Aangemaakte reacties
-
AuteurBerichten
-
Onno Fokkens
Bijdragergoogle: chaumier 42
Onno Fokkens
BijdragerPensioen is inderdaad uitgesteld loon dat op grond van artikel 10 van Vo 1408/71 (artikel 7 van Vo 883/2004) niet mag worden verminderd, gewijzigd, geschorst, ingetrokken of verbeurd verklaard op grond van het feit dat de rechthebbende of de leden van zijn gezin in een andere lidstaat wonen dan die waar zich het orgaan bevindt dat deze uitkering verschuldigd is.
Zo nee, dan is dat een belemmering van het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal dat ten grondslag ligt aan het gemeenschapsrecht.Onno Fokkens
BijdragerAfgezien van meer of minder positieve kwalificaties van VK of EU lijkt mij van belang dat de EU geen regeling kan treffen die een lidstaat in strijd acht met zijn (financiële) belangen. Illustratief is het voortbestaan van verschillende nationale regels inzake de aansluiting van electrische apparaten, waardoor het gebruik van Duitse apparaten in Frankrijk en omgekeerd praktisch onmogelijk wordt gemaakt. Hetzelfde geldt m.m. op vele andere gebieden. Dit leidt er toe dat concurrentiebevorderende maatregelen geen kans maken. De regeldrift van de EU moet zich beperken tot minder gevoelige onderwerpen. Dat is te merken aan het resultaat.
Onno Fokkens
BijdragerBezuiniging op sociale lasten is een gemeenschappelijk belang van het VK en andere lidstaten. Dat is geen goed nieuws voor jongere en oudere werklozen (en gepensioneerden) maar er is veel meer aan de hand. Er zijn culturele verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa (Duitsland v. Frankrijk/Italië), tussen moslims en westerse landen, tussen moslims onderling (shiieten en sunnieten), tussen Israel en Palestijnen, tussen arme en rijke landen, tussen olie- en gasexporterende en -importerende landen en er zijn nog steeds banken die Va-banque spelen. Daar tegenover staan gezamenlijke belangen (handel, open grenzen, terrorismebestrijding). De situatie is dus complex en instabiel, maar de EU kan slechts handelen binnen een beperkt mandaat. Quo vadis?
Onno Fokkens
BijdragerHet probleem zit niet in het VK en niet in de EU, maar in de sociale zekerheid die inactiviteit beloont. Dat geldt voor jongeren die niet aan de bak komen omdat ze onvoldoende opleiding hebben, verslaafd zijn of de taal niet beheersen, voor 50-plussers die te duur en minder flexibel zijn en voor gepensioneerden die niet alleen improductief zijn, maar ook hoge zorgkosten hebben.
De westerse landen met een verouderende bevolking kunnen zich deze luxe niet meer veroorloven omdat zij moeten concurreren met jongere economieën (India, China en zelfs Afrika). Dit verklaart de afbouw van de sociale zekerheid die al jaren in gang is en leidt tot een beperking van rechten van inactieven, aantasting van hun pensioenreserves, het sluiten van grenzen en de beperking van de export van sociale uitkeringen. Dit geldt niet alleen voor het VK, maar voor alle lidstaten die ieder voor zich hun nationale belangen nastreven.
Onno Fokkens
Bijdrager`@Neeltje
ELKE nationale rechter KAN zich tot het EHvJ wenden, maar is daartoe alleen verplicht als hij vindt dat dit voor zijn oordeelsvorming nodig is (dus niet in het geval van een “acte clair” of “éclairé”). Als betrokkene meent dat de onpartijdigheid van de nationale rechter in twijfel is te trekken, dan kan hij vooraf (niet achteraf) een verzoek tot wraking indienen (dat als regel wordt afgewezen). In het kader van een prejudiciële verwijzing geeft het EHvJ (bindend) advies aan de nationale rechter, maar niet aan de betrokkene. Zo is het in de EU-wetgeving (EG-verdrag, VWEU) geregeld.Het staat iedereen vrij over de gevolgen van een BREXIT te speculeren. Zelfs als die er niet komt, kan de door het VK verlangde uitzonderingspositie er toe leiden dat ook andere lidstaten daarop aanspraak willen maken. Het zijn spannende tijden voor de EU.
