Het collectief neerslachtige Frankrijk
Frankrijk is ziek. Mia Doornaert onderzocht de patiënt De ontredderde republiek, zoektocht naar de ziel van Frankrijk, en is formeel: “De kwaal is al lang aan het woekeren, maar ze kan nog genezen worden. Al zal er een bitter paardenmiddel voor nodig zijn.”
“De Fransen hebben vandaag een beetje het gevoel een bananenrepubliek te zijn in een wereld die geen bananen meer lust.”
[Interview] Mia Doornaert, voormalig De Standaard-journaliste, columniste en regelmatig te gast in het Canvas-programma De afspraak, staat erom bekend geen blad voor de mond te nemen. Wanneer zij een boek schrijft over Frankrijk kun je er dan ook staat op maken dat ze het land waar ze vijf jaar correspondente was en waar zij nochtans zoveel liefde en genegenheid voor voelt niet met fluwelen handschoenen zal aanpakken: “Wat mij boeit is hoe Frankrijk zo collectief neerslachtig is kunnen worden,” zegt ze, “Ook al is dat natuurlijk te begrijpen. Net zoals Groot-Brittannië heeft Frankrijk er moeite mee niet langer een wereldmacht te zijn. Maar het Engels is wel de wereldtaal bij uitstek geworden natuurlijk, de taal van de digitale revolutie die Frankrijk volstrekt heeft gemist. Het moet een bittere pil zijn voor een land dat, sinds Willem de Veroveraar, 800 jaar tegen de Engelsen heeft gevochten en er Amerika en Azië aan kwijtgeraakt is.”
Ooit was het nochtans anders. Frankrijk kan bogen op een 1000 jaar oude geschiedenis van triomf en verheerlijking. De paus noemde de Franse koning zijn oudste zoon. Eind 18e eeuw maakte de Revolutie van Frankrijk het land van de universele waarden en de filosofen. Het Frans was de taal van de vorstenhoven en de intellectuelen. Begin twintigste eeuw was de Eiffeltoren het hoogste gebouw ter wereld en kwamen bezoekers van alle continenten naar de grote Parijse tentoonstellingen kijken. Maar toen kwam de Tweede Wereldoorlog en werd Frankrijk op drie weken tijd onder de voet gelopen. Daarna ging het koloniale imperium teloor en bleek de Europese Unie niet de grote Franse invloedssfeer te zullen worden die De Gaulle voor ogen had gehad. Het land kwam steeds meer alleen te staan en heeft cru gezegd nog maar één troost, dat het een permanent lid is van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. “Inderdaad,” slaat Doornaert ook die laatste droom aan diggelen, “maar net zo min als Groot-Brittannië kan Frankrijk zich veroorloven om zijn veto te stellen tegen de Amerikanen, de Russen of de Chinezen in. Het moet vooral luisteren en volgen.”
Parallel met het verlies aan buitenlandse uitstraling verliep de binnenlandse stagnatie, met een hardnekkig hoge werkloosheid en het even hardnekkig begrotingsdeficit als gevolg. De belangrijkste verklaring daarvoor is het koppig vasthouden aan de veel te zware centralistische staat, aldus Doornaert: “Van de koningen, over de Revolutie en Napoleon tot aan De Gaulles Vijfde Republiek zie je in Frankrijk eenzelfde tendens: staatsdirigisme dat de hele maatschappij van bovenuit wil regelen en bijzonder weinig plaats laat voor persoonlijk initiatief. In feite creëerde De Gaulle in 1958 een republikeinse monarchie, en dat tot grote tevredenheid van de Fransen. Aanvankelijk hadden ze ook redenen om blij te zijn. De jaren van De Gaulle, Giscard en Pompidou, toen de staat garant stond voor groei, zijn voor de Fransen nog steeds de gelukkigste uit het recente verleden. Het land had toen een industrieel project dat geschraagd werd door de staat. De EU zou niet in de ruimte zitten zonder de Ariane-raket en die zou er op haar beurt niet zijn zonder de Franse staat. Maar zoals zo vaak bleven de Fransen te star vasthouden aan hun tradities en toen ze wakker werden bleek free trade de hegemonie overgenomen hebben.”
