Ouder worden in Frankrijk


De Franse zorg voor de ouderen

De snelle vergrijzing van de Franse bevolking komt niet tot uitdrukking in een groeiend aantal plaatsen in de bejaardenopvang. De Algemene Rekenkamer heeft in een een vernietigend rapport de laksheid van de Franse overheid gehekeld. In 2000 leefden 12,5 miljoen mensen in Frankrijk die ouder dan 60 jaar waren; dat zullen er 17 miljoen zijn in 2020 en ongeveer 21,5 miljoen in 2040, ongeveer een derde van de gehele bevolking.

Ondanks deze al geruime tijd geleden voorziene ontwikkeling is het aanbod van diensten en huisvesting voor ouderen onvoldoende gebleken en slecht over het land verspreid. Zo is het aantal beschikbare plaatsen in het gehele zuiden van Frankrijk ver onder de maat. De jaarlijkse kosten om het voorzieningenniveau op peil te brengen, zouden moeten verdubbelen tot € 30 miljard.

Eén op de vijf instellingen voor ouderen voldoet niet aan de veiligheidsnormen en men slaagt er niet in een fatsoenlijke opvang te organiseren voor ouderen die aan de ziekte van Alzheimer lijden; jaarlijks komen er door de veroudering van de bevolking 100.000 van deze patiënten bij. De ontwikkeling van het vak geriatrie staat in Frankrijk nog in de kinderschoenen. De directeuren van de 1700 Franse instellingen voor bejaardenhuisvesting hebben de noodklok geluid over de steeds moeilijker wordende financiering van de ouderenzorg. De kosten voor ouderen van 75 jaar en ouder – 8% van de bevolking – maken een vijfde deel uit van de totale Franse ziekenhuiskosten. De overheid werkt aan maatregelen om de steeds groeiende groep afhankelijke ouderen op een fatsoenlijke manier onder te brengen en te verzorgen. Eén van de mogelijke voorstellen zal zijn om vanaf de leeftijd van 50 jaar een verplichte verzekering ouderenzorg af te sluiten, een plan van de vorige president Sarkozy dat echter onder zijn bewind niet tot uitvoering is gekomen.

De gemiddelde prijs voor het wonen in een tehuis ligt rond de € 2200 per maand, terwijl het gemiddelde pensioen van een Franse inwoner op € 1200 ligt. Om toch een vorm van verzekering voor de ouderenzorg aan te bieden, hebben de Franse verzekeraars een particulier product ontwikkeld om later bij opname in een tehuis of bij het inroepen van thuiszorg over maanduitkeringen te beschikken. Men werkt hierbij met polissen onder namen als Plan Indépendance en Protectys Autonomie. Voor de meer kapitaalkrachtigen zijn er wat draaglijker voorzieningen, zoals de Résidences service. Dit zijn appartementencomplexen waarbij een groot aantal diensten wordt geleverd en verplegend personeel bijna altijd aanwezig is op het complex. Er zijn gemeenschappelijke ruimten voor activiteiten en sociale contacten. De meer luxe maisons de retraite médicalisées bieden tarieven per nacht en maken vaak een onderscheid tussen korte en lange verblijven. Deze maisons de retraite zijn zeer ruim geëquipeerd om ook zieke mensen te ontvangen, te verplegen en te verzorgen.

Kinderen die betalen voor hun ouders (al dan niet in een bejaardenhuis) kunnen de kosten van huur, voeding etc. aftrekken van hun inkomen bij de aangifte voor de inkomstenbelasting. Als de ouders ouder zijn dan 75 jaar en gezamenlijk niet meer inkomen genieten dan circa € 14.000 ( ruim € 8500 voor één ouder) dan kan zonder bewijsstukken € 3400 worden opgevoerd. Dat geldt niet alleen voor ouders maar ook voor andere familierelaties, zoals een neef die zijn oude tante in huis neemt.

Op een speciale website is veel informatie te vinden over het verkrijgen van hulp en zorg aan huis. Ook is er een internetsite die de betere maisons de retraite omschrijft per regio. De grote mutuelles (aanvullende verzekeringen) beheren een website waarop veel praktische informatie is te vinden over de zorginstellingen in Frankrijk en hoe deze te vinden. www.generationsmutualistes.fr en www.prioritesantemutualiste.fr (hier is ook het telefoonnummer 3935 beschikbaar voor medische vragen.)


