Dakramen

Dakramen (Velux) brengen licht in de duisternis

Dakramen zijn een goede mogelijkheid om licht in een zolderruimte te brengen. In de wandeling worden dakramen vaak Velux-ramen genoemd, omdat dit een van de oudste en tegenwoordig de meest bekende fabrikant is. Er bestaan echter ook andere merken (Fakro, Luxtra, Optilight, Roto), elk met zijn specifieke merites; en brico’s hebben vaak hun eigen merk met als enige bijzonderheid de lagere prijs.

Voor- en nadelen van dakramen

Het is goed bij de vraag of men een dakraam of een dakkapel wil plaatsen de voor- en nadelen van beide oplossingen te kennen.
Voordelen:
–     Een dakraam kan, bij vergelijkbare afmeting en dakhelling, meer licht opbrengen dan een dakkapel.
–     De montage van een dakraam is gemakkelijker te realiseren dan een dakkapel doordat voor een dakraam veel minder constructie-aanpassingen aan het dak gedaan behoeven te worden.
–     Het dakraam komt kant en klaar uit de verpakking (de in NL gebruikelijke kant-en-klare dakkapellen bestaan in Frankrijk niet.)
Nadelen:
–     Er wordt niet, zoals bij een dakkapel, meer staruimte gecreëerd.
–     Een dakraam laat door zijn schuine positie meer warmte en kou door dan een verticaal raam in een dakkapel.
–     Dakramen zijn erg condensatiegevoelig.
–     Men kan alleen raamdecoratie gebruiken die speciaal voor dakramen gemaakt is.
En dan is er natuurlijk nog de kwestie van smaak en stijl.
Het lijkt zo ontzettend makkelijk als men ziet hoe bij nieuwbouw meteen dakramen geplaatst worden, afb. 1.

Hoe een dakraam inbouwen of laten inbouwen?

Dakramen 1 nieuw

Afbeelding 1

[2] dakraam 1a

Men kan bij de maatvoering van de sporen meteen rekening houden met de gangbare maten van de dakramen, dan de dakramen plaatsen en klaar is Kees, afb. 2.

Afbeelding 2

Dakramen 3 nieuw

Afbeelding 3

Maar de meesten van ons hebben toch met een bestaand huis te maken, vaak een oud huis met een traditionele dakstoel. En daar treden heel andere problemen op. Afb. 3.

Wie op de websites van de fabrikanten kijkt, vindt veel informatie over hun montageservice of adressen van gespecialiseerde bedrijven die de plaatsing uitvoeren. Een serieus werkende bricoleur kan een dakraam echter goed zelf plaatsen.
De met de dakramen meegeleverde handleidingen (meestal beeldverhalen zonder

veel tekst) leggen goed uit wat in welke volgorde en hoe gedaan moet worden. Echter, deze handleidingen gaan meestal uit van een modern rechttoe rechtaandak en bij de geringste afwijking hiervan is te lezen: ‘neem een vakman in de arm’. Mijn handleiding laat stap voor stap zien wat de vakman of de ervaren bricoleur dan doet.

1.   Keuze van plaats, grootte en model raam

– Hoeveel raamoppervlak?
– De plaats bepalen.
– Afmetingen en model raam kiezen.

Het benodigde raamoppervlak hangt van een aantal factoren af. Wil men een lichte leefruimte? Wil men zicht op het landschap? Of gaat het alleen om een beetje licht voor een zolderkamer? Een goed richtgetal is de 10%-regel: het totale raamoppervlak dient 10% van het vloeroppervlak te bedragen als je een ‘normale’ verlichting wilt. Voor een woonruimte is 15 à 20% beter, voor een rommelzolder is het ook met minder te doen. En het liefst zou ik grote dakramen alleen op het noorden plaatsen; niet voor niets hebben alle schildersateliers grote ramen op het Noorden.
Voor de ideale hoogte van dakramen gelden twee regels:

– Houd het hart van het venster ongeveer op ooghoogte, dus 170 à 190 cm.
– De onderkant van het venster kan men het beste 90 à 120 cm boven de vloer plaatsen.