Momenteel liggen Marine Le Pen en Emmanuel Macron voorop in de peilingen voor de presidentsverkiezingen van april. Hoeveel kans maken zij om het te halen?
Doornaert: “Na het schandaal over de vrouw van Fillon, lijkt hij niet veel kans meer te maken. De kandidaat van de PS is veel te links voor het grote publiek. Wetende dat degene die doorgaat naar de tweede ronde het tegen Le Pen zal moeten opnemen en ik het echt niet zie gebeuren dat meer dan de helft van de Fransen voor het FN zal stemmen, is de kans dat Macron het haalt dus vrij groot. Al doen opeens ook over hem allerlei akelige geruchten de ronde, onder andere vanuit de hoek van de Russische tv-zender RT die openlijk Le Pen steunt. Macron zou verkocht zijn aan het grootkapitaal en het feit dat zijn vrouw 22 jaar ouder is, zou erop wijzen dat hij een verdoken homoseksueel is. Excuseer de goedkope woordspeling, maar dat is onder de gordel. Stel dat hij verkozen wordt, dan zou president Macron wel eens grote moeite kunnen ondervinden om een regering te vormen. Het Franse kiessysteem dwingt immers tot blokvorming, maar Macron behoort noch tot het centrum-rechtse noch tot het linkse kamp. Welke coherente meerderheid kan hij dan vinden? Geen denk ik, en dat zou wel eens het einde van de Vijfde Republiek kunnen betekenen. Dat zou pas boeiend zijn.”
Het lijkt alsof Frankrijk nood heeft aan een nieuwe De Gaulle. Wat zou hij doen als hij zou terugkomen?
Doornaert: “Goeie vraag, maar ik denk dat het land vooral nood heeft aan een aggiornamento van zijn linkerzijde. Het probleem is dat veel Franse socialisten nog vast zitten in een lyrisch en dirigistisch socialisme – net als een deel van de Belgische PS trouwens. Frankrijk heeft een overheidsbeslag van 57% van het bbp, een werkloosheid van 10% en een jeugdwerkloosheid van 25%. ‘Wat is een teken van waanzin?’ vroeg Einstein ooit. ‘Iedere keer opnieuw hetzelfde recept toepassen en toch een ander resultaat verwachten.’ Wel, in Frankrijk beloven politici telkens weer dat zij banen zullen scheppen, terwijl een regering er vooral moet voor zorgen dat er een klimaat is dat ondernemingszin en het scheppen van werkgelegenheid aanmoedigt. Het is ook niet met de 35-urenweek dat je de werkloosheid oplost. Werkgelegenheid is geen koek die je in stukjes verdeelt, ze vereist dynamiek. Maar wie zoiets durft zeggen, zoals Fillon of Macron, wordt al snel als ‘ultraliberaal’ uitgekreten. Dus komen er iedere keer meer programma’s en regels die de economie verlammen. In 1960 was een Franse frank ongeveer evenveel waard als een Duitse mark. In 1999, bij de invoering van de euro, was hij nog een derde waard. En toch wil men niet inzien dat men verkeerd bezig is.”
Vorig jaar had president François Hollande een hele reeks besparingen aangekondigd, met grote betogingen als gevolg. Toen het EK voetbal naderde, begon hij opeens miljarden uit te delen om iedereen weer naar huis te krijgen. Zo raak je toch nergens?
