Dit onderwerp bevat 0 reacties, 1 deelnemer, en is laatst geüpdatet op 11 jaren geleden door bosbess.
-
AuteurBerichten
-
10 oktober 2013 om 09:25 #195394bosbessDeelnemer
Armande is weer in het land. In oktober 2009 leerde ik haar kennen via Michel, de “buurman” in het gehucht achter de brug. Ik woonde hier nog maar net. Op een dag was ik in de tuin aan het werk. Een mij toen nog onbekende man kwam voorbij en maakte een praatje. Hij zei dat er iets verderop een Amsterdamse woonde, die graag kennis met me wilde maken. Kennelijk had hij gehoord dat ik Hollandaise was. Ik vroeg me af wat ik in vredesnaam met een wildvreemde amsterdamse vrouw aan moest. Maar je wilt niet vervelend doen, dus spraken we af dat ze de volgende morgen om half elf bij me zouden komen.
Half elf was voor mij toen nog koffietijd en verwacht bezoek kreeg koffie met gebak. (Die NL gewoonte heb ik opgegeven toen op een dag iemand tegen me zei: “Nee, we hoeven geen dessert.”) Dus haalde ik ’s morgens vroeg drie gebakjes bij de bakker en om half elf stond de koffie klaar. ’t Werd kwart voor elf, elf uur, kwart over. Toen was volgens mij het franse kwartiertje toch wel ten einde. En in ieder geval mijn geduld. Gebak ingevroren, koffie uitgezet.
’s Middags om half vijf klingelde de tuinbel. Voor de poort stond een schriel oud vrouwtje met een mormelig hondje. De Amsterdamse, begreep ik. “Ik had je vanmorgen verwacht”, begroette ik haar pissig. “Ja, maar toen kon ik niet”, zei ze, “en dat heb ik tegen Michel gezegd.” Michel had haar verteld dat ik haar graag wilde leren kennen! Van een andere buurman had ze inmiddels begrepen dat ik vergeefs had zitten wachten, dus voelde ze zich verplicht om even te komen.
Ik had een enigszins amsterdams accent verwacht, maar ze klonk buitenlands. Ik: “Wat heb je een vreemd accent!” Zij, verontwaardigd: “Maar ik ben Française!” Ze had een stem als een kerkklok. We gingen naar binnen. Vijf minuten maar hoor, want ze had het heel druk! Ze nam het hondje op schoot en met die klokstem kletste ze me een uur lang de oren van m’n hoofd. Ze was meer dan 50 jaar geleden getrouwd met een Nederlander en later hadden ze in de Cevennen een vakantiehuisje gekocht. Haar man was zeven jaar geleden overleden en nu kwam ze nog ieder voor- en najaar een maand over uit Amsterdam. Met de trein. “Waarom kom je hier niet wonen?” vroeg ik. “Nee hoor!”, riep ze, “ik woon in Amsterdam-Osdorp, recht tegenover de moskee en daar is het ’s winters véél gezelliger!”
Plotseling riep ze tegen mijn stokoude hondje dat op haar dekentje op de grond lag: “Jij wil een mannetje hè?” “Ze wil helemaal geen mannetje!”, riep ik, “jij wilt toch ook geen mannetje meer?” Zij: “Ik zeg niet MANNETJE! Ik zeg MANDJE!” En nee, ook zij wilde geen mannetje meer.
Inmiddels is Michel de buurman met wie ik het vaakst contact heb. Hij weet alles van iedereen en is het wandelende dorpsblad. Ieder voor- en najaar kijkt hij uit naar Armande’s komst en speurt hij of haar luiken al open zijn. Af en toe komen Armande en ik elkaar tegen met onze hondjes en maken we een praatje of we zien elkaar bij Michel. Dit jaar kwam ze niet op de door Michel verwachte dag en omdat ze inmiddels 88 is, vreesde hij het ergste. Ze heeft geen kinderen of andere familie, dus we zullen nooit weten wanneer ze het aardse voor het eeuwige heeft verwisseld. Maar een week later stonden haar luiken weer open. Armande is gezond en wel en na een hele dag treinen met hondje en koffer vertoeft ze voorlopig weer een maand in de Cevennen.
-
AuteurBerichten
Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.