-
Zoek resultaten
-
Dit is een draadje uit het archief 2011, dat een beetje door mij is geredigeerd, ik hoop met instemming, en hier een nieuw leven krijgt.
?Le Renovateur
#26 Geplaatst: 2011-07-10 15:14:44Bij mij wordt nauwelijks anders gevoegd dan in 1840, puur handmatig. Behalve dan dat de speciereceptuur nu wel altijd kalk bevat in plaats van alleen wat lokaal voor handen klei -en zand,zoals bij de meeste bouwvallen die ik heb herbouwd ,het geval was.
Ratatouille
#27 Geplaatst: 2011-07-10 15:45:19Beste Bram,
Wellicht wil je als tegenhanger voor de verwijzing naar je site/cursus alhier ook wat aanvullende info geven? Een korte beschrijving? Het is tenslotte een praktijk klus, dus dat kleine stukje theorie wil je vast wel delen. Zodat nog meer mensen het op een juiste manier gaan doen. Een aanvulling op het stuk van Christian? Waaronder ook Het recept voor de juiste samenstelling van een kalkmortel.?Le Renovateur
#28 Geplaatst: 2011-07-11 20:56:16Beste Rata
Mijn Speciereceptuur:
Het blijft een beetje alchemie, doordat de lokale aarde , die ik altijd wil toepassen vanwege de historische couleur locale , vrijwel nooit van dezelfde samenstelling blijkt per chantier. Het klei/leem aandeel in die aarde bepaalt de door mij toegepaste verhoudingen.
Indien men alleen zand ( 0-0,2 of voor een lekker grove voeg 0-0,5 mm) en witte kalk gebruikt wordt de voeg vaak te licht van tint.
De lokale –gekleurde –aarde komt vrijwel altijd beschikbaar als er ergens een grondverzetmachine bezig is, bv bij het plaatsen van een fosse septic. Als (toekomstig) voeger moet je daar op gefocust zijn en liefst een paar kuub veilig stellen en ergens op je erf bewaren. Ook de leem die vrij komt bij het maken van percements of het verwijderen van de leemlaag op de zolder is bijna altijd van dezelfde lokale oorsprong en geschikt als 3e grondstof naast het metselzand en de kalk.
Als de grond vrij is van kiezels en stenen is die vaak volledig liquide te maken- even uitproberen in de betonmolen. Anders zeven tot 0,2 of 0,5 mm.
Recent ben ik gaan werken met een bezinktest om te beoordelen wat het klei gehalte is van de lokaal beschikbare gekleurde aarde. Gooi een jampot ¾ vol met de aarde, geheel vullen met water, flink schudden en binnen 5 minuten kan je het kleibestanddeel aflezen aan de bovenzijde van het bezinksel. Als dit kleibestanddeel meer dan 20 % van het totale bezinksel is , dan ga ik een proefje maken met de volgende receptuur: 1 deel kalk, 2 delen metselzand en 1 deel van die vette aarde. Dan krijg je een uiterst kleefkrachtige specie, die overal aan blijft kleven- ook tegen het plafond. Risico is echter dat het kleibestanddeel te groot is en dat er (te) diepe krimpscheuren ontstaan bij de uitharding. Indien dat het geval is maak ik het aarde-deel in de mortel kleiner en het zanddeel groter.
Is het kleiaandeel in het bezinksel kleiner dan 20 %, dan gebruik ik meestal op 1 deel kalk 1,5 deel metselzand en 1,5 deel aarde. Dat was de verhouding die de cursisten hebben gebruikt in Pouques Lormes, het resultaat qua kleur en uiterlijk binnenkort te zien op http://traditioneelvoegenmursenpierres.blogspot.com
Is de speciekleur na uitharding te licht, dan ga ik experimenteren met toevoeging van wat gezeefde terre vegetale, of andere gekleurde grond die ik ooit verzameld heb. Vooral als er gerenoveerd moet worden in een verder nog goede muur, dan ga ik daarmee door totdat ik het oude patin te pakken heb. En dat kan soms heel lang duren.
