Door Theodora Besse
Met ingang van 20 mei 2018 wordt in de hele EU, dus ook in Frankrijk, de Europese richtlijn (2014/45/EU) inzake de periodieke keuring, de contrôle technique, van motorvoertuigen van kracht.
Vanaf die datum worden keuringsstations verplicht om auto’s te keuren op maar liefst 400 criteria, die in de bijlagen bij de richtlijn precies zijn omschreven. Momenteel zijn dat er in Frankrijk slechts 124. Met deze richtlijn, die allerlei uitzonderingen en speciale regels kent (zie aldaar), wil de EU bereiken dat het aantal verkeersdoden in het jaar 2050 tot nul zal zijn teruggebracht. De richtlijn stelt minimale eisen, dat wil zeggen dat lidstaten er van kunnen afwijken, maar alleen door strengere eisen te stellen en niet door ze te versoepelen. De franse wetgeving is inmiddels aangepast aan de nieuwe richtlijn. Zie Droit Finances.
De eventuele gebreken aan een voertuig zijn ingedeeld in drie categorieën:
a. Kleine gebreken (défaillances mineures)
b. Grote gebreken (défaillances majeures)
c. Gevaarlijke gebreken (défaillances critiques).
Kleine gebreken staan goedkeuring niet in de weg. Grote gebreken moeten zo snel mogelijk worden gerepareerd, gevolgd door een verplichte herkeuring binnen uiterlijk twee maanden. In geval van een of meer gevaarlijke gebreken (de richtlijn noemt er 126) geldt onmiddellijk een rijverbod. In dat geval mag de auto (in Frankrijk op straffe van een boete van 135 euro) alleen nog worden gebruikt om binnen 24 uur naar een garage te rijden voor de noodzakelijk geachte reparatie(s).
De eerste keuring van nieuwe auto’s vindt na vier jaar plaats en vervolgens om de twee jaar. Onder andere bij iedere wisseling van eigenaar moet de auto opnieuw worden gekeurd, evenals na een ernstig ongeval. Ook bij het bereiken van de kilometerstand van 160.000 moet de auto verplicht een extra keuring ondergaan. Auto’s van 30 jaar en ouder worden onder bepaalde voorwaarden geacht deel uit te maken van het industriële erfgoed. Lidstaten mogen zelf bepalen of en hoe vaak deze auto’s worden gekeurd (in Frankrijk momenteel: voitures de collection, iedere vijf jaar). Auto’s van meer dan 50 jaar oud hoeven geen keuring meer te ondergaan.
In Bijlage 1 bij de richtlijn zijn de criteria waarop wordt gekeurd ingedeeld in 10 onderdelen:
1. Identificatie van het voertuig
2. Remuitrusting
3. Stuurinrichting
4. Zicht
5. Verlichtingsinstallatie en electrische installatie
6. Assen, wielen, banden en ophanging
7. Chassis en met het chassis verbonden delen
8. Diverse uitrustingen
9. Overlastfactoren (geluid, stank, schadelijke uitstoot)
10. Aanvullende controles voor passagiersvoertuigen (busjes en bussen).
In de richtlijn wordt voor elk van deze onderdelen punt voor punt aangegeven hoe en wat moet worden gecontroleerd en welke categorie gebrek dit eventueel oplevert (klein, groot of gevaarlijk).
Daardoor zal de periodieke keuring met ingang van 20 mei 2018 veel meer tijd in beslag nemen dan nu het geval is, waardoor de prijs ervan zal stijgen. Hetzelfde geldt voor de herkeuringen, die in aantal zullen toenemen. Daarnaast zullen keuringsstations hun meetapparatuur moeten aanpassen aan de nieuwe eisen. (Na 20 mei 2018 hebben zij hiervoor volgens de richtlijn nog maximaal vijf jaar de tijd.) Ook worden in de richtlijn veel hogere opleidingseisen gesteld aan het personeel dat er werkt, waardoor wellicht ook hogere lonen moeten worden betaald. Zie Bijlagen 2 en 3 bij de richtlijn. Uiteindelijk zullen deze hogere kosten voor de keuringsstations worden doorberekend in de prijs van de periodieke keuring. Momenteel kost de contrôle technique van een personenauto tussen de 50 en 80 euro. Niemand uit de keuringsbranche durft op dit moment een inschatting te maken van de prijzen na 20 mei 2018.
Een ander gevolg van de richtlijn is dat keuringsstations én garages het veel drukker krijgen, waardoor wacht- en reparatietijden zullen toenemen. Ook is te verwachten dat automobilisten die in mei of juni 2018 aan de beurt zijn voor de contrôle technique, deze vervroegd zullen laten uitvoeren (in april/mei 2018), zodat ze nog twee jaar op de oude keuring kunnen rijden.
Het enige wat door de invoering van de nieuwe richtlijn iets eenvoudiger wordt is het invoeren van een auto uit een ander EU-land. Artikel 8 lid 3 van de richtlijn bepaalt namelijk dat EU-landen wederzijds elkaars periodieke keuring erkennen. Dat betekent dat bijvoorbeeld een auto op NL kenteken met een nog geldig NL keuringsbewijs niet nogmaals in Frankrijk gekeurd hoeft te worden voordat hij kan worden ingevoerd.
Voor brommers, scooters, motoren en quads van meer dan 125 cc wordt de richtlijn van kracht per 1 januari 2022. Voor deze categorieën motorvoertuigen zullen aparte keuringseisen worden opgesteld.
Auteur: Theodora Besse
Bronnen: Eur-Lex (de richtlijn, NL), L’Express en Le Parisien