Dit onderwerp bevat 2 reacties, 2 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 11 jaren geleden door 
-
Berichten
-
zie daartoe dit recente arrest van de CRvB:
ECLI:NL:CRVB:2013:1944
darauit de essentie.
3.1. In zijn hoger beroepschriften heeft appellant zijn hoger beroepen beperkt tot de volgende beroepsgronden. Appellant heeft allereerst betoogd dat Cvz het aan hem toegezonden E 121-formulier niet naar waarheid heeft ingevuld omdat, in tegenstelling tot wat met de E 121-verklaring wordt bevestigd, hij geen recht heeft op verstrekkingen krachtens Nederlandse wetgeving. Voorts was Cvz ingevolge artikel 29 van Verordening (EEG) nr. 574/72 (Vo 574/72) niet bevoegd deze verklaring ongevraagd toe te zenden. Appellant blijft er voorts bij dat zijn particuliere verzekering in 2006 in strijd met Europese schaderichtlijnen is beëindigd.(..)
Uit de beoordeling van de CRvB:
4.3.
Voor zover appellant bedoeld heeft dat op grond van het tweede lid van artikel 28 van Vo 1408/71 de verstrekkingen alleen voor rekening van de voor de pensioenverzekering bevoegde lidstaat komen indien de rechthebbende een daadwerkelijk en actueel te effectueren recht op die verstrekkingen heeft, wordt hij niet gevolgd. Zoals Cvz terecht heeft betoogd, wordt in artikel 28, tweede lid, van Vo 1408/71 verwezen naar de in het eerste lid bedoelde gevallen en moeten deze bepalingen in samenhang worden gelezen. In dit verband wordt ook gewezen op het arrest van het Hof van 10 mei 2001, Rundgren, C-389/99, waarin het Hof in punt 46 overweegt dat in het aldus bij de artikelen 27, 28 en 28 bis van Vo 1408/71 ingevoerde stelsel de verstrekkingen altijd voor rekening van een orgaan van een ter zake van een pensioen bevoegde lidstaat komen, voor zover de pensioen- of rentetrekker op grond van de wettelijke regeling van deze lidstaat recht op deze verstrekkingen heeft, indien hij op diens grondgebied woont.4.5.Appellant kan voorts niet worden gevolgd in zijn stelling dat de verklaring ongevraagd en derhalve onbevoegd door Cvz is afgegeven. De in artikel 29 van Vo 574/72 voorziene inschrijving bij het bevoegde orgaan van het woonland is enkel een administratieve formaliteit, die moet worden vervuld om te verzekeren dat de verstrekkingen in het woonland krachtens artikel 28 van Vo 1408/71 inderdaad worden toegekend (Van Delft e.a., punt 63). Het formulier E 121 is zuiver declaratoir en vormt geen voorwaarde voor het ontstaan van rechten op prestaties (Van Delft, punt 62). Dit betekent ook dat een persoon in de situatie van appellant de buitenlandbijdrage altijd verschuldigd is, ook als geen verzoek is gedaan voor de afgifte van de E 121-verklaring en ook als hij zich met dit formulier niet wenst in te schrijven bij het orgaan van zijn woonplaats.
Dag Jan, zo zo…
Ik heb een bevestiging van het CVZ dat voordat iemand als verdragsgerichtigd wordt aangemerkt er een onderzoek plaatsvindt of hij of zij dat wel is en of hij of zij wel of niet een E 121 wenst te ontvangen. Ik stuur je dat even op je privé mail want het lukt mij niet hier om het als picture in te voegen.
Ik ben geen held in de i.t; zoals je weet.
Misschien wil jij het wel plaatsen ?
Nieuwe procedure van het CVZ vanaf Mei 2012.
Hartelijke groeten
OEVVD@OEVVD
Omdat je hem als picture stuurde kan ik ook niet kopieren. Maar het klopt wat je zegt:
1. Vanaf 1.3.2012 stuurt CvZ aan potentiele verdragsgerechtigden CvZ een informatiebrief
2. tevens stuurt CvZ een formulier waarin men kan anageven een E121 te willen ontvangen. Op dat formulier kan men tevens aangeven dat men reeds woonlandverzekerd is en dus geen E121 wenst te ontvangen. CvZ zegt echter niet dat men verder geen informatie met het woonlandorgaan zal uitwisselen. Aannemelijk is dat CvZ met het woonlandorgaan zal verifieren of men inderdaad woonlandverzekerd is en tevens niet ten laste kan komen van CvZ. Zeker als het woonlandorgaan dat verlangt.
3. CvZ zegt niets in die email over de mogelijkheid dat je ten laste van een derde land ziektekosten hebt of zult hebben in je woonland.
Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.