Onno Fokkens
Bijdrager@Neeltje
De vraag of de belastingwetgeving van een lidstaat verenigbaar is met het gemeenschapsrecht, wordt in laatste instantie beantwoord door het EHvJ dat onder meer beoordeelt:
1. of er sprake is van een belemmering van het vrij verkeer in de zin van artikel 45 en/of artikel 21 van het VWEU (art. 39 en/of art. 18 EG),
2. of dat te rechtvaarigen is op basis van het door de betrokken nationale bepalingen nagestreefde doel,
3. of die bepalingen niet verder gaan dan nodig is voor het verwezenlijken van dat doel.Om uitsluitsel te verkrijgen moet betrokkene zich tot de nationale rechter wenden die zich, in geval van twijfel, tot het EHvJ kan wenden. Het is mij niet bekend of het EHvJ zich over het conserverende beslag heeft uitgesproken en wat wij er van vinden is m.i. niet relevant. Duidelijk is wel dat lidstaten de grenzen van het toelaatbare kunnen opzoeken en dat daartegen te voeren procedures jaren in beslag kunnen nemen.
Onno Fokkens
Bijdrager@Neeltje.
We zijn het grotendeels eens, maar uw veronderstelling dat de EU geen zeggenschap heeft over het belastingstelsel en de tarieven van een lidstaat, is niet in overeenstemming met de betreffende (voor alle lidstaten bindende) uitspraken van het EHvJ, zoals het genoemde arrest Kohl van 26 mei j.l. (C-300/15). De lidstaten mogen belasting heffen zoals het hun goed dunkt, maar moeten zich wel houden aan internationale afspraken (“acta sunt servanda”) zoals de afspraak dat het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal daardoor niet mag worden belemmerd.Onno Fokkens
BijdragerFrankrijk ontvangt inderdaad een 100% vergoeding. Dat bepaalt artikel 35 lid 1 van Vo 883/2004.
“Artikel 35. Vergoedingen tussen organen onderling
1. De krachtens dit hoofdstuk door het orgaan van een lidstaat voor rekening van het orgaan van een andere lidstaat verleende verstrekkingen worden onderling volledig vergoed.”Van het VK ontvangt Frankrijk een vaste (forfaitaire) vergoeding die gebaseerd is op gemiddelde zorgkosten per (Franse) gepensioneerde, van Nederland een vergoeding voor alle door Frankrijk geleverde verstrekkingen. Voor Frankrjk is dat aantrekkelijk omdat een Franse bejaarde gemiddeld niet meer dan de helft van zijn zorgkosten betaalt.
Voor Nederland is het nog aantrekkelijker omdat de zorg in Nederland (veel) meer omvat dan in Frankrijk. Dat blijkt uit de gemiddelde zorgkosten per bejaarde. In Nederland is dat meer dan 10.000 Euro p.p per jaar bij een gemiddelde premie van ca. 4000. Daar moet dus ca. 6000 Euro p.p per jaar op worden toegelegd.
De aan Frankrijk vergoede kosten (2014) zijn ca. 3300 Euro bij een gemiddeld ingehouden bijdrage van 2700 Euro. Daar moet dus ca. 600 Euro p.p. per jaar op worden toegelegd. Een bejaarde die in Nederland woont, kost Nederland dus tien keer zoveel als wanneer hij in Frankrijk gaat wonen. Voor ca 7000 “pensionado’s” en hun gezinsleden in Frankrijk correspondeert dat met 7000 x (6000 – 600) = 37,8 Miljoen per jaar.
De veronderstelling dat de EU zich niet met belastingen bemoeit, is onjuist. De belastingheffing door de lidstaten mag niet leiden tot een belemmering van het vrij verkeer in de EU (zie bijv. het arrest Kohl van 26 mei j.l. C-300/15).
Onno Fokkens
Bijdrager@Neeltje
1. De Verordening (Vo 883/2004) is op grond van artikel 2 (o.a.) van toepassing op onderdanen van een lidstaat die in een lidstaat wonen en op wie de wetgeving van een of meer lidstaten van toepassing is of geweest is. Dat geldt ook voor u.
2. Op grond van artikel 11 lid 3 sub a geldt voor degene die werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in een lidstaat, de wetgeving van die lidstaat. Daarom geldt voor u de Franse socialezekerheidswetgeving.
