Pétanque
Het woord komt van ‘pieds-tanques’, de voeten tegen elkaar aan. Zo wordt het spel ook gespeeld op de lommerrijke dorpspleinen, meestal door mannen. Het spel met de metalen ballen komt uit Zuid-Frankrijk en wordt daar dan ook nog naar hartelust beoefend.
Iedereen kan het leren, dus ook de Nederlanders die op de camping of op het speelveldje of marktplein in zijn nieuwe woonomgeving een balletje willen gooien. Het is een ontspannen manier om de mensen beter te leren kennen. Wie het spel onder de knie heeft gekregen kan ook meedoen aan toernooien. Men moet dan wel lid zijn van een club.
Dat kleine houten balletje heet een but (zeg buut) of cochonet(te). Het is de bedoeling dat vanuit de werpcirkel met de metalen ballen zo dicht mogelijk tegen die but wordt gegooid. Het spel wordt met twee teams gespeeld, meestal bestaande uit twee of drie personen (doublettes of triplettes). Met twee personen speelt men met drie ballen en met drie personen met twee. De teams gooien niet om beurt, maar het team waarvan de boule het verst van de but verwijderd is, gooit net zolang door tot er een dichterbij ligt dat de dichtstbijzijnde van de andere partij. De punten: een punt per bal van hetzelfde team die het dichtst bij de but ligt. Winnaar is het team dat het eerst 13 punten heeft behaald.
Veel gebruikte termen:
pointer – de bal vanuit de cirkel zo dicht mogelijk tegen het but te plaatsen
tirer – met de eigen bal andere ballen proberen weg te ketsen om zo dichter bij het but te komen.
Hengelen en jagen
Wie genoegen beleeft aan het hengelen: in Frankrijk is ook een visakte nodig (carte de pêche) voor het hengelen aan de talrijke binnenwateren zoals de 250.000 kilometer aan lange rivieren, de kanalen en de meren. Zo’n kaart is te krijgen bij elke handelaar in vissersbenodigdheden (marchand d’articles de pêche), bij een visvereniging AAPP (association agréée de pêche et de pisciculture) of – in kleine plaatsen – bij de cafés (de bekende tabacs.)
Voor de vakantiegangers zijn er van 1 juni tot 30 september vakantiekaarten te koop en ook dagkaarten, vooral voordelig voor bezitters van tweede huizen. Voor de verstokte hengelaars zijn er nog verschillende jaarkaarten te krijgen voor het vissen met een simpel hengeltje of voor het grotere werk met werphengel met kunst- en levend aas. De viskaart is geldig voor al het publieke water, maar is een oever in particulier bezit, dan heeft de eigenaar tot het watermidden het visrecht. In elk geval biedt een geldige viskaart in principe altijd het recht van overpad direct langs de oever over particulier terrein. Vissen nabij sluizen en stuwen (barrages) is verboden. Op verkoop en inkoop van zoetwatervis gevangen door een niet-professionele visser staat een boete.
Er wordt nergens in Europa zo veel gejaagd als in Frankrijk. Jagen gebeurt vrijwel alleen door wat oudere mannen. Wie zou willen jagen in Frankrijk, het land dat de Brusselse regelgeving op dit punt vrolijk knallend en massaal aan de laars lapt, moet een vergunning hebben, een permis de chasser. De jachtakte moeten de jagers jaarlijks (er zijn er 75.000) ophalen op het gemeentehuis en wordt verleend als met goed gevolg een examen is gedaan. Aspirant-jagers kunnen een bijeenkomst bijwonen waar uitleg wordt gegeven over het wildleven, de jachtregels, de munitie en de veiligheid. Daarnaast zullen zij nog flink moeten studeren, een theoretisch examen doen en als men daarvoor is geslaagd nog een praktijktest ondergaan. Wie voor beide onderdelen voldoendes heeft, ontvangt een certificaat en tegen betaling van de timbre fiscal krijgt de beginnende jager zijn jachtakte van de Office national de la chasse et de la faune sauvage.
