Negenenvijftigste aflevering april 2011
Mots-clefs pour le cœur des Français
De taal van de Franse gezelligheid
‘Plus on est de fous, plus on rit…’ zou je vrij kunnen vertalen met ‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd!’, maar een woord-voor-woord vertaling brengt ons dichter bij het de Franse realiteit: ‘Hoe meer gekken, hoe meer gelach!’ want gek zijn kan op vele manieren, en in alle gradaties: van de ‘folie douce’ tot de ‘folie furieuse’, en terug. De volksmond heeft uiteraard allerlei mooie benoemingen voor die overvloed aan gekken – vaak een verfrissende regenboog door onze dagelijkse sleur heen.
‘C’est dingue…’ is een soort kameleonuitdrukking die met de context van betekenis verandert. Met luid enthousiasme is het ‘Te gek!’, maar met somberheid in de stem wordt het een verontwaardigd ‘Niet te geloven!’. Daartegen is ‘Il est complètement dingue!’ een eenduidig oordeel: die man is op zijn achterhoofd gevallen!
Andere familiaire woorden voor ‘geschrift’ zijn ‘cinglé’, ‘timbré’, ‘toqué’, ‘maboule’, ‘barjot’. De Engelse kinderserie ‘The nutty Professor’ krijgt ook als Franse titel ‘Professeur Maboule’!
Je kan ook gek van woede worden. Het volgt meestal een geijkt patroon: eerst een lange periode van slecht humeur (‘Il est de mauvais poil’), dan een zenuwkortsluiting (‘Il a pété les plombs’) en een hevige explisie van razernij (‘Il est furax!’).
Gelukkig is er het leukere alternatief voor het ‘Ik word gek van jou’, en dat is ‘Ik ben gek op jou…’: en français, ‘Je suis dingue de toi!