Google had in 2009 een voor de consument uiterst bruikbare oplossing in petto: de Google Power meter. Al je verbruik meteen uitleesbaar, ook je complete geschiedenis. Omdat ieder elektrisch apparaat z’n eigen footprint heeft en dat na een leerperiode werd herkend kreeg je meteen een gedetailleerd inzicht. Geen duur communicatiesysteem naar je fournisseur d’énergie nodig om de doelstelling van minder energieverbruik onder oogbereik van de klant te brengen. Want de onwetende klant, goh, verbruik je stroom wanneer je het licht niet achter je uit doet, zou door de overheid en de energiemaatschappijen moeten worden begeleid in een bewustwordingsproces. Op weg naar de energie bewuste burger. Verder: geen privacy problemen, minder vatbaar voor het doomsday scenario zoals beschreven in Marc Olsberg’s boek “Black-out”.
Het experiment van Google heeft het niet gered. Te vroeg, te weinig animo bij de energieproducenten en netbeheerders die al hadden gekozen voor het concept van de “smart grid” waarin de slimme meter een noodzakelijke bouwsteen is, een beetje beducht voor concurrentie van de kant van het machtige Google als nieuwkomer op hun eigen speelterrein.