Natuurlijk is dat, vooral bij traditionele huizen, lang niet altijd realiseerbaar. Voor bepaalde modellen, vooral uitzetvensters die alleen bij dakhellingen tussen 15 en 50° gebruikt kunnen worden, is het belangrijk de helling van het dak na te meten. Een aantal andere keuzecriteria zijn onder 7.2 vermeld.
Voor het bepalen van de maten van het dakraam moet je je dakconstructie kennen. Hier bestaan principieel twee moeilijkheden die in de hoofdstukken 2 en 3 nader worden toegelicht:

– In nieuwere huizen zijn isolatie en dakbalken onzichtbaar weggewerkt. Dus voordat men een gat voor een dakraam maakt, moet men nauwkeurig bepalen waar de balken (gordingen en sporen, les pannes et les chevrons) lopen.
– Bij traditionele daken boven onbewoonde zolders (combles non amenagées) daarentegen is de balkconstructie meestal duidelijk te zien, maar de onregelmatigheid ervan kan de plaatsing van ramen moeilijk maken.

Ik geef daarom twee verschillende benaderingen, een voor moderne daken en een voor traditionele.

2.  Dakraam in een modern dak plaatsen

2.1 Eerst een werkgat maken

Teken eerst van binnenuit de plek af waar je denkt dat het dakvenster moet komen. Teken in het midden hiervan een werkmansgat af van ca. 50 bij 50 cm en zaag dit van binnen uit. Gebruik hiervoor een decoupeerzaag met een kort zaagblad, zodat je niet per ongeluk panlatten doorzaagt of pannen van het dak stoot. Vanuit dit werkgat is meestal de ligging van de dakbalken te zien, desnoods na het verwijderen van isolatiemateriaal. Lukt dat niet, dan kan het helpen een paar dakpannen weg te nemen en de dakconstructie van buiten te bekijken. Bepaal aan de hand van de balken de meest gunstige afmeting van het raam en de definitieve ligging van het gat voor het dakraam. Maar let ook op de onder 2.5 gegeven beperkingen.

2.2 Dakpannen verwijderen

Nadat het werkgat is gemaakt, kun je de dakpannen voorzichtig naar binnen halen. Neem eerst een dakpan weg en werk vanuit dit gat rondom totdat over de afmeting van het raam alle dakpannen weg zijn. Let erop dat je voldoende pannen weghaalt om het definitieve gat te kunnen maken. Zaag eventueel al een aantal panlatten af zodat je makkelijker met het bovenlichaam door het gat kan.
Dan kan de plaatsing van de onderconstructie voor het dakraam beginnen, zie onder punt 2.3 en 2.4 met afbeeldingen 4a en b, waarin het plaatsen van de onderconstructie van het dakraam beschreven is.
2.3 Basislat en bovenlat plaatsen

Daar waar de onderkant van het dakraam moet komen plaats u een horizontale lat waarvan de bovenkant 80mm boven de bovenkant van de laatste rij pannen ligt. Deze lat heeft bij voorkeur dezelfde afmetingen als de panlatten. Zie afbeelding 4. Deze lat moet precies waterpas liggen, ook al liggen de panlatten niet waterpas!
De lat voor de bovenkant van het raam heeft hiervan een afstand die gelijk is aan de hoogte Y van het dakraam plus de door de fabrikant aangegeven inbouwspeling. De maten hiervoor zijn in de handleiding van het dakraam aangegeven, meestal 40 à 60 mm meer dan de buitenafmetingen van het raam.

Dakramen 4

Afbeelding 4

2.4 Balklaag aanpassen
Nu bepaal je de zijdelingse ligging van het raam: een kant tegen een spoor (chevron) de andere aan een hulpspoor. Hiervoor bestaan een aantal beproefde oplossingen, zie afbeeldingen 5a en 5b.
Dakramen 5 linksDakramen 5 rechts
Afbeelding 5

Men boft als het raam plus de voorziene speling van 40 à 60 mm precies tussen twee sporen past (1 in afbeelding 5.) Is de sporenafstand groter dan kun je aan een kant (2) of aan beide kanten (3) opvulbalkjes plaatsen. Is de afstand net te klein dan kan men een spoor onderbreken en door een hulpspoor weer spalken (4 in afbeelding 5.) Maar opgelet: voor men een spoor doorzaagt, moet deze door hulpbalkjes (bijv. horizontaal onder de sporen geschroefd) gesteund worden! Spoor en spalk kunnen het beste door slotbouten met elkaar worden verbonden.