De mogelijkheden van Franse financiële hulp aan ouderen

Allocation personnalisée d’autonomie (APA)
Om de hoogte van de maandelijkse uitkering te berekenen van deze door de departementen gefinancierde hulp is de mate van afhankelijkheid in zes groepen verdeeld. Een team van deskundigen bepaalt per individueel geval tot welke groep je behoort. Vervolgens wordt berekend welke kosten moeten worden gemaakt om de betrokkene te helpen. De gebruiker van de diensten moet een eigen bijdrage betalen, dus het is geen verzekering waarvoor men premie betaalt. De hoogte van de eigen bijdrage (participation) hangt af van de mate van hulpbehoevendheid en van het inkomen. De maximumbedragen (de ticket modérateur) voor de vier belangrijkste groepen (GIR – Groupe Iso Resources) die maandelijks worden uitgekeerd bij een inkomen dat lager is dan € 2392 per maand. Bij inkomens tussen € 2392 en € 3680 moet men het eigen risico betalen plus een opslag van 0 tot 80% afhankelijk van de GIR en het inkomen. Bij inkomens boven de € 3680 moet men zelf de ticket mpdérateur betalen plus 80%van het tarief dat behoort bij de GIR. Bij GIR 5 en GIR 6 betaalt de APA niet, maar met de verklaring dat men in deze groepen is ingedeeld, bestaat wel recht op huishoudelijke hulp.
Voor personen die in een tehuis of verpleeginrichting verblijven, gelden weer andere bijdragen. Over de uitkeringen wordt geen inkomstenbelasting geheven en ook vallen de toeslagen buiten de heffing van CSG en CRDS, de sociale premies. De APA heeft overeenkomsten met de uitvoering van de AWBZ. Men kan zelf met de hulp van een raadgever van de APA een hulpplan opstellen. Na goedkeuring ervan kan de hulpzoeker met het vastgestelde budget zelf personeel aantrekken. Familieleden mogen deze diensten ook verrichten. De uitkeringen worden niet teruggevraagd uit de erfenissen.

Aide sociale à l’Hébergement (ASH)

Ook deze hulp komt van het Conseil général, het bestuur van het departement, en  is bedoeld voor personen die te weinig inkomen hebben om zelf geheel de huisvestingskosten te betalen. Het bedrag wordt bepaald na aftrek van de verplichte bijdrage die de familie moet doen en 90% van het inkomen van betrokkene. De laatste blijft dan nog 10% van het inkomen over met een minimum van € 93. De bijdragen worden later verhaald bij de afwikkeling van de nalatenschap.

Allocation logement
Deze uitkering komt van de CAF (Caisse d’allocations familiales) en is bedoeld als tegemoetkoming in de huisvestingskosten in een maison de retraite. De bijdrag verschilt per regio en is afhankelijk van het inkomen. In het algemeen geldt ook nog een belastingteruggave (crédit d’impôt) van de huisvestingenkosten (minus de ontvangen hulp) van 25% met een maximum van € 2500 (dus over een maximum uitgave van € 10.000).

Allocation de solidarité aux personnes âgées (Aspa)
Deze uitkering geldt voor personen van 65 jaar en ouder die niet voldoende premie hebben kunnen betalen om in aanmerking te komen voor het minimumpensioen. De uitgekeerde gelden zijn weer invorderbaar bij overlijden op de nalatenschap die hoger is dan € 39.000. De uitkering wordt niet automatisch verstrekt, maar moet worden aangevraagd bij de gemeente of de uitkeringsinstelling.