3. Daaraan is niets te kiezen want op grond van artikel 249 EG (288 VWEU) is een verordening in al haar onderdelen verbindend en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
4. Omdat u in Frankrijk werkt, hebt u op grond van de Franse wetgeving recht op medische zorg (“soins de santé”).
5. Omdat u niet meer in Nederland woont of werkt, hebt u op grond van de Nederlandse wetgeving (ZVW en AWBZ/WLZ) geen recht op medische zorg (verstrekkingen).Onno Fokkens
Bijdrager@Jan de Voogd
Titel II van Vo 883/2004 is relevant omdat het een onderdeel van een verordening is die in al haar onderdelen verbindend en in elke lidstaat rechtstreeks toepasselijk is (artikel 249 EG, 288 VWEU). De uitspraak van het EHvJ dat de Verordening elke mogelijkheid van gelijktijdige toepassing van verschillende nationale wetgevingen over eenzelfde periode uitsluit, is daarop (artikel 13.1 van Vo 1408/71, 11.1 van Vo 883/2004) gebaseerd.Een zogenaamd “verdragsrecht” dat niet op de sociale swetgeving van een lidstaat berust is irrelevant omdat de bevoegdheid tot het toekennen van prestaties van sociale zekerheid op grond van het primaire gemeenschapsrecht (artikel 152.5 EG, 168.7 VWEU) en vaste rechtspraak van het EHvJ uitsluitend bij de wetgevers van de lidstaten bersut.
Onno Fokkens
Bijdrager@Jan de Voogd
Burgers van de Unie zijn, gelukkig, aan de sociale wetgeving van slechts één lidstaat onderworpen. Voor degene die in een lidstaat werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht, is dat de wetgeving van die lidstaat, hetgeen elke mogelijkheid van gelijktijdige toepassing van verschillende nationale wetgevingen over eenzelfde periode uitsluit (arrest De RUyter punt 36).Dat geldt ook voor de “conjoint collaborateur” die in Frankrijk werkt en krachtens de Franse wetgeving recht op verstrekkingen (“soins de santé”) heeft. Hij/zij kan zich op de PUMA beroepen, maar hoeft dat niet te doen omdat iedereen die in Frankrijk werkt, verplicht bij een Frans regime van sociale zekerheid (“sécu”) is aangesloten.
Onno Fokkens
BijdragerVoor personen die in Frankrijk werken, geldt de Franse en niet de Nederlandse sociale wetgeving. Evenzo geldt voor personen die in Nederland werken de Nederlandse en niet de Franse sociale wetgeving. Dat is ook de uitspraak van het EHvJ in het arrest De Ruyter die elke mogelijkheid van gelijktijdige toepassing van verschillende nationale wetgevingen over eenzelfde periode uitsluit.
Onno Fokkens
BijdragerZie artikel 11 (Algemene regels) van de in elke lidstaat verbindende en rechtstreeks toepasselijke verordening 883/2004:
1. Degenen op wie deze verordening van toepassing is, zijn slechts aan de wetgeving van één lidstaat onderworpen. Welke die wetgeving is, wordt overeenkomstig deze titel vastgesteld
[…]
3. Behoudens de artikelen 12 tot en met 16:
a) geldt voor degene die werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in een lidstaat, de wetgeving van die lidstaat.”Onno Fokkens
BijdragerOp grond van de reeds aangehaalde bepalingen van het gemeenschapsrecht (art. 152.5 EG, art. 168.7 VWEU) en volgens vaste rechtspraak van het EHvJ staat het elke lidstaat (dus ook Frankrijk) vrij de voorwaarden vast te stellen voor verstrekkingen op het gebied van de sociale zekerheid, welke voorwaarden bij het optreden van de Unie volledig worden geëerbiedigd (arrest Commissie v. Portugal C-255/09 punt 47):
“47 Wel staat vast dat het Unierecht de bevoegdheid van de lidstaten om hun stelsels van sociale zekerheid in te richten onverlet laat en dat het, bij gebreke van harmonisatie op het niveau van de Europese Unie, elke lidstaat vrijstaat in zijn wetgeving de voorwaarden vast te stellen voor verstrekkingen op het gebied van sociale zekerheid (zie arrest van 27 januari 2011, Commissie/Luxemburg, C-490/09, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 32 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Tevens zij opgemerkt dat naar luid van artikel 152, lid 5, EG, thans artikel 168, lid 7, VWEU, bij het optreden van de Unie op het gebied van de volksgezondheid de verantwoordelijkheden van de lidstaten voor de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging volledig worden geëerbiedigd (zie arrest Watts, reeds aangehaald, punt 146).”