Andere meer ingewikkelde oplossingen zijn in afbeelding 5 getoond: (5) twee horizontale liggers en een hulpspoor, (6) dito met twee hulpsporen, (7) een onderbroken spoor, twee horizontale liggers en een hulpspoor. De horizontale liggers kunnen met metalen hulpstukken zoals balkschoenen (sabots), balkankers of hoekijzers (équerres) vastgezet worden. Hier geldt, meer nog dan bij de oplossingen volgens afb. 5a, dat aan de sporen pas gezaagd mag worden als er een behoorlijke steunconstructie geplaatst is.
Waarschuwing! Ik wil hier er nog nadrukkelijk op wijzen dat een leek de andere delen van de dakconstructie zoals gordingen (pannes) en spanten (fermes) beter niet kan aantasten. Ik heb te veel daken gezien waarvan de hele constructie na een onoordeelkundige ingreep instabiel werd. Hier is de zin ‘neem een vakman in de arm’ wel op zijn plaats.

Nu heeft men een basis waarop het kozijn van het dakraam met zijn metalen steunstukken gemonteerd kan worden. Deze steunstukken zitten, afhankelijk van het fabrikaat, op de hoeken of de horizontale profielen van het kozijn, bij erg hoge ramen (meer dan 125 of 150 cm) additioneel ook in de verticale profielen. Vaak bestaat met deze stukken de mogelijkheid de hoogte van het dakraam ten opzichte van het pannenoppervlak aan te passen. Zie afbeeldingen 6 a-c.
Dakramen 6a
Afbeelding 6a
Dakramen 6b
Afbeelding 6b
Dakramen 6c
Afbeelding 6c

In veel montagehandleidingen wordt, omdat dit bij de meeste moderne dakbedekkingen en dakhellingen geen probleem is, volgens mijn ervaring veel te weinig aandacht besteed aan het juiste gebruik van deze afstelmogelijkheid. Wordt het raam namelijk te ver naar binnen geplaatst, dan liggen de afdichtslabben niet goed en bestaat er kans op lekkage. De buitenkant van het dakraam moet in ieder geval net zo ver buiten liggen als de hoogste ‘ribbels’ van de dakpannen, zie afbeelding 12 in het hierna genoemde document. Het juiste gebruik van de steunstukken is hier op pag. 4 en 5 (afb. 1 – 3) voor ieder type dakbedekking aangegeven. Ik beveel aan dit PDF-document van A tot Z aandachtig te bestuderen (ook als een dakraam van een ander merk is gekocht) want ik vind de gegeven informatie voorbeeldig. Als de steunstukken deze mogelijkheid tot afstellen niet bieden, dan moet je er passende stukjes multiplex onder leggen, beter geen MDF.

Als je het gat nog niet definitief uigezaagd hebt, bepaal je met behulp van vier lange spijkers (van buitenaf ingeslagen) de positie van het gat. Vier lijnen tussen deze spijkers markeren op het dakbeschot of de binnenafwerking van de isolatie het definitieve gat. Zaag nu het definitieve gat van binnen uit.
Ik hoorde overigens iemand vragen of de kier van 40 à 60 mm niet erg groot is. Maar dit is aan weerskanten 20 à 30 mm, dus ongeveer een duim breed. Deze kier is om drie redenen nodig:

– Men kan het dakraam makkelijk haaks uitlijnen.
– Er is ruimte voor isolatie resp. het aan laten sluiten van de dakisolatie.
– Het dakraam heeft zeker geen last van uitzettende panlatten.
En de pannen liggen met hun nokken zeker ook goed als men 20 à 30 mm ruimte laat.

2.5 Let op bij de keuze van de hoogte.
De verleiding is groot het hoogste dakraam te kiezen dat men tussen de gordingen kan plaatsen. Je moet echter op een aantal beperkingen letten. Voor een goede luchtcirculatie en het voorkomen van vochtneerslag (lees hierover meer in hoofdstuk 6) is het noodzakelijk dat er voldoende afstand tot de gordingen is zie afbeelding 7. Men moet daarom te werk gaan zoals hier aangegeven: ga van het onderste profiel (meestal de gording) verticaal naar boven en van het bovenste profiel horizontaal naar buiten. Zo is de grootst mogelijke hoogtemaat te bepalen.

