,0% (dus 0,5 à 1,0cm op 1m) wordt meestal niet als hinderlijk ervaren en ik zou die ook niet corrigeren. 0,5 op 100 betekent dat de vloer in het midden van een 4m brede kamer om 1cm doorgezakt is, bij 1,0 op 100 dus 2cm.
Grotere doorzakkingen kunt u compenseren met rechte planken van bijv. 20x100mm die u aan weerskanten tegen de balken spijkert of schroeft. De tussenruimte tussen deze latten kunt u met op maat verzaagde latjes opvullen om een betere basis voor de vloerplanken te creëren. Dit is in afb. 6 met een voor de duidelijkheid sterk overdreven doorbuiging te zien. Als de balken ook te zwak zijn waardoor de vloer veert kunt u beter balken met de nodige afmetingen tegen de doorgezakte balken schroeven, dat wat de Engelsen sistering noemen. Zie hierover ook hoofdstuk 08.2.
Dit soort reparaties van doorzakkingen zou ik alleen toepassen als de balken later van onder niet in het zicht zijn, als zij bijv. aan de onderkant met een plafond van gipskartonplaten afgewerkt worden. Als de balken (gedeeltelijk) in het zicht blijven kan men beter scheg-gen op de balken plaatsen. U klemt hiervoor een plank met lijmtangen waterpas tegen de balk en tekent op deze plank de kromming van de balk af, afb.7. U zaagt langs deze lijn en hebt een lat (eigenlijk een scheg) die de kromming precies opvult. Drie of vier van deze latten, op de balk gespijkerd, geven een goede basis voor de vloerplanken, afb.8.
Op afb. 9 en 10 is de praktische uitvoering hiervan te zien..
|
Bij getordeerde (verdraaide) balken kunt u ook de schuine boven-kant door deze scheggen weer recht maken; u moet in dit geval de scheggen voor iedere kant apart aftekenen. Eventuele tussen-scheggen hebben dan een maat tussen die van de twee buiten liggende scheggen, afb.11. |
In en ander geval heb ik bij een balk, die echt sterk getordeerd was, alleen aan een kant een op maat gezaagde lat geplaatst en dan kleine scheggen dwars gezet, afb. 12.
Ik heb ook eens een balk die niet alleen doorgezakt maar ook gehavend en overal aangetast was, maar nog voldoende draag-krachtig, compleet met planken bekleed, zie afb.13. De aan weerskanten opgeschroefde planken vangen boven het doorgezakte op. Aan de onderkant heb ik een passend geprofileerde plank geplaatst. |