De maximumstraffen voor overtredingen van de Jachtwet zijn € 15.000 per overtreding of een jaar gevangenisstraf. Te denken valt aan het zonder toestemming van de grondeigenaar jagen op diens grond of jagen buiten het seizoen, ’s nachts of het gebruik van verdovingsmiddelen of lokaas.
Over het algemeen moet je jagers op je grondgebied dulden, maar ze moeten wel 150 meter uit de buurt blijven. Binnen dat gebied mag je als eigenaar van dat grondgebied zelf schieten, mits er een jachtvergunning is. Buitenlanders zijn beperkt in het jagen, een Nederlandse jachtvergunning geldt niet. Zij kunnen een vergunning krijgen voor het jagen tijdens negen aaneen gesloten dagen. Zo’n licentie kan vier keer per jaar worden afgegeven. Principiële tegenstanders van de jacht kunnen de begrenzingen van hun terrein aangeven en bordjes plaatsen met Chasse interdite. Op omheind terrein mag al niet meer zonder toestemming worden gejaagd. Ook kan in de lokale krant worden gemeld dat je daar en daar niet mag jagen. Dat verbod treedt pas in werking in het jaar na de publicatie. Je maakt je overigens niet geliefd bij de Franse boerenstand. Bezitters van grote oppervlakten land zijn wel verplicht om de stand van het schadelijk wild op aanvaardbaar niveau te houden. Zelf afschieten mag in zulke gevallen ook niet, want iemand die zijn terrein tot verboden jachtgebied heeft verklaard, zal zelf nimmer een jachtvergunning krijgen.
Volgens de wet beschikken erkende, gemeentelijke jagersverenigingen, de zogenoemde ACCA’s, wél over een automatisch jachtrecht op alle terreinen van de gemeente, inclusief particulier terrein, maar exclusief particulier terrein dat groter is dan 20 hectare. Op basis van de Jachtwet van 2000 kan een particulier deze categorie jagers van zijn grond houden door een schriftelijk verzoek bij de prefect van het departement in te dienen. Alleen argumenten van ethische aard zouden worden geaccepteerd (opposition de conscience ou philosophique). Als de prefect het verzoek inwilligt, mag op het terrein niet worden gejaagd. Een andere mogelijkheid om jagers te weren is – als men geen argumenten van ethische aard wil aanhalen – bij de prefect en ACCA (Associations Communales de Chasse Agréées) een verzoek indienen om zijn terrein te laten opnemen in réserve obligatoire de l’ACCA (natuurreservaat).
Uit de weblogs
Zonder aarzelen
Van wat ik vandaag wil vertellen, zal niet iedereen direct enthousiast worden: jagen. Maar ik heb het niet over de drijfjacht: groepen mannen in oranje hesjes die uitgezakt aan de kant van de weg met een geweer staan te wachten tot de dieren naar hen toe worden gedreven door de drijvers met hun honden, waarna ze met de auto naar de koelcel rijden.
Ik heb het over de approche: sporen zoeken in de sneeuw, rekening houden met de windrichting, urenlang lopen door ondoordringbare bremstruiken zover het oog reikt en dan ineens, op de bergkam, twee wijfjesherten die trots voorbij draven. Ik jaag sinds oktober vorig jaar.
Vandaag heb ik voor het eerst geschoten, twee keer achter elkaar. De herten waren dit keer sneller.
Lees verder op de weblog van Marianne Knijff
Vaarbewijs
Frankrijk beroemt zich erop te beschikken over het grootste bevaarbare netwerk in Europa aan kanalen en rivieren. Pleziervaart is mogelijk op de in totaal 8500 km. bevaarbare rivieren en stromen. Het gaat allemaal niet zo snel, wegens het zeer grote aantal – gratis – sluizen. Deze zijn meestal geopend van negen uur ’s morgens tot zes uur ’s avonds en niet altijd op feestdagen.