Dakramen 7

Afbeelding 7

De vrije luchtcirculatie is dan gewaarborgd, zie afbeelding 8. Als de bovenste aansluiting naar binnen helt (afbeelding 9) ontstaat daar een niet geventileerde hoek met kans op condensvorming. De in deze afbeelding getoonde onderaansluiting is wel mogelijk. Vensterbanken die hetzelfde nadelige effect op de luchtcirculatie hebben (afbeelding 10) zijn uit den boze. De daar weergegeven bovenafsluiting is wel mogelijk, zelfs bijzonder gunstig.
En dan ga je verder volgens de inbouwinstructies van de fabrikant. Zie hierover mijn opmerkingen in hoofdstuk 4.

Dakramen 8
Afbeelding 8

Dakramen 9

Afbeelding 9

Dakramen 10
 Afbeelding 10

3. Dakraam in een traditioneel dak plaatsen

3.1 Eerst de dakconstructie analyseren

Dakramen 11 nieuw

Afbeelding 11

Interessant wordt het als je een dakraam in een traditioneel huis met het originele dak wilt plaatsen. Dit dak kan uit gordingen (pannes) en verticaal dakbeschot bestaan, afbeelding 11. Normaal liggen buiten op het dakbeschot contralatten (in de vallijn) en daarop de panlatten (horizontaal).

Of je hebt een dak met gordingen en daarop dan sporen (chevrons), afb. 12 en 13. Het dakbeschot ligt dan horizontaal of het dakbeschot ontbreekt. En er bestaan ook andere combinaties van spanten/gordingen/sporen/dakbeschot/onderdakfolie en ook compleet andere dakconstructies, per regio verschillend en vaak ook aangepast aan het type dakbedekking, bijvoorbeeld Romeinse pannen (tuiles canal), leien (ardoises) of riet.

Dakramen 12

Afbeelding 12    

Dakramen 13 nieuw

Afbeelding 13

Je hebt geboft als het dak al gerenoveerd is, zoals in voorbeeld 14 of 15: nieuwe rechte sporen op de bestaande gordingen, natuurlijk uitgeklost als de gordingen doorgezakt zijn, en overal met dezelfde onderlinge afstand.

Dakramen 14 nieuw   Dakramen 15 nieuw

Afbeelding 14                                                        Afbeelding 15

3.2  Dan de plaats voorbereiden
In het geval van afbeelding 11 kunt u dakramen tussen de eerste en tweede gording plaatsen (afb. 16a) of tussen de tweede en derde (afb. 16b). U kunt in deze situatie ook twee dakramen boven elkaar plaatsen (afb.17). Omdat de gordingen doorgezakt zijn is de hoogte van de ramen geringer dan de afstand van de gordingen en liggen de ramen niet op een hoogtelijn. En daar waar de ramen te liggen komen moeten sporen (chevrons)  geplaatst worden.

Dakramen 16a

Afbeelding 16a

Dakramen 16b

Afbeelding 16b

Dakramen 17 nieuw

Afbeelding 17

In het geval van afbeelding 12 moeten daar waar het dakraam komt de kromme onregelmatige sporen door rechte op de juiste afstand geplaatste sporen vervangen worden.
Als een dak op de plaats waar het dakraam moet komen een niet helemaal waterpas lopende pannenlijn heeft, staat men voor het probleem:
– laat men bij de plaatsbepaling de boven- en onderzijde van het dakraam de pannenlijn volgen
– of plaatst men het raam precies waterpas?
De eerste oplossing ziet er van buiten af voor het oog rustig uit. Bij de tweede oplossing is het aspect vanuit de binnenruimte perfect, maar van buiten kijkend lijkt het raam “scheef” in het dak te zitten (men ziet niet dat het dak scheef loopt!). Maar er is ook een technisch aspect: Bij een scheef zittend raam kunnen er problemen met het sluiten optreden (klemmen, niet-haaks sluiten). Het niet-parallel lopen met de pannenrijen valt van buiten bijna niet op, omdat men meestal toch heel vlak over het dak kijkt waardoor de onderste kier achter de pannen en de bovenste achter het raamkozijn verdwijnen; en een afdichtprobleem treedt hier niet op, de gebruikelijke afdichtprofielen overbruggen dit makkelijk. Ik zou daarom voor horizontale plaatsing kiezen.
Bij een gerenoveerd dak zoals in afbeeldingen 14 of 15 kan een dakraam volgens de methode die voor moderne daken geldt geplaatst worden.
Waarschuwing! Hier geldt nog meer dan bij moderne daken de onder 2.4 gemaakte opmerking:
Doe als leek nooit iets aan de zwaardere onderdelen van de dakconstructie zoals gordingen (pannes) en helemaal niets aan de spanten (fermes)! Ook de vakman zou dit alleen in verband met een complete dakrenovatie doen.
De verdere stappen zijn in principe zoals onder 2.2 en 2.3 beschreven.

