IB-Belastingregime bij terugkeer naar Nl

Dit onderwerp bevat 11 reacties, 4 deelnemers, en is laatst geüpdatet op 9 jaren, 3 maanden geleden door Noë.

  • Auteur
    Berichten
  • #197966
     Noë
    Sleutelbeheerder

    Stel: je bent recent naar Fr verhuisd en valt onder het franse regime voor de “revenus” maar je houdt de Nl woning aan als pied-a-terre. In Nl geen hypotheekrenteaftrek meer over Nl-huis maar hypotheek loopt in Nl gewoon door.
    De waarde van de woning verhuist naar Box3 (onder aftrek van hypotheekschuld)
    Stel: je komt na x-aantal jaren terug in Nl en gaat weer fulltime wonen in je oude woning. De Nl woning verhuist mee naar Box 1.
    Vraag: geldt dan weer (naar de regels van het jaar van terugkeer) dat de hypotheekrente kan worden afgetrokken? (onze huisbank weet het niet!)
    Ik heb mijn hoop gevestigd op hr Voogd maar wellicht ook anderen!

    #197974
     Noë
    Sleutelbeheerder

    Volgens mij wel. De regels zijn sinds dit jaar wel veranderd, maar een deskundige moet e.e.a. voor je kunnen uitrekenen.

    #197975
     Noë
    Sleutelbeheerder

    In beginsel wel. Er doet zich echter een groot aantal vragen voor. U stelt dat de woning verhuisd is van box 1 naar box 3 en de bijbehorende woningschuld ook, namelijk door de emigratie. En bovendien dat recent naar Frankrijk verhuisd werd en naar Nederland (maar hoe spoedig?) wordt teruggekeerd.
    Vragen zijn dan :
    1. Is feitelijk wel van een emigratie sprake geweest als de periode van “wonen in Frankrijk” slechts kort was? Zo neen, dan kan gesteld worden dat de woning in Nederland het hoofdverblijf is gebleven en de eigenwoningregeling vermoedelijk doorliep voor u als binnenlands belastingplichtige. U bent echter onduidelijk in uw opgaaf, want u heeft het over “recent naar Frankrijk verhuisd zijn” en “over een x-aantal jaren terugkeren naar Nederland”. Als het over jaren van afwezigheid gaat zal inderdaad meestal wel van fiscale emigratie sprake zijn, gaat het over kortere periode dan is dat nader te toetsen.

    2. Zelfs al is wel sprake geweest van een fiscale emigratie, dan nog kan de eigenwoningregeling op grond van de verhuisregeling van toepassing gebleven zijn (echter onder voorwaarden die gelden bij de verhuisregeling!) . Ook dan kan dat zijn geweest voor de gehele of een deel van de verblijfsperiode in Frankrijk,dus zonder overgang van de woning en de schuld van box 1 naar box 3.

    3. De vraag doet zich voor of op 31 december 2012 sprake is van een bestaande woningschuld om onder het overgangsregiem te kunnen vallen voor behoud van voorheen bestaande hypotheekrenteaftrek zonder aflossingsverplichting. Als dat niet zo is is sprake van een “nieuwe lening”met een “nieuwe eigenwoningschuld”op moment van remigratiedatum. Die valt dan in beginsel onder het nieuwe regiem van verplichte annuitaire afslossing in een periode van 30 jaren.

    Het overgangsregiem voor bestaande eigenwoningschuld kent echter ook een paar uitzonderingen, die als volgt in een voorlichtingsbrochure verwoord staan, en juist voor terugkerende expats van belang zijn. Ik citeer:

    “12. En als je op 31 december 2012 geen eigenwoningschuld hebt, val je dus niet
    onder het overgangsrecht?
    • Ja, tenzij je gebruik kunt maken van één van de drie uitzonderingen.
    • Deze uitzonderingen gelden voor:
    o 1) belastingplichtigen die op 31 december 2012 geen eigen woning en
    eigenwoningschuld hebben maar dat in 2012 wel hadden en in 2013 weer
    zullen hebben (met name gericht op ‘tijdelijke huur tussen twee eigen
    woningen in’);
    o 2) belastingplichtigen die op 31 december 2012 geen eigen woning en
    eigenwoningschuld hebben maar na 31 december 2012 (en voor 31
    december 2021) weer terugkeren in een woning die voor 31 december
    2012 laatstelijk een eigen woning is geweest, zonder dat na 31 december
    2012 een andere woning als een eigen woning is aan te merken geweest
    (met name gericht op ‘expats’), en
    o 3) belastingplichtigen die op 31 december 2012 beschikken over een
    onherroepelijke schriftelijke koopovereenkomst of een koopaannemingsovereenkomst
    die leiden tot een verwerving van de eigen
    woning in 2013.
    • In deze uitzonderingsgevallen kan ook renteaftrek over een niet-aflossingslening
    bestaan die in 2013 tot stand is gekomen.”

    Ik sluit verder niet uit dat onder omstandigheden ook de bijleenregeling nog een rol kan spelen.
    Die bepaalt dan wat de maximale eigenwoningschuld kan zijn op remigratiedatum.

    Zonder nadere en goed gedateerde en gedetailleerde gegevens is niet zonder meer te bepalen hoe de in Nederland achtergelaten woning naar Nederlands fiscaal recht in de Nederlandse inkomstenbelastingaangiften moet worden opgenomen. Dat geldt zowel voor de periode van emigratie naar Frankrijk als na terugkeer in Nederland. De vragen of de woning te huur is gezet, al dan niet gemeubileerd is gehouden (u sprak over pied a terre dus dat duidt op gemeubileerd houden), en hoe lang u deze voorheen in Nederland als eigen woning ter beschikking stond kunnen ook een rol spelen.

    #197973
     Noë
    Sleutelbeheerder

    De expatregeling, als uitzondering op de hoofdregel voor de definitie van “bestaande eigenwoningschuld” hierboven is in de wetgeving nogal verwarrend weergegeven, in artikel 10bis, namelijk als volgt:

    Onder bestaande eigenwoningschuld als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan de eigenwoningschuld, bedoeld in artikel 3.119a, eerste lid , zoals dat artikel luidde op 31 december 2012, die:
    (..)
    d. de belastingplichtige, die op 31 december 2012 niet een zodanige eigenwoningschuld had, op enig moment vóór 31 december 2012 direct voorafgaand aan de vervreemding van een eigen woning had, indien die vervreemding het gevolg is van verhuur van de voormalige eigen woning, voor zover de belastingplichtige vóór 1 januari 2021 ter zake van diezelfde woning weer een zodanige eigenwoningschuld heeft.

    De latere invoeging berust op een amendement van mijn vroegere collega Wouter Koolmees (thans Kamerlid D66). Ik citeer de toelichting daarvan hieronder, omdat deze duidelijk maakt dat het om een ruimere regeling gaat dan de wettekst suggereert. De eis van “vervreemding als gevolg van verhuur” blijkt namelijk ruim uitgelegd te worden.

    #197971
     Noë
    Sleutelbeheerder

    Onder het kopje aangenomen amendementen in de handelingen der Tweede Kamer staat het volgende:

    Artikel I, onderdeel U, artikel 10bis.1, tweede lid
    12 (Koolmees)
    In dit amendement is een wijziging opgenomen van het voorgestelde artikel 10bis.1 van de
    Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) die ertoe leidt dat het overgangsrecht van de

