Opgestroopte mouwen, Een vrouwenleven. Renée Vonk. Uitg. Kok. ISBN 978 90 435 1972 4 (€ 18,95).
Het boek van de in Zuid-Frankrijk wonende auteur, journaliste, heet een autofictieve vertelling te zijn over haar leven in het Nederland vanaf de benauwende jaren vijftig, levend in een streng, christelijk milieu. In de woelige jaren zeventig probeert zij zich vrij te worstelen op weg naar de volwassenheid. Dat van de opgestroopte mouwen verwijst naar het leven in het Rotterdamse van ‘niet lullen maar poetsen’ waar de schrijfster haar weg probeert te vinden. Het wordt uiteindelijk de journalistiek waarin het buitenbeentje belandt. Zij beschrijft nu, in haar Franse dorp, dat turbulente leven van eertijds, de professionele zorgen in het wereldje van de journalistiek, haar successen daarin – zij werd de eerste vrouwelijke sportverslaggever – en dat alles vermengd met de particuliere ervaringen in het privé- en liefdesleven. Het boek is een levensverhaal, in het bijzonder interessant voor haar huidige leeftijdgenoten en vooral voor lezers uit deze categorie die ook naar Frankrijk zijn verhuisd om daar de dagen in rust en met zon te slijten. Renée Vonk schrijft over herkenbare zaken van vroeger, zoals het ‘snoepje van de week’ van De Gruyter, de kerkgang, de Zuid-Molukkers (ze trouwde zelfs met één van hen), de naoorlogse emigratiegolf, de woningnood, de lagere school, de treinkapingen, kanker, opgroeiende kinderen, de uiteindelijke liefde. De schrijfstijl is toegankelijk, typisch die van een door de wol geverfde journalist. Het is, zoals zelf geformuleerd, een laconiek-nuchter en bitterzoet verhaal geworden van een meisje dat op haar eigen onorthodoxe manier vrouw en (stief)moeder wordt in een razendsnel veranderende wereld. Eenmaal in Frankrijk beland, startte de auteur nog een magazine voor Nederlanders aan de Côte d’Azur. Nu schrijft ze kookboeken, houdt een weblog bij waarin ze kritisch om zich heen kijkt naar de Franse samenleving en heeft de mouwen opgestroopt voor een nieuwe uitdaging.