3.3 Uitgevoerd project in een traditioneel dak
Bij een traditioneel dak moeten, zoals boven gezegd, eerst recht en haaks liggende sporen geplaatst worden. Bij mijn project heb ik dit zo gedaan:
Het ging om een dak met doorgezakte gordingen en daarop dakbeschot in de vallijn, afbeelding 18 (dit toont het project in een ver gevorderd stadium, maar ik heb geen foto van de oorspronkelijke toestand; die leek op de situatie in afbeelding 11). Het dak was overigens een paar jaar geleden nieuw gedekt, inclusief contralatten en panlatten. Ik heb, nadat dakbeschot, contralatten en panlatten ter plekke van de dakopening verwijderd waren, aan weerskanten van het gat sporen van 80×110 mm gelegd, precies op de door de fabrikant van het dakraam aangegeven afstand (in mijn geval raambreedte X +45 mm). Op afbeelding 19 is dit van binnen, op afbeeldingen 20 en 21 van buiten te zien.

Dakramen 18

Afbeelding 18

Dakramen 19

Afbeelding 19

Dakramen 20

Afbeelding 20

Dakramen 21 nieuw

Afbeelding 21

Omdat het raam vrij dicht bij de dakgoot ligt, rust de onderkant van deze sporen
op de muurkroon. De bovenkant ligt gewoon op een (kromme) gording. Verder heb ik deze sporen door kleine verschuivingen naar rechts en links zo uitgelijnd dat iedere tweede rij pannen niet gesneden moest worden. Mijn tuiles mécaniques zijn namelijk van het type waar iedere rij ten opzichte van de rij erboven en eronder om een halve panbreedte versprongen is. Bij andere types dakbedekkingen (niet-versprongen pannen, tuiles canal, tuiles plâtes, ardoises etc.) kan dit anders zijn.
Voor de goede ‘zatte’ ligging van het dakvensterkozijn is het belangrijk dat deze sporen precies in één vlak liggen, dus geen verschillende helling hebben en daardoor ‘scheluw’ liggen. Bij een dak met doorgezakte gordingen is dit niet vanzelfsprekend en kan een hele hoop uitklos- en stelwerk veroorzaken! Omdat ik niet over de twee sporen kon peilen (zij lagen immers dieper dan de dakbedekking) heb ik er een op maat gezaagde multiplexplaat van 18 mm opgelegd en dan de sporen uitgeklost totdat deze plaat op beide sporen vol oplag. Ik vond dit makkelijker dan de twee sporen afzonderlijk met behulp van een hellingmeter (of waterpas/schietloot plus geïmproviseerde hellingmeting) uit te lijnen. De klosjes zijn bij de voet van het linker spoor in afbeeldingen 19 en 20 te zien.

De verdere werkwijze was zoals bij ‘modern dak’ onder 2.2 aangegeven: horizontale latten onder en boven. Hoe scheef de bestaande dakconstructie was is op afbeelding 22 te zien (gele pijlen), hier tijdens het plaatsen van de ossature voor isolatie en gipsplaten.

Dakramen 22 nieuw

Afbeelding 22

Ik heb hier overigens latjes op de vrij brede kieren van het dakbeschot gespijkerd en hierop horizontale latjes voor de bevestiging van de ophanging van de montagerails (les suspentes pour les rails de plafond.) Verder is op deze afbeelding het isolatieframe Velux BDX te zien (rode pijl, meer hierover onder punt 4, afbeeldingen 23 en 24) en een los liggend stuk buisisolatie (blauwe pijl) dat ik later als afdichting tussen dit frame en de muurkroon gestopt heb.
Dit was de gang van zaken bij mijn project. In andere situaties kan de aanpak anders zijn, afhankelijk van de aanwezige dakconstructie, de gewenste afwerking of het beoogde resultaat.