    Wet herziening fiscale behandeling eigen woning wordt uitgebreid tot belastingplichtigen
    die de voormalige eigen woning tijdelijk hebben verhuurd en die vóór 1 januari 2021 weer
    terugkeren naar de voormalige eigen woning. Het in het wetsvoorstel opgenomen
    overgangsrecht bevat wel een uitbreiding voor bepaalde belastingplichtigen die op 31
    december 2012 geen eigenwoningschuld hebben, maar die uitbreiding is niet van
    toepassing op alle belastingplichtigen die tijdelijk verhuren en na die verhuurperiode weer
    terugkeren naar de voormalige eigen woning. De voorwaarde voor het beroep op dit
    overgangsrecht is namelijk dat deze belastingplichtigen wel in 2012 een eigenwoningschuld
    hadden, op 31 december 2012 geen eigenwoningschuld meer hadden en in 2013 weer wel
    een eigenwoningschuld hebben. Bijvoorbeeld, een belastingplichtige die al vóór 2012 zijn
    voormalige eigen woning is gaan verhuren of die pas na 2013 naar de voormalige eigen
    woning terugkeert, valt niet onder het overgangsrecht. Dat zal bijvoorbeeld vaak gelden
    voor mensen die in verband met een tijdelijke tewerkstelling elders hun woning tijdelijk
    verhuren, zoals expats. Deze belastingplichtigen zouden, tenzij de bestaande lening al een
    ten minste annuitaïre lening was of in een zodanige lening kan worden omgezet, ook na
    terugkeer geen recht hebben op fiscale renteaftrek voor de eigen woning. Indien de woning
    voor een bepaalde periode verhuurd wordt en voor de belastingplichtige niet meer als
    hoofdverblijf dient, kwalificeert die woning niet meer als een eigen woning, in de zin van
    hoofdstuk 3, afdeling 3.6, van de Wet IB 2001. Dit wordt voor de toepassing van het
    eigenwoningregime gezien als een vervreemding van de eigen woning. Hierdoor wordt ook
    de schuld die is aangegaan in verband met die woning vanaf dat moment niet meer
    aangemerkt als een eigenwoningschuld als bedoeld in artikel 3119a van de Wet IB 2001.
    Hierdoor zou een belastingplichtige die zijn voormalige eigen woning vóór 1 januari 2012 (is hier bedoeld 1 januari 2013, jdv??) heeft verhuurd niet onder het overgangsrecht vallen en zou de terugkeer naar dezelfde mwoning fiscaal als een verwerving van een nieuwe eigen woning worden beschouwd. Die belastingplichtige zou met zijn nog lopende hypotheekschuld onder het voorgestelde
    nieuwe regime voor de eigen woning komen te vallen. Dit betekent dat die
    belastingplichtige bij terugkeer een lopende niet-aflossingslening – om in aanmerking te
    komen voor aftrek van rente voor de eigen woning – zou moeten omzetten in een lening
    met een ten minste annuïtair aflossingsschema.
    Dit amendement regelt dat de eigenwoningschuld die de belastingplichtige op het moment
    direct voorafgaand aan de genoemde vervreemding had, onder het overgangsrecht valt,
    voor zover uiterlijk in 2020 (dus vóór 1 januari 2021) de schuld op deze woning weer
    aangemerkt wordt als een eigenwoningschuld. Deze uitbreiding van het overgangsrecht
    geldt uitsluitend indien die vervreemding het gevolg is van tijdelijke verhuur van de
    voormalige eigen woning. Van een tijdelijke verhuur in de zin van deze bepaling is sprake
    indien de belastingplichtige vóór 1 januari 2021 is teruggekeerd naar de voormalige eigen
    woning en deze woning aan die belastingplichtige weer (anders dan tijdelijk) als
    hoofdverblijf ter beschikking staat.

    Noot jdv: let dus op de definitie van “tijdelijke verhuur” in de laatste zin: er hoeft helemaal geen sprake te zijn geweest van verhuur met een verhuurcontract. Voldoende lijkt mij een vervreemding van de woning (om welke reden dan ook) voor 31.12.2012 en terugkeer naar dezelfde woning voor 1.1.2021 voorzover deze dan weer als hoofdverblijf anders dan tijdelijk ter beschikking staat (en dus weer de “eigen woning” wordt). Ik ben overigens benieuwd of hier jurisprudentie gaat ontstaan over het begrip “tijdelijke verhuur”. Ik kan me voorstellen dat een belastinginspecteur een letterlijker uitleg wenst te geven dan in de toelichting op dit amendement staat. Maar toelichtingen in Kamerstukken blijken voor rechters nogal vaak doorslaggevend te zijn. Ik kom nog even terug op de mogelijke samenhang tussen deze uitzonderingsbepaling voor overgangsrecht en de verhuisregeling.