Zo luidt ook de Considerans (punt 4) van Vo 883/2004:
“4. Het is noodzakelijk dat de eigen kenmerken van de nationale socialezekerheidswetgevingen worden gerespecteerd en er enkel een coördinatiemethode wordt uitgewerkt.”Onno Fokkens
Bijdrager@Jan de Voogd
“Van de PUMA wordt iemand uitgesloten indien hij recht op verstrekkingen op basis van internationaal recht kan krijgen …”Op grond van het internationale recht (EG-verdrag art. 152.5, VWEU art. 168.7) berust de bevoegdheid tot het toekennen van prestaties van sociale zekerheid (verstrekkingen/uitkeringen) uitsluitend bij de wetgevers van de lidstaten die de aansluitingsvoorwaarden van hun wettelijke stelsels bepalen (arrest Van Pommeren-B C-227/03 punt 1):
“Het staat aan de wettelijke regeling van elke lidstaat om de voorwaarden vast te stellen waaronder het recht op of de verplichting tot aansluiting bij een stelsel van sociale zekerheid of een bepaalde tak van een dergelijk stelsel ontstaat, met inbegrip van die betreffende de beëindiging van de aansluiting.”
“Zoals het Hof herhaaldelijk heeft opgemerkt, verlenen de bepalingen van de verordening zelf geen recht op prestaties” (arrest Bosmann C-352/06 Conclusie punt 57).
13 februari 2016 om 14:09 In reactie op: Hoeveel Nederlanders zijn er permanent in Frankrijk ? #197357Onno Fokkens
BijdragerVolgens tabel 7.3 van de Verzekerdenmonitor 2015 zijn er in Frankrijk 8537 zogenaamd “verdragsgerechtigden” (die NIET verzekerd zijn krachtens ZVW en AWBZ/WLZ). Daartoe behoren:
7174 zogenaamd “hoofdverzekerden” die dus niet verzekerd zijn.
979 gezinsleden van die niet verzekerden
384 gezinsleden en achtergebleven gezinsleden van verzekerden.
Afgezien hiervan zijn er vele Nederlanders die in Frankrijk werken en verplicht verzekerd zijn krachtens de Franse wetgeving, maar dat zijn geen “verdragsgerechtiogden”.Onno Fokkens
BijdragerGegevens over zorgkosten per leeftijdsgroep zijn o.a. te vinden bij CBS en RIVM en bij het ZIN dat de gemiddelde zorgkosten voor bejaarden (gepensioneerden) en jongeren apart moet opgeven aan de (Rekencommissie van de Administratieve Commissie van de) Europese Commissie.
Op basis hiervan worden de met andere lidstaten te verrekenen bedragen vastgesteld
Voor Nederland zijn de gemiddelde kosten per bejaarde (2012) vastgesteld op € 10.090,27 en voor jongeren op € 2.115,06 (zie: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=CELEX:52014XX1028%2801%29&from=FR).Onno Fokkens
BijdragerBij bejaarden is het zorgrisico gemiddeld 2-3 keer zo hoog als gemiddeld. Daarom kan een winstbeogende zorgverzekeraar geen verzekering zonder uitsluiting van bestaande aandoeningen (en leeftijdsbeperking) aanbieden. Wie met een dergelijk product op reis gaat kan het zwaar bezuren als een kostbare (operatieve) behandeling met intensive care moet plaatsvinden. Voor zogenaamd “verdragsgerechtigden” geldt bovendien dat zij geen basisverzekering hebben en voor de kinderen is het geen prettig vooruitzicht als zij de nalatenschap in rook zien opgaan.
Onno Fokkens
BijdragerDe mogelijkheid van aanvullende verzekering met werelddekking gaat vaak gepaard met een leeeftijdsgrens en uitsluiting van bestaande aandoeningen. Het bezoek van kinderen en kleinkinderen in Australië, USA, Canada, etc. wordt hierdoor voor (hoog)bejaarden en minder validen een (te) riskante onderneming. Dat geldt te meer voor zogenaamd “verdragsgerechtigden”. Zij hebben geen basisverzekering voor ZVW en AWBZ waardoor de aanvulling een praktisch lege huls wordt.
