Dit onderwerp bevat 9 reacties, 7 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 11 jaren geleden door 
-
Berichten
-
Ik kreeg van mijn Nederlandse accountant zijn nieuwsbrief toegestuurd
O.A kwam ik volgende tekst tegen:Nieuwe keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen
De keuzeregeling voor een buitenlandse belastingplichtige om voor de inkomstenbelasting te worden behandeld als binnenlandse belastingplichtige, gaat veranderen. Met ingang van 1 januari 2015 vervalt het keuze-element. Kort gezegd kwalificeert een buitenlandse belastingplichtige dan automatisch als binnenlandse belastingplichtige wanneer hij 90% of meer van zijn inkomen in Nederland verdient. De buitenlandse belastingplichtige moet dit kunnen aantonen met een inkomensverklaring van de Belastingdienst in zijn woonland. Vanaf 2015 zijn ook alleen de inkomsten uit Nederland belast en wordt niet langer uitgegaan van het wereldinkomen.Gaat dit gelden voor allen die in Frankrijk wonen en 90% van hun inkomen uit Nederland ontvangen?
Of zie ik dit verkeerd?Dit geldt alleen voor buitenlanders die in Nederland werken en aldaar 90% van hun inkomen vergaren. Zij dienen dit te bewijzen met een opgaaf van hun inkomen in het woonland (buitenland). 😀
Er wordt geschreven: Wanneer hij 90% of meer van zijn inkomen in Nederland verdient.
Mijns inziens was beter geweest: wanneer 90% of meer van zijn inkomen in Nederland is belast. Omdat ook mensen met een ABP pensioen (en nog geen AOW, omdat er dan meestal niet aan de 90% wordt voldaan, uitgezonderd de ABP’ers met een heel hoog pensioen) onder deze regeling vallen.
Groet, Rob van Schijndel
@Van Schijndel. Dat laatste is inderdaad een betere omschrijving. Dit staat erover in het Belastingplan 2014:
(..) Buitenlandse belastingplichtigen die inwoner zijn van de EU, de Europese Economische Ruimte (EER), Zwitserland of de BES eilanden en van wie 90% of meer van hun inkomen in Nederland aan de heffing van inkomstenbelasting of loonbelasting is onderworpen, zijn kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen. Tevens kunnen bij algemene maatregel van bestuur andere buitenlandse belastingplichtigen aangewezen worden als kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om belastingplichtigen die (zoals het geval was in het genoemde arrest Commissie v. Estland) een klein wereldinkomen hebben. Het keuze-element van de huidige regeling komt te vervallen: een buitenlandse belastingplichtige kwalificeert wel of niet voor de regeling. Het aantal landen dat valt onder deze regeling, wordt beperkt ten opzichte van de keuzeregeling. Voor de keuzeregeling kwamen namelijk ook inwoners van andere landen waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft afgesloten in aanmerking. Overigens hebben ingezetenen van Suriname, Curaçao, Aruba en St. Maarten, die niet vallen onder de voorgestelde regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen, toegang tot de voordelen van inwonerbehandeling op grond van discriminatiebepalingen in het belastingverdrag of in de Belastingregeling voor het Koninkrijk. Of aan de 90%-eis wordt voldaan, wordt naar Nederlandse heffingsmaatstaven beoordeeld. Hiertoe zal een buitenlandse belastingplichtige met een inkomensverklaring van de belastingautoriteit in zijn woonland inzage moeten geven in zijn niet-Nederlandse inkomen. De Belastingdienst kan op basis van die verklaring beoordelen of sprake is van een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige.
De huidige keuzeregeling gaat uit van het wereldinkomen, waarna voorkoming van dubbele belasting wordt verleend. In de nieuwe regeling worden bij kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen alleen de inkomsten uit Nederland belast, net als bij andere buitenlandse belastingplichtigen. Daardoor vervalt het progressievoorbehoud en kunnen tevens de voorkomingsregels in het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001, de terugploegregeling en de inhaalregeling vervallen. Dit maakt de regeling aanzienlijk eenvoudiger. Bovendien vervallen hiermee enkele elementen van de keuzeregeling die mogelijk in strijd zijn met het EU-recht.
De nieuwe regeling geeft kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen recht op dezelfde aftrekposten en heffingskortingen als binnenlandse belastingplichtigen, dit in overeenstemming met het arrest Schumacker. Voor zover kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen aftrekposten kunnen effectueren in hun woonland, hebben zij in Nederland geen recht op de aftrekposten. In dat geval kan de woonstaat namelijk al rekening houden met de persoonlijke en gezinssituatie. Hiertoe is in de regeling een vangnetbepaling opgenomen. 26
De regeling zal met ingang van 1 januari 2015 in werking treden om de overgang van de keuzeregeling naar de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen in de praktijk zo geruisloos mogelijk te laten verlopen. Daarnaast is het streven om in de loop van 2014 de algemene maatregel van bestuur met betrekking tot deze regeling in het Staatsblad te publiceren. Voorts biedt deze termijn voldoende tijd om aandacht te besteden aan de gevolgen van de afschaffing van de keuzeregeling voor migrerende binnenlandse belastingplichtigen.Noot mijnerzijds: het wordt niet genoemd, maar denkbaar is dat het opleveren van een verklaring van de buitenlandse belastingdienst van belang wordt voor de Ninbi-aangifte voor de bijdrage ex art. 69 ZVW (bij sommigen althans).