    #197967
     Noë
    Sleutelbeheerder

    De twee verhuisregelingen zijn geformuleerd in lid 2 en 3 van art 3.111 van de WetIB2001:

    “2. Een woning wordt voor de periode dat deze in het kalenderjaar leeg staat mede aangemerkt als eigen woning indien de woning de belastingplichtige in het kalenderjaar of in een van de voorafgaande drie jaren als eigen woning als bedoeld in het eerste lid ter beschikking heeft gestaan en hij aannemelijk maakt dat de woning bestemd is voor verkoop. Indien een in de eerste volzin bedoelde woning vanaf enig moment in de daar bedoelde periode inkomen uit sparen en beleggen genereert en vervolgens vanaf enig moment weer belastbare inkomsten uit eigen woning, wordt een en ander voor de toepassing van artikel 3.119a niet aangemerkt als een vervreemding, onderscheidenlijk als een verwerving. Voorts vindt artikel 2.14, derde lid, onderdelen b en c, met betrekking tot deze woning gedurende de in de eerste volzin bedoelde periode geen toepassing en wordt de woning ook gedurende deze periode voor de toepassing van de artikelen 3.116 en 3.116a aangemerkt als eigen woning.

    3. Een woning wordt mede aangemerkt als eigen woning indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de woning leeg staat of in aanbouw is en uitsluitend bestemd is om in het kalenderjaar of in een van de daaropvolgende drie jaren hem als eigen woning als bedoeld in het eerste lid ter beschikking te staan.”

    In lid 2 gaat het dus om de periode na vertrek uit de eigenwoning, in lid 3 om het in de toekomst betrekken van de eigen woning. Beide periodes kunnen onder de eigenwoningregeling vallen (aftrek hypotheekrente met name) onder de in die leden gestelde voorwaarden. Leeg staan is een van die voorwaarden. Dat impliceert dat de woning niet bewoond mag zijn door derden, niet als tweede woning mag dienen (m.i. ook geen pied-a-terre dus voor de voormalige of toekomstige bewoners). Wel mag blijkens de MvT de woning “enig meubilair” bevatten (wat dat ook moge zijn: is m.i. nooit in jurisprudentie nader gespecificeerd) en bewoond zijn door een kraakwacht om nog als leegstaand te kunnen kwalificeren.
    De verlaten woning dient voorts bestemd te zijn voor verkoop (moet wel aangetoond kunnen worden op basis van bijv. advertenties, inschakeling makelaar, of dergelijke) en voor de woning die men wil gaan betrekken moet men dat laatste juist aannemelijk maken (en moet er dus geen huur- of verkoopbestemming (meer) gelden).
    Merk op dat onder voorwaarden, in beginsel: toepassing van keuze voor binnenlandse belastingplicht, deze verhuisregelingen ook gelden voor niet-ingezetenen. Onder bepaalde omstandigheden ook voor de in het buitenland gelegen woning voorzover deze in de belastingheffing van Nederland in box 1 kan worden betrokken.

    De in de beide leden genoemde termijn van 3 jaren voor de verhuisregeling zal overigens per 2014 weer worden teruggebracht naar 2 jaren.

    In het tweede lid staat sinds enige tijd een bepaling waardoor men de leegstaande woning tijdelijk mag verhuren in de bedoelde periode van drie jaren zondar dat dit tot defintieve vervreemding van de woning leidt (en zonder andere gevolgen daarmee verband houdend terzake van KEW, etc.). Die bepaling ontbreekt overigens in het derde lid.

    Kan de toepassing van de expatregeling voor behoud van de bestaande eigenwoningschuld per 1.1.2012, en dus van het ruimere aftrekregime voor de eigen woning, in de weg staan aan toepassing van beide verhuisregelingen? Ik meen van niet, althans als men de ruime uitleg van het begrip “tijdelijke verhuur” volgt uit de toelichting van het amendement Koolmees, inhoudende dat men aan de woning niet de bestemming verhuur hoeft toe te kennen noch feitelijk te verhuren, maar dat voldoende is dat men de eigen woning voor 1.1.2013 heeft verlaten en dezelfde woning voor 1.1.2021 weer gaat betrekken.