Bijzonder is het Canal du Midi, behorend tot de wereldmonumenten. Dit 240 kilometer lange kanaal verbindt Toulouse met de Middellandse Zee. Van half maart tot begin november kan het kanaal worden bevaren (1 mei, 14 juli en 1 november gesloten). Informatie op www.canalmidi.com.
Ook in Frankrijk is voor grotere plezierboten een vaarbewijs nodig. Bij een plezierboot met een motorvermogen dat lager is dat 4,5 kW (6 pk) is geen vergunning of vaarbewijs nodig. De talrijke varianten van vaarbewijs voor kust- en binnenwateren zijn teruggebracht tot twee voor elke categorie.
Op zee: vergunning tot 6 mijl (permis mer côtier) en vergunning zonder beperking (permis mer hauturier). Binnenwateren: vergunning voor boten tot 20 meter lengte (certificat ‘S’) en vergunning zonder beperking (certificat ‘PP’). Voor zeilboten, ook al zijn deze voorzien van een motor, zijn geen papieren nodig.
Om een vaarbewijs te verkrijgen zal men bij een van de 500 zeil- en vaarscholen een examen moeten afleggen. Kosten circa € 500. Frankrijk heeft zich nog niet aangepast aan de Europese wens om tot één vaarbewijs te komen, het ICC International Certificate of Competence. Het Watersportverbond in Nederland raadt aan om voor het varen in Frankrijk een getuigschrift aan te vragen bij de bond (info@watersportverbond.nl).
Ook de Franse fiscus houdt zich met de pleziervaart bezig, blijkens de wat strenge mededeling op de Nederlandstalige website van de Franse ambassade in Den Haag: ‘Tot een periode van een jaar kunt u met uw boot in Frankrijk verblijven zonder dat u belasting hoeft te betalen. Daarna bent u BTW over de waarde van uw boot verschuldigd.’ En: ‘Wanneer u zes maanden of langer verblijft in een en dezelfde Franse haven, bent u verplicht tegen betaling een paspoort voor uw boot aan te vragen bij de douane.’ Ten slotte nog: ‘U kunt de brandstof waarmee u in Frankrijk bent aangekomen volledig verbruiken. Daarna dient u Franse brandstof te gebruiken.’
Op de website van de FNBE (Fédération nationale des bateaux-écoles) is nadere informatie over de opleidingen en examens te vinden. Telefoon 02 40 82 21 69, fax 02 40 82 58 90. Er is voorts nog het Bureau de la plaisance et des activités nautiques, 3, Place de Fontenoy, 75007 Paris, telefoon 01 44 49 80 00.
Uit de weblogs
Bingo !
En ja hoor. Ook ik moest er aan geloven. Na jarenlang met succes de Rotterdamse bingo scene hebben kunnen ontlopen was er in ons Franse dorp geen ontlopen aan; er moest worden meegedaan aan de jaarlijkse bingo avond waarvan de opbrengst naar de school ging. Aangezien mijn kinderen naar die school gaan was het niet meer dan fatsoenlijk om mee te doen uiteraard. Braaf had ik ‘s morgens al een chocoladetaart gebakken, die mocht netjes naast de taarten van de andere mama’s op de tafel zodat de aanwezigen een stukje konden kopen tijdens het bingo gebeuren. Om klokslag half negen liepen mijn gasten ( die ik voor de gezelligheid maar gewoon meegenomen had) en ik met kids, de dorpszaal in en wisselden de vooraf aangekochte bonnetjes in voor bingokaarten. Ze spelen al heel lang bingo hier denk ik, want op sommige kaartjes stonden stempeltjes vanuit de jaren 70. Het was al aardig druk, zo’n beetje heel het dorp was aanwezig en er klonk opgewonden geroezemoes. Kinderen renden vrolijk door de zaal. We gingen zitten aan één van de lange tafels vooraan bij het podium alwaar het hele prijzenpakket stond te wachten op de gelukkigen van die avond. Ik zag grote hammen. Ik zag flessen wijn.