Goeie hemel Jan, hier kan een normaal mens toch geen touw aan vastknopen? Abracadabra. Wat zijn kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen? Wat gaat er in begrijpelijk Nederlands per 1 januari 2015 veranderen en voor wie? Neem bijvoorbeeld gepensioneerden die 100% van hun inkomen uit NL ontvangen.
Hoe verhoudt zich die nieuwe regeling tot het belastingverdrag tussen NL en FR, waarover onderhandelingen gaande zijn? Of is dit al het resultaat van die onderhandelingen? Graag nadere uitleg.
als hoofdregel voor je vraag op de definitie van “kwalificerende buitenlands belastingplichtigen`valt slechts te citeren: “Buitenlandse belastingplichtigen die inwoner zijn van de EU, de Europese Economische Ruimte (EER), Zwitserland of de BES eilanden en van wie 90% of meer van hun inkomen in Nederland aan de heffing van inkomstenbelasting of loonbelasting is onderworpen, zijn kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen”.
Lijkt me een glasheldere definitie. Hoe wordt dit vastgesteld? Inderdaad aan de hand van het belastingverdrag tussen Nederland en Frankrijk. Dat bepaalt immers welke inkomensbestanddelen aan Nederlandse en Franse heffing onderhevig zijn. De onderhandelingen zullen er zich van Nederlandse zijde op richten zo veel mogelijk uit Nederland afkomstig pensioen onder Nederlandse heffing te brengen (wat thans nog maar in beperkte mate het geval is, bijv. bij overheidspensioenen van het ABP). . Die onderhandelingen zijn geheim. Dus weten we niet wanneer nieuwe heffingstoewijzigingen ingaan en hoe ze eruit zullen zien.
Voor alle duidelijkheid: het ziet er dus naar uit dat in Frankrijk wonende Nederlanders die in Frankrijk inkomstenbelasting betalen over hun Nederlandse pensioen en AOW op termijn hun belasting in Nederland moeten gaan afdragen, zoals recentelijk met Nederlanders in Duitsland is gebeurd?
Wim
Dat is nog te bezien Wim. Frankrijk is niet gek v.w.b. dit onderwerp en er zijn nogal wat Nederlanders met pensioen in Frankrijk. Meer dan in Duitsland. Dat belang ligt dus wellicht anders. Maar……wees alert dus.
@Jaap
Die vergelijking tussen Frankrijk en Duitsland in aantallen gepensiioneerden klopt niet. Dit lijstje plaatste ik al eens eerder elders in 2012:
Recapitulerend dus per woonland hier beneden: 65plussers/Nederlanders (met jaartal van meting) – AOWers 4de kwartaal 2011 – meerderjarige verdragsgerechtigden (2010)
Belgie : 17842 (2010) – 60699- 18434
Bulgarije: 3 (2009)- 66-68
Tsjechie: 211 (2011)- 213- 171
Denemarken: 277 (2011) – 625 – 72
Duitsland: 27754 (2011) – 39645 – 15320
Estland: ???- 3 – 2
Ierland: 225 (2011)- 572 – 311
Griekenland : ???- 1757 – 915
Spanje: 9578 (2011) – 45234 – 12200
Frankrijk : 5084 (2005) – 10412 – 7573
Italie: ???- 6931 – 1586
Cyprus: ???- 118 -84
Letland: 12 (2011) – 10 – 11
Litauen: 5 (2008) – 9 – 17
Luxemburg: 407 (2000)- 658 – 159
Hongarije: 328 (2011) – 432 – 487
Malta: 34 (2008) – 143 – 129
Oostenrijk: 610 (2009) – 1866 – 574
Polen: 116 (2011) – 424 – 1416
Portugal: 1006 (2011) – 4140 -2519
Roemenie: 10 (2009) – 53 -82
Slovenie: 11 (2011) – 103 – 47
Slowakije: 42 (2011) – 43 – 42
Finland: 55 (2011) – 202 – 55
Zweden: 561( 2011) – 1716 – 561
Verenigd Koninkrijk: 2728 (2003) – 9096- 1191″Wat wel geldt: Nederland streeft ernaar via vernieuwde belastingverdragen meer (uit Nederland afkomstige) pensioenen aan eigen heffing onderhevig te maken. Je hebt gelijk dat daar de medewerking van de andere partij wel voor nodig is. Bij het nieuwe belastingverdrag met Duitsland bleek dat te lukken, en wel omdat Nederland op andere punten toegaf aan Duitsland.
Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