Onno Fokkens
BijdragerWel vraag ik mij het volgende af:
1. als u in Nederland woont en verzekerd bent voor ZVW en AWBZ, dan is er geen bezwaar tegen een verblijf van (naar ik meen) een half jaar in het buitenland. U blijft dan krachtens de Nederlandse wetgeving verzekerd voor ziektekosten.
2. het is de vraag wat krachtens de Franse wetgeving onder “werken” wordt verstaan. Geldt dat voor een (postgraduate) stage die tot doel heeft de kennis van de Franse taal te verbeteren?17 augustus 2015 om 18:36 In reactie op: CSG/CRDS en de Affaire de Ruyter – recente ontwikkelingen. #196632Onno Fokkens
BijdragerZolang de Franse wetgeving (artikel L 136-6 van de Code de Sécurité Sociale) van kracht is, wordt CSG/CRDS geheven BOVENOP de plus-value die je hoe dan ook verschuldigd bent, maar in de loop van september is een wetswijziging te verwachten, inhoudend dat van personen die krachtens de wetgeving van een andere lidstaat voor ziektekosten verzekerd zijn, geen CSG/CRDS meer mag worden geheven. Hierover heeft het Europese Hof van Justitie al uitspraak gedaan in de zaak De Ruyter en aansluitend heeft de rechtbank Bordeaux bepaald dat van (in Frankrijk wonende) Nederlandse gepensioneerden die krachtens Nederlandse wetgeving verzekerd zijn geen CSG/CRDS mag worden geheven. Voor het moment betekent dit dat nog wel CSG/CRDS wordt geheven, maar dat een bezwaar daartegen vrijwel zeker zal worden toegewezen. Als genoemde wetswijziging plaatsvindt, zal daarna geen inhouding meer mogen plaatsvinden.
Onno Fokkens
BijdragerWat ik er van begrepen heb, is het volgende:
Op grond van het (FR-NL) belastingverdrag worden inkomsten uit onroerend goed belast in de Staat waar ze gelegen zijn. Dat geldt voor de plus-value die Frankrijk heft over winst op onroererend goed (behalve de “résidence principale”). Daartegen is geen bezwaar te maken, maar daar bovenop heft Frankrijk CSG en CRDS die niet als belasting, maar als sociale premies zijn aan te merken. Dat heeft het Europese Hof van Justitie (EHvJ) al in 2000 en 2001 uitgesproken, in het arrest De Ruyter er aan toevoegend dat dit ook geldt voor inkomsten uit vermogen (“revenus de patrimoine”). Daarom valt die heffing niet onder het belastingverdrag, maar onder de Verordening inzake sociale zekerheid (Vo 1408/71 en sinds mei 2010 Vo 883/2004). Voor personen die in Frankrijk werken of gewerkt hebben (gepensioneerden) en die krachtens zijn wetgeving sociaal verzekerd zijn, maakt het niet uit, want zij zijn zowel belastingen als sociale premies verschuldigd, maar wel voor personen die niet of niet meer krachtens Franse wetgeving sociaal verzekerd zijn, want zij zijn wel belastingen, maar geen sociale premies verschuldigd.Onno Fokkens
BijdragerHet zogenaamde “vuil” dat vrijkomt uit leidingen, blijkt voornamelijk kalk te zijn. Het voldoende ontkalken van drinkwater is technisch mogelijk, maar is te kostbaar en voor loodgieters is het een leuke bron van inkomsten (“Le calcaire est l’ami des plombiers”, zoals onze loodgieter eens opmerkte). Wij hebben er zo nu en dan last van gehad na reparaties aan het leidingnet en vooral toen het systeem van chloreren werd vervangen door een moderner systeem. Daardoor kwam veel kalk (en zand) los. Dat heeft maanden geduurd en alle filtertjes van kranen, wasmachine, etc. moesten vele malen worden schoongemaakt. Eerst onder de kraam en dan met Viakal of azijnzuur. Sterker zuur (zoals zoutzuur) werkt veel sneller, maar tast het metaal aan en is daarom niet geschikt voor een percolator.
Onno Fokkens
BijdragerIs het misschien een idee het “mannetje” een dag in de Viakal te leggen (gewone azijn is ook goed)?
-
AuteurBerichten