Cees,
Olieverbruik minder bij hetere verwarming – dat is onmogelijk. Door de thermostaten wordt de radiatortemperatuur teruggeregeld op de normale waarde, de hogere leidingtemperaturen hebben als resultaat meer warmteverlies, dus meer verbruik.
Dan iets over de vaak fout begrepen stooklijn.
De stooklijn bepaalt bij een weersafhankelijke CV-regeling de relatie tussen buitentemperatuur en de voor een gewenste binnentemperatuur, bijv. 20°, nodige ketel-voorlooptemperatuur (= aanvoertemperatuur van de radiatoren resp. de vloerverwarming). Bij een weersafhankelijke CV-regeling met radiatoren is per vertrek een thermostaatkraan op de radiatoren nodig.
Achtergrond: De weersafhankelijke regeling kan geen rekening houden met bijzondere omstandigheden, zoals het luchten door open ramen, windaanval, en bij radiator-verwarming met het feit dat de radiatoren noooit precies op de warmtebehoefte van een vertrek afgestemd kunnen zijn, men kiest immers voor de eerst grotere standaardmaat.
En zo ziet een stooklijn er uit: Voorlooptemperatuur in afhankelijkheid van de buitentemperatuur:
Het nulpunt van de stooklijn ligt bij 20°C buitentemperatuur en 20° CV-aanvoertemperatuur; dit punt is meestal niet instelbaar. De helling (inclinatie) van de stooklijn kiest men naar aanleiding van het opwarm- en afkoelingstraject van het huis (de thermische traagheid, l’inercie);
Deze hellingwaarde wordt op het instelpaneel van de CV ingesteld, meestal in stappen van 0,2.
Veel meer over stooklijnen en weersafhankelijke CV-regelingen is hier te vinden.
Wie denkt dat weersafhankelijke regeling iets van de laatste jaren is heeft het mis. Reeds toen ik in de jaren ’50 college HTK (Heizung – Lüftung – Klimatechnik) liep werd ons verteld dat dit de enig juiste CV-regeling is, maar omdat de hiervoor nodige (elektronische) regalaars nog niet bestonden werd dit alleen in grote gebouwen toegepast (ziekenhuizen, kantoorcomplexen) waar een huismeester de regeling per hand deed (!!!). Sinds de jaren ’80 wordt weersafhankelijke regeling meer en meer toegepast, vooral bij goed geïsoleerde en dus thermisch trage huizen.
