1 RIOLERING PLANNEN
Wanneer de planning voor het waterleidingnet klaar is doet u hetzelfde voor de riolering. U gaat weer van de verbruikers en hun aanbevolen afvoerdiameters uit en voegt die samen tot een net met diameters die in stromingsrichting gezien steeds toenemen.
Deze kunnen met handige rubbermanchetten 32/40, 32/50 en 40/50 op de grotere afvoer-leidingdiameters aangesloten worden; deze manchetten hebben binnen en buiten ringvormige afdichtlamellen. Omdat deze manchetten lijmloos zijn kunnen de sifons voor ontstoppingswerkzaam-heden makkelijk los genomen worden.
|
Douchebakken hebben voor de afvoer (sifon) een gat van 60 of 90 mmØ. De sifons hebben dan een afvoer van 40 of beter 50mmØ. Normale douche- en badsifons hebben een inbouwhoogte H van ca.115 mm. Voor 60 en 90 mm bestaan ook modellen met H = 80 mm; deze zijn van bovenaf te openen voor het reinigen en om verstoppingen te verhelpen.
U plant uw rioleringsnet net zo als bij de waterleidingen vanuit de gebruikspunten (wastafels, badkuipen, douche-bakken, wasmachines en WC) en past, nu in stroomrichting gezien, bij iedere samenvoeging van leidingen de volgende grotere diameter toe. Later wordt hiervoor een tracé uitgewerkt.
Men moet nu niet denken: ik neem voor de zekerheid een grotere diameter. Dan is deze afvoerbuis nooit goed gevuld en het water stroomt er langzaam in; sedimenatie van alle mogelijke stoffen is het gevolg, en deze leidingen kunnen daardoor juist sneller dichtslibben dan goed gedimensioneerde!
Bij het vastleggen van de definitieve routing van de rioleringen moet men, anders dan bij waterleidingen, op afschot en beluchting letten.
- Afschot
Men moet elke afvoer van vuil water met een constante afschot van ca. 0,8 – 1% aanleggen. 1% is gelijk aan 1 cm per strekkende meter. Bij aansluitingen aan de standleiding past met een T-stuk met 87° toe, dat geeft met-een de juiste helling aan. Meer is niet nodig. Bij minder afschot wordt de stroomsnelheid te laag, het zelfreinigingseffect werkt niet meer, en de leidingen slibben te snel dicht. Bij meer afschot kan een separatie van vaste en vloeibare stoffen plaats vinden; het water loopt weg, excrementen en papier blijven liggen. Verstoppingen zijn het resultaat. Bij dit soort gevallen beter een afschot van ca. 1% aanhouden en dan een verticale val toepassen. Het is nagenoeg onmogelijk het nodige afschot van 0,8 à 1% te realiseren als men langere leidingen dwars door het huis in de vloer legt (in het beton stort); als men door een kamer van 8 m moet is dat immers 6 à 8cm.
Natuurlijk is alles wat met stroming en afschot te maken heeft een beetje ingewikkelder. Wie hier meer over wil weten kan dit in DIN 12 056 nalezen. De essentie is dat men bij dunnere leidingen, bijv. 40mmø, beter een iets groter afschot (2,0 – 2,5%) kan toepassen om de relatief grotere wrijving in dunne leidingen tegen te gaan.
- Beluchting
Een vaak gemaakte fout (ook van vakmensen, en ook in Nederland) is het niet beluchten van afvoerleidingen. Bij het doortrekken van de WC ontstaat dan door de massieve bijna als een zuiger naar beneden stortende waterkolom een vacuüm dat ondiepe stankafsluiters (meestal die van een douche of een schrobputje in de vloer) leegzuigt zodat er een open verbinding naar het riool ontstaat. En elk riool stinkt soms wel naar rotte eieren. Daarom moet u afvoeren naar het riool steeds beluchten, zie afb. 2 – 6. De Fransen spreken bij het fenomeen van leegzuigen van désyphonage, mise à sec des syphons of vidange des syphons.
Afbeelding 2 toont de meest effectieve maar ook duurste manier van aansluiten. De 125mm-valpijp (‘standpijp’) is boven het dak uit verlengd en van een afdekhoedje voorzien. Deze standleiding moet zo min mogelijk ‘verspringen’. Dus recht door het dak naar boven is het beste (en meestal goed te camoufleren als men deze leiding door een nevenvertrek legt, bijvoorbeeld een berging, een inbouwkast of de bijkeuken). Buiten leggen (wordt in Engeland vaak gedaan, aan de achtergevel) is in alle gebieden waar het kan vriezen af te raden.
Boven de hoogste aangesloten afvoer kan deze leiding een geringere diameter dan 125mm hebben, want hier stroomt uitsluitend lucht die een veel geringere viscositeit dan water heeft en daardoor ‘makkelijker’ stroomt. Maar wie het zekere voor het onzekere wil nemen plaatst ook hier een 125mm-leiding.