Voor buitenwerk ga ik altijd uit van 1 deel chaux blanche op 3 delen overig (zand en lokale klei/leem aarde), voor binnenwerk eventueel 1 op 5; Puur subjectief, ik ken recepturen die veel royaler zijn wat betreft het kalkaandeel.
Een standaardreceptuur is dus nauwelijks te geven, gewoon uitproberen.
Zorg wel voor een langzame uitharding, garandeer dat de ondergrond volledig verzadigd is met water voor het voegen en ga niet in de volle zon op een zuidmuur voegen.
Succes met experimenteren en ik hou me aanbevolen voor ervaringen met recepturen zonder toevoeging van kalk, die niet uitspoelen: de originele voegspecie in muren ouder dan 1850-1870 is heel vaak zonder toevoeging van enige kalk.
Bram van Zanten?Christian-le-Bricoleur?
#29 Geplaatst: 2011-07-13 08:29:58Het relaas van Bram v.Z. is beslist een belangrijke toevoeging aan hetgeen tot nog toe gezegd is.
Ik had bij mijn voegproject ook aan de toevoeging vam leem (torchis) gedacht. Wij hadden een zekere hoeveelheid hiervan door het wegbreken van een leemvloer, waarbij wij alle leem zorgvuldig bewaard hebben. Maar de hoeveelheid bleek dan voor mijn achtergevel te gering, en daarom heb ik ervoor gekozen de juiste kleur alleen door de keuze van het zand te bereiken (en natuurlijk de chaux blanche). Misschien had een zoektocht in de omgeving (onder meer bij afbraakhuizen) bij mijn project tot resultaat geleid.
Natuurlijk bepalen alle ingrediënten de kleur van het resultaat:
– zand
– kalk (wit of grijs of een mengsel van de twee)
– leem/aarde
– pigment (voor mijn voorbehoud hiertegen zie daar onder 3.1)De zoektocht van Bram is een goed voorbeeld voor het vergaren van kennis door systematisch zoeken en evalueren. Mijn respect!
?Le Renovateur
#30 Geplaatst: 2011-08-07 09:53:47Vandaag even een aanvulling op bovenvermelde bezinktest om het kleigehalte te bepalen van de lokale terre argile. Tot mijn verbazing moest ik voor het front van de deelnemers aan de (2e) cursus Traditioneel Voegen Murs en Pierres eergisteren concluderen dat de uitslag van bezinktesten uit dezelfde kleicharge van een pelleteuse extreem kunnen verschillen, dus neem een aantal steekproeven om het kleigehalte te bepalen.
Het blijft slechts een hulpmiddel om te zien of in de lokale aarde een klei- of leembestanddeel zit. Om te ervaren of de lokale grond geschikt is om als kleur -en vulmiddel in de voegspecie te fungeren en in welk percentage zijn altijd een aantal praktijkproeven nodig.
?Christian-le-Bricoleur?
#31 Geplaatst: 2011-08-07 10:17:56Bram,
uitleg gevraagd:Om te ervaren of de lokale grond geschikt is om als kleur -en vulmiddel in de voegspecie te fungeren en in welk percentage zijn altijd een aantal praktijkproeven nodig.
Proefvoegen?
Proefmengsels?
En over de bezinktest zelf heb ik ook nog een aantal vragen, maar dit later.?Le Renovateur
#32 Geplaatst: 2011-08-07 13:48:36Wat de proeven betreft, te verdelen in kleurproeven en praktijkproeven hoe de receptuur zich gedraagt , met name het krimpgedrag.
Om de uiteindelijke kleur van de specie na uitharding te beoordelen maak ik eerst een kleine hoeveelheid specie aan in de verhouding 1 deel chaux blanche , 1,5 deel metselzand en 1,5 deel lokaal gevonden terre argile ( bij een bij mij meestal voorkomend kleibestanddeel van minder dan 20 %) Smeer dat op een stuk plaatmateriaal of op een kei , laat het drogen en beoordeel de kleur. Is die te licht( en dat komt maar al te vaak voor) ga dan zoeken naar donkerder klei-aarde of mogelijk ook een donkerder tint metselzand. Zelf doe ik dat laatste niet, ik put altijd uit mijn voorraad 0-0,5 mm licht getint metselzand, dat ik uit prijstechnische en logistieke overwegingen per 7 kuub laat leveren.