Doornaert: “Dat is ook zo typisch Frans. Elke generatie wil er nog eens de Revolutie overdoen, maar in feite komt men op straat om te behouden wat er is. Frankrijk heeft iets van een ‘asfaltdemocratie’. Als er in andere landen een wet is goedgekeurd, is dat de wet. In Frankrijk kan die door de straat ongedaan worden gemaakt. In 2006 werd een wet goedgekeurd die de drempel voor aanwerving van jongeren moest verlagen door het de werkgever makkelijker te maken deze te ontslaan als hij onbekwaam bleek. Prompt volgde massaal protest. ‘Men wil de jongeren als vuilniszakken aan de deur zetten’, weerklonk het in de straten van Parijs. Ik heb als journaliste ook een proefperiode moeten doorlopen en als ik niet goed was geweest, was ik niet kunnen blijven. Dat is toch normaal? Maar niet in Frankrijk. Er is toen een tweede wet aangenomen die zei dat men de eerste niet zou uitvoeren. Dat hou je toch niet voor mogelijk.”
Veel van de inertie heeft toch te maken met François Mitterand, president van 1981 tot 1995. Met spreekt zelfs van een ‘avant’ en een ‘après Mitterand’.
Doornaert: “Mitterrand was een innemend causeur. Ik heb dat zelf als jonge journaliste ondervonden. Ik volgde de campagne voor parlementsverkiezingen in Frankrijk en had via de PS een afspraak om de partijleider voor een meeting te interviewen. Mitterrand was te laat en toen ik na de meeting een gesprekje vroeg was hij moe en had geen zin. ‘Maar ik ben speciaal uit België gekomen’, zei ik. ‘Vous êtes Flamande?’, vroeg hij toen hij me hoorde. En toen mocht ik mee een glas drinken in het hotel waar zijn medewerkers hem opwachtten. Hij palmde me in met zijn prachtige taal en de rijke eruditie waarmee hij over Vlaanderen sprak. Gent behoorde namelijk met Firenze, Venetië en Jeruzalem tot zijn lievelingssteden. Het is pas achteraf dat ik zijn cynisme van de macht om de macht ben gaan inzien. In 1981 is hij president geworden. Vijf jaar later waren er parlementsverkiezingen en zijn partij deed het bijzonder slecht in de peilingen. In een meerderheidssysteem zou zij gewoon weggeveegd zijn. Dus heeft hij een terugkeer naar het proportioneel kiessysteem door het parlement geduwd om zijn partij voor een afgang te behoeden. En om het Front National van Jean-Marie Le Pen een boost te geven en aldus de rechtse stemmen te verdelen. Een paar van zijn ministers, zoals Michel Rocard, namen prompt ontslag omdat ze vonden dat je nog beter de verkiezingen dan je ziel verliest. Maar voor Mitterrand kwam het erop aan de macht te behouden. Hij bracht het land binnen het jaar aan de rand van het bankroet met massale nationalisaties die Frankrijk nog steeds geld kosten.”
En dan waren er zijn amoureuze uitspattingen nog?
Doornaert: “Hij onderhield twee huishoudens op kosten van de staat. Toen Mazarine, de dochter die hij bij Anne Pingeot had, paard wou leren rijden, werden er stallingen gebouwd bij een van de presidentiële buitenverblijven. En la petite princesse moest daar natuurlijk ook nog geraken, dus werden vliegtuigen van de gendarmerie gebruikt.”
Het is het type corruptie waar je boek vol van staat. Is dat een ander facet van de Franse ziekte?
Doornaert: “Dat is een eigenschap van het Latijns-katholieke Europa – waartoe ik ook België reken – dat minder transparant en beginselvast is dan het protestantse. In Frankrijk heeft men het privégebruik van overheidsgeld door prominenten ook lang niet als corruptie aanzien. Zowel Mitterand als Chirac stonden ervoor bekend dat ze altijd pakken geld op zak hadden. Premiers en ministers kregen een envelop met baar geld dat ze naar believen konden uitdelen onder hun kabinetsleden en medewerkers. Het zou me niet verbazen dat het lek over de vrouw van Fillon van een vroegere kabinetsmedewerker komt die vindt dat hij indertijd meer recht had op het geld dan Penelope. Eens die zeden ingeburgerd kost het tijd om ze weer buiten te krijgen.”