In afb. 2 zijn alle afvoerleidingen separaat op deze ‘standpijp’ aangesloten.
Meer gebruikelijk (en ook kosten- en ruimtebesparend) is het meerdere afvoeren met één verzamelleiding op de beluchtte standpijp aan te sluiten (afb. 3). Men moet dan wel op de juiste diametervergroting bij iedere aansluiting letten en de verzamelleiding moet belucht worden (links op deze tekening). Daar moet een beluchtingspijp (ook ontspannings-leiding, vacuümbreker of atmosferische compensatie genoemd) geplaatst worden, die ook weer boven het dak uitkomt.
Let op: deze tweede vacuüm-breker kan beter niet aan het uiterste uiteinde van de horizontale leiding geplaatst worden, want de hele horizontale afvoer moet doorspoeld worden! Er moet tenminste één afvoer aan de andere kant van de beluchtingsleiding zitten, anders treedt er, vooral als het om een lang stuk leiding gaat, te makkelijk sedimen-tatie en dus verstopping op.Maar ook bij deze aansluiting volgens afb. 3 is het goed de WC separaat op de valpijp aan te sluiten of tenminste het dichtst bij de valpijp te plaatsen. De WC-pijp kan beter geen 90°-bochten hebben, liever 45°, desnoods 2x 45°. Bij Dyka, pag. 14 – 19, zijn een aantal goede voorbeelden te zien.Er zijn combinaties van de twee systemen volgens afb. 2 en 3 mogelijk, dus bepaalde afvoeren separaat en rechtstreeks op de valpijp aangesloten, anderen via een verzamelleiding. Badkamers met zowel een douche als een badkuip verdienen bijzondere aandacht; bij het laten leeglopen van de badkuip kan het namelijk voorkomen dat water in de douche terecht komt en deze overloopt, vooral als de gemeenschappelijke afvoer een te kleine diameter heeft. De afvoeren van badkuip en douche zijn dan namelijk communicerende vaten en die willen steeds hetzelfde vloeistof-niveau hebben.
De oplossing volgens afb. 6 lijkt me wel mogelijk. Maar, zoals gezegd, alles is afhankelijk van de situatie ter plekke.
Er zijn in Nederland en Frankrijk allerhande binnenbeluchters verkrijgbaar (afb.7 en 8), ook sifons met ingebouwde beluchters (clapet anti-désiphonnage), maar dit alles zijn lapmiddelen om de oorspronkelijke fout, een ontoereikend belucht afvoersysteem, achteraf enigszins te corrigeren.
Ik ken ook iemand die als tijdelijke remedie bij zijn douche waarvan de sifon steeds leeggezogen wordt, na iedere WC-beurt water liet lopen zodat de stankafsluiter meteen weer gevuld is, maar dat is echt een nood-noodoplossing!
En steeds eraan denken: De WC-uitlaat heeft in Frankrijk 100mm, de standpijp 125 mmø; de in Nederland gangbare diameter 110 is in Frankrijk niet gebruikelijk. Er blijken wél verloopstukken tussen 100 en 110 mmø te bestaan (www.nicoll.fr), maar die vind je bij een gewone Brico niet.
2. Ook een detail waar het vaak misgaat: de overstort van de boiler
Iedere boiler heeft een overstort (groupe de securité). Bij de afvoer van het water uit deze overstort worden vaak fouten gemaakt; als men die gedachteloos op een bestaand riool aansluit kan men voor verrassingen komen te staan
Op afbeelding 9 is de boiler overstort gewoon op dezelfde riolering aangesloten als de badkuip. Daar was niets mis mee zolang de badkuip alleen voor het douchen gebruikt werd.
In dit geval dient de rioolaansluiting van de boileroverstort hoger gelegd en een opvoerunit geplaatst te worden, zie het schema op afbeelding 10.
Legenda bij afbeelding 11: |
3. Het tracé van de rioolbuizen
Het vinden van het juiste tracé voor de rioolbuizen is wegens hun grote diameter en de noodzaak van een constante afschot vaak niet makkelijk. Het aanleggen onder de vloer is goed te doen als in de daaronder gelegen verdieping een verlaagd plafond geplaatst wordt. Hierbij treden helaas vaak geluidsproblemen op. Een handige oplossing is de sinds ca. 30 jaren vooral bij renovatieprojecten toegepaste voorwandinstallatie. Alle sanitairelementen worden aan frames, die ca. 20 cm diep en 120 cm hoog zijn, gemonteerd en de afvoerleidingen worden tussen de bestaande wand en deze frames gelegd. Diverse leveranciers bieden hiervoor complete systemen aan en de prijzen zijn nu ook langzamerhand redelijk. Zie afb.13 en 14.
