Wat betreft het effect van niet inleveren van de in-leven-verklaring, dit leidt inderdada tot intrekking van het AOW-pensioen, zie de volgende SVB-beleidsregel:
Betaling
Schorsing van de betaling
Schorsing wegens twijfels aan de rechtmatigheid van de betaling (SB1093)
In alle gevallen waarin twijfel bestaat omtrent de rechtmatigheid van de (voorgenomen) betaling schort de SVB (een gedeelte van) de betaling op, of schorst zij deze. Twijfel aan de rechtmatigheid van een uitkering rijst bijvoorbeeld indien:
• Er duidelijke aanwijzingen zijn dat het relevante inkomen van de partner van een AOW-gerechtigde of van een Anw-gerechtigde niet correct is opgegeven.
• Een in het buitenland wonende gerechtigde verzuimt zijn levensbewijs of dat van zijn kinderen in te zenden.
• Een Anw-gerechtigde weigert zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 37 Anw.
• De gerechtigde niet reageert op herhaalde verzoeken om informatie.
• Een gerechtigde op een remigratievoorziening in Nederland verblijft en er aanwijzingen zijn dat er sprake is van verplaatsing van het hoofdverblijf naar Nederland.
• De SVB duidelijke aanwijzingen heeft dat de gerechtigde op een tegemoetkoming op grond van de MKOB niet meer in Nederland woont, of zijn wereldinkomen niet correct heeft opgegeven.
De SVB dient voorts de uitbetaling op te schorten of te schorsen als de betrokkene zich niet aan de controlevoorschriften houdt. De SVB gaat over tot opschorting of schorsing als de betrokkene na te zijn gerappelleerd niet aan een verzoek van de SVB heeft voldaan. Leidt de schorsing of opschorting van de betaling niet tot een reactie van de gerechtigde waaruit blijkt dat het recht op uitkering onverkort is blijven voortbestaan, dan wordt de uitkering herzien of ingetrokken (zie Deel I, Niet of niet correct voldoen aan een verzoek van de SVB, SB1100).