De driefase groepenkast

Zeker op het Franse platteland kom je vaak driefase aansluitingen tegen. Wanneer je een kleine puissance souscrite hebt altijd weer gedoe met de hoofdschakelaar die bij de minste of geringste overbelasting uitschakelt omdat er op één van de fases net iets te veel vermogen staat aangesloten. Overstappen naar monophasé is dan het standaard advies, mits het lokale ERDF netwerk dat mogelijk maakt.

In de groepenkast is het dan vaak ook even puzzelen, zeker voor Britten en ook voor de meeste Nederlanders die niet beter weten dan dat er op de een of andere manier een speciale kookgroep richting keuken is doorgetrokken in het polderland dat ze tijdelijk dan wel permanent de rug hebben toegekeerd. De aardlekbeveiliging, indien al aanwezig, werd door Franse electriciens zo simpel mogelijk opgelost: één interrupteur différentiel tetrapolaire en tête d’ínstallation. Soms lastig, want wanneer er op één van de fases een foutstroompje naar aarde gaat staat het hele huis zonder stroom.

Vandaar de in de loop der jaren gegroeide praktijk in Frankrijk om alleen de “echte” driefase apparatuur achter zo’n speciale triphasé aardlekschakelaar te plaatsen. En de rest van de installatie gewoon te verdelen over in wezen monophasé groepen via eigen enkelfase aardlekschakelaars. In de pas verschenen 28e editie van Locaux d’Habitation wordt dat deze keer apart onder onder de aandacht gebracht, zie deze paar pagina’s op Promotelec’s website.

Nederland liep wat achter op dit punt. Maar met de nieuwe NEN 1010 elektraregels, ruim 200 forse wijzigingen, komt daar verandering in. Maak je borst maar nat sprak mede NEN auteur Pouw Jongbloed de verzamelde electriciens toe bij z’n presentatie op de Elektrotechniek vakbeurs afgelopen najaar in Utrecht. Eén van die wijzigingen betreft het toepassen van driefase aardlekschakelaars, zie dit onderdeel uit zijn toelichting.