    In het bestaande en het nieuwe fiscale eigenwoningregime van Nederland zijn voor emigranten nog wel meer interessante aspecten te onderscheiden: bijvoorbeeld het nieuwe en overgangsrecht voor de kapitaalverzekering eigen woning, etc. Dat vergt echter een cursus hogere hypotheekkunde om het te kunnen doorgronden. Bovendien heeft de eerste vraagsteller in deze draad dat niet in zijn vraagstelling betrokken.

    Wat nog wel van belang is voor de vraagsteller is vermoedelijk de uitzendregeling. Die is ook in art. 3.111 geregeld.

    #197970
     Noë
    Sleutelbeheerder

    De uitzendregeling staat in art. 3.111 lid 6:
    o 6. Een woning die de belastingplichtige gedurende tenminste een jaar als eigen woning als bedoeld in het eerste lid ter beschikking heeft gestaan en sindsdien tijdelijk als hoofdverblijf niet anders dan tijdelijk ter beschikking staat, kan op verzoek mede worden aangemerkt als eigen woning indien gedurende die periode:
    ? a. de woning niet aan derden ter beschikking wordt gesteld en
    ? b. de belastingplichtige tezamen met zijn partner niet met betrekking tot een andere woning belastbare inkomsten uit eigen woning geniet.

    Merk op dat gebruik van de woning door de voormalige eigenwoningbezitter als hoofdverblijf tijdens vakanties de uitzendregeling niet in de weg staat. Wel de terbeschikkingstelling aan derden, waaronder ook verhuur en kamerverhuur.

    #197977
     Noë
    Sleutelbeheerder

    Nu kan men zich afvragen of de toepassing van verhuisregelingen en uitzendregeling en de overgangsregeling expat voor bestaande woningschuld wel interassant is indien men voor zijn inkomen, uit werk met name, (vrijwel) geheel onderworpen zou zijn aan Franse wetgeving. Immers de hypotheekrenteaftrek (die dan vrijwel steeds als niet-ingezetene keus voor binnenlandse belastingplicht vergt) heeft dan op het eerste oog geen effect in het desbetreffende jaar als men toch geen belasting verschuldigd is aan Nederland. Een verlies (negatief box 1 inkomen) kan echter afgewented worden op voorgaande jaren in Nederland en op de jaren dat men weer naar Nederland terugkeert. In de jaren van immigratie en emigratie worden posten uit de buitenlandse periode bovendien verrekend met posten uit de binnenlandse periode. Onder bepaalde omstandigheden kan ook de middelingsregeling nog van belang zijn.
    Er zijn een paar andere belangrijke aspecten: het eigenwoningforfait bij uitzending kent een afwijkend, hoger, tariefpercentage (0,9% met een maximum aan het eigenwoningforfait). Dit in tegenstelling tot de beide verhuisregelingen: dan is het eigenwoningforfait nihil. Voorts is de tijdelijkheid van de duur niet vastgelegd. In de praktijk, en blijkens de wetsgeschiednis, wordt een tijdelijkheid van 5 jaren acceptabel geacht. Men moet het wel aannemelijk kunnen maken, wat moeilijker is in situaties waarbij men niet door een werkgever is uitgezonden. Verder mag men in het buitenland niet over een eigenwoning beschikken in de zin van art. 3.111.

    #197969
     Noë
    Sleutelbeheerder

    Samenvattend; iemand die van Nederland naar Frankrijk tijdelijk emigreert kan onder voorwaarden wat betreft de in Nederland aangehouden woning, de voormalige eigen woning, gebruik maken van:
    1. de verhuisregeling art. 3.111.2 waardoor de woning nog enkele jaren hypotheekrenteaftrek kan genereren
    2. de verhuisregeling art. 3.111.3 waardoor de woning voor terugkeer naar Nederland metterwoon enkele jaren tevoren hyptheekaftrek kan genereren
    3. de uitzendregeling waardoor de gehele periode van tijdelijk verblijf hypotheekrenteaftrek ontstaat.

    4. Indien de emigratie voor 31.12.2012 plaatsvond kan de expatregeling van art. 10bis van toepassing zijn waardoor het ruimere overgangsregime behoud van betere voorwaarden van hypotheekrenteaftrek garandeert vanaf 1.1.2013(zonder verplichting tot annuitaire aflossing)
    5. bij zeer tijdelijk verblijf in Frankrijk is de vraag of er wel emigratie heeft plaatsgevonden (zeker als men binnen 12 maanden weer terugkeert). Ook in dat geval blijft de hypotheekrenteaftrek waarschijnlijk behouden op de woning in Nederland vanwege het voortduren van de binnenlandse belastingplicht.