4. De eigenlijke plaatsing van het dakraam
Hier kan ik mijn verhaal eigenlijk beëindigen, want als je de dakconstructie zoals in hoofdstuk 2 en 3 beschreven voorbereidt hebt, dan loopt de verdere montage zoals in de handleidingen van de fabrikanten wordt beschreven, meestal in vorm van een stripverhaal. Ik wil alleen een paar hints geven en je voor valkuilen bewaren.

– Voordat men alle geleverde producten gaat uitpakken, controleer of de juiste producten zijn ontvangen. Lees aandachtig de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant. Je zult vaststellen dat de meeste handleidingen van dakramen louter visueel (dus zonder tekst) en makkelijk te begrijpen zijn. Bekijk ook de PDF’s en video’s van de fabrikanten (zie hoofdstuk 9.)
– Velux biedt een isolatieframe aan, typeaanduiding BDX. Dit frame, bestaande uit aluminiumprofielen en geprofileerde repen PE-schuim, is voornamelijk bedoeld om de dakisolatie goed aan het kozijn van het dakraam aan te laten sluiten, maar het is tevens een uitstekend hulpmiddel bij het plaatsen van het toch vrij zware kozijn, zie afbeeldingen 23 en 24. Men kan de haakse ligging van dit hulpframe door het nameten van de diagonalen makkelijk verifiëren, en dan valt het zware kozijn er zo in!

Dakramen 23 nieuw

Afbeelding 23

Dakramen 24 nieuw

Afbeelding 24

Voor een goede isolatie is het van belang dat je de ruimte rondom het kozijn van het dakraam voorziet van isolatiemateriaal. Het Velux-BDX isolatieframe is een pasklare oplossing voor het  isoleren van de ruimte tussen het dakvensterkozijn en de dakconstructie en/of het goed aan laten sluiten aan de dakisolatie (isolatieframe BDX wordt geleverd inclusief het waterkerende manchet BFX en samen kosten ze voor een dakraam van rond de 100×120 cm iets in de orde van grootte van € 60.)
–  De normale door de fabrikanten vastgelegde volgorde van montage is:

1. Draaiend gedeelte verwijderen uit kozijn
2. dakvensterkozijn plaatsen
3. waterkerend manchet plaatsen
4. gootstukken installeren
5. draaiend gedeelte plaatsen

Ik zou dit willen aanvullen met een aantal stappen tussen stap 2 en 3. Het is namelijk goed in stap 2 de schroeven voor de bevestiging van het raam op de dakconstructie nog niet meteen vast te zetten. Dan is ervoor te zorgen dat het kozijn haaks geïnstalleerd is en tussen kozijn en raam overal de gelijke kierbreedte bestaat. En deze kier is belangrijk, enerzijds voor een soepele beweging van het raam in het kozijn (zonder aanlopen of klemmen), en anderzijds voor de winddichtheid.

Ik heb het zo gedaan:

1. draaiend gedeelte verwijderen uit kozijn
2. dakvensterkozijn plaatsen, maar de schroeven die dit op de onderconstructie vastzetten nog niet helemaal vastdraaien.
2a Draaiend gedeelte provisorisch weer plaatsen
2b alle kieren controleren
2c waar nodig het kozijn met wiggen of een koevoet op de juiste plaats schuiven; dit is hier onder punt 7 uitgelegd en hier bij 7:40
2d nu alle schroeven die het kozijn op de dakconstructie fixeren goed vastzetten.
2e draaiend gedeelte weer verwijderen
3. waterkerend manchet plaatsen
4. gootstukken installeren
5. draaiend gedeelte definitief plaatsen.

Let op, het gaat bij dit uitlijnwerk volgens de stappen 2b en 2c om millimeters en halve millimeters, niet om centimeters!
–  Je plaatst de dichtelementen die met het dakraam meegeleverd worden (verschillende types, aangepast aan de dakbedekking: tuiles canal, tuiles mécaniques, ardoises etc.) natuurlijk in de door de fabrikant aangegeven volgorde; en die zet je meteen behoorlijk vast, anders is de randafdekking niet de eerste die bij een stevige windvlaag wegwaait!. Er wordt ook een speciale hellende goot voor plaatsing boven het raam aangeboden, model BFX bij Velux. Die is zeer aan te bevelen als boven het dakraam nog een erg hoog dak is en er een kans bestaat dat water op de dampremmende folie (soustoîture) naar beneden komt.
– Het onderste gootstuk bestaat uit een loodslab; die is vaak geribbeld. Deze klopt men met een rubberen hamer aan op de pannen. Stevig met de hand aandrukken kan ook. Bij pannen met een hoog profiel kan het nuttig zijn die met een haakse slijper ietsje bij te werken (zie hier bij 9:22.)

