Negenenzestigste aflevering april 2012
Mots-clefs pour le cœur des Français
De taal van de Franse gezelligheid
Quelle rigolade!’ (lachen!)… ‘Faut rigoler! Faut rigoler, avant qu’l’ciel nous tombe sur la tête! Faut rigoler! Faut rigoler, pour empêcher le ciel de tomber!’ zong Henri Salvador – chansonnier et amuseur public – en met veel succes. Want, als ‘le rire est le propre de l’homme’ (‘lachen is de mens eigen’ – Rabelais), la rigolade est le propre du Français profond!
Vier onmisbare uitdrukkingen om uit uw Franse dak te gaan:
‘On* va s’en payer une (tranche)!’:
‘Wij zullen er ons één (plak/stuk) kopen!’… Een stuk wat? Une tranche de bon temps, een brok lekker leven!
‘On s’est bien marré! J’te dis pas!**’
(We hebben ons krom gelachen!). ‘Se marrer’ is een bijzonder geliefde familiaire werkwoord dat weleens ironisch bedoeld kan zijn: ‘Ah, je te jure, je me marre!’ (het is dus helemaal niet zo). ‘Marrant!’ (grappig) kan ook ‘vreemd’ of ‘merkwaardig’ betekenen.
‘On s’est éclaté!’.
Letterlijk: ‘Wij zijn gebarsten’. De beste vertaling zou ‘Wij zijn uit onze dak gegaan!’. Het was dus super, cool, of supercool (formi-formi-formidable, dirait Aznavour)…
‘Oh! J’ai pris mon pied!’ : (‘Ik heb ervan genoten!’). De oorsprong van deze uitdrukking lijkt te komen uit de gewoonte die baby’s (en – dit-on – sommige geliefden) hebben om hun voet ter hand te nemen als zij intens plezier beleven. Die souplesse is jammer genoeg niet aan iedereen gegeven, maar de uitdrukking kan iedereen zonder rekkinggevaar gebruiken.
Maar alle pret komt ooit tot zijn einde… En dan, ‘Fini la rigolade!’
* merk op dat de Fransen de ‘on’ systematisch gebruiken i.p.v. de ‘nous’ in hun ‘entre-nous’ taal.
** ‘J’te dis pas!’ (ik vertel je niet = ik hoef je niet te vertellen) drukt uit dat wat gezegd wordt zonder meer aangenomen kan worden.