Terug van even weggeweest. Bedankt Jan de Voogd voor je antwoorden. Op één punt ben ik het niet met je eens: het niet vrijwillig kunnen opgeven van het recht op AOW-pensioen, nadat dit al is aangevraagd en ontvangen. Inderdaad noemt art. 17 AOW gronden waarop de SVB mag besluiten om een AOW-pensioen in te trekken: gewijzigde omstandigheden. Maar nergens staat dat de AOW niet kan worden ingetrokken op verzoek van de gepensioneerde rechthebbende zelf. Dat geval is gewoon niet geregeld, omdat het normaal gesproken natuurlijk nooit voorkomt.
Met andere woorden: als Alicia een (aangetekend) verzoek zou indienen bij de SVB om haar AOW op grond van haar gewijzigde omstandigheden en zwaarwegende belangen te beëindigen, omdat haar geringe AOW haar groot financieel nadeel oplevert, moet de SVB op dat verzoek een voor beroep vatbare beslissing nemen. Bij die beslissing mag de SVB zich niet alleen op de wet beroepen, maar zij moet ook de Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur in acht nemen. Eén van die beginselen is het evenredigheidsbeginsel: een afweging van het belang van verzoekster tegen het algemeen belang. In het geval van Alicia is dat niet zo moeilijk. Die belangen lopen parallel. Zowel zij als de schatkist varen wel bij toewijzing van haar verzoek en noch de wet noch een andere omstandigheid verzetten zich ertegen.
Dit zou mijn uitgangspunt zijn. Tenzij jij Jan, veel beter op de hoogte van de jurisprudentie dan ik, gevallen kent waarin dit is geprobeerd en waarin de rechter in hoogste instantie afwijzend heeft beslist. Zo niet, dan lijkt het me zeker de moeite van het proberen waard.