Lees verder op de weblog van Café au lait
Bridgen op z’n Frans
In de grotere plaatsen van Frankrijk zijn bridgeclubs te bezoeken, die vaak ook ’s middags spelen. Bij niet alle clubs is het noodzakelijk om lid te worden. Een half uur voor aanvang van de speelmiddag of -avond aanwezig zijn en je wordt ingedeeld. Het systeem Acol is niet erg bekend in Frankrijk, hoewel de gehanteerde biedafspraken weinig verschillen met die van het moderne Acol. In Frankrijk opereert landelijk de Franse Bridgefederatie.
Hieronder de meest gebruikte termen:
klaver = trèfle
ruiten = carreau
harten = cœur
schoppen = pique
Aas As, Heer Roi, Vrouw Dame, Boer Valet
bridgen | jouer au bridge |
schudden | battre les cartes |
geven | donner les cartes |
wie geeft? | à qui la donne? |
ik geef | à moi la donne |
tegenstander | adversaire |
ik heb heel slechte kaarten | je n’ai pas de jeu |
er is verkeerd gegeven | il y a maldonné |
ik heb maar 12 kaarten | je n’ai que douze cartes |
heer en vrouw van ruiten hebben | avoir le mariage à carreau |
dummy legt zijn kaarten op tafel | le mort étale ses cartes sur la table |
harten zes | le six de coeur |
klaverboer | le valet de trèfle |
schoppenaas | l’as de pique |
kleine klaver | le petit trèfle |
de openingskleur | la couleur d’ouverture |
bieden | enchérir |
biedingen | enchères; annonces |
volgbod | intervention |
bijbod | réponse |
informatiedoublet | in FR alleen bij 7 kaarten hoge kleuren |
strafdoublet | contre punitif |
opening | ouverture |
regelmatige verdeling | distribution régulière |
renonce | chicane |
singleton | singleton |
doubleren | contrer |
doublet | contre |
redoublet | surcontre |
een jump geven | faire un saut |
een stop hebben | avoir un arrêt |
slem | chelem |
ik pas | je passe; je parole |
ik open met 2 klaveren | j’ouvre de 2 trèfles |
ik krijg geen kaart | je n’ai jamais de jeu |
hij doet een zwaktebod | il fait une annonce de faiblesse |
hij doet een sterktebod | il fait une déclaration de force |
hij doet een stopbod | il fait un signal d’arrêt |
uitkomen | attaquer, entamer, être à la main |
ik moet uitkomen | c’est moi qui ai la main |
hij komt uit met klaver 7 | il attaque du sept de trèfle |
weggooien | se défausser – faire une défausse |
west gooit een vuile kaart weg | ouest fait une défausse |
hij gooit zijn slechte schoppen weg | il se défausse à pique |
slag | levée |
zuid moet met de heer nemen | sud est obligé de prendre du roi |
bekennen | fournir la couleur |
down gaan | chuter |
downslagen | des levées de chute |
troeven | couper, jouer atout |
overtroeven | surcouper |
gedekt zijn | être gardé |
hij is gedekt in alle kleuren | il est gardé à toutes les couleurs |
vrijspelen | affranchir |
verzaken | renoncer |
uitspelen | abattre |
snijden | faire l’impasse |
je moet snijden | tu dois faire l’impasse |
bijgooien | mettre |
terugkomen | renvoyer – retourner |
hij laat de slag lopen | il laisse courir |
hij komt terug met harten | il renvoie coeur |
zijn kaarten uitspelen | abattre ses cartes |
u moet uitkomen | c’est vous qui avez la main |
de dummy heeft weinig steun | le mort n’apporte qu’un léger soutien |
Golfen in Frankrijk
Het land is ruim bedeeld met golfbanen: 360.000 personen met een licentie en een simpele vorm van een golfvaardigheidsbewijs, kunnen terecht op de ruim 500 bij de Franse golffederatie aangesloten parcoursen en nog eens circa 650 toegelaten terreinen. De banen zijn te vinden nabij de grote steden, aan de kusten, midden in het land en in de bergstreken.