Een groot sociaal probleem waar Frankrijk mee kampt zijn de wetteloze banlieues waar om de haverklap rellen uitbreken en de bevolking geterroriseerd wordt. Hoe pak je die aan?
Doornaert: “Men heeft dat veel te ver laten komen. Een adviseur die zelf uit de banlieue kwam waarschuwde Mitterand al voor de oprukkende wetteloosheid en radicalisering. ‘Frankrijk is een virus dat sterk genoeg is om iedereen aan te tasten,’ oreerde de president en daarmee was de kous af. Alleen liet de islam zich niet zo makkelijk aansteken door dat Franse virus. Bovendien is het onderwijssysteem helemaal fout geconcipieerd door een centrale sturing van de loopbanen. Als jonge leraar begin je in probleemscholen. Naarmate je ouder en beter wordt, verdien je punten en schuif je op naar meer prestigieuze en makkelijker scholen. Probleemscholen krijgen dus steeds mensen zonder ervaring. Er is ooit voorgesteld om ervaren leerkrachten een premie te geven om les te geven in die scholen. ‘Bibbergeld’, lachte de vakbond dat voorstel van tafel. In Frankrijk is onderwijs altijd een sociale lift geweest. Charles Aznavour was een kind van berooide Armeniërs en zowel Chirac als Pompidou waren van bescheiden komaf. Dat is verdwenen, omdat het onderwijs minder eisen stelt, maar ook omdat de islam zich moeilijker laat inpassen in Franse structuren. Ik sprak daar een tijd geleden in Nice over met een imam. ‘Het probleem is dat de islam heel erg overtuigd is van zijn gelijk,’ was zijn mening. ‘De islam moet nog leren een minderheidsgodsdienst te zijn.’”
En er is de enorme werkloosheid natuurlijk.
Doornaert: “Inderdaad. Onder jonge moslims ligt die nog veel hoger dan de gemiddelde 25%. Sarkozy heeft ooit voorgesteld om grotere inspanningen te leveren en meer leerkrachten in te zetten in scholen in banlieues. Dat werd afgevoerd omdat het een inbreuk zou zijn op de republikeinse gelijkheid. Die werkloosheid is natuurlijk ten dele aan racisme toe te schrijven. Maar er is ook de groeiende invloed van imams die tegen integratie prediken. Vandaag hoor je vaak zeggen dat geweld van jonge moslims niets met de islam en alles met sociale problemen te maken heeft. ‘Ze radicaliseren eerst en pas dan komt er een islamitisch vernisje’. Dan is het wel de vraag wat men met radicaliseren bedoelt. Wanneer een andere jongere een misdaad pleegt, noemen we hem een boefje, als het een moslim is, is hij geradicaliseerd? Dat vind ik nogal kort door de bocht. Als iemand beweert in naam van Allah geweld te plegen kan je niet zeggen dat het niets met de islam te maken heeft. Ik heb vorig jaar in Parijs in een toespraak gezegd dat in de jaren dertig de economische ellende in Duitsland heel wat jongeren naar het nazisme dreef. Wel, het maakt me weinig uit of die jongeren eerst ‘radicaal’ en pas dan nazi werden of omgekeerd, Als ze geweld begingen was dat in naam van het nazisme.”
Maakt Frankrijk zich bij moslims niet bijzonder onpopulair met een wetgeving tegen burka’s en hoofddoeken? Moet het land zich niet aanpassen aan de nieuwe realiteit?
