Door Lucas Roos
De Franse fiscus negeert sinds 2011 een reeks van inmiddels vier rechterlijke uitspraken over de kosten van verbouwing, renovatie, vergroting of verbetering die een belastingplichtige maakt voor zijn – niet als résidence principale bewoonde – huis, zeg maar: het tweede huis.
Deze rechterlijke uitspraken houden in dat de plus-value mag worden verlaagd met de bedragen die een belastingplichtige rechtstreeks heeft betaald aan de bouwmarkt, op voorwaarde dat hij bewijst dat de voor die bedragen gekochte materialen door een onderneming (aannemer of klusbedrijf) zijn gebruikt voor de werkzaamheden. In een recente uitspraak van het gerechtshof in Lyon heeft de rechter bepaald dat dat bewijs kan worden geleverd door vermelding op de factuur van de plaats of het adres van de werkzaamheden. Helemaal mooi is het als de factuur de naam vermeldt van de verantwoordelijke persoon (responsable) van de aannemer die of het klusbedrijf dat de werkzaamheden op het adres gaat verrichten.
Zoals gezegd, negeert volgens www.fiscalonline.fr de Franse fiscus deze uitspraken al 7 jaar. Men eist dat de gebruikte materialen door de (ver)bouwende aannemer of het klusbedrijf zelf zijn gekocht en betaald. Je moet dus een lange adem (en wellicht ook een dikke portemonnee) hebben en willen procederen als je niet alleen gelijk wilt hebben maar het ook wil krijgen. Het is dan voor de bewijsvoering zaak om ervoor te zorgen dat je de materialen laat bezorgen op het adres waar het om gaat en dat dat adres ook wordt vermeld op de factuur van de bouwmarkt, liefst met de naam van de responsable.
Uitgegeven bedragen voor materialen die iemand zelf (al dan niet met de hulp van derden-niet-ondernemers) gaat gebruiken voor de verbouwing van zijn tweede huis blijven – zoals bekend – uitgesloten van de vermindering van de berekening van de plus-value of die persoon daar nu facturen van heeft of niet.
Bronnen: