Zie echter dit Franse document van het Ministerie van Economie:
https://www.impots.gouv.fr/portail/files/formulaires/2041-gg/2017/2041-gg_1943.pdf
2041 GG
DOCUMENT POUR REMPLIR LA DECLARATION DES REVENUS DE 2016
REVENUS D’ACTIVITE ET DE REMPLACEMENT DE SOURCE ETRANGERE
Le champ d’application :
Les revenus d’activite et de remplacement de source etrangere sont assujettis a la CSG et a la CRDS, lorsque le contribuable est domicilie en France au sens de l’article 4B du code general des impots (CGI), et qu’il est a la charge, a quelque titre que ce soit, d’un regime obligatoire francais d’assurance maladie.
La CSG et la CRDS sont alors dues, sous reserve qu’une convention fiscale n’exclue pas l’imposition en France des revenus et pour les salaires, qu’elles n’aient pas fait l’objet d’un precompte par l’employeur.
Pour les personnes percevant des revenus d’activite ou de remplacement provenant d’un autre Etat membre de l’Union europeenne ou de l’Espace economique europeen ou de Suisse, la definition de personnes a la charge, a quelque titre que ce soit, d’un regime obligatoire d’assurance maladie est precisee par les reglements communautaires n0883/2004 et
987/2009.
Deze voorlichting sluit aan bij mijn bovenstaande conclusie: Frankrijk mag, ook over buitenlandse inkomsten CSG (en hier ook genoemd: CRDS) heffen indien men naar Frans recht verzekerd is tegen ziektekosten.
Maar nu komt het: Frankrijk zwalkt voortdurend in de eigen kwalificering van de CSG en CRDS. Enerzijds ziet ze deze als sociale bijdragen (geregeld in de Code de la Securite Sociale), maar anderzijds toch weer als belastingen. Zo ook hierboven , waar het de belangrijke uitzondering formuleert: “onder voorbehoud dat een belastingverdrag de heffing niet van Frankrijk wegneemt ..”.
Wat moeten we ons bij dit voorbehoud voorstellen? Ik heb al gesteld dat uit het Frans-Ned belastingverdrag blijkt dat dit slechts betrekking heeft op inkomstenbelasting en niet op sociale heffingen. Maar nu Frankrijk kennelijk toch CSG en CRDS (en misschien nog meer sociale bijdragen?) als belastingen wenst te beschouwen in het kader van toepassing van belastingverdragen, komt opnieuw de vraag voor strawbale aan de orde of naar Franse kwalificatie zijn periodieke uitkeringen gebaseerd op een Nederlandse ontslagvergoeding als inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid zijn te zien danwel als lijfrente-inkomsten, gegeven het Franse perspectief. Immers: in het eerste geval zouden, gegeven het bovenstaande ook geen CSG en CRDS heffingen over die inkomsten mogen worden gedaan, en in het tweede wel (gegeven de tekst van het Ned-Fr belastingverdrag).
Daarmee zijn we terug bij het volgende: de vraag of Frankrijk CSG en CRDS mag heffen over dergelijke inkomsten wordt in de ogen van de Franse Belastingdienst gelijk beoordeeld als ware heffing van Franse inkomstenbelasting aan de orde. Dit is overigens ook af te leiden uit het EHvJ arrest Derouin, waar het EHVJ oordeelde dat sociale heffingen heel wat anders zijn dan inkomstenbelasting , maar dat het Frankrijk desondanks vrijstaat in het kader van de eigen wetgeving of in het kader van een belastingverdrag van de inkomstengrondslag voor de sociale heffingen bepaalde buitenlandse bestanddelen uit te sluiten.
Dit gezegd zijnde blijft de vraag dus: gaat het hier om inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid (heffing aan Nederland toegewezen) of inkomsten uit lijfrente (aan Frankrijk toegewezen)? Het ligt voor de hand van de Nederlandse interpretatie uit te gaan (de eerste) . Zoals gezegd zal Frankrijk niet zonder meer een eigen interpretatie mogen volgen. Als Frankrijk als lijfrente wil kwalificeren zal het tevens het Commentaar (m.i. het Commentaar zoals dat geldend was bij afsluiting van het Frans-Nederlandse verdrag) op het OESO Modelverdrag moeten laten voorgaan op eigen interpretaties. Bovendien dwingt artikel 27 van het verdrag Frankrijk tot overleg met de bronstaat Nederland indien de belastingplichtige inwoner van Frankrijk meent dat Frankrijk de inkomsten ten onrechte als lijfrente zou kwalificeren: beide landen moeten dus trachten tot eenduidigheid te komen.
De door de Nederlandse BD gegeven kwalificering van de uitkeringen als verband houdend met niet-zelfstandige arbeid moet m.i. overigens dan bovendien wel voldoen aan hetgeen de Hoge Raad over ontslagvergoedingen bepaald heeft.