Vaak moet alleen voor de douche, vooral een inloopdouche, een aparte afvoer gelegd worden, want de afvoerbuizen van voorwandinstallaties liggen hiervoor te hoog.
_________________________________________________________________
2 RIOLERING IN UW HUIS AANLEGGEN
Het gebruikelijke materiaal voor huisinterne rioleringen is PVC (hard Polyvinylchloride, grijs gekleurd) dat gelijmd wordt. Bij het aanleggen van de riolering gaat men van de hoofdafvoer uit en werkt tegen de stroomrichting in. Het is doel-matig alle leidingen eerst koud (zonder lijmen) in elkaar te steken en waar nodig provisorisch te ondersteunen. Hierbij moet men goed op het al eerder beschreven afschot letten. Als ik onder mijn waterpas van 600mm lengte aan een kant een klosje van 6mm vastplak resulteert dit in een afschot van 1%, zie afb.15. Er bestaan ook speciale hellingwaterpassen, maar die worden zelfs door de vakman bijna nooit gebruikt, afb. 16a en 16b.
afb. 17 Aansluiting 12 is voor een WC vóór de nog op te trekken muur, 13 voor een achter deze muur, beiden 100 mm. Bij 23 worden de wastafels aangesloten, 40 mm (voor 32 mm sifons). Alle openingen zijn met huishoudfolie en rubberband afgesloten, anders stinkt het.
Waar nodig worden beugels ter ondersteuning/ ophanging geplaatst. Voor de afstand van de ophangingen zie ook weer bij Dyka pag.15; tienmaal de buisdiameter oftewel bij de normale leidingafmetingen 50-80 cm is meestal een goede maat; bij verticale buizen kan men het twee- à drievoudige hiervan nemen.
Bij doorvoeren door muren en betonnen plafonds wordt de leiding ingemetseld, natuurlijk spanningsvrij. Hier zijn eigenlijk geen isolerende tussenlagen nodig (isolatiebus of PUR-schuim), maar ik zou die toch plaatsen om spannings-vrijheid te waarborgen, zie afb. 18. |
Ook rioleringsleidingen kunnen in nepbalken gelegd worden, zoals deze die door een halletje (couloir) loopt, afb. 19 en 20. Het gaat hier om een doucheafvoer met de extra ruim bemeten diameter van 80mm ø die langs een strijkbalk gelegd is. Links ervan liggen reeds elektrische leidingen. Nepbalken zie ook 12.1.3 afb. 26 en 27.
Hier nog een foto hoe het niet moet, afb. 21. De nieuw aangelegde WC heeft wel een naar buiten gevoerde stand-leiding, maar die moet duidelijk hoger dan het hoogste raam eindigen. Deze plaatsing onder het fors uitstekende dak heeft tot stankoverlast bij alle ernaast liggende ramen geleid.
2. Literatuur, websites
De meest uitvoerige instructies over het leggen van PVC rioleringen heb ik op de website van DYKA gevonden.
3. Handige tips, tout venant
De inbouwunits van hangtoiletten hebben meestal een afvoerbocht van PP, Polypropyleen (sommigen denken dat het ABS = Acrylonitril-butadieen-styreen is, maar dat is het niet). PP kan alleen met een speciale lijm met PVC-rioolbuizen verlijmd worden! Gewone PVC-lijm werkt hier niet. Beter kan hier een aansluitstuk met rubbermanchet geplaatst worden. Er bestaan PVC-moffen met rubbermanchet aan beide kanten, andere hebben een lijmverbinding aan een kant en aan de andere kant een manchetverbinding.
Voor het inschuiven in een manchetverbinding dient het uiteinde van de buis afgeschuind te zijn, en ik smeer de afschuining van de buis voor het inschuiven in de manchetten ook steeds met groene zeep in.
Hetzelfde geldt voor wastafelsifons van PP (meestal wit) of RVS. Daarom de PVC-buis voor de wastafel- en gootsteenafvoer een maat groter uitvoeren, dan heeft de rubbermanchet (zie afb. 1) onder de nodige ruimte.
Comments are closed.
[…] Maar wacht even vóór u de planning van de waterleidingen afmaakt: Indien ook de rioleringen vervangen/uitgebreid/aangepast moeten worden dan zou ik een totaalplanning voor water en riool maken. In vertrekken waar veel leidingen zitten plan en plaats ik eerst de rioleringen, dan waterleidingen en ten slotte de elektrische leidingen. Want rioleringen zijn het dikst en moeten met constant afschot gelegd worden, bij het leggen van waterleidingen hebt u door de kleinere diameters meer vrijheden, en elektrische leidingen kunnen in alle mogelijke bochten gelegd worden, al moet het niet te gek worden. Dus, als u water en riool moet vernieuwen lees dan ook de adviezen over het aanleggen van riolering. […]