Zo is de terre argile op mijn huidige chantier hoofdzakelijk lichtbruin en dat geeft in combinatie met het standaard geleverde metselzand een veel te licht eindresultaat. Bij het uitgraven van de toegangsweg was wel een klein stukje aarde blootgelegd met een totaal andere tint, die wel het gewenste eindresultaat voor dit project leverde. Aan de overzijde van het dal woont mijn grondverzetter en die heeft een helling met precies dezelfde donker rood-bruine terre argile en daaruit heb ik mijn tekort kunnen aanvullen .
Heb ik eenmaal de gewenste kleur gevonden ( en dat blijft vaak langdurig zoeken en uittesten) dan pas maak ik een charge in de betonmolen om te kijken hoe de specie zich gedraagt. Daarbij moet de langzame uitharding worden gegarandeerd. Indien de stenen en het oude onderliggende voegwerk niet kleddernat zijn gemaakt en volledig zijn verzadigd, dan kan de nieuw aangebrachte specie “droog” worden getrokken door de ondergrond met risico van slechte hechting en diepe krimpscheuren. Ik heb de ervaring dat krimpscheuren in het nieuwe voegwerk kunnen ontstaan bij:
Een te hoog kleigehalte in de speciereceptuur
Een te snelle uitharding door zon of te droge ondergrond of combinatie van beiden
Een te grote in één arbeidsgang aangebrachte massa specie in een diepe en brede voeg
Dan wel een combinatie van alle genoemde factorenOndiepe krimpscheurtjes aan de oppervlakte ontstaan vaak al snel na het voegen. Deze verdwijnen volledig bij de nabewerking.
Voor een volle voeg geeft het in meerdere kort op elkaar volgende fasen van voegen van een uitgespoelde muur met een maximale laag van 2 cm per keer het beste resultaat. Vaak echter kleeft de voegmassa als boetseerklei en dan is de verleiding erg groot om de voeg toch in een keer vol te zetten. Het in “grote stappen snel thuis” geeft dan soms wel zodanig diepe krimpscheuren dat een extra reparatie-arbeidsgang noodzakelijk is.
Opvallend is wel dat ook ervaren metselaars/voegers die ik met “mijn”receptuur laat werken, stellen nog nooit een zo prettig werkende klevende specie te hebben gebruikt als die waar terre argile een bestanddeel van vormt. Ze waren er totaal onbekend mee.
?Le Renovateur?
#33 Geplaatst: 2011-09-12 17:50:44Hulpmiddel bij het voegen: de Nederlandse “pannenstrijker”, een lange veelal elipsvormige voegspijker. Nadat ik de afgelopen maanden een aantal keren een tiental ‘leerling”voegers naast elkaar heb zien voegen en de verschillen in het resultaat direct kon zien, staat voor mij vast , dat de beste voegspijker deze sterk in vorm afwijkende pannenstrijker is. Bij de kattetong en smalle voegspijkers is het heel moeilijk om een vlak afgewerkte voeg te krijgen, terwijl bij het voegen met een kleine troffel de pierres te veel specie-smet krijgen.
Christian-le-Bricoleur?
#34 Geplaatst: 2011-09-12 18:01:25Bram,
de afbeelding van een pannenstrijker 200×30 die ik per Google gevonden heb lijkt veel op mijn breedste voegspijker. Ik heb voegspijkers in diverse breedtes, van ca.5 tot 25mm.
Bedoel je met lepelvorm het omgekeerde van een langue de chat die bij het handvat breder is, dus aan het uiteinde breder??Le Renovateur?
#35 Geplaatst: 2011-09-13 22:42:28Christian,
De pannenstrijker is te slank en te lang om hem met een omgekeerde kattetong te vergelijken, maar is inderdaad bij het handvat slanker en bij het uiteinde breder en afgerond. Ik gebruik ze al jaren bij het voegen van muren en pierres. Ze zijn ook ideaal om klodders specie met precisie en kracht in diepe voegen te werpen, hetgeen met een normale voegspijker bijna onmogelijk is.Een van mijn cursisten wist me te vertellen dat dit dus geen normale brede voegspijker maar een pannenstrijker is, bedoeld om nokpannen in Nederland glad aan te smeren en onbekend bij de jointoyage van murs en pierres.
