Drieënveertigste aflevering november 2008
Un cours ou une course?
Een veel voorkomende Nederlandse verkeerde uitspraak in het Frans gaat over het woord ‘cours’ (cursus) wat als ‘cour’ behoort te worden uitgesproken en niet, zoals vaak gebeurt, als ‘coursE’ (wedloop). Zie hieronder een tiental van die paren die op elkaar lijken maar niets met elkaar te maken hebben.
Vindt de juiste betekenis voor ieder woord. Het gaat over: knoflook, een nier, lef, geldopname, pensioen, een kluit boter, een wolf, een plek, een vleugel, een kraag, zout, een vergrootglas, een zadel, een doel, een mijl, lijm, een koningin, een heuveltje, een woord en een onderbroek.
1. un retrait | 2. une retraite |
3. un ail | 4. une aile |
5. un col | 6. une colle |
7. un loup | 8. une loupe |
9. un culot | 10. une culotte |
11. un sel | 12. une selle |
13. un but | 14. une butte |
15. un lieu | 16. une lieue |
17. un rein | 18. une reine |
19. un mot | 20. une motte |
Antwoorden:
1. geldopname
2. pensioen
3. knoflook
4. een vleugel (van een vogel of van een gebouw)
5. een kraag (of een bergpas)
6. lijm (of een moeilijke vraag)
7. een wolf
8. een vergrootglas
9. lef
10. een onderbroek
11. zout
12. een zadel (of het doctorswoord voor ‘poep’)
13. een doel
14. een heuveltje
15. een plek
16. een mijl
17. een nier
18. een koningin
19. een woord
20. een kluit boter