Misschien is ’t lezen – of de redactie van de opgaven – ’n groter probleem dan ’t rekenen.
Wat ik wel eens doe met nieuwe kinderen :
“De bus stopt bij de eerste halte en er stappen twee kinderen in.
Bij de volgende halte stapt er één meisje uit en stappen er drie mensen in.
Bij de volgende halte stappen er twee mensen in en twee mensen uit.
Bij de voorlaatste halte stapt er één meneer in.
De bus arriveert op de bestemming.
Nu dan de vraag : hoeveel keer heeft de bus gestopt ?”
’t Geestige is dat tijdens ’t verhaaltje allerlei vingers bewegen, ze denken te weten wat er gaat komen. Nadat de vraag is gesteld probeert de één zich krampachtig te herinneren wat er allemaal is gezegd om maar ’t goede antwoord te geven, de ander is wat bozig.
Goed onderwijs staat of valt met de kwaliteiten van de juf en de meester. We hebben ’t hier niet al te beroerd getroffen, behalve dan wat Engels betreft.
Peter.