Persoonlijke hulp aan huis
Frankrijk kent een rijke dienstverlening voor persoonlijk hulp aan huis, de bekende aide à domicile of aide à personne: kinderoppas, huishoudelijke hulp, tuinman, hulp bij de computer, (huiswerk)cursussen, hulp en zorg voor invaliden of zieken en ouderen. Er gelden in hoofdzaak twee systmen. Men kan zelf de hulp vragen via een advertentie of via buren, kennissen of familie, de bouche-à-oreille en dan via het chèque-emploi-systeem werken (CESU); of men kan een beroep doen op een organisatie, zoals een vereniging of een particuliere onderneming. De laatste kunnen alle zorg uit handen nemen en dan is de hulpvrager een klant, het stelsel van het contrat perstataire. Ook kan men kiezen om de organisatie als tussenpersoon te laten optreden en zelf de zorg als ‘werkgever’ te regelen, het contrat mandataire. In deze netwerken van zorgverlening aan huis gaan altijd wel zaken mis. Een onderzoek van enkele maanden door een commissie die onregelmatigheden onderzocht, kwam tot een lijst van 22 zaken en voorwaarden die ten onrechte of onjuist geformuleerd in de contracten staan. Zo zijn er voorwaarden die aan de professionele aanbieder de mogelijkheid laten om eenzijdig de prijs van de diensten te wijzigen of om het recht tot herstel van schade bij slechte dienstverlening te beperken. Andere zaken die niet mogen, maar in tal van gevallen toch in de contracten staan, zijn de verplichting om automatisch te betalen of om het recht om geen vervanging te bieden bij ziekte van de zorg- of dienstverlener. Er zijn organisaties die klanten werven door te melden dat de fiscale voordelen bij het gebruikmaken van hulp aan huis automatisch worden verleend. Dat is lang niet altijd het geval. Het hele pakket van persoonlijke hulp aan huis is te raadplegen op de website van Agence nationale des services à la personne.


Steeds meer diefstallen en oplichting bij ouderen
De Franse consumentenorganisatie Que Choisir waarschuwt ouderen die regelmatig thuiszorg ontvangen, om oplettend te zijn bij de komst van zogeheten vervangers of controleurs. Gebleken is dat het aantal oplichtingen en diefstallen door pseudo-werkers toeneemt bij ouderen. Na de meer bekende praktijken van pseudo-pompiers en pseudo-schoorsteenvegers, zijn het nu de zich als thuishulpen presenterende boeven en inbrekers. Bijna twee miljoen personen van 60 jaar en ouder ontvangen professionele thuiszorg wegens een gezondheidsprobleem of een handicap. De helft van hen is ouder dan 75 jaar en vormt een gewild doelwit van dieven. De ADMR (association du service à domicile) heeft haar leden gewaarschuwd voor mensen die zich aandienen als aangeslotene bij deze organisatie. De werkwijze is eenvoudig: zij presenteren zich aan huis bij ouderen en wenden voor dat zij de bekende thuiszorger komen vervangen. Ook spiegelen zij de vaak kwetsbare  ouderen voor dat zij het werk van de thuishulp komen evalueren. Bij hun vertrek blijkt dan dat er het nodige is gestolen. De ADMR, de grootse aanbieder van zorg aan huis in Frankrijk, wijst erop dat hun werkers voorzien zijn van een carte professionnelle met foto en over het algemeen specifieke kleding dragen: wit voor persoonlijke verzorging, groen voor huishoudelijke hulp. Que Choisir wijst er verder op dat vooral in de zomer het aantal diefstallen door pseudo-personeel (verpleegsters, werksters, maar ook politie-agenten en personeel van het waterleidingbedrijf) sterk toeneemt in geheel Frankrijk. Alleen of met zijn tweeën komen politiemensen bij oude mensen langs om een ‘inspectie’ uit te voeren na een vermeende diefstal. Deze ‘agenten’ hebben het vooral gemunt op sieraden en geld. Aangeraden wordt een onbekende bezoeker altijd om een identificatie te vragen en de deur dicht te laten bij de minste twijfel. Als de bezoeker zich niet kan of wil bekendmaken, ook al draagt hij of zij een uniform, moet de deur worden gesloten. Aankondiging dat eerst wordt getelefoneerd naar de onderneming waarvoor men zich uitgeeft te werken, kan ook ontmoedigend werken. Wie toch iemand binnen wil laten, doet er verstandig aan, aldus de raadgevingen van de autoriteiten, om zich te laten vergezellen door de buren en de bezoeker voortdurend te volgen bij zijn gangen in huis. Ook wordt nog aangeraden nooit bekend te maken dat men alleen in het huis woont of tijdstippen op te geven waarop men met vakantie is. Diefstal door list bij een kwetsbaar persoon kan worden bestraft met 5 jaar gevangenisstraf en een boete van € 75.000.