Daarnaast zijn de ‘compacts’ in opmars, kleine terreinen bij grotere plaatsen (Golf Compact Urbain) waarop tegen lage kosten (€ 10 tot € 15 greenfee) kan worden goefend. Golf is na tennis, judo, paardrijden en ‘jeu de boules’ de meest beoefende amateursport in Frankrijk. De gemiddelde handicap van de golfende Fransman of -vrouw is 26,9. De Franse organisatie ffgolf (Fédération Française de Golf) is te vinden op internet. Een handig zoekprogramma biedt de mogelijkheid om snel een baan te vinden en zijn faciliteiten te kennen. Op deze website kan iedereen met een licentie zijn eigen golfhistorie nazien (handicap, prestaties competitie e.d.). Ook is via SMS (op nummer 20220 ‘golf’) de eigen index te raadplegen.
Wie in Frankrijk wil beginnen met golfen (jouer au golf) zoekt een baan in zijn omgeving en zoekt contact met een leraar, een pro. Na het volgen van een aantal lessen (afslaan, putten, parcours lopen) beslist de pro of men in aanmerking kan komen voor een licentie. Men betaalt daarvoor € 46. Een aansprakelijkheidsverzekering is daarbij inbegrepen. De licenties worden door de federatie geadministreerd en zijn op internet verder te volgen.
Wie als amateurgolfer op andere Franse banen (parcours) wil spelen of wie aan zijn eerste handicap wil werken, zal een Carte verte nodig hebben, zeg een soort golfvaardigheidsbewijs. Het bezit van de kaart betekent dat de golfer in staat is om zelfstandig een parcours te lopen, dat hij de belangrijkste regelt kent en ook op de hoogte is van de etiquette. Een Carte verte zal in de regel wordt uitgereikt als ten minste vijf maal een parcours van 9 holes is gelopen en wanneer de pro een verklaring heeft afgegeven. Men moet eerst een licentie hebben, pas daarna kan aan de Carte verte worden gewerkt. In een slottest moet de beginnende golfer laten zien wat hij heeft geleerd. Over drie holes mag hij of zij niet meer dan 7 keer zondigen tegen de gedragsregels, waaronder 1 tegen de regels van de veiligheid. De club reikt de Carte verte uit in de vorm van een sticker die op de licentiekaart wordt geplakt.
Deze Franse variant van het GVB, wat gemakkelijker te verwerven dan het vaak gevreesde examen voor het GVB, is ook geldig bij een bezoek aan Nederland. De Nederlandse Golffederatie (NGF) geeft hierover de volgende informatie: De Carte verte is gelijk te stellen met het Nederlands golfvaardigheidsbewijs. Op het Franse kaartje moet een zilveren sticker zijn bevestigd met daarop vermeld de tekst CARTE VERTE en het jaartal of de vermelding ‘Carte verte obtenue’ met datum en jaartal. Wat betreft het spelen op Nederlandse banen met een Carte verte geldt dat de club of exploitant van een baan vrij is het eigen toelatingsbeleid te bepalen (bijvoorbeeld wanneer als minimumeis wordt gesteld het bezit van een bepaalde handicap.)
Een Carte verte kan in Nederland omgeruild worden voor een GVB, als een Nederlander zich definitief in Nederland vestigt en uitsluitend domicilie in Nederland heeft; de in Frankrijk door een in Nederland woonachtige golfer behaalde Carte verte niet langer dan vijf jaar is verlopen. De NGF vereist bij het omruilen dat het originele buitenlandse kaartje wordt ingeleverd bij de aanvraag voor een Nederlands GVB.