@Strawbale
Inderdaad. Indien Frankrijk, net als Nederland, de periodieke uitkeringen als inkomen uit niet-zelfstandige arbeid aanneemt, en zowel voor sociale heffingen als inkomstenbelasting het belastingverdrag art. 15 toepast, is niet langer relevant of op grond van internationaal sociaal zekerheidsrecht de sociale heffingen door Frankrijk wel of niet toegestaan zijn. Dat zou wel het geval zijn als Frankrijk de uitkeringen als lijfrente (en als vermogensinkomsten) kwalificeert, zoals hierboven uiteengezet.
Voor de vaststelling van het tarief van inkomstenbelasting als zodanig mag Frankrijk inderdaad ook Nederlands inkomen (krachtens art. 24 van het belastingverdrag) opvragen.
@Leonard
“sous réserve de l’application des conventions internationales..”
Deze ruime formulering kan in relatie tot Nederland op ten minste drieërlei wijze uitgelegd worden:
a. op grond van het EU verdrag, en de daaraan gerelateerd secundaire regelgeving. Dan kom je voor het laatste bij Vo883/2004 uit en de jurisprudentie van het EHvJ daarover, met name het baanbrekende arrest De Ruyter waar het het verbod op sociale heffingen op vermogensinkomsten betreft.
b. het (in dit geval) Ned-Franse belastingverdrag
c. een Ned-Frans sociaal zekerheidsverdrag (als dat er is). De bepalingen daarvan worden echter waarschijnlijk geheel “onderdrukt” doordat voorrang wordt gegeven aan vo883/2004.
Ik vermoed dat Frankrijk eenzijdig b. op het oog heeft. Eenzijdig , omdat naar de letter van het verdrag dat niet betrekking heeft op sociale heffingen en ook EU-rechtelijk Frankrijk niet gedwongen is om in dat kader het belastingverdrag toe te passen.
Frankrijk doet zichzelf dus in feite tekort met de eigen ambivalente houding t.o.c. CSG en CRDS, door deze tegelijk als algemene sociale heffingen te kwalificeren en als belastingen. Door het laatste mag Frankrijk die heffingen over bepaalde buitenlandse inkomsten niet doen, en door het eerste heeft het EHvJ Frankrijk gedwongen af te zien van de heffingen indien betrokkene onder het sz-stelsel van een andere lidstaat valt. Wel moet nog (bij de Franse en/of Europese) rechter blijken of de reparatiewetgeving van 2016 dat gecorrigeerd zou hebben.