Ik heb er twee iets verschillende, ooit in NL gekocht op een rommelmarkt. Die met de meeste veerkracht voegt het mooist en werkt het lichtst. Bij langdurig voegen leidt volgens mij de grotere hefboomwerking van de lengte van deze voegspijker minder snel tot een voeg( tennis-)arm dan metde gangbare troffels en voegspijkers
De pannenstrijker blijkt in NL nog voldoende verkrijgbaar te zijn. Voor al het voegwerk van murs en pierres aan te bevelen.
Bram van Zanten
#65 Geplaatst: 2012-05-24 15:49:51Toch is het gebruik van moellons (voor zover je daar natuurstenen voor verstaat) geen algemeen gebruik bij nieuwe doorvoeren, deur- en raam openingen en vergrotingen. Het sluit simpelweg niet goed aan. Het is ook een enorm zoekwerk naar geschikte stenen, dus duur. Meest gebruikt zijn: beton kader gieten, het plaatsen van prefab betonnen stijlen en en het aanmetselen met baksteen, parpaing of monomur. Lateien gieten of prefab beton en alleen voor smalle openingen een mooie balk van Eik of Meleze.
?Le Renovateur
#66 Geplaatst: 2012-05-24 21:18:29Bij diepe scheuren en grote gaten altijd splijtsteentjes gebruiken- eenmaal afgevoegd weet je niet meer dat het zo ver uitgespoeld was. Succes Rata !
Inderdaad is het herplaatsen van pierres de taille in een vensteropening alleen te doen met een rugbyteam of een vorkheftruck. Toch verdiend dit mijn voorkeur, omdat vensters en deuropeningen er dan uitzien of ze er altijd al zijn geweest.
Morgen gebruikt een tiental geoefende en ongeoefende voegers de Pointmaster van Christian.We zullen metingen doen van de productiviteit van handmatig voegen vs Pointmaster voegen bij zowel ervaren als beginnende voegers en zullen hierover verslag doen.
Ratatouille ?
#68 Geplaatst: 2012-05-25 12:23:47Bedankt Bram, je ziet wel de verschillen in steen in de foto’s. De gekapte vierkante stenen voegen natuurlijk heel anders – lees makkelijker- dan de zo uit de rivier geraapte natuursteen.
Ronde vormen, verschillende formaten en gewichten…, zoeken naar maten voor de -bij mijn muur- soms diepe gaten.Maar die ‘wilde stenen ‘hebben ook een groot voordeel, als ik stenen nodig heb, dan rij ik met mijn kruiwagen rond en zoek in de rivier oever naar mooie exemplaren en metsel die er weer in. Erg simpel allemaal.
?Le Renovateur?
#69 Geplaatst: 2012-05-25 21:01:32Onze eerste proeven met de Pointmaster waren teleurstellend. De oorzaak was zeer waarschijnlijk de 100 % klei aarde ter plaatse, die voor een extreem vette specie zorgde. Dat gecombineerd met 0-5 mm metselzand. Om de specie uit de spuitmond te krijgen moest deze eerst veel dunner gemaakt worden dan de handmatig te gebruiken specie. Eenmaal verdund was het wel te doen, De volle buis is echter in heel weinig tijd weer leeg en het weer afvullen er van kost verhoudingswijs te veel tijd. De cursisten hadden dat meteen door en daardoor was de interesse om de Pointmaster te gebruiken uitgesproken laag- beter gesteld : geheel afwezig. Op mijn eigen chantier zal ik een receptuur inzetten van 0-2 mm sable en 0-2 mm gezeefde kleiaarde met slechts een 20 % kleibestanddeel.
Ik neem aan dat die gemakkelijker met de Pointmaster is aan te brengen. Dan de tijd vergelijken van 1 m2 kant en klaar voegwerk handmatig met 1 m2 voegwerk met aanbrengen via de Pointmaster. Met de ervaring van vandaag zal ik nog niet jumpen to conclusions.
Wordt vervolgd.
Weergave van 2 resultaten - 1 tot 2 (van 2 total)