Jako en Steven, daar kan niemand het mee oneens zijn. Een klein kind kan begrijpen dat de lonen in Azië op op-sterven-na-dood niveau liggen, dat die mensen zich daar uit de naad moeten werken zonder enige sociale of arbeidsbescherming, omdat ze anders op straat staan. En dat dáár produceren dus goedkoper en winstgevender is. Waarom komt zo’n hoge amerikaanse ome, die dat ook donders goed weet, dan tig keer als overname-geïnteresseerde een franse bandenfabriek bezoeken? En waarom weigert hij vervolgens een aanbod van een franse minister om te komen praten? Dat is en blijft mij een raadsel. Hij is zelf waarschijnlijk de enige die die vragen kan beantwoorden.
Leuk in dit verband is dat EenVandaag daarnet een uitzending wijdde aan de produktie van autobanden uit… paardenbloemen! De wortel van de paardenbloem bevat latex. Uit één hectare paardenbloemen kunnen 800 autobanden worden gemaakt. Paardenbloemen groeien overal ter wereld, zelfs in steppen. Tropische oerwouden worden niet meer platgebrand voor rubberboomplantages. Ik zag me al rijk worden als latexproducent, want m’n grasveld staat vol paardenbloemen. Helaas meet de tuin maar 350 m2. Bovendien moet de europese paardenbloem worden gekruist met een paardenbloem uit Kazachstan om de beste kwaliteit latex te krijgen. Vredestein heeft de banden al geproduceerd. Over 10 à 15 jaar rijden we allemaal op paardenbloemenbanden. De prijs zal hetzelfde blijven (zeggen ze nu), maar de wrijving met het wegdek is geringer, waardoor het brandstofverbruik van auto’s zal dalen.
Dat zijn leuke dingen voor de mensen.