    6. Hoe dan ook zal men bij terugkeer naar Nederland in dezelfde woning met een doorlopende hypotheek in aanmerking komen voor de eigenwoningregeling van box 1. Indien echter tussentijds sprake was van fiscale vervreemding van de woning (wat niet kan als de uitzendregeling is toegepast) kan de bijleenregeling van toepassing zijn die een maximering aan de eigenwoningschuld stelt. De fictieve marktwaarden op tijdstip van vervreemding en verwerving dienen dan te worden vastgesteld, om middels toepassing van de bijleenregeling de nieuwe maximale eigenwoningschuld te kunnen berekenen.

    Merk voorts op dat de verhuisregelingen van 3.111 lid 2 en lid 3 en de uitzendregeling van 3.111 lid 6 uiteraard niet tegelijkertijd kunnen worden toegepast in een bepaald belastingjaar.

    #197972
     Noë
    Sleutelbeheerder

    Pfffft, hier heb ik de zondag voor nodig om te proberen e.e.a. te begrijpen.
    Ik ben de heer Voogd immens dankbaar voor al zijn werk, hierin gestopt en kom so spoedig mogelijk hierop terug.

    #197976
     Noë
    Sleutelbeheerder

    🙂 Tja, leuker kunnen we het niet maken……………… 😉

    #197968
     Noë
    Sleutelbeheerder

    Naschrift:

    De Minister van Wonen en Rijksdienst (Blok) zond dit recent aan de Tweede Kamer:

    Datum 4 maart 2013 Betreft Beleidsbesluit fiscale aftrek bouwrente en stofkamoperatie

    b.) opnieuw ontstaan van een eigenwoningschuld na periode van verhuur van de eigenwoning (expats).
    Bij amendement van het Tweede Kamerlid Koolmees2 is het overgangsrecht voor de eigenwoningschuld uitgebreid tot belastingplichtigen die de voormalige eigen woning tijdelijk verhuren op 31 december 2012 en die vóór 1 januari 2021 weer terugkeren naar de voormalige eigen woning. Dit zodat bijvoorbeeld bij expats die de voormalige eigen woning vanaf 2010 een periode verhuren (zowel de woning als de schuld die doorloopt behoren in die periode tot de grondslag van box 3) en vervolgens na 2012 terugkeren en weer in de woning gaan wonen het overgangs-recht nog van toepassing is op de eigenwoningschuld.
    De uitzonderingen onder a en b zijn wel opgenomen in het overgangsrecht voor de eigenwoningschuld, maar niet voor de KEW. Er kan wel een aflossingsvrije schuld met behoud van hypotheekrenteaftrek worden aangegaan of herleven in 2013 (voor het onderhoud, of door de terugkerende expat), maar daarbij kan onbedoeld niet meer een KEW worden aangegaan of herleven onder het overgangsrecht.
    In een beleidsbesluit zal vooruitlopend op wetgeving het overgangsrecht KEW worden uitgebreid, zodat dit gelijkelijk van toepassing is als het overgangsrecht voor de bestaande eigenwoningschuld.”

    Noot jdv:
    1. Het aspect overgangsrecht KEW heb ik in het voorgaande niet behandeld. Kennelijk is op dit punt een omissie in de expatregeling aangetroffen die nog gerepareerd zal worden.
    2. De minister noemt uitdrukkelijk verhuren van de achterblijvende woning als onderdeel van de expatregeling. Desalniettemin blijft de vraag of deze ook geldt als er niet verhuurd wordt of kan worden en de woning leeg blijft staan, gezien de toelichting bij het amendement Koolmees.

12 berichten aan het bekijken - 1 tot 12 (van in totaal 12)

Je moet ingelogd zijn om een antwoord op dit onderwerp te kunnen geven.

©2022 Communities Abroad  |  infofrankrijk.com

DISCLAIMER

Login

Forgot your details?