5. Binnenafwerking

Als het dakraam geplaatst is komt de binnenafwerking. Hiervoor zijn kant-en-klare pakketten leverbaar, maar die zijn meestal alleen voor moderne standaarddaken geschikt. Het zelf maken van een aan de lokale gegevens (en uw stijl) aangepaste bekleding is echter geen probleem. Het kozijn van het dakraam heeft een omlopende groef waar men zijn afwerkingsplaat in kan schuiven. Deze kan van multiplex of MDF zijn, ook de geplastificeerde versies hiervan. Voorbeelden van zelfgemaakte afwerkingen zie afbeeldingen 25 en 26.

Dakramen 25

Afbeelding 25

Dakramen 26

Afbeelding 26

Op afbeelding 25 is overigens de bovenste afwerking niet zoals het moet: niet horizontaal maar naar binnen hellend! Maar het ging hier niet anders, of ik had een dakraam moeten kiezen dat 22 cm minder hoog was.
Bij een dak met isolatie en dampremmende folie aan de binnenkant, moet je voor een goede aansluiting tussen het dakvenster en deze folie zorgen. VELUX biedt hiervoor onder de code BBX op maat gemaakte dampremmende folie aan. Deze folie plakt men door middel van de meegeleverde tape rondom het kozijn; de folie ligt dan aan de binnenzijde van het dakbeschot. Bij een Velux interieurafwerking wordt deze folieset standaard meegeleverd.

6.   Condensproblemen bij dakramen

Ramen vormen in de omsluitende constructies van een vertrek steeds de koudste plek. En omdat condensatie van luchtvocht juist op de koudste plek plaatsvindt, heb je, als er condensvorming optreedt, deze op de ramen. Wilde men dit voorkomen, dan had men de warmteweerstand van de ramen net zo groot moeten maken als die van de aanpalende muren of dakvlakken; dat is alleen met een groot aantal achter elkaar liggende isolatieruiten mogelijk, in de praktijk dus uitgesloten. Bij dakramen is dit door hun plaatsing in het schuine dak nog iets kritischer, want deze koelen meer af dan verticale ramen, vooral als zij blootgesteld zijn aan regen, hagel en sneeuw. Daarbij komt dat zij door hun schuine plaatsing meer blootgesteld zijn aan opstijgende warme vochtige lucht dan een verticaal raam.

Hieruit moge duidelijk zijn dat aan de binnenkant van dakramen steeds een vrije luchtcirculatie gewaarborgd moet zijn. Stagnerende lucht in een nis onder een dakraam is uit den boze, zie de voorbeelden onder 2.5. Niet voor niets zijn de door de fabrikanten aangeboden binnenafwerkingen wijd geopend, niet alleen voor een betere lichtval, maar juist voor een goede beluchting van de ruimte voor het raam. Een onder het dakraam geplaatste radiator is bijzonder nuttig, zie bijv. afbeelding 26.

7.   Andere nuttige opmerkingen en keuzecriteria

7.1     Maten van dakramen
Ik ben de volgende maten tegengekomen:
Breedtes van  55 tot 134 cm, hoogtes van 78 tot 160 cm. Deze een beetje onsystematisch lijkende maten zijn aangepast aan de courante maten van huidige dakpannen met een systeemmaat van BxH = 22×34 cm. De meest gebruikelijke maten zijn :
Breedte [cm]    Hoogte [cm]
78                    98 of 118
94                    118 of 140

7.2     De werkstoffen
Zowel kozijn als raam is algemeen van hout (Scandinavisch grenen, soms ook tropisch hardhout.)
Kunststoframen en –kozijnen bestaan ook; deze kunnen een betere isolatiewaarde hebben, maar de keuze is een kwestie van smaak.
Aluminium blijkt ook te bestaan, maar ik ben dit in NL en F nog niet tegengekomen.
Dakramen zijn steeds voorzien van dubbelglas; driedubbel en getint bestaan ook. Informeer bij de leverancier ook na energiebesparende hoogrendementsbeglazing, geluidsdempende- en veiligheidsbeglazing.
Nog weinig bekend is zelfreinigende beglazing (systeem Pilkington). Het geheim hiervan is dat vuil door een fotokatalytisch effect door UV-licht afgebroken wordt. De volgende regen wast het tot stof afgebroken vuil dan weg.