Frankrijk langzaam op weg naar legalisering van actieve euthanasie

Af en toe laait de discussie weer op, als een – meestal dramatisch – geval van euthanasie is voorgevallen in het land waar de ‘goede dood’ wettelijk niet is toegestaan. Steeds ook weer wil de publieke opinie een hervatting van het debat, waarbij vrijwel voortdurend wordt gewezen naar het voorbeeld van de Lage Landen. Actieve euthanasie blijft moord, hoewel de sancties daarop niet streng zijn.
Passieve euthanasie wordt nog gelijkgesteld met het niet verlenen van hulp aan een persoon die in gevaar verkeert. Frankrijk vreest verkeerde toepassingen als euthanasie wettelijk wordt toegestaan. De overheid ziet meer in het verlichten van het lijden van mensen die in de laatste levensdagen verkeren. De regering onder president François Hollande denkt iets ruimer over deze gevoelige kwestie.Verzorgers uit de praktijk nemen soms, na overleg met de familie, hun toevlucht tot het stopzetten van de behandeling. Niettemin is een wettelijk kader in de maak, waarbij toch enige regelgeving wordt nagestreefd. Als een op sterven liggende zieke die nog volledig bij bewustzijn is voortzetting van de medische behandeling weigert, moet de arts hem of haar wijzen op de risico’s daarvan. Blijft de zieke volharden, dan zal de medische behandeling zich moeten beperken tot het toedienen van pijnstillende middelen, de palliatieve zorg. In het geval een terminale zieke zijn of haar wil niet meer kan uiten, kan de arts de behandeling stopzetten als deze niet meer zinvol blijkt. Hij moet dan wel zijn collega’s, het medisch team, op de hoogte brengen en de familie of vertrouwenspersoon raadplegen. Als een niet-terminale zieke te kennen geeft dat hij of zij de behandeling niet meer wil laten voortzetten, moet de arts proberen hem of haar van het tegendeel te overtuigen en de familie hiervan in kennis stellen. De gangbare en geaccepteerde opvatting is nu wel dat zinloze levensverlengende behandelingen gestopt mogen worden, ook als daarvan het overlijden op zeer korte termijn het onmiddellijke gevolg is.

Een eerste overwinning, zo hebben voorstanders van vrijwillige euthanasie het besluit van Eerste-Kamerleden genoemd om actieve euthanasie in Frankrijk te legaliseren. De commissie voor Sociale Zaken van de Senaat is met 25 stemmen voor en 19 stemmen tegen (de rechtse partijen), akkoord gegaan met een wetsvoorstel om hulp bij levensbeëindiging mogelijk te maken. Volgens de huidige wet is een dergelijk optreden strafbaar. De volledige Senaat is echter niet akkoord gegaan met het wetsvoorstel. Het eerste artikel daarvan zegt dat iedere volwassene bij volle bewustzijn en verkerende in een fase van een terminale ziekte en daarbij lichamelijk of geestelijk ondraaglijk lijdt, om medische hulp mag vragen bij het snel doen beëindigen van het leven. Een dergelijke omschrijving met een voor Franse begrippen vergaande strekking is nog niet eerder gepresenteerd. De tegenstemmers in de Senaat menen dat de wetsvoorstellen indruisen tegen het recht dat opkomt voor de zwaksten en de meest kwetsbaren. Ook is de verruiming van de euthanasie-wetgeving in strijd met de medische opdracht en zal deze het noodzakelijke vertrouwen verbreken tussen arts en patiënt, menen de tegenstanders van de wetswijziging. Met vergelijkbare argumenten heeft ook de Orde van artsen zich tegen de voorstellen verzet en meent dat de huidige wet toereikend is. Deze zegt dat patiënten die aan het einde van hun leven, zijn de mogelijkheid bezitten om zonder lijden gebruik te maken van pijnverzachtende middelen om de dood af te wachten.Een zeer grote meerderheid van de Franse bevolking (94%) is voorstander van het toepassen van euthanasie in bijzonder gevallen, zoals bij een niet meer behandelbare ziekte. In 2001 verklaarde nog 88% van de Fransen een wet te willen goedkeuren om actieve euthanasie toe te staan bij zieken die ondraaglijk lijden en te kennen geven te willen sterven. Bij het laatste opinie-onderzoek blijken de verschillen in acceptatie door de geloofsgroepen vrijwel te zijn verdwenen. 97% van de onkerkelijken is voorstander van een wet; dat is 82% bij belijdende katholieken en 58% onder moslims. Afwijkend van het partijstandpunt hebben enkele UMP-leden van de Tweede Kamer vorig jaar de wens neergelegd om een einde te maken aan de huidige hypocrisie; zij verlangen dat wat nu in het verborgene gebeurt, in regels wordt gevat en gecontroleerd. Zij wijzen naar landen als Nederland, België, Zwitserland en Denemarken waar euthanasie wettelijk is geregeld. In Frankrijk gaat de aandacht vooral uit naar palliatieve (pijnverzachtende) zorg bij terminale patiënten of naar het stopzetten van de behandeling op uitdrukkelijk verzoek van een zieke. Elke vorm van actieve euthanasie wordt als medewerking aan moord beschouwd. De initiatiefnemers tot wijziging willen dat elk verzoek tot euthanasie wordt onderworpen aan het oordeel van een multidisciplinair team, bestaande uit direct betrokken artsen, naaste familieleden en de patiënt. Wordt een verzoek tot actieve levensbeëindiging door een dergelijk team afgewezen, dan zal de zieke aangewezen zijn op palliatieve zorg. Als het verzoek wordt aangenomen, zal de euthanasie worden uitgevoerd zonder dat wie dan ook zal worden vervolgd, aldus het voorstel van toen en nu aanvaard door de senaatscommissie.
De overheid heeft een maatregel ingevoerd, bedoeld voor mensen die een familielid of vertrouwd persoon begeleiden in zijn laatste levensdagen. De uitkering bedraagt € 54,17 per dag voor een periode van maximaal drie weken.


