Negenenveertigste aflevering juni 2010
Mots-clefs au cœur des français:
De taal van de Franse gezelligheid
J’ai la frite! voortbordurende op het thema ‘la bouffe’, zie hier een paar uitdrukkingen uit de huis-, tuin- en keukensfeer die we bij het entre-nous natafelen vaak terugkomen.
• ‘Ça devient dur de gagner son beefsteak!’ (gagner son beefsteak: gagner son pain, gagner sa vie). Dat is wel het bewijs dat de Fransman leeft om te eten (iets dat hij trouwens niet ‘verdient’, als de vrome Nederlanders, maar ‘wint’ (gagne), zoals je de Loto (of een slagveld) kan winnen.
• ‘Il en a gros sur la patate!’ (en avoir gros sur la patate: avoir le cœur gros, être triste, avoir envie de pleurer à cause de quelque chose). ‘La patate’ wijst in het Frans de aardappel – in dit geval, duidt het op de vorm van het hart- en niet de Belgische versie met mayonnaise of ketchup.
• ‘Je n’arrête pas de pédaler dans la choucroute…’ (pédaler dans la choucroute: ne pas réussir à se sortir des problèmes). Stelt u zich voor dat u aan het fietsen bent in een zee van zuurkool… u komt er niet uit, en zo voelt het leven af en toe.
• ‘Elle m’a fait poireauter pendant deux heures!’ (poireauter (= ‘preien’): wachten op iemand die maar niet komt). In de Franse groentetuinen, ’s winters, staan er geen troosteloze boerenkolen, maar even troosteloze preien, helemaal alleen…
• ‘J’en ai vraiment soupé!’ (en avoir soupé: en avoir assez, en avoir marre, ne plus vouloir continuer). Het is zo dat – op het Franse platteland van mijn kindervakanties – er bij elke maaltijd soep was, in hartje zomer! Ik had het na drie weken wel gezien.
• ‘Et bien, toi, tu as la frite!’ (avoir la frite: avoir de l’énergie, avoir du cœur au ventre, se sentir gonflé à bloc). Dat zegt u tegen iemand die een ongebruikelijke werkijver toont, of onmiskenbaar vrolijker is dan gewoonlijk. En voor diegenen die van die uitdrukking vinden dat ze een te hoge cholesterolgehalte heeft, bestaat er een variante met een perzik: ‘Et bien, toi, tu as la pêche!’