7.3 Een aantal keuzecriteria en nuttige hints
– Bij het dakraam is vaak de keuze tussen bediening aan de onder- of bovenkant (sommige fabrikanten bieden maar één keuze aan). Hendel aan de bovenkant kan hinderlijk zijn als het raam erg hoog ligt, een hendel aan de onderkant is slecht bereikbaar als voor het raam meubilair staat (bureau, zithoek). Er bestaan ook elektrische bedieningen voor dakramen, bedraad en draadlos.
– Er bestaan tal van types van verduisteringen en zonweringen (voor binnen en buiten), raamdecoraties en insectenhorren.
– De meeste dakramen zijn tuimelvensters (deze scharnieren om de middenas). Afhankelijk van positie en functie van het dakvenster kan een uitzetvenster (scharniert om zijn bovenas) doelmatiger zijn. Er bestaan ook uitzettuimelvensters, die dus normaal om hun middenas draaien maar na ontgrendeling om hun bovenas scharnieren.
– Uitzet- en uitzettuimelvensters zijn, voor zover zij aan bepaalde minimumafmetingen voldoen, ook als vluchtweg of uitstap voor de schoorsteenveger geschikt.
– Er bestaan alle mogelijke combinaties van dakramen boven en naast elkaar, ook combinaties van dakramen in het dakvlak en in de gevel, en er bestaan ook dakramen die een soort minibalkon hebben. Zie de websites en folders van de fabrikanten, biv. deze over Cabrio- balkonvensters. Maar dat is meer voor moderne huizen.
– Wie twee dakramen boven elkaar wilt plaatsen, kan dat met de door de fabrikant aangeboden koppelprofielen of met een op maat gemaakte constructie, afbeelding 26 en 27. Er bestaan ook dakramen voor rieten daken, zie afbeelding 28, maar hiermee heb ik geen ervaring.
– Misschien interessant als u een monumentenpand hebt :
Er bestaan ook moderne dakramen in de stijl van Franse historische dakramen style tabatière:
http://www.cast-pmr.com/produits-tuiles.php
– Van een collega-klusser gehoord:
‘Bij plaatsing van ramen in verschillende ruimten is het niet makkelijk om dezelfde hoogte aan te houden. Ik heb daarbij gebruik gemaakt van een doorzichtige tuinslang die ik vulde met water. Op die manier kon ik “de hoek omgaand” toch twee punten bepalen die precies waterpas waren ten opzichte van elkaar.’

Dakramen 27

Afbeelding 27

Dakramen 28

Afbeelding 28

8. Vergunning nodig?

Strikt genomen heb je in Frankrijk voor alles wat het uiterlijk van het huis verandert een vergunning nodig, de bekende déclaration préalable of déclaration simple. Maar de regels hiervoor worden niet overal strikt gehandhaafd. Ze zijn elders op deze website te vinden.

9. Nuttige PDF’s en video’s

In de volgende publicaties van fabrikanten en leveranciers is veel over dakramen en hun montage te vinden:

http://www.dakvenster.nl/velux/montagetips
http://www.dakvenster.nl/velux/velux-interieurafwerking
http://fakro.nl/att/COMMON/instructions/fitting/windows/FTS_FTS-V_FTT.pdf
http://fakro.nl/montagevideo’s/politiekeurmerk/
http://fakro.nl/htmlnl/702.php
http://vimeo.com/16237157
http://fakro.nl/print/fakro/downloads/handleidingen/
http://www.youtube.com/watch?v=da5WCtLoTDE

Googelen met de trefwoorden dakraam, Dachfenster en chassis de toît levert nog veel meer treffers op.


© Christian von Klösterlein

©2022 Communities Abroad  |  infofrankrijk.com

DISCLAIMER

Login

Forgot your details?