Beste Jeroen,
Het argument dat bij oude huizen de balken vaak overgedimensioneerd zijn accepteer ik. En men kan er inderdaad drukschoren vaak een heel stuk verplaatsen zonder nadelige gevolgen.
Maar hoe ziet zoiets na 10 of 20 jaar er uit? Ik heb daken (en vooral zolders) gezien waar de balken na veranderingen aan de steunende schoorconstructie eerst geen vervormingen vertoonden, maar na 20 jaar behoorlijk doorgezakt waren, of waar na onoordeelkundige veranderingen aan trekbalken de muren uit elkaar gedrukt werden, of waar balkverbindingen die meer dan honderdvijftig jaar strak in elkaar gezeten hadden open gingen staan. Alles een kwestie van afmetingen van de constructieonderdelen, hun onderlinge ligging, en het erop rustende gewicht.
Maken sporen en OSB-platen een constructie stijver? Dat is alleen het geval voor die sporen die recht boven les arbalétriers, de spantbenen, liggen en met deze als een soort vakwerkligger verbonden zijn. Als dat niet zo is dragen de sporen alleen aan het gewicht bij, niet aan de sterkte. Vergelijk het met een opdekvloer: meer gewicht, maar niet meer stijfheid. OSB platen zijn natuurlijk een versteviging tegen dwarse krachten, zij werken als windverband tegen het schranken.
Het argument van de gotische kathedralen snijdt zeker hout. Men ging met de hoogte/breedte verhouding en daarmee de belasting van de steen zo ver tot de kerken instortten. Het narekenen met de huidige methodes heeft tot de conclusie geleid dat de hoogste bewaard gebleven kathedralen inderdaad tot aan de limiet van de statische mogelijkheden gingen. Waar deze grens overschreden werd stortten de gewelven in (Beauvais) en/of moesten er versterkingen aangebracht worden (Wells).
Wij zullen zien hoe een aantal hedendaagse aangepaste dakconstructies na honderd jaar er uit zien – ik wil niet zoals bij Beauvais 750 jaar wachten.
Serieus:
Een vakman zou de spantconstructie van Adrienne moeten beoordelen en misschien een aantal berekeningen erop los moeten laten.