Merendeel Franse bevolking is voorstander van actieve euthanasie

euthanasie5Op de vraag of de president van Frankrijk zijn belofte uit de verkiezingsperiode moet nakomen om actieve euthanasie bij wet mogelijk te maken, antwoordt 89% van de Franse bevolking positief.

François Hollande maakte tijdens de campagne duidelijk dat hij voorstander is van de mogelijkheid om medische bijstand te verlenen aan volwassen personen die ongeneeslijk ziek zijn, lichamelijk en geestelijk lijden en verzoeken om in waardigheid hun leven te doen beëindigen. In december zal een presidentiële commissie met voorstellen daartoe komen. De Ifop-enquête die op verzoek van de Association pour le Droit de Mourir dans la Dignité (ADMD) werd gehouden, bevestigt in versterkte mate het al bekende oordeel onder brede lagen in de Franse bevolking dat een wettelijk geregelde vorm van actieve levensbeëindiging gewenst is. Slechts de kerk meent nog dat politici zich beter kunnen bezighouden met het oplossen van het werkloosheidsvraagstuk dan met het vraagstuk van de euthanasie, constateert de ADMD. De meeste voorstanders van Hollande’s voornemen (94%) zijn te  vinden onder de sympathisanten van links. Bij UMP en uiterst rechts zijn de percentages 84 en 89. Jongeren onder de 35 jaar zijn voor 90% voorstander van aanpassing van de wet; bij ouderen is het 81%. Hoger opgeleiden in stedelijke gebieden blijken voor meer dan 90% in te stemmen met aanpassing van de wet die nu niet verder gaat dan het in medische overleg op verzoek stopzetten van medische behandeling bij terminale patiënten, de passieve euthanasie. Volgens de AMDM is de huidige wetgeving te veel een zaak voor de artsen. ‘De arts beslist, waarbij de patiënt niet in centrum van de besluitvorming staat’.
(03.11.12)


Ook over het onderwerp van het donorschap van organen woedt een vrij heftige discussie, waarbij de overheid verlangt dat haar burgers meer over dit vraagstuk nadenken en van tevoren de zaken regelen. De Franse wet kent het uitgangspunt dat na het overlijden van iedere overledene organen mogen worden genomen voor transplantatiedoeleinden, tenzij vóór het overlijden nadrukkelijk te kennen is gegeven dat men geen donor wil zijn. Als het indienen van een dergelijke verklaring is uitgebleven, kan de familie nog in verzet komen en verklaren dat de overledene tegen een donorschap was. In dergelijke gevallen zal dan meestal ook die mening van de gestorvene worden gerespecteerd, al was het alleen om het vermijden van veel administratieve en emotionele rompslomp.

©2024 Communities Abroad  |  infofrankrijk.com

DISCLAIMER

Login

Forgot your details?