Doornaert: “Wanneer er bij mij iemand aanbelt met een bivakmuts over het hoofd zal ik mijn deur niet openen. Het is toch normaal dat mensen herkenbaar over straat lopen. Daarom wil ik geen burka’s in Brussel. Ik vind de burka een vorm van vrouwenmishandeling. Wanneer moslimvrouwen opmerken dat ze er zelf voor kiezen, zeg ik dat ze het slachtoffer zijn van indoctrinatie. De Britten zijn daar helemaal anders in, maar hun soepelheid vind ik minder democratisch dan de Franse rigueur, omdat ze veel afstandelijker is. Zij zien bij wijze van spreken die moslims als fundamenteel anders, terwijl Frankrijk er Fransen van wil maken. In Groot-Brittannië laat men ook shariarechtbanken toe. Ik heb daar een probleem mee, net zoals ik een probleem zou hebben met joodse of katholieke rechtbanken. Je hebt één democratie en één rechtspraak.”
De politie die een vrouw verplicht om op het strand haar burkini uit te doen, dat kan toch niet? Ik loop in lange broek en met een hemd over het strand. Moet ik die dan ook uit trekken op politiebevel?
Doornaert: “Nee, omdat jij daar geen statement mee maakt. Ik betwijfel trouwens heel sterk of dat geen fake news was. Een vrouw die daar op haar eentje in een burkini staat, en door de politie benaderd wordt, zonder dat er één mannelijke verwant in haar buurt was? Ik heb mijn twijfels.”
Hoe sta jij die bijna veertig jaar voor een krant hebt gewerkt tegenover fake news?
Doornaert: “Ik herinner me uit mijn jonge jaren de verheerlijking van Mao’s rampzalig gebleken Culturele Revolutie in een deel van de pers en media, de loftuitingen over de ‘nieuwe mens’ die in de communistische landen tot stand kwam. Propaganda en desinformatie zijn van alle tijden. Wel nieuw is dat we een Amerikaanse president hebben die allerhande onzin uitkraamt. Er schort iets aan die man. Hij is al vergeleken met Nero, en daar zit misschien wel iets in. Die was ook heel emotioneel en kon evenmin tegen kritiek. Het is verontrustend dat Trump niet groeit in zijn presidentschap. Hij blijft de olifant in de porseleinkast. Bovendien maakt hij met zijn wispelturigheid de wereld onveiliger. Het belangrijkste in de buitenlandse politiek is voorspelbaarheid. Met Trump weet je nooit welk land hij nu weer eens zal beledigen.”
Vorige week had Der Spiegel op de cover een cartoon met daarop Trump. In zijn ene hand een mes, in het andere het afgesneden hoofd van het vrijheidsbeeld. Overdrijft de Europese pers niet een beetje?
Doornaert: “Daar is terecht veel protest tegen gekomen. Die cover getuigde van een bijzonder slechte smaak. Trump hakt geen hoofden af en zal dat niet doen. Ik vertrouw erop dat het Amerikaanse systeem hem in het gareel zal houden. Kijk bijvoorbeeld naar de rechters die zijn inreisverbod tegen burgers uit zeven landen onwettig hebben genoemd. Hij is een alarmerende figuur maar we moeten ons ook hoeden voor een soort wedstrijd in anti-trumpisme. Neem bijvoorbeeld het initiatief van Groen om in het Belgisch parlement een discussie over Trump te voeren. Wie heeft daar iets aan? Trump zelf zal het een zorg wezen, net zo goed als veel van onze burgers die wellicht liever zien dat de regering bezig is met de problemen hier. Trump verketteren lijkt vandaag wel een bewijs van linksheid. Daar schieten we niet erg mee op.”
—
Bron: https://deleesclubvanalles.nl/book-review/de-ontredderde-republiek/
Met dank aan Rob van der Meulen die hierover het volgende schreef: Zag “Ontredderde Republiek” nog niet staan bij de vele boeken waarnaar wordt verwezen. Zou ik de vele strekkende meters die ik hier en in Frankrijk heb staan over Frankrijk’s verleden, heden en toekomst moeten samenvatten dan zou ik daar ongeveer bij uitkomen. Vlot geschreven.